Uitdagingen en opgaven voor het Beleidsplan Ruimte Expertenforum Beleidsplan Ruimte Georges Allaert, Tom Coppens, Griet Celen, Hans Bruyninckx, Dirk Lauwers, Linda Boudry, Peter Swinnen, Bart Van Steenwegen, Hubert Gulinck
Het BRV Expertenforum
Inhoud Onze lezing van de maatschappelijke uitdagingen uit het groenboek. Is het huidige planningskader achterhaald? Breekpunten voor het beleidsplan
VAN 6 NAAR 7 MILJOEN
Bevolkingsgroei
Bron: VITO 2011 Bebouwde ruimte in Vlaanderen in het BAU % % % % %
IN BEWEGING BLIJVEN
vervoerswijzekeuze Vlaanderen versus intrastedelijk (OVG)
Boussauw, K, 2011
‘autoverplaatsingen nemen 77% voor hun rekening in totaal afgelegde kilometers’ ’86% van de Vlaamse huishoudens bezit minstens 1 auto’ ‘in 2009 stonden automobilisten bijna 4 miljoen uren in de file’
KLIMAAT
Bron: Ccaspar 2012
Bron, Bomans,2012 op basis van VITO + Ccaspar
Bron, P Meire, 2013
Bron: administratie gezondheidszorg
BIO-DIVERSITEIT & BIO-PRODUCTIEVE RUIMTE
Bron: Urban Unlimited, 2012
RUIMTE VOOR ECONOMIE
Bron. Cabus, P, Allaert, G en Van Haverbeke, W., 2001
BESLUIT
Besluit Het Business as usual- model is niet houdbaar omwille van – verlies aan ecosysteemdiensten – congestie – Leefmilieu en gezondheid – Versnippering en fragmentatie – Klimaatadaptatie -> dwingend karakter van verweving, verknoping, verdichting en vernetting als fundamentele toetsstenen van ruimtelijk beleid
Verdroging Vergrijzing Verlies van natuurwaarden Hoge gronddruk Kansen voor energieproductie Kansen voor grensoverschrijdende natuur en watersystemen Extreme druk op ruimte Versnippering Overstromingen Congestie Druk op vastgoedprijzen Kansen voor verweving Kansen voor Transit oriented development Kansen voor stedelijke landbouw Kansen voor verrassende allianties Nood aan ruimte voor bedrijven Verlies aan cultuurwaarden Versnippering Kansen voor cultuurwaarden en landschapsontwikkeling Overstromingen en watertekort Vergrijzing Potenties voor windenergie Druk op ecologische waarden Versnippering Verlies aan cultuurwaarden Verdroging Kans voor waterboeren Kansen voor waterlandschappen Intensief landbouwgebied Druk op milieu Kansen voor enegerieboeren Erosie, vervlakking landschap Kansen voor voedselproductie Economische dragers? Kansen voor energieproductie Kansen voor biodiversiteit
WAT BLIJFT VAN HET RSV OVEREIND?
Het RSV en de nieuwe woonopgave
Het RSV en klimaatadaptatie
RSV en de open ruimte
RSV en economische ruimte
10 BREEKPUNTEN
Breekpunten binnen een toekomstgericht Vlaamse ruimte Term breekpunt vanuit een dubbele betekenis: – Breekpunt in beleid: we gaan het op een aantal vlakken behoorlijk anders moeten doen. – Bre+ekpunten in de zin dat zonder deze elementen een Vlaams ruimtelijk beleid naar onze mening onmogelijk is in het licht van de toekomstige uitdagingen en ontwikkelingen
Breekpunt 1 De bijkomende verstedelijking zal, gelet op de demografische ontwikkelingen, haar hoogtepunt kennen voor 2030 en reeds aanzienlijk zijn voor > Het beleidsplan moet vandaag een haalbare strategie en instrumenten bevatten om op korte termijn de toekomstige verstedelijking te sturen
Breekpunt 2 In tegenstelling tot algemeen gesteld is het bestaand aanbod aan bouwpercelen voor wonen en bedrijven veel groter dan de toekomstige behoefte. Maar het aanbod ligt verspreid en in functie van een duurzaam en spaarzaam ruimtegebruik vaak op de ‘foute’ plaats. -> Het beleidsplan dient via een grond- en pandenbeleid het wonen in centrale locaties en op OV-locaties betaalbaar, veilig en leefbaar te houden. De overheid moet via een locatiebeleid het aanbod voor wonen sturen naar meer duurzame locaties en zodoende ruimte sparen voor andere essentiële functies
Breekpunt 3 Gescheiden beleids- en planningsprocessen voor essentiële functies (wonen, mobiliteit, werken) blijven leiden tot slecht verspreide en slecht geïntegreerde allocatie van functies en activiteiten. Dit zal uitmonden in ondraagbare maatschappelijke kosten en een structurele congestie van het wegennet. ->Het ruimtelijk beleid dient terug een integrerende rol op te nemen tussen verschillende beleidsdomeinen, met in het bijzonder de integratie tussen mobiliteits- en infrastructuurplanning en het ruimtelijke beleid.
