opdracht 1 Missionarissen en lokale vorsten die de nieuwe godsdienst en kerk wilden gebruiken om hun eigen macht te versterken. Voorbeeld van een goed antwoord: De eerste verspreiding vond vooral plaats in het zuiden van Europa en rondom de grote steden. Pas later werden de rest van Europa en het platteland gekerstend. De rooms-katholieke kerk verspreidde een algemeen gedachtegoed door heel Europa. Kerken en kloosters waren bewaarplaatsen en doorgeefluiken van christelijke en klassieke cultuur. 1
opdracht 3 Geloof: de monniken leerden de mensen wat het christendom inhield en hoe de kerk werkte. Kennis: in kloosterbibliotheken werd kennis opgeslagen, monniken brachten kennis van de bijbel en het schrift in de gemeenschap. Spil: kloosters functioneerden als religieus centrum, mensen konden er terecht voor geestelijke steun en in geval van armoede of ziekte. Een klooster moest functioneren als een autarkische eenheid en kon niet vervallen tot anarchie. Er ging ook een voorbeeldfunctie van uit. Eigen antwoord. 2
opdracht 4 Uit bron 20 blijkt dat sommige missionarissen hun werk met hun leven moesten bekopen. ‘De kroon van het martelaarschap’, Radboud weigerde op het laatste moment om gedoopt te worden. De bevolking volgde de adel. Alleen wanneer de adel zich bekeerde, zou het volk dat ook doen. Zij konden de goedkeuring van God en de kerk claimen voor hun daden. 3
opdracht 5 Voorbeeld van een goed antwoord: betrouwbare tekst van de Bijbel samenstellen, leerplan van zeven vakken, kopiëren van oude handschriften, ontwikkeling van een nieuw lettertype. Eigen antwoord. Bedenk dat met de term 'Renaissance' een wedergeboorte van de cultuur van de Klassieke Oudheid wordt bedoeld. Eigen antwoord. Maak een afweging tussen het idee van een wedergeboorte van de klassieke cultuur en de activiteiten van Karel de Grote. Volgens Karel de Grote draagt geletterdheid bij aan een beter geloof: ‘U zult ... veroordeeld’. 4
3.4 Islam en Europa
Rond 570 geboorte van Mohammed 610 openbaring van Allah: Koran Wortels Islam: Mekka Rond 570 geboorte van Mohammed 610 openbaring van Allah: Koran 622: Mohammed en zijn volgelingen moeten vluchten uit Mekka Hedsjra: begin islamitische jaartelling 632: dood Mohammed
Islamitische wereld = geen eenheid Diverse stromingen en gebieden Meest bekende voorbeeld = soennieten en sji’ieten.
Sji’ieten: start bij neef Ali Soennieten: start bij schoonvader Mohammed – dus idee is dat leider niet persé een directe afstammeling van Mohammed hoeft te zijn Sji’ieten: start bij neef Ali Leider moest wel directe afstammeling zijn.
Jihad = heilige plicht om geloof te verspreiden 711: verovering van Spanje (Al-Andalus) 732 Slag bij Poitiers: grens islam en christendom
Arabisch-Islamitische cultuur: op hoogstaand niveau
Vanaf de 11e eeuw Reconquista: herovering van Spanje.
Wetenschap en cultuur: islam: niet alleen plicht om geloof te verspreiden, ook het verkrijgen van kennis was belangrijk. De werken van de Grieken werden gebruikt. Medische wetenschap was op hoog niveau.
Sevilla Alcazar
Vragen werkboek: 1, 2, 5, 6
opdracht 1 Architectuur, bepaalde woorden in onze taal. Deel van Europa blijft Islamitisch: Uitbreiding van het islamitische rijk in Europa, tot aan Poitiers; Spanje blijft nog lange tijd islamitisch. Via handel blijft er contact tussen beide culturen. Architectuur, bepaalde woorden in onze taal. 19
opdracht 2 Volgens de christenen is Jezus de zoon van God, vandaar dat zijn geboorte op aarde voor hen belangrijk is. Volgens de moslims is Mohammed de profeet van Allah, voor hen zijn zijn activiteiten als profeet het belangrijkst. Dit was het moment waarop de islam zich voor het eerst duidelijk manifesteerde als een religie en dus ook weerstand opriep. 20
opdracht 5 1. Religieuze veroveringsdrift (jihad), 2. aantrekkingskracht van de islam, 3. relatieve tolerantie (= acceptatie). Frankische veroveraars pasten zich voor een groot deel aan aan de al bestaande cultuur. De islamitische nieuwe heersers bleven meer bij hun eigen cultuur. 21
opdracht 6 Arabische geleerden hadden de Griekse teksten in het Arabisch vertaald en bewaard. Door deze teksten weer in het Latijn te vertalen, kwamen ze ter beschikking van Europese wetenschappers. Astronomie, geneeskunst, anatomie. In bron 26 wordt verslag gedaan van de verschillende soorten polsslag en hoe daaruit valt op te maken of iemand gezond is. Bron 27 laat zien dat de christelijke geneeskunde sterk op bijgeloof en religie steunde, terwijl de islamitische arts meer kennis had van de oorzaken van ziekte. 22