Autismespectrumstoornissen R.J. van der Gaag
Definitie een verzamelnaam voor ernstige ontwikkelingsstoornissen van de sociale wederkerigheid en de verbale en non-verbale communicatie, die gepaard gaan met een star en beperkt repertoire van gedrag en interesses
Oorzaak In 10-15% => een bekende medische oorzaak In de andere gevallen => stoornis het gevolg van een complexe polygenetische overerving met zeer wisselende expressie. (polygenetisch = meer dan één oorzaak of oorsprong hebbend)
Symptomen? Zeer veel verschillende symptomen Gaan vaak samen met: een zeer grillig intelligentieprofiel van hoog tot zeer laag functionerend.
Welke soorten? 1. de autistische stoornis 2. de stoornis van Asperger 3. de stoornis van Rett, de desintegratiestoornis 4. binnen de ICD nog de subcategorie atypisch autisme 5. PDD-NOS als uiteindelijke restcategorie (ICD = International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems; is een internationaal gehanteerde lijst van ziekten, bijgehouden door de Wereldgezondheidsorganisatie)
Diagnostische criteria Classificatieregels: A. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties. 1. Duidelijke stoornissen in het gebruik van verschillende vormen van non-verbaal gedrag. 2. Er niet in slagen met leeftijdgenoten tot relaties te komen. 3. Tekort in het spontaan met anderen delen van plezier, bezigheden. 4. Afwezigheid van sociaal-emotionele wederkerigheid.
B. Kwalitatieve beperkingen in de communicatie. 1 B. Kwalitatieve beperkingen in de communicatie. 1. Achterstand of volledige afwezigheid van de ontwikkeling van gesproken taal. 2. Beperkingen van het vermogen om een gesprek te beginnen en te onderhouden. 3. Stereotiep en herhaald taalgebruik. 4. Afwezigheid van gevarieerd spontaan fantasiespel of sociaal imiterend spel.
Diagnostische criteria C. Beperkte zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling. 1. Sterke preoccupatie met één of meer stereotype patronen van gedrag en beperkte patronen van belangstelling. 2. Duidelijk vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen. 3. Stereotiepe en zich herhalende motorische maniërismen. 4. Aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.
Onderzoek Rekening houden met het feit dat ze in een een-op-een situatie, misleidend goed kunnen functioneren. Het is aanbevolen om de ouders op één of andere manier te laten meekijken (bijvoorbeeld via videoband). Jongeren ouder dan 12 jaar moeten bovendien expliciet toestemming verlenen. => gebruik gemaakt van specifieke taken zoals theory of mind-tests (ontwikkeld door Steerneman) en projectieve platen, bijvoorbeeld picture telling story cards (PSTC).
Behandeling? Voor autisme en ook voor de verwante stoornissen als PDD-NOS is geen behandeling bekend die de stoornis kan genezen. Men spreekt meer van aanpassen en veranderen
De rol van de huisarts De huisarts is een poortwachter die ontwikkelingsproblematiek die past binnen het autistisch spectrum vroegtijdig signaleert bij alle leeftijden. Hij/zij speelt een belangrijke rol bij de opvang en begeleiding van het gezin dat dergelijk ‘slecht nieuws’ heeft ontvangen over de ontwikkeling van hun kind. Wanneer de begeleiding en behandeling is begonnen, kan hij belangrijke rol spelen in het monitoren van medicatie.
Hopelijk bent u nu meer geïnformeerd waarover in dit artikel allemaal gehandeld wordt.