De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Door Jeroen Desaver, Elke Lemmens & Sarina Wijnen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Door Jeroen Desaver, Elke Lemmens & Sarina Wijnen"— Transcript van de presentatie:

1 Door Jeroen Desaver, Elke Lemmens & Sarina Wijnen
PKV Deel 1 Goedemorgen allemaal. Wij zijn Jeroen, Elke en Sarina en gaan vandaag ons stukje theorie voorbrengen. Als jullie vragen hebben tijdens de uitleg mogen jullie altijd je hand omhoog steken. (50sec) Door Jeroen Desaver, Elke Lemmens & Sarina Wijnen

2 Inhoudsopgave Theater in het Oude Griekenland Dionysia
Het theatergebouw Genres Koor Acteurs Theatrale middelen Amfitheater Romeins toneel Het Middeleeuws theater Conclusie Om in te leiden hebben we hier even in het algemeen onze hoofd-inhoudsopgave staan. We gaan het vandaag hebben over: ‘puntjes opnoemen’ (2’)

3 Theater in het Oude Griekenland
Grondlegger hedendaags theater Belangrijkste bezigheid Wedstrijden (Dionysia) Toneelwedstrijd voor trilogies Enkel 3 finalisten Kosten waren voor choregen (rijke burgers) => soort belasting Dionysos-theater in Athene, pas later in andere steden Tijdslijn: sinds 500 v. Chr. Elke: Ik ga beginnen met het theater in het Oude Griekenland uit te leggen. Volgens velen was het theater daar de grondlegger van het hedendaagse theater. In deze tijd was het schrijven van theaterstukken en ze opvoeren de belangrijkste bezigheid van de oude Grieken. Er werden ook vaak wedstrijden voorzien. De belangrijkste was de Dionysia ter ere van de God Dionysos. Dit was een toneelwedstrijd waar enkel trilogies voor ingestuurd mochten worden en men hield slechts 3 finalisten over. Deze finalisten stonden in voor alles. De acteurs (als die er al waren) mochten delen in de prijs die aan de winnaar werd gegeven. Hoe werd dit nu gefinancieerd? Men had enkele choregen, rijke burgers, die om beurten betaalden voor deze wedstrijd. In deze tijd was dit een soort belasting die ze betaalden. Het rare was wel dat de winnaar ook zijn geld met deze choregen moest delen. Dit theaterstuk duurde telkens 3 dagen. 1dag voor iedere finalist. Alle voorstellingen werden gehouden in het Dionysos-theater in Athene, pas later ging men in andere steden optreden. Wanneer zijn de Grieken nu begonnen met theater? Dit was omstreeks 500 v. Chr. (5’) Foto tonen Dionysos-theater in Athene

4 Dionysos-theater in Athene
Foto Dionysos-theater in Athene. Elke: Jullie zien hier een voorstelling van het Dionysos-theater in Athene. Jullie zien dat er echt een soort decor werd opgebouwd en dat men gebruik maakte van veel acteurs. Het theatergebouw had plaats voor ongeveer toeschouwers wat toch wel zeer veel is. (1’)

5 Dionysia Algemene benaming voor feest van Dionysos
Was één van de belangrijkste goden Men onderscheidt 2 verschillende feesten - Kleine of landelijke - Grote of stedelijke Wijn en groeikracht van de natuur Dieren temmen met lofliederen, orgieën, wijn drinken Elke: Het belangrijkste feest was de Dionysia. Dit was een feest ter ere van de God Dionysos. Hij was één van de belangrijkste goden binnen het Griekse leven. Men onderscheidt hier 2 verschillende feesten: Kleine of landelijke Dionysia Grote of stedelijke Dionysia Dionysos was respectievelijk de god van wijn en groeikracht van de natuur. Er zijn feiten bekend waar men feesten en theaterstukken hield met orgieën wijn en waar men dieren temde met lofliederen. Ik ga nu proberen het verschil aan te tonen tussen de kleine en de grote Dionysia. (‘2)

6 De Landelijke Dionysia
December en Januari Offerfeest Vond plaats in de Poseidon Enige feest waren slaven aan mochten deelnemen Toneelwedstrijden Toneelstukken ter ere van de fallus => teken van het leven en vruchtbaarheid Slechts 1 dag Elke: We hebben de landelijke of de kleine Dionysia. Deze werd ieder jaar in de maand December en Januari op slechts 1 dag gevierd. Het was een soort offerfeest voor de God Dionysos en vond plaats in het gebouw de Poseidon. Dit was het enige feest waar ook de slaven aan mochten deelnemen. Er werden toneelwedstrijden gehouden en er werden ook toneelstukken opgevoerd ter ere van de fallus. De fallus is een teken van leven en vruchtbaarheid. Hier vonden naar het schijnt de orgieën plaats. (‘1)

