GROEPSGEDRAG in hVh POLITIE ALMERE 16 JUNI
Rellen in Frankrijk Aantal rellen per 5 jaar vier eeuwen rellen Rellen in Holland Aantal rellen per 5 jaar
CULTUUR VAN HET VOETBAL AGONISTISCHE SYMBOLIEK Mannelijkheid/heldendom Roofridders (Marsh e.a) Heraldiek Burcht/Kasteel Voetbal als oorlog Aanvalluh!
CULTUUR VAN HET VOETBAL STATUS SYMBOLIEK Hierarchie Stoerheid Winnen Rijkdom/Pronken Merk-symboliek
CULTUUR VAN HET VOETBAL MANNELIJKHEIDS SYMBOLIEK Eenheid/Kameraadschap Echtheid/Directheid Ongekunsteldheid Kinderlijkheid “Dapperheid” Eenzame strijders Lower Class
Psychologische verklaringen Eigenschappen versus processen Man, 20 jaar, kok, L/Hstatus, opleiding, attitudes Conflict: Streven naar respect (durven), vriendschap (imitatie) Individuen versus groepen Geschiedenis van geweld & recidive. Duel. Idiosyncr. norm Tijdelijke groep. Groepsnorm. Groepscultuur. Doel kicken. Formeel versus informeel Allen gelijk, peergroep. Groepscode en symbolen Dominantiehiërarchie, vriendengroep, affecten Van buitenaf versus van binnenuit bezien Voetbalvandalen, snuivende macho’s, kansarmen Hooligans, stoere helden, altijd rijk want solidair
Plezier in rellen en doden
Jonge mannen zijn explosief Testosteron Crimineel gedrag
groepsdynamica Sociale facilitatie > arousal versterkt dominante respons Arousal > alert, ongevoelig v. pijn & straf, kokervisie Invloedsverdeling in groepen > informeel leiderschap Machtsbronnen > 6 soorten Macht vs regels > Persoonlijk vs. Onpersoonlijk Territoria > markeren, verdedigen en aanvallen Conformiteit aan normen > groepscultuur,roofridders,oorlog Sociale identiteit > normen variëren per groep/per gelegenh. Groepscohesie > stijgt onder druk, als vriendschap ervaren Groupthink > cohesie, strak leiderschap, crisis> dom Groepsconflict > escalatie, extreem geweld, wij/zij
© 2006 JP van de Sande RuG JACHT- OORLOGS- GROEP ‘Oergroep’ als basis voor groeperingsvormen OER- GROEP FAMILIE COMMUNE GODSDIENST STAM CLAN NATIE VOLK STAD- STAAT LEGER AMBACHT- GROEP BESTUUR BEDRIJFS- ORGANISATIE AMBTELIJKE- ORGANISATIE HIERARCHISCHE ORGANISATIE TAALGEMEENSCHAP VRIENDENGROEP COMMUNITY BENDE PROJECT HOOLIGANISME
Groepsdynamica toegepast op de overheid 1.Opleidingen lang 2.Selectie op bestuurlijke capaciteiten 3.Carrière gebaseerd op foutvermijding 4.Doelen langere termijn 5.Democratische instelling en leiderschap 6.Zorg voor correcte procedures 7.Sancties voor relatief kleine afwijkingen 8.Rivaliteit tussen diensten 9.Professionalisering 10.Preparatie 1.Opleidingen kort 2.Selectie op inspiratie en enthousiasme 3.Carrière gebaseerd op prestaties 4.Doelen korte termijn 5.Autoritaire instelling en leiderschap 6.“Cutting the red tape” 7.Polarisatie in sancties 8.Overkoepelend doel reduceert rivaliteit 9.Improvisatie 10.Veerkracht Vredesorganisatie en Oorlogsorganisatie
Twee soorten dominantie (Kalma, 1992) STATUSSTATUS INCLUSION KERNGROEP PERIFERE LEDEN
Formele vs Informele hierarchie