Breekpunt 4 Klimaatextremen onder vorm van ondermeer overstromingen, droogte en hitte zullen ook Vlaanderen steeds zwaarder treffen en daarom zullen grondige adaptieve buffermaatregelen moeten ontwikkeld worden in de eerstkomende decennia, niet in het minst om gewapend te zijn tegen de verzwaring van deze problematiek in de verdere toekomst. ->Er zullen nieuwe inrichtingen en investeringen nodig zijn dwars doorheen de publieke en de private ruimte (bijvoorbeeld groenblauwe stadsontwerpen tegen hitte-eilanden, systematisch ingerichte erosiebuffers, grondige “ontpitting” van overstromingsarealen enz.).
Breekpunt 5 In de pikorde van de ruimtelijke waarden in Vlaanderen komen de open ruimte en de zogenaamd “zachte functies” nog steeds op de tweede plaats en als reserve voor “harde functies”. Open ruimte blijft krimpen. Dit is niet langer houdbaar, omwille van diverse verantwoordelijkheden inzake ondermeer biodiversiteit, behoud van graden van zelfvoorziening en reductie van onze hoge ruimtelijke voetafdruk. ->Het fysisch systeem en de open ruimte moeten veel meer als vertrekbasis beschouwd worden voor de organisatie van ruimtelijke functies in Vlaanderen. De ecosysteemdiensten (in ruimste betekenis) zijn bovendien te vertalen als een opgave die niet alleen de open ruimte betreft maar ook de stad, de privéruimte, de bedrijventerreinen en de infrastructuren
Breekpunt 6 De extreme fragmentatie van het Vlaamse territorium legt zware beperkingen op toekomstige ruimtelijke systemen, producties en ecosysteemdiensten zoals riviersystemen, klimaatmigratie van plant- en diersoorten, ketens in landbouw en voeding, enz.. Met de huidige moeizame afbakeningen van landbouwareaal, bos, natuur en stedelijke zones enz. gaan we er niet komen. ->Het beleidsplan dient een vernieuwd palet van principes, en instrumenten te ontwikkelen in functie van ontsnippering: herinrichting en gebiedsreconstructie, selectieve afbraak, nieuwe erfdienstbaarheden, versnelde inzet op natuurverbinding en ecologische netwerken, multifunctionele landbouwarealen en -parken en functieverweving in het algemeen.
Breekpunt 7 De ijzeren voorraad is een achterhaald principe. Het leidt tot verdere verspilling en versnippering van ruimte, en tot onderbenutting van kansen tot herbruik en functionele integratie. ->Het beleidsplan dient af te stappen van de ijzeren voorraad, ruimte te bieden voor een veranderende economie, zonder dat bijkomende greenfields worden aangesneden en maximaal in te zetten op brownfieldreconversie
Breekpunt 8 Vlaanderen heeft logistieke troeven en beleids- en economische ambities op dit vlak. Reeds decennia zorgt een modal shift in negatieve richting ervoor dat de logistiek in toenemende mate gericht is op wegtransport en te weinig op binnenvaart en spoor. Dit heeft een bijzondere negatief impact op de leefbaarheid. ->Absolute voorwaarden voor een performant logistiek netwerk zijn een veel efficiënter gebruik van de huidige capaciteit en diversiteit van de infrastructuur. Investeringen moeten gericht worden op een positieve kentering in de modal split en ondermeer het terugdringen van het vrachtwagenvervoer
Breekpunt 9 Vitale systemen (demografie, economie, waterbevoorrading, klimaatimpacten enz.) zullen steeds meer de grenzen van Vlaanderen overschrijden. Het huidige ruimtelijk beleid is overwegend “intern” en is daar niet op voorbereid. ->Het Vlaamse ruimtelijke beleid dient samen met de buren ruimtelijke ontwikkelingen grensoverschrijdend aan te pakken.
Breekpunt 10 Hoewel het nodig is om op lange termijn te denken kan de planhorizont 2050 ons een vals comfortgevoel geven. ->Een sterke visie op gewenste ruimtelijke ordening kan zich niet beperken tot de lange termijn (horizon 2050), een visie op korte termijn is een voorwaarde voor een beleidsomslag