Begrip openbare dienst Twee betekenissen Organieke openbare dienst Functionele openbare dienst
Het verband met : Centralisatie en decentralisatie (de theorie van de openbare dienst) De prerogatieven van het openbaar gezag De eenzijdige beslissingbevoegdheid Het begrip “administratieve overheid”
Het belang van het begrip Het juridisch regime van de openbare dienst De beginselen van de openbare dienst - continuïteit - veranderlijkheid - benuttigingsgelijkheid De betrekkingen tussen de openbare dienst en zijn gebruikers
De wijze van organisatie van de openbare dienst “in eigen regie” “verzelfstandiging” aan publiekrechtelijke entiteiten of een door de overheid opgerichte privaatrechtelijke entiteit onder haar dominerende of overwegende invloed “uitbesteding” of outsourcing” “afstoting”
Centralisatie en decentralisatie De gecentraliseerde dienst Kenmerken - hiërarchisch gezag - eenheid van gezag - mogelijkheid tot wijziging en in de plaats stelling
De gedecentraliseerde dienst Kenmerken - zelfstandige beslissingsbevoegdheid - verscheidenheid van gezag en dus van beleid - geen hiërarchisch gezag maar bestuurlijk toezicht
Varianten van centralisatie Rechtstreekse toewijzing van bevoegdheid Tweevoudige bevoegdheid Regieën Deconcentratie (en delegatie- cfr. De besluiten van de VR van 10 oktober 2003 betreffende delegatie van beslissingsbevoegdheid) Diensten met afzonderlijk beheer Intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid (Kaderdecreet betreffende bestuurlijk beleid van 18 juli 2003)
Varianten van decentralisatie Bij wijze van stichting Bij wijze van vereniging