2012-04-22 middag
waarin onze eigen predikant ds. H. de Bruijne voorgaat Goedemiddag, welkom in deze dienst waarin onze eigen predikant ds. H. de Bruijne voorgaat
Welkom en mededelingen Psalm 19: 1, 2 en 3 Stil gebed – votum – groet Orde van dienst (1) Welkom en mededelingen Psalm 19: 1, 2 en 3 Stil gebed – votum – groet Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 Gebed Schriftlezing: Johannes 20: 19 - 21: 14 Lied: “Geloof gegeven en versterkt” Preek Psalm 68: 7
Lied: “Apostolische geloofsbelijdenis” Zegen (met drievoudig amen) Orde van dienst (2) Gebeden Collecten Lied: “Apostolische geloofsbelijdenis” Zegen (met drievoudig amen)
Spreuk van de week “Wie rechtvaardig leeft, baant zich een rechte weg, een goddeloze legt voor zichzelf een hinderlaag” (Spr. 11: 5)
Welkom en mededelingen
De hemel roemt den Heer, / het firmament geeft eer Psalm 19: 1, 2 en 3 De hemel roemt den Heer, / het firmament geeft eer Hem, die 't heelal volbracht. De dag spreekt tot de dag / van wat zijn hand vermag, de nacht meldt het de nacht. Er is geen taal geen woord, / toch wordt alom gehoord een wijd verbreide mare. Geen stem gaat van hen uit, / maar overal verluidt hetgeen zij openbaren.
God heeft de tent gemaakt, / waarin de zon ontwaakt Psalm 19: 1, 2 en 3 God heeft de tent gemaakt, / waarin de zon ontwaakt fier als een bruidegom, die blinkend van gewaad / het bruidsvertrek verlaat en licht verspreidt alom. Zo, vrolijk als een held / die tot de zege snelt, roept hij de nieuwe morgen; hij trekt zijn glanzend spoor / de ganse hemel door: zijn gloed laat niets verborgen.
Volmaakt is 's HEREN wet, / die ons verkwikt en redt, Psalm 19: 1, 2 en 3 Volmaakt is 's HEREN wet, / die ons verkwikt en redt, waarbij de ziel herleeft. Getrouw en gans gewis / is Gods getuigenis, dat dwazen wijsheid geeft. Des HEREN woord is goed, / wie zijn bevelen doet, zijn hart wordt opgetogen. Recht is het woord van God / en louter zijn gebod, een licht voor onze ogen.
Stil gebed – votum - groet
Kom, Heilge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 Kom, Heilge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Verschijn, Lichtengel, in de nacht van onze geest, verward en trots.
Waar Gij niet zijt, is het bestaan, is alle denken, alle doen Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 Waar Gij niet zijt, is het bestaan, is alle denken, alle doen zo leeg en woest, zo dood, als toen Gij, Geest, nog niet waart uitgegaan.
Er is geen licht dan waar Gij zijt, Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 Er is geen licht dan waar Gij zijt, uw vleugels breidt, uw vleugels strekt, geen leven, dan waar Gij het wekt in een gemis dat naar U schreit.
Hoor, Heilge Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 Hoor, Heilge Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; wek onze geest, opdat hij hoort, wek ons tot leven, hier en nu.
O Heilge Geest, wij zijn verblijd: Gij immers, eeuwig ondoorgrond, Gezang 250: 1, 2, 3, 4 en 5 O Heilge Geest, wij zijn verblijd: Gij immers, eeuwig ondoorgrond, legt zelf dit lied ons in de mond, ten teken dat Gij bij ons zijt.
Gebed
Schriftlezing: Johannes 20: 19 - 21: 14
Verschijningen 19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.
21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede 21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
24 Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. 25 Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’
26 Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je 29 Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ 30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31 maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.
Hoofdstuk 21 1 Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2 Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat betekent ‘tweeling’), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3 Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij gaan met je mee,’ zeiden de anderen. Ze stapten in de boot, maar de hele nacht vingen ze niets.
4 Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever, al wisten de leerlingen niet dat het Jezus was. 5 Hij riep: ‘Hebben jullie soms iets te eten?’ ‘Nee,’ antwoordden ze. 6 ‘Gooi het net aan stuurboord uit,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken.
