Staatsinrichting van Nederland

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
6.1: De macht van de media Planning SE Nakijken Intro HC
Advertisements

Politieke partijen Staatsinrichting website informatica
Danielle Bloemsma, Suzan Coster en Ilja Rosenbrand 5VWO
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente
Politiek, diverse zaken aan de orde
4.1: Het parlement is baas boven baas
Leven in een rechtsstaat
Nederland na WO II.
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
Politiek in Nederland Op wie stem jij?.
Paragraaf 7. Zijn voor de Tweede Kamer om de 4 jaar. Dan kiezen we volksvertegenwoordigers. Zij nemen beslissingen namens ons. De leden van Eerste kamer.
QUIZ Katern Politiek.
4.1: Het parlement is baas boven baas
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
Er zijn vele goede redenen om niet, blanco of ongeldig te stemmen.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
19de eeuw(1.5 en 4.2) In 1813 komt de zoon van Willem V terug als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon) als koning Willem I Er komt een nieuwe grondwet.
VS en hun federale overheid ( )
Staatsinrichting van Nederland
Staatsinrichting van Nederland
1.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
Parlementaire democratie
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Welkom!.
Politiek.
Politiek jargon Bingo.
Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 3: De gemeenteraad
Herhaling Staatsinrichting
4.1: Het parlement is baas boven baas
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Politiek-juridische dimensie
Het Volk 2e Kamer 150 leden 1e Kamer 75 leden Directe verkiezingen
De liberale revolutie in 1848
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
Staatsinrichting In Nederland.
Maatschappijleer Inleiding Waarom maatschappijleer?
§4: Regering en Parlement:
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
§2: politieke stromingen en partijen:
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
Resultaat in de Raad Leeuwarden 17 juli 2016 Lia de Ridder Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm.
Staatsinrichting Wie is de baas van Nederland? ©Tom Verbeek sep 2010.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Bijeenkomst 3 Bespreking huiswerkopdracht week 2: invloed burgers/organisaties op besluit van een gemeente Taken en rollen van de gemeenteraad De gereedschapskist.
Het Parlement Paragraaf 6.
Democratie in Nederland
Welke gevolgen hebben de voorstellen uit het Turks referendum?
Waar of niet waar? waar niet waar.
H2 Op wie ga jij stemmen?.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Het Koninkrijk der Nederlanden
Maatschappijleer havo 4
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
PowerPointpresentatie Algemene staatsinrichting
Het parlement Hoofdstuk 6 ‘Politiek.
Milieu wet- en regelgeving
Regering en parlement Regering en parlement Machten… Machten…
Gemeente en Provincie Hoofdstuk 7.
Democratie en Dictatuur
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Waar of niet waar? waar niet waar.
Aantekening van: Wie is de baas
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

Staatsinrichting van Nederland

Politieke partijen Politieke partij groep mensen met dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten zien Taken -partijprogramma opstellen(doelen) -kandidaten voor verkiezingen leveren Partijprogramma -lange termijn doelen (abstact/algemeen) Verkiezingsprogramma -korte termijn doelen (4 jaar) (concreet) -afgeleid van het partijprogramma

Huidige politieke partijen S.P. Groen Links P.V.D.A. D 66 Partij van de dieren C.D.A. V.V.D. Christen Unie S.G.P. P.V.V.

Verschillen links-rechts -progressief -zo veel mogelijk invloed van de regering -veel aandacht voor sociale wetgeving -grote industrieën in handen van de staat -gelijkheidsidee (macht ver- delen/democratiseren) -aanhang vooral bij de arme- ren -conservatief -zo weinig mogelijk invloed van de regering -weinig aandacht voor sociale wetgeving -veel ruimte voor het parti- culier initiatief -meer voorstander van ver- ticale machtsverhoudingen (orde en gezag) -aanhang vooral bij de rijke- ren

Midden (centrum) Christelijke partij (C.D.A.) -gaat uit van het christendom -aanhang in alle lagen van de bevolking -heeft een linker en een rechter vleugel -zit bijna altijd in de regering (met links of rechts)

Getrapte verkiezingen 1ste kamer ↑ kiest Provinciale Staten Volk 1ste Kamer is er om overhaaste beslissingen van de 2de Kamer tegen te houden (Kamer van reflectie)

Taken van het parlement -controle van de regering -medewetgeving (samen met de regering) Beide Kamers hebben de controlerechten -vragenrecht (minister moet antwoorden) -recht van enquete(onderzoek door Kamer) -recht van interpellatie (debat met minister) -recht van motie -budgetrecht (begroting controleren) 2de kamer heeft -recht van initiatief (zelf wetsontwerp maken) -recht van amendement (wijziging in wets- ontwerp)

Motie Motie→ verzoek of mening van de Kamer Minister hoeft niet aan het verzoek te voldoen Als een minister een motie niet uitvoert kan dat leiden tot een motie van afkeuring of wantrouwen (de vertrouwenskwestie) Als die wordt aangenomen moet de minister/het kabinet opstappen

Indeling politieke partijen

Uitslag verkiezingen 2010