7 De Stedelijke Dionysia
6 dagen Maart en April Speelde zich af in de stad zelf Stoet met houten beeld Belangrijk was de dramavoorstelling Tonen rijkdom en kracht theater Elke: Het belangrijkste feest was de stedelijke of de grote Dionysia. Deze speelde zich 6 dagen af en vond plaats in de maanden maart en april. Deze ceremonie speelde zich af in de stad zelf. De ceremonie opende met een weelderige stoer waar men een oud houten beeld van Dionysos meedroeg. Een belangrijke rol was het theater. Hier konden de 3 finalisten hun dramavoorstelling tonen. Bij deze Dionya werd de nadruk meer gelegd op het tonen van rijkdom en kracht van het theater. (‘2)

8 Dionysos Elke: Deze versie van de god Dionysos werd door de straten gedragen. Dit is een stenen versie. De oorspronkelijke versie in die tijd werd gemaakt uit hout. (50sec)

9 Dionysoscultus en theater
In beide Dionysia was theater belangrijk HET moment om tragedies voor te dragen Competitieverband Uit deze cultus 3 dramasoorten Tragedie, Saterspel, Komedie. Elke: In beide Dionysia was het theater belangrijk. Dit was het moment om hun zelfgeschreven tragedies voor te dragen. Dit werd allemaal uiteraard gedaan in competitieverband. Uit deze cultus zijn 3 dramasoorten ontstaan: Tragedie, Saterspel, Komedie. Hierover zal Sarina jullie dadelijk iets meer vertellen. (‘1)

10 Theatergebouw Théatron: rijen zitplaatsen in een halve cirkel
Orchèstra: cirkelvormige vloer waar het koor zingt en danst Skene: oorspronkelijk berghok/verkleedruimte, later deel van het decor. Parodoi: toegangswegen links en rechts. Elke: De oude Grieken kenden vroeger enkel het openluchttheater. Dit bestond uit 4 grote delen nl. het théatron, Orchèstra, Skene en de Parodoi. Om dit te verduidelijken ga ik alles uitleggen aan de hand van een afbeelding. (1min)

11 a= théatron b+c= loopruimten d= orchèstra e= thymele f= skene g= proskene h= paraskenia i= parodoi
Elke: Hier zien jullie een afbeelding van het theatergebouw in openlucht. Bij a zien jullie de rijen zitplaatsen. Doordat de zitplaatsen omhoog gaan kon iedereen het theater goed zien. De voorste plaatsen waren voor priesters, oud-strijders en hoogwaardigheidsbekleders. Tussen de trappen zien jullie loopruimten, dit is b en c. Nummer d is het orchèstra. Dit is de cirkelvormige vloer waar de voorstellingen op plaats vonden. In het midden ervan zien jullie e, de thymele, dit is een klein altaartje ter ere van de god Dionysos. Bij f zien jullie een soort gebouw. Oorspronkelijk was dit alleen maar een verkleedruimte/berghok maar erna werd het een deel van het theater. Sommige gedeelten zoals moord mochten niet openbaar getoond worden, dit deed men dan in dit gebouw zodat men wel de kreten zou horen. Men liet wel een ‘ekkluklema’ zien (= soort tableau vivant). Een subtiele manier om gruwelijkheden te tonen. G is de proskene. Dit is het eigenlijke deel waar de acteurs hun voorstellingen lieten doorgaan. Naast de proskene hebben we ook de paraskenia, dit zijn kleine zijgebouwtjes waar acteurs konden wachten of waar men kleine taferelen afspeelde. Tot slot zien jullie i, de parodoi, dit zijn de toegangswegen. Personen die links opkwamen kwamen van buiten stad, rechts was voor inwoners van de stad. We hebben het ook daarstraks gehad over de genres. Daar zal Sarina nu meer over vertellen.(‘5)

