Dominee J. Oosterhuis Voorganger Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Wij stellen ons voor God: Votum, groet Wij stellen ons voor God: “Onze hulp …” Hij begroet ons “Genade zij u …” Zingen :
Zingen Ps. 125 : 1, 2 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Wie op den HERE God vertrouwen staan als de Sion vast. Zingen Ps. 125 : [1], 2 Wie op den HERE God vertrouwen staan als de Sion vast. Hoe hoog het onheil wast, zij wanklen niet die op Hem bouwen. Zij zullen als de berg des Heren de tijd trotseren.
Hoog is Jeruzalem omgeven door bergen sterk en steil, - Zingen Ps. 125 : 1, [2] Hoog is Jeruzalem omgeven door bergen sterk en steil, - een stad van vrede en heil. Zo is de HERE heel hun leven rondom hen die zijn woord bewaarden, zijn volk op aarde.
Oproep tot levensheiliging 1 Petrus 1: 14-23 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Stil gebed Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Zingen Lied 436: 1, 5 en 6 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Jezus neemt de zondaars aan roept dit troostwoord toe aan allen, Zingen Lied 436: [1], 5 en 6 Jezus neemt de zondaars aan roept dit troostwoord toe aan allen, die verdwaald van Hem vandaan in het donker struik'len, vallen. Hij leert hun zijn wegen gaan, Jezus neemt de zondaars aan.
Dit vertroost mij, geeft mij moed, zijn mijn zonden als scharlaken, Zingen Lied 436: 1, [5] en 6 Dit vertroost mij, geeft mij moed, zijn mijn zonden als scharlaken, Hij zal door zijn kostbaar bloed wit als sneeuw mijn leven maken. Hij zal mij terzijde staan, Jezus neemt de zondaars aan.
Hoe 't geweten spreekt in mij, hoe de wet mij aan wil klagen, Zingen Lied 436: 1, 5 en [6] Hoe 't geweten spreekt in mij, hoe de wet mij aan wil klagen, Die mij oordeelt, spreekt mij vrij, Hij heeft zelf mijn schuld gedragen, en mijn zonden weggedaan, Jezus neemt de zondaar aan.
Bidden Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Lezen Johannes 3: 22-36 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Zingen Ps. 45 : 1 en 5 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Hoe is mijn hart vervuld van blijde dingen: Zingen Ps. 45 : [1] en 5 Hoe is mijn hart vervuld van blijde dingen: ik ga mijn lied nu voor de koning zingen. Hoor hoe mijn tong aan hem mijn loflied wijdt, zoals de pen van een die vaardig schrijft. Hoe schoon bent u, o koning, hoog te loven, U gaat in pracht elk mensenkind te boven. Wat van uw lippen komt, is lieflijkheid. God zegent u dan ook in eeuwigheid.
Zie nu de bruid, de koningsdochter, stralen, Zingen Ps. 45 : 1 en [5] Zie nu de bruid, de koningsdochter, stralen, in bruidsgewaad, met goud doorweven, pralen. Kunstig borduursel geeft haar grote pracht, zo wordt zij plechtig tot de vorst gebracht. Zie, hoe haar jeugdvriendinnen haar geleiden, terwijl gezang en jubel haar verblijden. Zij schrijden naar het koninklijk paleis met vreugde en uitbundig eerbewijs.
Preek Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Zingen Gezang 119: 1, 2 en 4 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
kent slechts een vaste grond: 't is Christus, die door lijden Zingen Gez. 119: [1], 2 en 4 De kerk van alle tijden kent slechts een vaste grond: 't is Christus, die door lijden zijn volk aan zich verbond om haar als bruid te werven, kwam hij ten hemel af 't was hij die door zijn sterven aan haar het leven gaf.
Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, Zingen Gez. 119: 1, [2] en 4 Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, is zij door Hem herboren, Blijft dit haar kracht alleen: één Geest, één vast vertrouwen, één doop, één heilge dis, één Heer op wie te bouwen, haar troost en rijkdom is.
In rampspoed, moeit' en zorgen, in 't heetste van de strijd, Zingen Gez. 119: 1, 2 en [4] In rampspoed, moeit' en zorgen, in 't heetste van de strijd, wacht zij de grote morgen, de vrede voor altijd. Tot eens haar hunkrend' ogen aanschouwen, blij ontroerd, hoe God haar komt verhogen en tot victorie voert.
Bidden Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Collecte: 1e : Kerk 2e : Werven Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
Wil je reageren naar aanleiding van deze dienst of wil je nader contact? Vul een reactiekaartje in op de tafels in de hal. Tot ziens in de Poort!
Zingen Gezang 76: 1 en 2 Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76
En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort zegt: Kom! Zingen Gez. 76: [1] en 2 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort zegt: Kom! En wie dorst heeft kome. En wie wil, neemt mt het water des levens om niet; neemt het water des levens om niet.
Hij die van deze dingen getuigt, Hij zegt: 'Ja, ik kom!' Zingen Gez. 76: 1 en [2] Hij die van deze dingen getuigt, Hij zegt: 'Ja, ik kom!' Ik zal spoedig komen, ja ik kom. Amen, ja Here Jezus, kom.
Zegen Ps. 125 : 1, 2 | 1 Petrus 1: 14-23 | Lied 436: 1, 5 en 6 Johannes 3: 22-36 | Ps. 45: 1, 5 | Gez. 119: 1, 2 en 4 | gez. 76