Boeren op schaal
Over schaalvergroting en specialisatie in de landbouw Wat is schaalvergroting? Wat is specialisatie? Waarom leidt schaalvergroting tot specialisatie? Waarom leidt mechanisatie tot schaalvergroting? Welke gevolgen hebben schaalvergroting en specialisatie voor het ingerichte landschap? In een eeuw is het aanzicht van de landbouw totaal veranderd. Machines namen de plaats in van paardenkracht en mensenmacht, kleine bedrijven verdwenen en het landschap veranderde ingrijpend.
Schaalvergroting… Schaalvergroting =vergroting van de omvang van de productiecapaciteit Leidt tot schaalvoordelen kostenvoordelen (positieve schaalopbrengsten) specialisatie verdergaande interne arbeidsverdeling meer onderzoeksmogelijkheden (surplus) om het product te kunnen verbeteren om nieuwe producten te kunnen ontwikkelen groter reclamebudget om de afzet te bevorderen Dankzij de productie op grotere schaal is er financiële ruimte voor gewasonderzoek en rassenverbetering. Dit leidt weer tot hogere opbrengsten die nodig zijn om de voortdurend stijgende productiekosten op te vangen.
De cijfers In 2007 telde Nederland 77.000 landbouwbedrijven = 1/3 minder dan in 1995 Gemiddelde bedrijfsgrootte nam toe van 17 ha naar 25 ha Wat gebeurde in die periode met de oppervlakte cultuurgrond? Bron: CBS , Land- en tuinbouwcijfers 2008
… en specialisatie Specialisatie = het verkleinen van het assortiment producten dat wordt gemaakt of verkocht Door de concentratie op de productie van een kleiner assortiment goederen wordt grootschaliger productie daarvan mogelijk bijvoorbeeld een boer die alleen nog maar graan en aardappelen gaat verbouwen en alle andere activiteiten afstoot zoals de teelt van suikerbieten, melkveehouderij en het houden van kippen en varkens
Een verband tussen schaalvergroting en mechanisatie De technologische ontwikkeling ging samen met automatisering landbouwmechanisatie sterke vermindering van de agrarische beroepsbevolking schaalvergroting in de landbouw Foto’s: J.H. Bulthuis (uienoogst in de NOP, 2008) Vijftig jaar geleden hadden 15 mensen een hele dag hun handen vol aan het rooien van 1 ha aardappelen. Nu zijn daarvoor drie arbeidskrachten nodig, met de nodige machines.
Minder boeren, meer hectares Door schaalvergroting: daling van het aantal landbouwbedrijven dus ook vermindering aantal boeren afname aantal agrarische arbeidskrachten toename van de bedrijfsomvang in oppervlakte in aantal dieren
Grotere bedrijven, minder mensen aan het werk Nu 20% minder agrarische arbeidskrachten dan in 1995 Daling sterkst in de tuinbouw Toename oppervlakte tuinbouw met bijna 60% dus minder arbeidsintensief Bron: CBS Land- en tuinbouwcijfers 2008
Is schaalvergroting in de landbouw wel nodig? Argumenten vòòr schaalvergroting: Het verbeteren van de verhouding tussen de kosten en de opbrengsten in de landbouw de afgelopen 25 jaar zijn de gemiddelde landbouwprijzen voortdurend gedaald de kosten van grond, arbeid (lonen) en energie nemen nog steeds toe De concurrentiepositie met de boeren buiten Nederland op peil te houden Op een vrije wereldmarkt zal de concurrentiestrijd harder worden Het boereninkomen voor de toekomst veilig te stellen - Een klein bedrijf kan niet voldoende geld verdienen om te blijven voortbestaan