12 Genres Tragedie Komedie Saterspel Oorsprong Inhoud Structuur Functie
Drie grootmeesters Komedie Oorsprong, inhoud en functie Oude komedie Nieuwe komedie Saterspel Sarina: In het Grieks theater kwamen verschillende genres aan bod: tragedie, komedie en saterspel. In het volgende deel van de presentatie zal ik iets dieper ingaan op de oorsprong, inhoud, structuur en functie van de tragedie met als voorbeeld de 3 grootmeesters. Daarna licht ik de komedie en het saterspel toe. (‘1)

13 Tragedie Oorsprong dithyrambe (= verhalend lied) voor Dionysos
gezongen door koor naam komt van ‘tragos’ + ‘odè’ (bokkenzang) solozanger scheidt zich af ; steeds meer acteurs Tragedie geboren! Sarina: Het precieze ontstaan van de tragedie is niet helemaal bekend, maar men neemt aan dat de tragedie is ontstaan uit de dithyrambe, een verhalend lied dat ter ere van de god van de wijn, Dionysos, gezongen werd door een jongenskoor. Voor de inhoud van zo’n lied, baseerde men zich op heldensagen. Koren deden dit niet zomaar, rond 600 v. Chr. waren er zelfs wedstrijden tussen verschillende koren. Met de combinatie van hun zang en dans en begeleid door een dubbele hobo probeerden ze de hoofdprijs in de wacht te slepen: een tragos (bokje). Als je dat samenvoegt met het Griekse woord voor gezang, “odè” dan krijg je tragedie. In het begin zong het koor als één geheel, maar later splitste één solozanger zich af van de groep. Terwijl het koor als het ware een verhaal zong, gaf deze solozanger al zingend een ‘antwoord’ op dat verhaal. In feite was deze solozanger de eerste ‘acteur’ en later kwamen er steeds meer acteurs en konden we spreken van ‘tragedie’. Dit genre werd zeer populair en maakte in de vijfde eeuw maakte de tragedie een ware bloeiperiode door. Nu nog worden dramastukken zeer gesmaakt door het publiek in theaters. (‘3)

14 Tragedie Inhoud een voor het publiek bekende mythe of sage uit het verleden (bv. Heracles, Agamemnon of Oedipus) schrijver geeft nieuwe ‘twist’ aan het verhaal Sarina: Een tragedie ging bijna altijd over een mythe of sage uit het verleden, waarin helden als Heracles, Agamemnon en Oedipus de hoofdrol speelden. Deze verhalen kende iedereen al => toeschouwers wisten al waarover de tragedie zou gaan. De grote lijnen en de afloop stonden al vast, maar toch konden de tragedieschrijvers hun eigen twist aan het verhaal geven (stempel) en bleef de tragedie ‘nieuw’ en boeiend. De schrijver kon immers kiezen welke scènes hij wel of niet liet opvoeren en kon hij de motieven van de personages enigszins aanpassen. Op die manier zaten er toch nog verrassingen in het verhaal voor de toeschouwers. (‘1)

15 Tragedie Structuur (I)
Aristoteles’ theorie: eenheden van plaats, handeling en tijd handeling: logische volgorde, geen losstaande scènes tijd: moet binnen 24u zijn plaats: niet wisselen van plaats => Oplossing: 1 dag, 1 locatie, 1 vloeiend geheel wisseling van tijd: wordt overbrugd met een lied wisseling van plaats: aangekondigd door bode Sarina: Voor de Grieken waren de eenheden van plaats, handeling en tijd zeer belangrijk. Deze theorie komt van de filosoof Aristoteles ( v. Chr) die jullie nog wel kennen van zijn mimesistheorie. Met handeling bedoelde hij dat de scènes geen losstaande feiten moesten zijn, maar logisch op elkaar moesten volgen. Met tijd bedoelde hij dat een tragedie best tussen zonsopgang en zonsondergang plaatsvindt. Ten slotte raadde hij aan om niet van plaats te wisselen. , Om deze eenheden te waarborgen, vonden de Grieken dat een tragedie zich binnen de 24 uur, op één plaats met één vloeiende reeks van handelingen moest plaatsvinden. Als er tijd tussen bepaalde scènes ligt, moest die tijd overbrugd worden door een koorlied als overgangsfase. Wanneer er in een verhaal een gebeurtenis plaatsvond in een ander dorp, kon dit best door een bode verteld worden die dan opkwam via de paradoi. (‘2)