Macht wordt gegeven Geboorte of opleiding helpen, maar geen garantie Vertrouwen en evaluatie van gedrag (vaak prestaties, nog vaker foutvermijding) vormen het draaipunt Vandaar belang van sociaal netwerk (de Waal, 1982) Coalities vormen de motor van evaluaties en daarmee van statustoekenning Het is dus je netwerk dat je macht geeft Meeste mensen zijn onrealistisch optimistisch Ook familieleden en vrienden beoordelen gedrag onrealistisch optimistisch Ze proberen dit optimisme te beschermen tot het niet meer kan. Dan laten vallen en machtswisseling
De basis van macht French & Raven (1958) Macht moet ergens op berusten. Machtsbronnen: –Beloning –Straf –Identificatie –Autoriteit –Expertise –Informatie De bronnen van macht liggen bij de behoeften van O. Omdat deze behoeften aan gewenning onderhevig zijn, kan macht slijten Macht is, door de gelijktijdige werking van bronnen, altijd wederzijds (macht en tegenmacht: The balance of Power ) Economie > transactioneel leiderschap Relatie > transformationeel leiderschap Kennis > staffuncties
IDENTITEIT & GEDRAG Meeste gedrag is gewoontegedrag. Je bent je gewoontes “Resistance to change” Gedrag wordt gestuurd door normen –Injunctief, descriptief en idiosyncratisch Normen ontleend aan (sociale) identiteit Groepen daarom belangrijk Identiteit geeft identificatie Groep waarmee men zich identificeert wordt vertrouwd Outgroup wordt gewantrouwd Ingroup: allen verschillend, moreel en viriel superieur Outgroup: allen hetzelfde, moreel en viriel inferieur
Intergroepsconflict COMPETITIE MACHTS TACTIEKEN CATEGORISATIE CONFLICTCONFLICT EXT.ATTRIBUTIE MISPERCEPTIE IN- OUT BIAS STEREOTYPEN MOREEL (DIABOLISERING) VIRIEL COMMITMENT RECIPROCITEIT AROUSAL CONFLICTCONFLICT COHESIE IN-G-COOPERATIE
© 2006 JP van de Sande RuG Door conflict wederzijds vijandbeeld VRIEND VIJAND MENS ROBOT VERZETSSTRIJDER TERRORIST HELD GEK of ROEKELOZE goed slecht dapper laf sterk zwak MAAR GEVAARLIJK taai koppig WIJZIJ
Het conflict kent TRAAGHEID (Chaos model) STERKTEAGRESSIESTERKTEAGRESSIE NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
REMMENDE EN STUWENDE KRACHTEN bij HOOLIGANS NEGATIVISME VERVELING MACHTSSTREVEN PSYCHOPATHOLOGIE VERKEERDE VRIENDEN WEERSPANNIGHEID MINDERWAARDIGHEID NARCISME RESPECT VOOR DE WET GEAMUSEERD ZIJN HEBBEN VAN EEN POSITIE CONFORMISME JUISTE VRIENDEN ANGSTIGHEID ZELFRESPECT EMPATHIE MATE vanGEWELDMATE vanGEWELD
© 2006 JP van de Sande RuG Territoria Middel om resources van het terrein te verdelen Lijkt in functie op Dominantiehierarchie –P is dominant in eigen territorium en submissief in dat van ander Grenzen territorium worden gemarkeerd Niet-soortgenoten worden makkelijk toegelaten Territoria zijn beste gekend door de ‘eigenaar’ Eigenaar kan individu of groep zijn Territoria kunnen tijdelijk of permanent zijn Bendevorming en territoria gaan hand in hand Gebruik territorium om criminaliteit te bestrijden (Newman, Defensible space, 1972)
TENSLOTTE EN ZO ZOU IK NOG WEL UREN DOOR KUNNEN GAAN