Paulus en Israël Romeinen 9-11
steen des aanstoots, rots van ergernis Rom.9:33
13. De HEER van de heerscharen, Hèm zult gij heilig achten en Hij moet het voorwerp van uw vrees en Hij moet het voorwerp van uw schrik zijn. 14. Dan zal Hij tot een heiligdom zijn, en tot een steen, waaraan men zich stoot, en tot een rotsblok, waarover men struikelt, voor de beide huizen van Israël, tot een klapnet en tot een valstrik voor de inwoners van Jeruzalem. 15. En velen onder hen zullen struikelen en vallen, verpletterd, gestrikt en gevangen worden. 16. Bind de getuigenis toe, verzegel de wet onder mijn leerlingen. Jesaja 8:13-16
Waar gaat het om in Romeinen 10?
Rechtvaardiging door geloof!
TWEE WEGEN TOT GERECHTIGHEID: Werken (van de wet) Geloof
Paulus bidt voor zijn volk
Romeinen 10:1 : Inderdaad, broeders, het welbehagen van mijn hart en de smeekbede voor hen tot God is voor hun redding
-Broeders- welke broeders
Bewogenheid! Van de Heer over Jeruzalem; Van Paulus over zijn volk; Van Paulus over gelovigen; wij over…..?
‘het welbehagen van mijn hart’
de smeekbede voor hen tot God
‘voor hun redding’: ? God is redder van alle mensen
Israël maakt 3 fouten: * ze zien niet, dat hun gekozen weg dood loopt * ze zien niet, dat de weg van geloof geopend was * ze zien niet dat de weg van geloof voor allen –zonder onderscheid- was
Het volk ijvert
‘want ik getuig tot hen, dat zij ijver voor God hebben, maar niet in overeensteming met erkenning’ Romeinen 10:2
‘naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid van de wet onberispelijk’ Filippenzen 3:6
‘en in het Jodendom heb ik het verder gebracht dan vele van (mijn) tijdgenoten onder mijn volk, als hartstochtelijk ijveraar voor mijn voorvaderlijke overleveringen. Galaten 1:14
‘een ijveraar voor God evenals jullie allen heden zijn’
‘want ik getuig tot hen, dat zij ijver voor God hebben, maar niet in overeensteming met erkenning’ Romeinen 10:2
Religie heeft geen waarde voor God
‘ maar niet in overeenstemming met erkenning’
…want, onwetend zijnde van de gerechtigheid van God…
zoekend een eigen gerechtigheid tot stand te brengen….
eigen gerechtigheid = godsdienst naar eigen mening en naar eigen inzicht ingericht; en zelfrechtvaardiging
‘zij waren aan de gerechtigheid van God niet ondergeschikt’
21 ‘thans is echter buiten de Thora om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 22 en wel gerechtigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, voor allen, en op allen die geloven; want er is geen onderscheid’
Lo-Ammi
gerechtigheid voor ieder die gelooft! Abram geloofde God!
want Christus is het einde van de Thora, tot gerechtigheid, voor ieder die gelooft Romeinen 10:4
Einde = telos doel + einde Christus = opgestane!