Hoofdstuk 4 EU-instellingen
Institutioneel kader van de EU: Het Europees Parlement De Europese Raad De Raad De Commissie Het Hof van Justitie van de Europese Unie De Europese Centrale Bank De Rekenkamer Binnen de Raad en de Commissie functioneert de ‘Hoge Vertegenwoordiger’.
EU-instellingen die niet tot het institutioneel kader behoren: Het Economisch en Sociaal Comité Het Comité van de Regio’s De Europese Investeringsbank Het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) Et cetera
Europees Parlement: de leden De leden van het Europees Parlement worden via rechtstreekse verkiezingen gekozen door de bevolking van de lidstaten.
Europees Parlement: taken en bevoegdheden Maken van wetgeving samen met Raad op voorstel van de Commissie Vaststelling van de begroting Goedkeuring van uitvoering van de begroting Verkiezing van de voorzitter van de Commissie Controle op de Commissie via de volgende machtsmiddelen: Vragenrecht Enquêtecommissie Motie van afkeuring
Europese Raad: de leden De regeringsleiders van de lidstaten (of staatshoofden, voor landen met een presidentieel systeem, zoals Frankrijk) De voorzitter van de Europese Raad De voorzitter van de Commissie
Europese Raad: taken en bevoegdheden Het geven van de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie Het bepalen van de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten
Raad: de leden De Raad bestaat uit een vertegenwoordiger van iedere lidstaat op ministerieel niveau, die gemachtigd is om de regering van de lidstaat die hij vertegenwoordigt, te binden en om het stemrecht uit te oefenen (artikel 16, lid 2, VEU).
Raad: taken en bevoegdheden Het maken van EU-wetgeving samen met Europees Parlement, op voorstel van de Commissie. Het vaststellen van de begroting samen met Europees Parlement. Beleidsbepalende taken, zoals het uitvoeren van EU-wetgeving (deze taak kan de Raad delegeren aan de Commissie).
Drie Raden De Raad: Instelling van de EU, bestaande uit 27 nationale ministers, bijvoorbeeld de ministers van landbouw. De Europese Raad: Instelling van de EU, bestaande uit de regeringsleiders van de lidstaten, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie. De Raad van Europa: Geen instelling van de EU. Dit is een intergouvernementele organisatie, waarvan vrijwel alle Europese landen lid zijn, inclusief Rusland en Turkije.
Commissie: de leden De Commissie bestaat uit personen die: Op grond van hun algemene bekwaamheid worden gekozen, en die: Alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden. De leden van de Commissie worden benoemd voor een periode van vijf jaar.
Commissie: benoemingsprocedure De Europese Raad draagt bij het EP een persoon voor tot voorzitter van de Commissie (rekening houdend met uitslag van de laatste verkiezingen van het EP). Deze voordracht moet door het Europees Parlement worden goedgekeurd. De Raad stelt een lijst vast van de overige te benoemen personen. Dit moet gebeuren in overleg met de toekomstige voorzitter van de Commissie. Alle voorgedragen personen moeten – als college – worden onderworpen aan de goedkeuring van het Europees Parlement.
Commissie: taken en bevoegdheden Uitoefenen van controle over de lidstaten (waakhond functie) Doen van wetgevingsvoorstellen Uitvoeren van wetgeving (in opdracht van de Raad) Externe vertegenwoordiging van de EU (behalve GBVB).
Hoge Vertegenwoordiger (HV): benoeming Benoemd door de Europese Raad, na instemming van de voorzitter van de Commissie.
HV: taken en bevoegdheden Uitvoering van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de RBZ (Raad van ministers van buitenlandse zaken). HV is voorzitter van de RBZ. De taak van de Commissie op het gebied van externe betrekkingen van de EU. HV is vice-voorzitter van de Commissie.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat de volgende instellingen: Het Gerecht Gespecialiseerde rechtbanken
Hof van Justitie: samenstelling De personen die tot het Hof van Justitie behoren zijn rechters en advocaten-generaal. Zij worden benoemd door de lidstaten voor een periode van zes jaar.