16 Tragedie Structuur (II) stuk is opgedeeld in liederen en dialogen:
prólogos (“inleiding”): gesproken intro over het verhaal párodos (“intochtslied”): gezongen door het koor daarna afwisselend (3 tot 5 keer): epeisodion ("bedrijf"): gesproken gedeelte stasimon ("standlied"): gezongen door het koor éxodos ("laatste bedrijf"): gesproken afsluiting Sarina: Binnen het stuk vinden we de volgende opdelingen, waarbij wordt afgewisseld tussen koorliederen en dialogen: de prólogos ("eerste bedrijf"): gesproken gedeelte voordat het koor de orchèstra heeft betreden. Dit is als het ware de inleiding waarin wordt uitgelegd over welk verhaal het gaat en waar je in het verhaal binnenstapt (aangezien de toeschouwers de mythe of sage waarop de tragedie gebaseerd is, al kennen) de párodos ("intochtslied") van het koor: de choreuten betreden de orchestra en blijven daar nu tot het einde van het stuk het eerste epeisodion ("bedrijf"): WELK (ENGELS) WOORD? => een gesproken gedeelte het eerste stasimon ("standlied"): gezongen door het koor; de actie ligt even stil ... enz.: er zijn drie tot vijf epeisodia, elk epeisodion wordt gevolgd door een stasimon de éxodos ("laatste bedrijf"): WELK (ENGELS) WOORD? => gesproken gedeelte na het laatste stasimon; op het einde heeft iedereen de orchestra verlaten (‘3)

17 Tragedie Structuur (III) extra’s: kommos (beurtzang)
agon (discussie) met stichomythia (versregel binnen het agon) bodeverhaal (om gruwelijkheden te melden) i.p.v. met een ekkuklema dramatische ironie (publiek weet meer dan de acteurs, bv. Oedipus) => ook vaak in soaps metriek (vaste versvoeten) Sarina: Binnen deze formele structuur vinden we vaak nog andere termen. Sommige gedeelten worden onderbroken door een kommos. WAT ZOU DIT KUNNEN ZIJN? Dit is een beurtzang tussen het orchèstra en de acteur en is vaak een klaagzang binnen het theaterstuk. De Grieken waren ook dol op discussies, dit noemde men het agon binnen het theater. Een ruzie werd vaak gehouden door middel van één simpele versregel telkens, dit fenomeen noemen we stichomythia. Soms kwam het ook voor dat het verhaal gruwelijkheden bevatte, maar zoals gezegd mochten deze gebeurtenissen alleen via een ekkuklema uitgebeeld worden. Een andere oplossing was een bodeverhaal (WAARVOOR NOG GEBRUIKT?) in plaats van geluiden en een afbeelding liet men een bode opkomen die het verhaal in een lange, emotionele monoloog meedeelde aan het publiek. Vaak wordt er ook gebruikt gemaakt van dramatische ironie in de tragedies, doordat het publiek meer weet dan de acteur(s) en er zo spanning ontstaat. Een goed voorbeeld hiervan is Oedipus, waar iedereen om Oedipus heen weet wat er gaande is (hij is met zijn moeder getrouwd) behalve het hoofdpersonage zelf. Dit fenomeen zie je tegenwoordig ook vaak terug in soaps. Daarnaast sprak men ook van metriek: de hoofdpersonages treden in dialoog met elkaar. Het gaat hier vaak om spreekverzen in gestileerd Attisch. Hier worden de dialogen ondersteund met simpele koorliederen om het gevoel te versterken of te verzwakken. (‘3)