CBS: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/landbouw/publicaties/artikelen/archief/1998/1998-0021-wm.htm De komst van megaboeren en supertuinders. De honderd grootste boeren komen in ieder geval het meest in aanmerking voor de kwalificatie superboer of supertuinder. De varkenshouders in de top honderd houden gemiddeld bijna 9500 varkens en hebben 24 hectare grond. In 1980 lag dit nog beduidend lager. Gesteld kan worden dat de schaalvergroting in de varkenssector het meest explosief is geweest. In geen enkele sector zijn de grote bedrijven zo snel megabedrijven geworden. De grootste honderd melkveehouders houden gemiddeld 250 melkkoeien op 136 hectare grond. Het aantal melkkoeien op deze bedrijven is sinds 1980 vrijwel gelijk gebleven. Wel is er veel geld geïnvesteerd in grond. De megamelkveehouder gebruikte in 1997 ruim 45 hectare meer grond dan in 1980. Hiermee hebben de koeien op deze bedrijven nogal wat meer ruimte gekregen. Deze bedrijven worden dus extensiever omdat er steeds minder mest per hectare wordt geproduceerd. Dit gaat in veel gevallen samen met het kapitaalsintensiever worden van de bedrijven. De aanschaf van 45 hectare grond is volgens de gemiddelde marktwaarde in 2008 een investering van ruim 2 miljoen gulden. Een mega-akkerbouwer bewerkt momenteel 275 hectare. In 1980 was dit 240 hectare. Dit betekent dat de schaalvergroting in deze sector behoorlijk achterblijft. Opvallend is ook dat het gemiddeld aantal mensen dat werkzaam is op deze bedrijven, terugloopt. Dit is de enige sector waar schaalvergroting niet samengaat met de behoefte aan meer arbeid per bedrijf. In de tuinbouw daarentegen resulteert schaalvergroting in een sterke toename van het aantal arbeidskrachten per bedrijf. De uitbreiding in personeel loopt echter niet evenredig met de uitbreiding in kasoppervlakte. De voordelen van schaalvergroting liggen in de glastuinbouw dus ook in de sfeer van het kunnen aanschaffen van machines/computers die arbeid vervangen. Een supertuinder heeft inmiddels werk voor 36 mensen en heeft een kas die groter is dan 11 voetbalvelden. In 1980 exploiteerden de honderd grootste tuinders kassen ter grootte van 7 voetbalvelden. In bergachtig gebied valt op kleine akkertjes nauwelijks iets te verdienen: de arbeidskosten zijn te hoog en mechanisatie is vrijwel onmogelijk
Schaarse grond in Nederland Hoge prijzen van landbouwgrond door: de grote vraag naar grond voor niet-agrarische doeleinden verwachtingswaarde in verband met een mogelijke toekomstige bestemmingsverandering van de grond een hoog productieve intensieve landbouw in vergelijking met andere EU-landen Foto J.H. Bulthuis De bollenstreek bij Noordwijk. Concurrentie om de ruimte: recreatie (duinengebied), tuinbouw (bollen op de geestgronden), wonen, opslag.
Loopt Oostenrijk achter? Wat valt op wanneer je de gemiddelde agrarische bedrijfsgrootte in beide landen vergelijkt? Hoe kan een Oostenrijkse boer concurreren op de vrije wereldmarkt? Nederland Oostenrijk absoluut % 1 t/m 5 ha 18.764 34 52.663 27 5 t/m 20 ha 12.144 22 86.242 44 20 t/m 30 ha 10.028 18 29.079 15 30 t/m 50 ha 14.134 26 14 totaal 55.052 100 De Oostenrijkse boer richt zich meer op de biologische landbouw en ontving tot nu toe veel subsidie uit Brussel in het kader van de ‘bergboerenregeling’ GLB-nieuwe stijl.