Hof van Justitie EU: rechtsmacht Bij het Hof van Justitie EU kunnen de volgende procedures worden gevoerd: Procedures tegen lidstaten wegens schending EU-verplichtingen Procedures met een constitutioneel karakter Procedures gericht op individuele rechtsbescherming
1. Procedures tegen lidstaten Stel dat Nederland de import van bepaalde Franse kazen verbiedt, omdat deze van rauwe melk zijn gemaakt. Bij het Hof van Justitie kan een procedure tegen Nederland worden gestart door: de Commissie (artikel 258 VWEU) de lidstaat Frankrijk (artikel 259 VWEU) Procedures tegen de lidstaten Stel dat Nederland de import van bepaalde Franse kazen verbiedt omdat deze van rauwe melk zijn gemaakt. Bij het Hof van Justitie kan een procedure tegen Nederland worden gestart door: de Commissie (artikel 226). de lidstaat Frankrijk (artikel 227). Bij het Hof van Justitie kan geen procedure tegen Nederland worden gestart door: De Franse kaasproducenten
2. Procedures met constitutioneel karakter Beroep tot nietigverklaring (artikel 263 VWEU): Bevoegdheid van het Hof om de rechtmatigheid van alle rechtshandelingen van alle EU instellingen te beoordelen. Beroep wegens nalaten (artikel 265 VWEU): Bevoegdheid van het Hof om vast te stellen dat een instelling, in strijd met EU verplichtingen, nagelaten heeft een besluit te nemen.
constitutioneel karakter 2. Procedures met constitutioneel karakter Beroep tot nietigverklaring (artikel 263 VWEU): De rechtmatigheid van alle rechtshandelingen van alle EU-instellingen kan bij het EU-Hof aan de orde worden gesteld door: Een lidstaat Het Europees Parlement De Raad De Commissie Als een EU-rechtshandeling onrechtmatig blijkt te zijn, zal het Hof deze nietig verklaren.
2. Procedures met constitutioneel karakter Beroep wegens nalaten (artikel 265 VWEU): Een beroep wegen nalaten kan worden ingesteld tegen alle EU-instellingen die nalaten een besluit te nemen. Het beroep kan uitsluitend worden ingesteld door: Lidstaten Instellingen behorend tot het institutioneel kader (12/18)
3. Procedures gericht op individuele rechtsbescherming Beroep tot nietigverklaring Schadevergoedingsactie Prejudiciële procedure
3. Procedures gericht op individuele rechtsbescherming Beroep tot nietigverklaring (artikel 263, alinea 4, VWEU): EU-rechtshandelingen die – op verzoek Jansen BV – nietig kunnen worden verklaard, zijn: a. Handelingen die tot Jansen BV gericht zijn b. Handelingen die Jansen BV rechtstreeks en individueel raken c. Regelgevingshandelingen die Jansen BV rechtstreeks raken en die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen
3. Procedures gericht op individuele rechtsbescherming Schadevergoedingsactie (artikel 268 VWEU): Wanneer een EU-instelling onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van een particulier, kan deze schadevergoeding van de EU eisen.
3. Procedures gericht op individuele rechtsbescherming Stel dat Nederland de import verbiedt van bepaalde Franse kazen, omdat deze van rauwe melk zijn gemaakt. Franse kaasproducenten kunnen in dat geval de Nederlandse rechter vragen: Nederland te verplichten met de schending van EU-regels te stoppen. Nederland te veroordelen tot schadevergoeding voor de geleden schade.
3. Procedures gericht op individuele rechtsbescherming Prejudiciële procedure (artikel 267 VWEU): Stel dat het voor de Nederlandse rechter niet duidelijk is of een importverbod al dan niet in strijd is met het VWEU. In zo’n situatie kan/moet de Nederlandse rechter een prejudiciële beslissing vragen aan het Hof. Alle nationale rechters zijn bevoegd de opgeworpen vraag aan het Hof voor te leggen. Sommige nationale rechters zijn verplicht de opgeworpen vraag aan het Hof voor te leggen: rechters tegen wiens vonnis geen enkele beroepsmogelijkheid openstaat.