Ds. J. Oosterhuis Alle dromen in duigen? Voorganger Thema Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
De mededelingen van de kerkenraad staan op het liturgiebriefje Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Ds. J. Oosterhuis Alle dromen in duigen? Voorganger Thema Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Wij stellen ons voor God: Votum, groet Wij stellen ons voor God: “Onze hulp …” Hij begroet ons “Genade zij u …” Zingen :
Zingen Psalm 118: 8 en 10 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
De steen, die door de tempelbouwers Zingen Ps. 118: [8] 10 De steen, die door de tempelbouwers verachtlijk was een plaats ontzegd, werd tot verbazing der beschouwers ten hoeksteen door God zelf gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, door 's HEREN hand alleen geschied. Het is een wonder in onz' ogen. Wij zien het, maar doorgronden 't niet.
De HEER is God, zijn gunst verheugde Zingen Ps. 118: 8 [10] De HEER is God, zijn gunst verheugde ons oog en hart met vrolijk licht. Nu worde 't offer onzer vreugde op zijn altaren aangericht. Gij zijt mijn God, U zal ik prijzen, o God, U roemen wijd en zijd. Laat aller lof ten hemel rijzen: Gods liefde duurt in eeuwigheid.
Gebed Gebed Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Lezen: Johannes 19: 16 - 30 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Psalm 22: 1 en 7 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij, Zingen Ps. 22: [1] 7 Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij, waarom zijt Gij tot redding niet nabij? Hoort Gij dan niet mijn bitter noodgeschrei, mijn angstig vragen? Mijn God, hoe ik bij dag ook moge klagen, Gij antwoordt niet; en ook in lange nachten vind ik geen rust, geen antwoord op mijn klachten. Hoort Gij dan niet?
Mijn levenskracht is als een scherf verdroogd. Zingen Ps. 22: 1 [7] Mijn levenskracht is als een scherf verdroogd. Mijn tong kleeft in mijn mond, door dorst gekloofd. In 't stof des doods, het levenslicht gedoofd, doet Gij mij bukken. Rondom mij zie ik honden samenrukken. Een bende dreigt en dringt met kracht naar voren. Zij willen wreed mijn hand en voet doorboren. Mijn kracht bezwijkt.
Thema: Alle dromen in duigen? Preek Thema: Alle dromen in duigen? Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
thema: Alle dromen in duigen? preek thema: Alle dromen in duigen?
jong meisje of oude vrouw ?
vaas of twee gezichten?
Soms is het anders dan het op het eerste gezicht lijkt
Alle dromen in duigen of ... een droom komt uit ? Het is volbracht! Het is bereikt! - doden worden levend - het voorhangsel scheurt De weg naar God en het paradijs ligt weer open
Het is volbracht! durf daarom te dromen en kijk anders naar: - het lijden
Kijk anders naar het lijden Romeinen 8 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. … … … Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? … … wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad.
Het is volbracht! durf daarom te dromen en kijk anders naar: het lijden de zonde
Kijk anders naar de zonde Kolossenzen 2 God heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen. Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.
Het is volbracht! durf daarom te dromen en kijk anders naar: het lijden de zonde de dood
Kijk anders naar de dood Filippenzen 1 Voor mij is het leven Christus en het sterven winst
Het is volbracht!
Liedboek 90: 1 en 3 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? Zingen LB. 90: [1] 3 Is God de Heer maar voor mij, wat zou mij tegen zijn? Ik roep: ach Here, hoor mij! en wat mij kwelt wordt klein. al heeft zich ook verheven de macht van hel en dood, ik heb voor heel mijn leven in God mijn bondgenoot.
De grond van mijn vertrouwen is Christus, in zijn bloed Zingen LB. 90: 1 [3] De grond van mijn vertrouwen is Christus, in zijn bloed is voor wie op Hem bouwen Gods heil in overvloed. Ik vind in eigen leven niets lieflijks hier op aard; wat Hij mij heeft gegeven alleen is minnenswaard.
Viering Heilig Avondmaal Voorbereiding op: Viering Heilig Avondmaal Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Liedboek 360: 1 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Heer, wij komen vol verlangen, op uw roepstem naar uw dis, Zingen LB. 360: [1] Heer, wij komen vol verlangen, op uw roepstem naar uw dis, want door schuld met schrik bevangen zoekt ons hart vergiffenis: slechts in U bestaat ons leven, die uw bloed voor ons woudt geven; laat ons dan in brood en wijn met Uzelf gespijzigd zijn.
Viering Heilig Avondmaal Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Gezang 89: 1, 2, 3 en 4 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, Zingen Gez. 89: [1] 2 3 4 Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, die voor mij U hebt gegeven in de bangste zielenood, opdat 'k weten zou in 't sterven, dat ik 't leven mag beërven. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Gij, o Jezus, hebt gedragen lasteringen, spot en hoon, Zingen Gez. 89: 1 [2] 3 4 Gij, o Jezus, hebt gedragen lasteringen, spot en hoon, zijt gebonden en geslagen, Gij, des Vaders eigen Zoon, om van schuld en eeuwig lijden mij, verloorne, te bevrijden. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, Zingen Gez. 89: 1 2 [3] 4 Heer, verzoener van mijn zonden, Heiland, die mij hebt gezocht, die mijn banden hebt ontbonden en voor God mij vrijgekocht, eens onrein, in schuld verloren, ben ik door uw Geest herboren. Duizend-, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, Zingen Gez. 89: 1 2 3 [4] Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bittre bange nood, voor uw heilig, biddend strijden, voor uw trouw tot in de dood. Voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen, voor al 't heil aan mij geschied, prijst U eeuwiglijk mijn lied.
Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Gezang 170: 1, 2, 3 en 4 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, Zingen Gez. 170: [1] 2 3 4 Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op uw trouw, laat mij rusten in uw schauw, waar het bloed door U gestort, mij de bron des levens wordt.
Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, Zingen Gez. 170: 1 [2] 3 4 Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer, dat ik breng, niet de tranen, die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen.
Zie, ik breng voor mijn behoud U geen wierook, mirr’ of goud; Zingen Gez. 170: 1 2 [3] 4 Zie, ik breng voor mijn behoud U geen wierook, mirr’ of goud; moede kom ik, arm en naakt, tot de God die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet.
Eenmaal als de stonde slaat, dat dit lichaam sterven gaat, Zingen Gez. 170: 1 2 3 [4] Eenmaal als de stonde slaat, dat dit lichaam sterven gaat, als mijn ziel uit d’aardse woon opklimt tot des rechters troon, - Rots der eeuwen, in uw schoot berg mijn ziele voor de dood.
Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Psalm 23: 1, 2 en 3 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
De HERE wil mijn trouwe herder wezen, Zingen Ps. 23: [1] 2 3 De HERE wil mijn trouwe herder wezen, geen ding ontbreekt mij, ik heb niets te vrezen. Hij schenkt mij rust in frisse groene weiden, aan stromen waar zijn hand mij heen zal leiden. Hij sterkt mijn ziel, verkwikt mij met zijn zegen, leidt om zijn naam mij op de rechte wegen.
Zelfs in een dal vol dreigende gevaren Zingen Ps. 23: 1 [2] 3 Zelfs in een dal vol dreigende gevaren vrees ik geen kwaad, want U zult mij bewaren. U staat mij bij in liefdevol ontfermen, uw stok en staf vertroosten en beschermen. Een rijke dis zult U mij toebereiden voor 't oog van wie mij haten en bestrijden.
U zalft mijn hoofd, U doet mijn blijdschap groeien Zingen Ps. 23: 1 2 [3] U zalft mijn hoofd, U doet mijn blijdschap groeien en van uw heil mijn beker overvloeien. Uw rijke gunst, mij in uw trouw gegeven, verlicht mijn gang, omringt mij heel mijn leven, zodat ik in het heilig huis des HEREN mijn leven lang vol vreugde blijf verkeren.
Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Psalm 51: 5 en 7 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Schep in mij, God, een hart dat leeft in 't licht, Zingen Ps. 51: [5] 7 Schep in mij, God, een hart dat leeft in 't licht, geef mij een vaste geest, die diep van binnen zonder onzekerheid U blijft beminnen, verwerp mij niet van voor uw aangezicht. Ontneem mij niet uw heilge Geest, o God, laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden, en richt geheel mijn wil op uw gebod, dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.
Doe Sion wel naar uw barmhartigheid Zingen Ps. 51: 5 [7] Doe Sion wel naar uw barmhartigheid en laat haar tinnen in het zonlicht blinken, doe op haar pleinen weer de liedren klinken als eens in de welaangename tijd. Dan hebt Gij lust aan offers, recht gebracht, met kleinvee stroomt men toe en jonge stieren. Jeruzalem, ik zie een nieuw geslacht opnieuw het feest van uw bevrijding vieren.
Afronding Heilig Avondmaal Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Bidden Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Zingen Collecte: 1e: Kerk 2e: ?? Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Zingen Gezang 161 Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161
Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta. Zingen Gez. 161: [1] 2 3 4 Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta. Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt. Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga, zolang U mij adem geeft, zo lang als ik besta. Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij. Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
‘k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, Zingen Gez. 161: 1 [2] 3 4 ‘k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd, eeuw’ge Zoon van God, die mens werd zoals wij. U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons: één met God de Vader en verenigd met uw volk. Tot de dag gekomen is van uw wederkomst, dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
Heer, U bent mijn kracht, de rots waarop ik bouw. Zingen Gez. 161: 1 2 [3] 4 Heer, U bent mijn kracht, de rots waarop ik bouw. Heer, U bentmijn waarheid, de vrede van mijn hart. En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer. Zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los. Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd, en in uw vergeving leef ik nu.
Vader van het leven, ik geloof in U. Zingen Gez. 161: 1 2 3 [4] Vader van het leven, ik geloof in U. Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U. Kom hier in ons midden, geest van liefd’ en kracht. U die via duizend wegen ons hier samenbrengt; en op duizend wegen zendt U ons weer uit, om het zaad te zijn van Gods rijk.
Zegen Zegen Ps. 118: 8, 10 | Joh. 19: 16 – 30 | Ps. 22: 1, 7 | LB. 90: 1, 3 | LB. 360: 1 Gez. 89 | Gez. 170 | Ps. 23 | Ps. 51: 5, 7 | Gez. 161