Liberalisatie en WTO Wereldwijd krijgt de liberalisering van de handel vorm in de WTO, voorheen de GATT. De landbouw is daarin een belangrijk onderwerp van overleg. Hierdoor kan de handel tussen landen van verschillende werelddelen toenemen. Voor producenten ontstaan wereldwijd meer open. Concurrentieverhoudingen. De EU heeft om de handel in landbouwproducten te liberaliseren het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid herzien WTO: World Trade Organisation GATT: General Agreement on Tariffs and Trade
Twee toekomstscenario’s: wat zijn de gevolgen voor boer en landschap? Een volledig vrije markt met alle ruimte voor economische ontplooiing Scenario 2: Een vrije wereldmarkt, maar met veel aandacht voor landschap en natuurwaarden Bron gegevens: http://library.wur.nl/way/bestanden/clc/1838313.pdf:Landbouw Economisch Instituut LEI
Landschappelijke gevolgen van schaalvergroting en specialisatie Schaalvergroting en nadruk op efficiency leidt tot meer behoefte aan grotere kavels verbetering beheersing waterpeil verbetering ontsluiting landbouwbedrijven behoefte aan ruilverkaveling en landinrichting Gevolgen: Landschap 'vervlakt‘ kleinschalige landschappen worden schaarser Minder perceelsranden vermindert de ecologische functie van de groenblauwe linten Ontstaan van grotere agrarische bouwblokken grotere stallen, voersilo's, werktuigenopslag, enz. grotere gebouwen passen minder goed in kleinschalig landschap bijvoorbeeld de zandgebieden Groenblauwe linten: terminologie past in de Ecologische hoofdstructuur, EHS. Hier wordt gesproken over corridors, natuurlinten, die afzonderlijke ecosystemen verbinden om de natuurlijke diversiteit te vergroten. Dit op basis van de zogenaamde Eilandtheorie (Wilson en Mac Arthur, Theorie over Eilandbiografie (1967) . De bedoeling van de EHS is om de afbrokkelende biodiversiteit en natuurlijkheid van ecosystemen weer in een acceptabele staat terug te brengen en in stand te houden. Het verkleinen van de leefgebieden van planten en dieren is een van de sluipmoordenaars van de natuurlijke verscheidenheid. De oplossing ligt voor de hand: kleine natuurgebieden samenvoegen en vergroten is het devies. Waar dat niet lukt moeten verbindingszones, een soort natuurcorridors,worden gemaakt. Ze kunnen een aaneengesloten strook vormen, een natuurstraat zogezegd. Het is ook mogelijk om met stapstenen te werken. De stepping stones-gedachte gaat ervan uit dat dieren via kleine stukjes natuur op een rij van het ene grote natuurterrein naar het andere kunnen komen. De verschuivende visie op de ruilverkaveling. De Ruilverkavelingswet van 1954 was gebaseerd op de gedachte dat het landelijk gebied een belangrijke productiefunctie heeft. Met de oorlog nog vers in het geheugen was het een prettig idee om te beschikken over voldoende voedsel. Als exporteur zou de agrarische sector kunnen zorgen voor de broodnodige deviezen. Tot aan de jaren tachtig diende de ruilverkaveling dan ook vrijwel uitsluitend het boerenbelang: moderne bedrijfsvoering met een streven naar een totale beheersing van de natuurlijke omstandigheden. Dit werd volledig ondersteund door de sterke lobby die de landbouworganisaties hadden in Den Haag, het zogenaamde Groene Front. [o]Bijna ongemerkt brokkelde de sterke positie van de agrarische sector af. Het Groene Front moest plaats maken voor wat sommige boeren zuur de ‘Groene Mafia’ noemen. De rigoureuze landschapsschaaf van de ruilverkaveling-oudestijl werd vervangen door een nieuw instrument, de Landinrichtingswet van 1985. In deze regeling is er veel meer aandacht voor de totale gebiedsontwikkeling,waarbij een verscheidenheid aan belangen aan bod komt: verkaveling, waterbeheersing, bereikbaarheid, recreatie, natuur en landschap. In deze landinrichtingsplannen-nieuwe-stijl worden grote oppervlakten aan de landbouw onttrokken ten gunste van natuurdoeleinden. Op die manier worden reservaatgebieden en natuurontwikkelingsprojecten ingesteld. De bulldozer die twintig jaar geleden een vennetje dempte met de nabijgelegen dekzandrug kan tot vreugde van de loonwerker aan de slag blijven. ‘Natuurbouw’ heet dat,waar de Grote Gravers ruimte maken voor de Grote Grazers.
Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts) Foto links: J H Bulthuis. De foto links toont een zeekleilandschap met wierdedorp (Uitwierde) en kleine, onregelmatig gevormde percelen (blokverkaveling) . Zie GB 52: 21 A-B; GB 53: 23 A-B;
Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts) Achtergrond: J H Bulthuis
Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts) Foto’s J.H. Bulthuis
Zoek de verschillen: vroeger (links) en nu (rechts)