Richtlijn Beroerte: Acuut aan de slag ermee!
Diagnostiek, behandeling en zorg voor patiënten met een beroerte INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor Neurologie Uitvoering: CBO Kwaliteits Instituut
Achtergrond 1991 Consensus CVA 2000 Richtlijn beroerte 2008 Herziening richtlijn beroerte Belangrijke ontwikkelingen Problemen in de praktijk
24 MANDATERENDE VERENIGINGEN/INSTANTIES: Afasie Vereniging Nederland Beroepsvereniging Ambulancezorg Centrum Indicatiestelling Zorg Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie Nederlands Instituut van Psychologen Nederlandsche Internisten Vereeniging Nederlandse CVA-Vereniging ‘Samen Verder’ Nederlandse Hartstichting Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging van Diëtisten Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie Nederlandse Vereniging voor Heelkunde Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse Vereniging Neuro-Verpleegkundigen en verzorgenden Nederlandse Vereniging voor Radiologie Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen NVVA, beroepsvereniging van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters Vereniging Cerebraal Vereniging voor Klinische Linguistiek
SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP - 1 Dhr. prof. dr. M. Limburg, neuroloog, Academisch Ziekenhuis Maastricht, voorzitter Mw. dr. M.A. Pols, senior-adviseur Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg Mw. drs. M.K. Tuut, senior-adviseur Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Mw. dr. I.J. Berg, neuropsycholoog, Verpleeghuis Neerwolde, Groningen Mw. M.H.R. Boerrigter, ergotherapeut, Revalidatiecentrum Heliomare, Wijk aan Zee (tot november 2006) Dhr. dr. J. Boiten, neuroloog, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag Dhr. dr. P.J.A.M Brouwers, neuroloog, Medisch Spectrum Twente, Enschede Dhr. dr. J.A.H.R. Claassen, klinisch geriater, UMC St. Radboud Nijmegen (vanaf maart 2007) Dhr. drs. B.A. Coert, neurochirurg, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Mw. A.F. van Dongen-Kardol, maatschappelijk werker, Zorgcombinatie Noorderboog, lokatie Reggersoord Meppel Mw. drs. J. Driessen, verpleegkundig specialist, ZuidZorg, Veldhoven Mw. P. van Exter, medisch manager ambulancezorg RAVAA, Amsterdam Dhr. dr. C.L. Franke, neuroloog, Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen Mw. dr. L. Heijnen, revalidatie-arts, Revalidatiecentrum De Trappenberg, Huizen Mw. dr. C. van Heugten, neuropsycholoog, Universiteit Maastricht en Kenniscentrum Revalidatie, de Hoogstraat, Utrecht.
SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP - 2 Mw. ir. K.T. Idema, consulent Stichting Hoofd Hart en Vaten, de Nederlandse CVA- vereniging "Samen Verder", Bilthoven Dhr. dr. R.W.M.M. Jansen, klinisch geriater, Universitair Medisch Centrum Sint Radboud, Nijmegen (tot maart 2007) Mw. drs. M. Kaijen-van Doesburg, docent Ergotherapie, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Nijmegen (vanaf november 2006) Dhr. dr. P.W. Kamphuisen, internist–vasculair geneeskundige, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Mw. K.J.L. Kanselaar, nurse practitioner neurovasculaire aandoeningen, Universitair Medisch Centrum Sint Radboud, Nijmegen Dhr. dr. P.L.M. de Kort, neuroloog, Sint Elisabeth Ziekenhuis, Tilburg Mw.drs. C. Krikke-Sjardijn, verpleeghuisarts, Stichting Sint Jacob, lokatie Boerhaave, Haarlem Dhr. prof. dr. G. Kwakkel, hoogleraar Neurorevalidatie, Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam Mw. drs. T. van de Laar, beleidsmedewerker transmurale zorg, Catharina Ziekenhuis Eindhoven Dhr. dr. C.B.L.M. Majoie, neuroradioloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Dhr. prof. dr. W.H. Mess, klinisch neurofysioloog, Academisch Ziekenhuis Maastricht
SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP - 3 Mw. H. Stuit, diëtist Rivas Zorggroep, Gorinchem Dr. O.P. Teernstra, neurochirurg, Academisch Ziekenhuis Maastricht Dr. R.G. Tieleman, cardioloog, Academisch Ziekenhuis Maastricht Dhr. dr. A.C. Vahl, vaatchirurg/epidemioloog, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam Mw. dr. B.K. Velthuis, radioloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht Mw. A. Verduijn-Leenman, verpleeghuisarts, Pieter van Foreest, Delft Mw. dr. E. Visch-Brink, klinisch linguist, Erasmus Universiteit Rotterdam Mw. dr. J.M.A. Visser-Meily, revalidatiearts Universitair Medisch Centrum Utrecht Mw. S.M. Wielaert, logopedist/afasietherapeut, Revalidatiecentrum Rijndam, Rotterdam Dhr. M.L.B. Wijlens, neuroverpleegkundige Ziekenhuisgroep Twente, Hengelo (Ov) Dhr. dr. R.H. Wimmers, programmamanager beroerte, Nederlandse Hartstichting Dhr. dr. H.B. van der Worp, neuroloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht Mw. J.E. van Zandbergen, beleidsmedewerker Afasie Vereniging Nederland
Werkwijze - 1 25 vragen geformuleerd Werkgroepen Relevante nieuwe ontwikkelingen Variatie in zorg Omvang en ernst van ervaren problematiek Aantal uitgangsvragen Haalbaarheid Beschikbaarheid literatuur Deskundigheid binnen werkgroep Werkgroepen Acute fase Revalidatie Algemene zorgaspecten Organisatie en financiering
Werkwijze - 2 9 plenaire bijeenkomsten Vaste opbouw Onderwerpen plenair besproken Voorleggen ter fiattering wetenschappelijke verenigingen Vaste opbouw Inleiding Samenvatting van de literatuur Methodologische kwaliteit van individuele studies
Werkwijze - 3
Werkwijze - 4 Conclusie Overige overwegingen Aanbeveling
Acute fase – eerste opvang Welke interventies verminderen de tijd tussen het begin van de symptomen en het arriveren in het ziekenhuis (‘onset to door’ tijd) de tijd tussen de aankomst in het ziekenhuis en de start van de trombolyse (‘door to needle’ tijd)
Acute fase – eerste opvang
Acute fase – eerste opvang Overige overwegingen Hoewel de bekendheid bij publiek en zorgprofessionals is toegenomen, is het aantal uitgevoerde trombolyses nog laag en is het dus van belang om door te gaan met het wegnemen van barrières en het uitvoeren van interventies. In de Nederlandse situatie is transport per helikopter minder zinvol, gezien de korte afstanden. Wel is het van belang om direct naar een ziekenhuis te gaan waar ook acute hersenhulp geboden wordt. Dit geldt ook voor patiënten die door gebruik van orale anticoagulantia mogelijk niet voor trombolyse in aanmerking komen maar wel voor andere spoedbehandelingen.
Acute fase – eerste opvang Aanbeveling(en)
Indicaties intraveneuze trombolyse - 1 Uitgangsvraag Wat zijn de juiste indicaties voor intraveneuze trombolyse bij patiënten met een acuut herseninfarct?
Indicaties intraveneuze trombolyse - 2 Inleiding: ... Vergeleken met placebo leidt intraveneuze toediening van rt-PA tussen 3 en 4,5 uur na het begin van focale cerebrale ischemie, tot een significant verbeterde klinische uitkomst ... (Hacke et al. ECASS 3, NEJM, 2008)
Indicaties intra-arteriële trombolyse
Indicaties intra-arteriële trombolyse Aanbeveling In de eerste drie uur na het ontstaan van een herseninfarct is intraveneuze trombolyse de behandeling van eerste keus; het is niet aangetoond dat intra-arteriële trombolyse in deze periode beter of veiliger is. IA behandeling overwegen ACM ischemie 3-6 uur Mechanische trombectomie overwegen bij ACM ischemie < 8 uur Basilaris: IA trombolyse overwegen tussen 3 en 12 uur na ontstaan verschijnselen
Beleid bij verhoogde glucose
Beleid bij hyperthermie
Indicatie voor neurochirurgisch ingrijpen bij grote herseninfarcten?
(Wanneer) moet een cerebraal hematoom geopereerd worden?-1
(Wanneer) moet een cerebraal hematoom geopereerd worden?-2
Diagnostiek van carotisstenose voor carotisdesobstructie
Diagnostiek van carotisstenose voor carotisdesobstructie
Wat zijn de indicaties voor een carotis endarteriëctomie?
Is er plaats voor (carotid artery stenting: CAS)?
Wanneer mobilisatie?
Overwegingen Richtlijn weerspiegelt de complexe multisciplinaire zorg Huidige richtlijn biedt overzicht van stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen Informatie in richtlijn is grondstof voor eigen protocollen Gezien ontwikkelingen in paramedische velden hier steeds meer aandacht voor Genoeg om aan te werken!!!