God maakt zijn zegen waar 1
Lucas 24 vers 50-51 Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. Terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. 2 2
Handelingen 1 vers 11 (engel:) ‘Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’ 3 3
De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. Genesis 1 vers 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen. Openbaring 22 vers 21 De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. 4 4
Grieks: iets goeds zeggen van / prijzen / complimenteren Zegenen = eulogeó Grieks: iets goeds zeggen van / prijzen / complimenteren Bijbels: voorspoed en welvaart wensen die God zal verwezenlijken (Uit: Studiebijbel, centrum voor bijbelonderzoek, Veenendaal) 5 5
Genesis 1:26, 28 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren (...) Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag. Heers (...)’ 6 6
Genesis 12 vers 2 (God tegen Abram:) ‘Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.’ 7 7
Galaten 3 vers 14 Zo zouden door hem (Jezus) alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals ons is beloofd, door het geloof de Geest ontvangen. 8 8
En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: Numeri 6 vers 22-27 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: Spreek tot Aäron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israëls zegenen, zeggende tot hen: 9 9
De HEERE zegene u, en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede! Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israëls leggen; en Ik zal hen zegenen. 10 10