18 Tragedie Functie volgens Aristoteles: het publiek emoties laten ondergaan om hen te zuiveren (catharsis) => toeschouwers zullen dan nooit moorden/verkrachten etc. hoe? nobele handeling peripetie: ontknoping (onvermijdelijk en onverwacht) meeleven met hoofdpersoon (grootste effect) hamartia: hoofdpersoon krijgt tegenslagen of faalt Kortom: de tragedie is een uitlaatklep voor het publiek Sarina: Daarnet hadden we het al even over de opvatting van Aristoteles over tragedie. Volgens hem bevat een goede tragedie de drie eenheden, maar dat is niet het enige dat een tragedie goed maakt. De functie van een tragedie – volgens Aristoteles – is bij de toeschouwers medelijden en angst opwekken, hetgeen zorgt voor catharsis (zuivering). Een tragedie moet dus als het ware ervoor zorgen dat de toeschouwers zich nooit zouden inlaten met de gruwelijkheden die in tragedies afgebeeld worden. Het verhaal moet dan ook een nobele handeling bevatten, waarbij de ontknoping, peripetie genaamd, logisch voortvloeit uit het verhaal. Bij deze peripetie valt het onvermijdelijke en het onverwachte samen, wat zorgt voor een groot effect op het publiek. Daarnaast stelde Aristoteles ook eisen aan de acteurs in een tragedie. Het publiek moet zich immers kunnen identificeren met de personages. Indien het hoofdpersonage een slechterik is die gestraft wordt, ligt dit te veel voor de hand en als de slechterik ongestraft met zijn daden wegkomt, raken mensen geïrriteerd. Aangezien het de bedoeling is dat toeschouwers medelijden krijgen of bang worden, moet het personage dus een welvarend persoon zijn die plotselinge tegenslagen krijgt of zelf faalt (hamartia). Op die manier ondergaan de toeschouwers deze emoties, zonder te zelf bewust mee te maken in hun werkelijke leven en dient zo’n tragedie dus als uitlaatklep. Je zou dit kunnen vergelijken met een voetbalwedstrijd, waarbij het publiek meeleeft met de spelers, doorheen verschillende emoties rolt en uiteindelijk ‘gereinigd’ het stadion verlaat. Ook nu nog vervult de tragedie deze functie, we kunnen de verschrikkingen van onze tijd (bv. natuurrampen, oorlogen, terrorisme etc.) beter begrijpen en met deze gebeurtenissen kunnen omgaan zonder dat we gek worden. (‘3)

19 Tragedie slechts 30 tragedies bewaard van de drie grootmeesters:
Aeschylus ( v. Chr) Sophocles ( v. Chr) Euripides ( v. Chr) Deze 3 hebben een grote invloed gehad en hebben velen geïnspireerd (bv. Aristophanes en ook nu nog). Daarom laten we hen eventjes aan het woord… Sarina: Van de vele duizenden Griekse tragedies die ooit geschreven zijn, zijn er slechts 30 volledig bewaard gebleven. De betreffende tragedies komen van drie grote schrijvers, namelijk Aeschylus, Sophocles en Euripides. De drie heren hebben allemaal de bloei van Athene meegemaakt ( ) en de reden waarom net hun verhalen bewaard zijn gebleven, is omdat zij tijdens hun leven al gezien werden als de besten. Hun invloed is enorm geweest, want tot op de dag van vandaag worden hun werken gebruikt als inspiratiebron voor toneelstukken en als leerstof op scholen. Er bestaat zelfs een komedie van Aristophanes genaamd “De kikkers” waarin de hoofdpersoon Dionysos naar de onderwereld daalt (net als Orpheus) om de drie grootheden terug te halen aangezien er na hen geen grote tragedieschrijvers meer waren. Daarom laten we hen eventjes aan het woord (’2)

20 De 3 grootmeesters van de tragedie aan het woord…
TONEELSTUKJE MET DE 3 ‘VECHTENDE’ GROOTMEESTERS (‘8 – 26 subtotaal) Aeschylus (Elke): Welkom allemaal. Mijn naam is Aeschylus en ik ben de grootste schrijver van mijn tijd. Sophocles (Sarina): Neen! Ik ben de grootste schrijver, jij was niets waard. Iedereen heeft al gehoord over de naam Sophocles! Of niets soms ?! ‘knipoog’ Euripides (Jeroen): Neen, ik ben de grootste schrijver van mijn tijd! Ik schrijf met gevoelens, over passie en ik kan me goed inleven in de wereld van de vrouw. Sophocles: Gevoelens en passie, puh! Niets waard. Mensen willen een verhaal zien. Personages begaan een misstap en moeten hun problemen oplossen. Bekijk het als de huidige dramafilm! Dat ziet iedereen toch graag…. Aeschylus: God, zeveraars. Hoe saai! Mensen willen iets over goden horen, over religie! Iedereen gelooft in Goden. Zeus die mensen berechtigt, zeg nu zelf, een goede actiefilm! Sophocles: Aha, daar hebben we een gemeenschappelijk punt! Mijn personages moeten ook onderdoen voor een goddelijke macht. Ik begrijp je punt… Euripides: Ik vind dat goden niets waard zijn! Ik doe er alles aan om ze neer te halen in mijn toneelstukken! Mijn helden denken na over filosofie en politiek! Aeschyclus: En wie vinden jullie nu de beste schrijver? Sophocles: We zijn het er dus over eens…. Ik ben de beste schrijver van mijn tijd! Euripides: Het blijft allemaal hetzelfde! We schrijven toch in andere genres! ‘Andere 2 schrijvers zuchten…… ppt gaat verder’ Aeschylus ~ Sophokles ~ Euripides

