bij onze bachelorstudenten Deel 2 : Expertise van de kleuterleidster inzake kindvolgsystemen en begeleidende methodieken bij onze bachelorstudenten
= elk kind krijgt optimale ontwikkelingskansen ZORGBREED = elk kind krijgt optimale ontwikkelingskansen = sterke en zwakke kinderen voelen zich aangeproken door het aanbod 1 BAKO (eerste jaar) hoe een kleuterklas functioneert eerste bewegingsactiviteiten geven (didactiek) welbevinden en betrokkenheid observeren
bijkomende didactieken voor het geven van bewegingsactiviteiten ZORGBREED 2 BAKO (tweede jaar) bijkomende didactieken voor het geven van bewegingsactiviteiten zorgbreed kijken - differentiëren voor zwakkeren en sterkeren - observeren van welbevinden en betrokkenheid van een klasgroep (klasscreening) - invullen van een kinddossier (PGKVS) - observeren van motoriek - activiteiten om socio-emotionele ontwikkeling te stimuleren (welbevinden is motor van de ontwikkeling)
gesteund op 7 stappen van het PGKVS (Cego) ZORGVERBREDEND = expliciete acties ondernemen om bepaalde zorgkinderen extra stimulansen te bieden voor hun ontwikkeling 3 BAKO (derde jaar) vanuit de klasscreening kinderen die problemen vertonen met welbevinden /betrokkenheid via handelingsplannen verderhelpen gesteund op 7 stappen van het PGKVS (Cego) sommige studenten volgen een kleuter met motorische problemen op (groot- of kleinmotorische problemen)
HANDELINGSPLAN VOOR KIND MET MOTORISCHE PROBLEMEN handelingsgericht vanuit brede observatie de handelingsplannen zijn bedoeld om motorische ontwikkeling te stimuleren, om extra kansen te bieden /geen therapie creatieve, kleine interventies zijn voor het kind vaak de hefboom
STAP 1 : is er een basis voor ontwikkeling EEN LEERKRACHT MAAKT ZICH ZORGEN : welbevinden : voelt het kind zich goed en veilig? (POS) betrokkenheid : betrokkenheid of vermijdingsgedrag ontwikkelingsniveau motoriek (vaardigheden en bewegingsstijl) onhandigheid-traagheid-houterigheid-slordigheid ‘raar’ bewegen heftig en impulsief bewegen sociale interactie in het spel is problematisch niet kunnen knippen
STAP 2 : observeer vanuit een ruimer kindvolgsysteem observeren vanuit verschillende componenten en situaties die de ontwikkeling kunnen stuwen thuissituatie contacten met andere kinderen belangstelling voor activiteiten contact met de leerkracht ontwikkelingsniveau van andere ontwikkelingsdomeinen
STAP 3 : een eerste balans samenbrengen sterkte – zwakte waar is het kind goed in - ifv zelfbeeld en sociale plek in de groep - ifv inrijpoort * indien positief tov motoriek ideeën opdoen * indien vermijdingsgedrag andere positieve ontwikkelingskernen aanspreken
STAP 4 : meer gericht observeren welbevinden in bewegingsactiviteiten? voelt het zich veilig in de ruimte? nee advies voelt het zich goed in zijn vel? nee advies - verdelen van de ruimte (overzicht) - kleinere groepen (hoekenwerk) aandacht wegtrekken van het probleem succeservaring kans tot afreageren kans tot ontspannen
STAP 4 : meer gericht observeren welbevinden en betrokkenheid in volgende activiteiten : buitenspel, toestellen, spelen met bewegingsmaterialen spelletjes, dansjes, expressie fijn motorische activiteiten : constructie, tactiele activiteiten beeldende vormgeving zelfredzaamheid * is er deelname? * wat doet het kind/hoe? * krijgt het kind van thuis positieve/negatieve boodschappen mbt bewegen?