7 De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer 7 De leerling van wie Jezus hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Zodra Simon Petrus dat hoorde, schortte hij zijn bovenkleed op – meer had hij niet aan – en sprong in het water. 8 De andere leerlingen kwamen met de boot en sleepten het net vol vis achter zich aan. Ze waren niet ver van de oever, ongeveer tweehonderd el. 9 Toen ze aan land kwamen zagen ze een vuurtje met vis erop en brood.
10 Jezus zei: ‘Breng ook wat van de vis die jullie net gevangen hebben 10 Jezus zei: ‘Breng ook wat van de vis die jullie net gevangen hebben.’ 11 Simon Petrus ging weer aan boord en trok het net aan land. Het zat vol grote vissen, welgeteld honderddrieënvijftig, en toch scheurde het niet. 12 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, eet iets.’ Geen van de leerlingen durfde hem te vragen wie hij was, ze begrepen dat het de Heer was.
13 Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en hij gaf hun ook vis 13 Jezus nam het brood en gaf hun ervan, en hij gaf hun ook vis. 14 Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat hij uit de dood was opgestaan.
“Geloof: gegeven en versterkt”: Bron: “Wegwijzer naar Christus” Tekst: Dr. H. van ‘t Veld Melodie: Psalm 146
Lied: “Geloof: gegeven en versterkt”: 1, 2, 3, en 4 Loof de Heer voor zijn genade, Hem die het geloof ons schenkt. Prijs de Geest voor al zijn daden, die in liefde aan ons denkt, die geloof in ons bewerkt en ons zwak geloof versterkt.
Lied: “Geloof: gegeven en versterkt”: 1, 2, 3, en 4 Geest en Woord, die samenwerken, werken in ons hart met kracht. Woord, verkondigd in de kerken, geestlijk voedsel iedre dag. Wat het Woord ons maakt bekend, onderstreept het sacrament.
Lied: “Geloof: gegeven en versterkt”: 1, 2, 3, en 4 Sacramenten doen aanschouwen en verzegelen met kracht, dat door Jezus, de Getrouwe, alles voor ons is volbracht, dat God ons vergeven heeft en ons eeuwig leven geeft.
Lied: “Geloof: gegeven en versterkt”: 1, 2, 3, en 4 Met het Woord heel nauw verbonden wijzen Doop en Avondmaal op de losprijs voor de zonden, die door Christus is betaald. Zij zijn, naar het Woord vermeldt, door Hem Zelf eens ingesteld.
preek
God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, Psalm 68: 7a God zij geprezen met ontzag. Hij draagt ons leven dag aan dag, zijn naam is onze vrede. Hij is het die ons heeft gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden.
Hij die het licht roept in de nacht, Psalm 68: 7b Hij die het licht roept in de nacht, Hij heeft ons heil teweeggebracht, dat wordt ons niet ontnomen. Hij droeg ons door de diepte heen, de HERE Here doet alleen ons aan de dood ontkomen.
Voorbede en dankzegging
. Er wordt gecollecteerd: 1) Onderlinge bijstand en advies 2) Kerk
Apostolische geloofsbelijdenis Bron: Site NGK Assen Tekst: Casper Koolsbergeb Melodie: Gezang 114
Deel 1 ‘k Geloof in God de Vader, die almachtig hemel e n aarde schiep; in Jezus Christus, Zoon uit God geboren, die Hem tot aanzijn riep, mijn Heer, die van de heilige Geest ontvangen, geboren uit een maagd, geleden heeft ten tijde van Pilatus, onschuldig aangeklaagd.
Deel 2 Gekruisigd en gestorven en begraven, gedaald in helse dood, de derde dag verrezen, opgevaren, zit Hij voortaan naast God, vanwaar Hij op een dag terug zal komen als rechter van ’t heelal en alle levenden en alle doden ten oordeel dagen zal.
Deel 3 De heilge Geest, Hij wordt door mij beleden. ‘k Geloof dat God ons geeft een kerk die heilig is en in de wereld als zijn gemeenschap leeft. ‘k Geloof dat God mijn zonden wil vergeven, mijn lichaam eens bevrijdt van dood en ondergang, en ik zal leven in alle eeuwigheid.
Zegen te beantwoorden met 43