21 De 3 grootmeesters Aeschylus Sophocles Euripides Leefde van:
Onderwerpen: Bekende werken: v. Chr v. Chr v. Chr Gerechtigheid, goden, noodlot en overmoed Hamartia, onderdoen voor goden Vrouwen, passie, kritiek op politiek en religie Sarina: Vraag de studenten of ze de tabel kunnen invullen als samenvatting – vraag 1: wie was de oudste? En de jongste? Vraag 2: de onderwerpen (afleiden uit het stukje) Vraag 3: de bekende werken (afleiden uit de covers) (’2 = 28 sub) De Perzen, Agamemnon Oedipus, Elektra, Ajax, Antigone Medea, Helena

22 Komedie Oorsprong, inhoud en functie
tegenpool van tragedie, maar gelijke ontstaanswijze: uit religieuze processie ontsprongen genaamd komos (soort carnavalsoptocht) voor Dionysos vruchtbaarheidssymbolen (bv. fallus) en veel grapjes tijdens de komos; zelfs schunnige liedjes en steken op belangrijke personen/actuele gebeurtenissen eerst improvisatie, later echte toneelstukken koor bestaat uit dieren; maskers en kostuums: spottend van aard doel: publiek moet loskomen + maatschappij becommentariëren (vergelijkbaar met cabaret) Sarina: Komedie en tragedie zijn elkaars tegenpolen. Toch hebben ze ook veel gemeen, want net zoals de tragedie is ook de komedie gebaseerd op religie. In het oude Athene dosten mensen zich uit en gingen al zingend en dansend de straat op in een processie genaamd komos*. Je zou dit kunnen vergelijken met een carnavalsoptocht, die origineel ook een katholiek karakter had. Tijdens deze komos eerden de Grieken de goden van de vruchtbaarheid, met name Dionysos. Aangezien de fallus het symbool van vruchtbaarheid is, droegen de deelnemers fallussen mee tijdens de tocht en ze maakten veel grapjes. Van daaruit is dan de komedie ontstaan, vol zang en dans, woordspelingen en grappen. De gezongen liederen waren vaak schunnig van aard en er werd ook de draak gestoken met actuele gebeurtenissen, belangrijke personen en zelfs de goden. Eerst waren deze komische uitlatingen pure improvisatie, maar dit groeide uit tot echte toneelstukken met samenhang en structuur. Eerst werden deze komedies opgevoerd als onderdeel van toneelfestivals, later waren er specifieke komediefestivals. Nog een overeenkomst met de tragedie is het feit dat ook bij komedies een koor aanwezig was – zij het een koor bestaande uit dieren, meer specifiek kikkers, wespen of vogels. Net als bij tragedies werden ook bij komedies maskers en kostuums gedragen, maar deze waren eerder spottend van aard (verdikkingen, fallussen etc.). Ook de structuur kwam overeen met die van de tragedie. De functie van de komedie verschilt echter van die van de tragedie. Hoewel de tragedie als doel heeft om mensen bang te maken of medelijden te laten hebben, opdat zij zelf gereinigd worden, is het bij de komedie de bedoeling dat mensen zich amuseren en iedereen kan loskomen. Nog een belangrijke functie is die van de spot, een ‘subtiele’ becommentariëring van prominente personen of de maatschappij in het algemeen. Eigenlijk zou deze komedie dus kunnen vergelijken met het huidige cabaret. (‘4 – 32 subtotaal) Niet te verwarren met kommos (zie )