STAP 4 : meer gericht observeren fitheid indruk bewegingsstijl indruk lichamelijke expressie competenties (ontwikkelingslijnen) adhv observatieformulieren en begeleidingsformulieren van kleuterstappen (OA) groot motorische vaardigheden klein motorische vaardigheden evenwicht eigen lichaam aanvoelen en organiseren zich bewegend organiseren in de ruimte zich bewegend organiseren in de tijd bewegingsproblemen oplossen (transfer-bijleren)
OBSERVATIEOPDRACHT : filmpje welbevinden is ok betrokkenheid scoren tussen 1 en 5 Score 1 : geen activiteit Score 2 : vaak onderbroken activiteit Score 3 : min of meer aangehouden activiteit Score 4 : activiteit met intense momenten Score 5 : volgehouden intense activiteit criterium : kleuter raakt bij elke slag/trap de bal Score 1 : nooit Score 2 : zelden Score 3 : geregeld Score 4 : vaak Score 5 : altijd
Zwarte jas met witte kraag Betrokkenheid 1-2-3-4-5 OBSERVATIEFORMULIER KLEUTER Gele jas jeansbroek Zwarte jas met witte kraag Betrokkenheid 1-2-3-4-5 Kleuter raakt bij elke slag/trap de balleon
Zwarte jas met witte kraag OPLOSSING KLEUTER Gele jas jeansbroek Zwarte jas met witte kraag Betrokkenheid 1-2-3-4-5 Kleuter raakt bij elke slag/trap de ballon
STAP 4 : meer gericht observeren Zij kunnen ook gebruik maken van andere kindvolgsystemen : Groeiboek (vclb) Kleuterstapjes (Wolters Plantyn) Kleuters met extra zorg (Marc Boone : Plantyn) Kindvolgsysteem van de school zelf …
STAP 5 : doelen kiezen en een actieplan bedenken vanuit een positieve ontwikkelingsvisie : op welke manier kan dit kind met zijn specifieke mogelijkheden en beperkingen het best meedoen (deelnamebekwaamheid) : GRAAG BEWEGEN wat kan het kind zelf? (interesse en belangstelling?) SUCCESBELEVING het kind blijft in de groep (AANBOD SLUIT AAN BIJ DE EIGENHEID VAN DE KLASGROEP) kans tot diep leren : herhalen ZELFDE AANBOD OOK BUITEN DE KLAS
METHODIEKEN bij bedenken van interventies klassieke didactieken (groot materiaal, klein materiaal, kinderdans, dansexpressie, watergewenning, bewegingshoek, …) en differentiatiemogelijkheden hierbinnen stimuleren van socio-emotionele vaardigheden via bewegingsopvoeding kennismaking van Toeka, Huis vol gevoelens en Axen, Kinderen en hun sociale talenten, talentgerichte visie spelletjes rond lichaamsbeleving, veilig gevoel van kinderen verhogen in de turnzaal, turnlessen structureren door rituelen
METHODIEKEN bij bedenken van interventies methodiek van Veronica Sherborne methodiek van schrijfdans relaxatie, yoga bij kleuters methodiek van Pnina Klein methodiek bewegingsschool Achilles
STAP¨6 : uitvoeren en reflecteren OBSERVEREN UITVOEREN ACTIE ONDERNEMEN
STAP 7 : verdere stappen of afbouwen geef tijd niet drillen dagelijkse bewegingskansen samenwerking met ouders overleg voor doorverwijzing Indien er geen evolutie is : specifieke vraag naar CLB Bij duidelijk afwijkend bewegingsgedrag : specifieke vraag naar CLB als er al extra hulp is (gon of revalidatie) Communicatie met CLB Hulp voor dagdagelijkse situatie
KLEUTERLEIDSTERS OBSERVEREN welbevinden (kleurt de compententie) betrokkenheid moet gegarandeerd zijn (situatie moet betekenisvol zijn voor het kind) kwaliteit van het gedrag meerdere keren in verschillende situaties de norm : beter/zwakker dan de doorsnee kleuter intuïtief aanvoelen/ gekoppeld aan beelden van bewegende kinderen (= goede indicator) risico/valkuil kleuteronderwijzers zien kleuters niet meer bewegen uitvergroten/veralgemenen van prestaties in één of meer situaties gedrag stoort hen niet persoonlijke norm