Leren van je medeleerlingen Peer Instruction – Leren van gelijken Evi Claessens Prof. Peter Lievens KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

VELEWE Congres 29 november 2003 Oorsprong Peer Instruction Verenigde Staten Harvard University Prof. Eric Mazur Fysica Peer Instruction: A User’s Manual (1997), (Prentice Hall Inc., New Jersey) K.U.Leuven: 1e kandidatuur Lichamelijke Opvoeding & Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie  Vakken: fysica, biomechanica en chemie

VELEWE Congres 29 november 2003 Overzicht PI: hoe werkt het? Meerkeuzevragen in de praktijk Mogelijke varianten Voorbeeldvragen Evaluatie door studenten Bonusvragen Toledo Opdracht

VELEWE Congres 29 november 2003 Leren van je medeleerlingen: hoe werkt het? Uitgangspunt: medeleerlingen (=gelijken) schatten problemen soms anders in dan leerkracht (= expert) Werkwijze: algemeen principe (vele varianten mogelijk!) - leerlingen bereiden vooraf een stukje leerstof voor (“begrijpend lezen”) - vragen stellen aan leerkracht - meerkeuzevragen voorleggen

VELEWE Congres 29 november 2003 Stap 1: vraag en mogelijke antwoorden projecteren Stap 2: leerlingen zoeken individueel naar antwoord en maken dit kenbaar met fiches Stap 3: leerlingen overleggen met bu(u)r(en) (“zoemsessies”) Stap 4: leerlingen maken 2 de antwoord kenbaar met fiches Stap 5: klasgesprek (bespreking juiste én foute antwoorden) Meerkeuzevragen behandelen

VELEWE Congres 29 november 2003 Mogelijke varianten Meerkeuzevragen na gedoceerde les - alle stappen (1  5) doorlopen Meerkeuzevragen bij aanvang nieuw thema - stap 1  4: bij aanvang van het thema - stap 5: na afronding van het thema

VELEWE Congres 29 november 2003 Voorbeeldvragen Neem fiches

VELEWE Congres 29 november 2003 Vraag 1 Mieke vertrekt na een tijdje op haar kot aan de Naamsepoort en gaat rechtstreeks naar de Grote Markt. Daar gaat ze even op een terrasje zitten en verliest de tijd uit het oog. Daarom loopt ze snel naar de Sint-Michielskerk, waar ze heeft afgesproken met vrienden. Zij is echter niet de enige die te laat is, zodat ze nog even moeten wachten tot al haar vrienden er zijn. Wanneer iedereen gearriveerd is, slenteren ze samen terug naar de Naamsepoort. Welke van onderstaande grafieken beschrijft best de beweging van Mieke? positie GMSMNP tijd positie A) tijd positie B) tijd positie C) tijd positie D)

VELEWE Congres 29 november 2003 Antwoord Vraag 1 tijd positie B) Mieke vertrekt na een tijdje op haar kot aan de Naamsepoort en gaat rechtstreeks naar de Grote Markt. Daar gaat ze even op een terrasje zitten en verliest de tijd uit het oog. Daarom loopt ze snel naar de Sint-Michielskerk, waar ze heeft afgesproken met vrienden. Zij is echter niet de enige die te laat is, zodat ze nog even moeten wachten tot al haar vrienden er zijn. Wanneer iedereen gearriveerd is, slenteren ze samen terug naar de Naamsepoort. Welke van onderstaande grafieken beschrijft best de beweging van Mieke? positie GMSMNP

VELEWE Congres 29 november 2003 Vraag 2 Als je weet dat de gravitatieversnelling op de maan 6 keer kleiner is dan die op de aarde, wat weet je dan over je massa als je op de maan rondloopt? A)6 keer kleiner B)6 keer groter C)blijft gelijk

VELEWE Congres 29 november 2003 Antwoord Vraag 2 Als je weet dat de gravitatieversnelling op de maan 6 keer kleiner is dan die op de aarde, wat weet je dan over je massa als je op de maan rondloopt? C) blijft gelijk Je MASSA blijft gelijk, je GEWICHT op de maan zal echter wel 6 keer kleiner worden. MASSA  GEWICHT

VELEWE Congres 29 november 2003 Vraag 3 Vakantietrip Een auto rijdt 20 km naar het noorden en daarna 35 km naar het westen. Hoe ziet de verplaatsing van de auto er uit? N OO A) B)C) 20/35ste van 90° 10 km NN O D) geen van de drie bovenstaande

VELEWE Congres 29 november 2003 Antwoord Vraag 3 20 km 35 km B) Samenstellen van vectoren! O 10 km N Een auto rijdt 20 km naar het noorden en daarna 35 km naar het westen. Hoe ziet de verplaatsing van de auto er uit?

VELEWE Congres 29 november 2003 Vraag 4 Je hebt vier identieke condensatoren, met capaciteit C. Op hoeveel manieren kan je deze vier schakelen zodat de equivalente capaciteit gelijk is aan C? A)1 B)2 C)4 D)dit is onmogelijk

VELEWE Congres 29 november 2003 Antwoord Vraag 4 Je hebt vier identieke condensatoren, met capaciteit C. Op hoeveel manieren kan je deze vier schakelen zodat de equivalente capaciteit gelijk is aan C? B) 2 CC CC CC CC C tot = C/2 + C/2 = C 1/C tot = 1/2C + 1/2C = 1/C => C tot = C

VELEWE Congres 29 november 2003 Vraag 5 Dries heeft een bak bier vast met massa m op een hoogte h en wandelt rond tussen tafels op de eerste verdieping van een drank- gelegenheid over een afstand d. Waaraan is de arbeid die Dries heeft geleverd gelijk? A)mg(h+d) B)mgd C)mgh D)0

VELEWE Congres 29 november 2003 Antwoord Vraag 5 Dries heeft een bak bier vast met massa m op een hoogte h en wandelt rond tussen tafels op de eerste verdieping van een drank- gelegenheid over een afstand d. Waaraan is de arbeid die Dries heeft geleverd gelijk? D) 0 De kracht staat loodrecht op de verplaatsing

VELEWE Congres 29 november 2003 Statistische verwerking

VELEWE Congres 29 november 2003 Evaluatie door studenten Anonieme enquête uitgevoerd bij studenten: 90% vindt dat PI helpt om de lessen fysica te begrijpen 70% vindt dat PI geholpen heeft bij het studeren van het examen 65% van de studenten bereidt meer dan 60% van de lessen voor Over het algemeen zijn de studenten zeer tevreden met het gebruik van PI !

VELEWE Congres 29 november 2003 Bonusvragen 3 korte vragen (voor de les) om na te gaan of studenten de leerstof hebben voorbereid “bonus” voor het examen Grafiek: - geslaagd op examen => goede bonusvragen - goede bonusvragen  > geslaagd op examen

VELEWE Congres 29 november 2003 Toledo Naast meerkeuzevragen ook: -rode draad van de leerstof -demonstratieproeven -begeleiding via Toledo (elektronisch leerplatform) Toledo: persoonlijke website elke les: rode draad + meerkeuzevragen (met juiste antwoord en verklaring) + extra vragen discussieforum (studenten stellen vragen aan elkaar)

VELEWE Congres 29 november 2003 Opdracht + slotdiscussie Zoek één of meerdere meerkeuzevragen (gebruik invulblad) - werk samen per 2 - vragen met 3 à 4 mogelijke antwoorden - geef ook het thema waarop de vraag betrekking heeft  Indien gewenst: afgeven met adres alle verzamelde vragen worden samengebracht en doorg d!