23 Komedie Oude Komedie handeling = verzonnen (bv. fantasie/parodie)
personages = karikaturen (bv. bekende personen) parábasis: koor richt zich op publiek Aristophanes ( v. Chr) = grootmeester van de Oude Komedie “De kikkers”, “De vogels” (vernoemd naar koor!) Sarina: Waar Aeschylus, Sophocles en Euripides de grootheden van de tragedie waren, was Aristophanes ( v. Chr.) dat van de Oude Komedie. Hij schreef vooral satirische stukken waarin politici, filosofen, dichters en de goden bespot werden. Werken van hem zijn “De kikkers” (omdat het koor uit kikkers bestaat; zie ook ), “De wolken” (waarin Socrates belachelijk wordt gemaakt en “De vogels” (waarin een stad in de wolken wordt gesticht als tegenhanger van het godenrijk). De belangrijkste kenmerken van de Oude Komedie kun je in Aristophanes’ werken herkennen. De handeling in een komedie is verzonnen, het is een fantasie of een parodie. De personages die in het verhaal spelen, zijn dan ook karikaturen, met een spottende knipoog naar de bekende personen die nagebootst worden. Op die manier kon men kritiek geven op de maatschappij. Kenmerkend aan de Oude Komedie was ook de parábasis: het koor zet dan even de maskers af en richt zich op het publiek om kritiek te uiten. (‘2 = 34 subtotaal)

24 Komedie Nieuwe Komedie
er mocht minder gespot worden met politici en de actualiteit omwille van de Peloponessische Oorlog => men ging de mythen parodiëren later werd de spot nog verder verdreven uit de komedie en werd het een blijspel over het dagelijks leven (bv. over liefde) altijd een happy end personages: vaste typetjes (vrek/slimme slaaf/hoertje) voorbeeld: Menander ( v. Chr) Sarina: Onder invloed van de Peloponessische oorlog maakten de schrijvers in hun komedies steeds minder toespelingen op politieke problemen en ook het bespotten van personen nam af. In plaats daarvan werden mythen meer en meer geparodieerd. Dit was slechts een tussenperiode naar de Nieuwe Komedie toe. Vanaf het einde van de vierde eeuw mocht er nog minder publiekelijk gespot worden. De komedie verloor daardoor haar politiek en absurdische karakter en werd een bijspel. Het dagelijks leven en meer specifieke relationele problemen werd het belangrijkste onderwerp, met als thema’s liefde, verwaarlozing of het te vondeling leggen van baby’s. Deze verhalen hadden – in tegenstelling tot de tragedie – altijd een happy end. Wat ook opvalt is dat de acteurs vaste typetjes zijn: de lichtzinnige zoon, de strenge vader, de vrek, de slimme slaaf, het hoertje, de opschepper etc. Een bekende auteur die dit type komedie schreef was bv. Menander ( v. Chr.). Via de Latijnse schrijver Plaunus is de invloed van de Nieuwe Komedie op toneelschrijvers van latere tijden zeer groot (zie ook 2.3). Nu nog zie je in soaps dat het dagelijks leven het hoofdingrediënt vormt, zij het niet altijd met een happy end. (‘2 = 36 subtotaal)

25 Saterspel ook ontstaan vanuit Dionysoscultus
blijspel met zeer uitbundig en los karakter naam komt van de satyrs (ongemanierd) vanaf 6e eeuw deel van het toneelfestival tetralogie (3 tragedies + 1 saterspel als parodie) voorbeeld per grootmeester Aeschylus: Netvissers Sophocles: Spoorzoekers Euripides: Cycloop vergelijkbaar met cabaret en satireprogramma’s Koefnoen, South Park, Buiten de Zone etc. Sarina: Het derde genre is het saterspel, ook wel satire genoemd. Net als de komedie en tragedie hangt ook het ontstaan van dit genre samen met de cultus van de god Dionysos. De naam saterspel verklapt al dat het een blijspel is, dat enigszins lijkt op de komedie omwille van het ‘losse’ en uitbundige karakter. Het genre ontstond via de Dionysia, waarschijnlijk in de Peloponnesos. De naam komt van de satyrs of silenen, de personen die zich schuldig maakten aan ongemanierd gedrag (geil, uitgelaten, lui etc.). Sinds het einde van de 6e eeuw v.Chr. kreeg het saterspel zijn vaste plaats in het toneelfestival der Dionysia. Er ontstonden de zogenaamde “tetralogieën”, dat wil zeggen 3 tragedies (= trilogie), afgesloten met 1 saterspel. Het onderwerp van het saterspel hield ook verband met het onderwerp van de voorafgaande trilogie, maar dan op een parodiërende manier. Er werden hierbij ook insinuaties op de actualiteit gemaakt, net als bij de komedie, maar dan meer schertsend. Van de saterspelen is helaas maar weinig bewaard, maar van elk van de bovengenoemde grootmeesters is gelukkig nog één saterspel bewaard gebleven. Aischylos schreef “Netvissers”, Sophokles “Spoorzoekers” en Euripides schreef “Cycloop”. Het saterspel zou je zeer goed kunnen vergelijken met het huidige cabaret waarin kopstukken uit de politiek en media bespot worden. Een andere vergelijking kun je maken met satireprogramma’s op tv waarin deze bekende mensen geparodieerd worden, zoals Buiten de Zone, Het Geslacht de Pauw, Koefnoen, South Park.(‘3 = 39 subtotaal)

