GRIEKSE TRAGEDIE Ratna Werry
ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN DE TRAGEDIE Ontstaan uit dithyramben (= koorlieden ter ere van Dionysos, die op zijn feesten werden uitgevoerd) Koorleider langzamerhand los van het koor Het werd een aparte rol Thespis bekend als eerste sprekende acteur
GROTE DIONYSIA Grote Dionysia = belangrijkste feest voor Dionysos in Athene (5de eeuw v Chr.). Dit feest stond open voor de gehele Griekse wereld en ook buitenlanders. Gedurende de hele vijfde eeuw voor Christus, en ook nog enige tijd daarna, was het de gewoonte dat daarbij jaarlijks van drie geselecteerde schrijvers elk drie nieuwe tragedies en een satyrspel werden opgevoerd. In de 5de eeuw minimaal 900 tragedies geschreven. Er zijn slechts 31 (sommige bronnen 32) tragedies bewaard gebleven van drie verschillende schrijvers.
DE DRIE GROTE TRAGEDIESCHRIJVERS Aischylos: Grondlegger van de tragedie, voerde een tweede acteur in, waardoor dialogen mogelijk werden. Sophokles: Meeste overwinningen van de drie, voerde derde acteur in. Euripides: Herkenbaar thema: nasleep van de Torjaanse oorlog. Kenmerken: voorliefde voor extreme vrouwelijke personages.
DE PRAKTIJK 1 Wedstrijd: De toneelvoorstellingen bij de Grote Dionysia in het kader van een wedstrijd Leitourgia:De kosten van de opvoering werden betaald door een rijke Atheense burger. Daartegenover stond grote roem wanneer het stuk succes had. De acteurs en dichter werder door de staat betaald. Dit alles is te vergelijken met de sponsoren en subsidies van nu. Het koor: Vaste ingrediënt van de tragedie. Bestond uit 12 tot 15 personen. Acteurs: De dichter was ook componist, regisseur en in het begin ook acteur. Later ging men werken met beroepsacteurs, die steeds prominenter werden. Later ook prijzen voor de beste acteur (nu awards!)
DE PRAKTIJK 2 Het theater: Openlucht. Er konden ongeveer 15.000 toeschouwers plaats nemen op de banken van het theater. Publiek: De tragedievoorstellingen vonden plaats op drie opeenvolgende dagen van de Grote Dionysia. Het publiek verbleef de hele dag in het theater. De jury: Na afloop van de voorstelling wees een jury, die door loting uit het publiek gevormd werd, de winnende dichter aan (dikwijls omkoperij).
VORM VAN DE TRAGEDIE 1 Stof van de tragedie: Oude mythologische verhalen (bekendste Ilias en Odyssee van Homeros) Tragedie als vorm van uitbeelding: Tragedie is een vorm is van ‘nabootsing’ of ‘uitbeelding’. Uitbeelding van menselijk handelen. Dit heeft de tragedie gemeen met de beeldende kunst (Aristoteles). De plot: Belangrijkste element van de tragedie. Tragisch effect: De plot zo moet zijn opgebouwd, dat door de gebeurtenissen bij het publiek medelijden en angst worden gewekt. Dit zorgt voor een ‘reiniging’ (catharsis). Drie eenheden: eenheid van handeling, eenheid van tijd (en eenheid van plaats.
VORM VAN DE TRAGEDIE 2 Onderdelen Proloog: hierin wordt de beginsituatie duidelijk gemaakt. Parodos: het eerste koorlied, dat meestal gezongen wordt door het koor terwijl dit het theater binnenkomt langs (een van) de parodoi of eisodoi. Bij binnenkomst wordt het koor voorafgegaan door de aulosspeler. Eerste epeisodion: de eerste scène, waarmee de handeling van het stuk op gang komt. Eerste stasimon: koorlied, eenstemmig gezongen door het koor, begeleid door aulos, waarbij het koor ook een dans uitvoert. Er volgt een serie epeisodia, afgewisseld door stasima Exodos: de laatste scène die eindigt met de slotregels van het koor en hun vertrek.
VORM VAN DE TRAGEDIE 2 Gesproken voordracht: Monologen, dialogen tussen acteurs of tussen acteur en koor. Stichomythie: snel wisselende dialoog tussen twee acteurs, waarbij zij om en om telkens maximaal één regel spreken. Meestal gaat het om passages waarin de emoties hoog oplopen. Bodeverhaal: gebeurtenissen die van invloed zijn op het verloop van de handeling, maar zich buiten het toneel hebben afgespeeld, worden over het algemeen door een bode verteld. Agon: een confrontatie van standpunten door twee personages in formele monologen naar voren gebracht. Gezongen passages: De lyrische passages van het stuk werden niet gesproken, maar gezongen. Recitatief: Een tussenvorm tussen gesproken woord en zang. Metrum: Verzen. De gesproken gedeelten van een tragedie zijn geschreven in iambische trimeters: 3 maten van elk twee voeten met de iambe (υ –) als grondpatroon. Dus: υ – υ – | υ – υ – | υ – υ –.