26 Koor essentieel element reageert op de gebeurtenissen in zang
schetsen ruimere context 12-15 choreuten in subgroepen van 3-5 begeleid door een fluitspeler 1 koorleider (corryfee) koor = wijsheid  hoofdpersoon = heroïsch poëtisch en zelfs filosofisch van aard Sarina: Het koor was een essentieel element bij de Griekse tragedie. Het vervulde de rol van ideale toeschouwer die meeleeft met het gebeuren, erop reageert en de goden om bijstand vraagt. Het koor werd gevormd door gewoonlijk 12 à 15 choreuten, verdeeld in subgroepen van 3 of 5. Deze choreuten werden steeds begeleid door een muzikant, fluitspeler. Een zogenaamde corryfee of koorleider nam vaak deel aan de dialogen als een soort woordvoerder hiervan. Er is een wezenlijk verschil tussen het koor en de hoofdpersonages. Terwijl de hoofdpersonages vaak heroïsche en extreme karakters hebben speelt het koor de rol van de middelmatigheid. Het geeft de indruk van burgerlijke bekrompenheid die het hoofdpersonage niet kan vatten. Het koor is de wijsheid tegenover de kordate en heroïsche houding van de helden. De koorliederen zijn vaak “juweeltjes van diepzinnige, lyrische poëzie”. Ze brengen het publiek in de juiste sfeer en bevatten soms filosofische beschouwingen waarin de tekstschrijver zijn persoonlijke wereldbeschouwing het best bloot geeft. Deze koorliederen schetsen ook de ruimere context van het theaterstuk. (‘3 = 42 subtotaal)

27 Acteurs alleen mannen (ook vrouwenrollen!)
3 hoofdpersonages spelen alle rollen: protagonist = personage met probleem antagonist = tegenspeler tritagonist = zorgt voor intrige soms figuranten Sarina: In de vijfde eeuw voor Christus was men niet zo ruimdenkend als nu. De acteurs in die tijd waarin alleen maar mannen die alle rollen speelden, ook die van de vrouw (zie ook 1.6). Gewoonlijk waren er drie hoofdpersonages, niet meer. Men onderscheidde de protagonist, de antagonist en de tritagonist. Degene waar het om draait, die een probleem heeft, noemen we de protagonist. De antagonist is de tegenspeler waardoor het conflict met de protagonist ontstaat. De tritagonist is de persoon die voor het intrige zorgt binnen het theaterstuk. We spraken al dat deze 3 acteurs vaak meer als één rol speelden op het stuk, er waren dus nooit meer dan 3 mensen aanwezig op de bühne. Wél waren er soms figurantenrollen, wanneer het theaterstuk onmogelijk gedragen kon worden door 3 personen. (‘2 = 44 subtotaal)

28 Theatrale middelen hoofddecor: het theatergebouw (skène)
alleen natuurlijke verlichting hulpstukken: ekkuklema (tableau vivant) maskers (emoties/leeftijd/status) geen mimiek! wel handig om vrouw te spelen kostuums (kleurrijke gewaden) kothornoi (schoenen) => goed zichtbaar op grote afstand Sarina: In de tijd van het Griekse theater had men natuurlijk nog niet de middelen die men tegenwoordig ter beschikking heeft. Het decor bestond in de eerste plaats uit het theatergebouw, de skene. Veel andere decorstukken waren er niet, op de ekkuklema na (zie 1.2). Ook van verlichting was geen sprake, men moest het doen met de enige lichtbron die er op dat moment aanwezig was: de zon. Wel maakte men veel gebruik van maskers en kostuums. Door een opvallende kostumering kregen de acteurs een soort plechtige, indrukwekkende gestalte. Ze droegen kleurrijke gewaden, maskers en kothornoi (toneellaarzen met hoge zolen) waardoor het ook niet opviel dat mannen ook de vrouwenrollen speelden. Op die manier waren ze bovendien zeer herkenbaar – wat erg handig was aangezien sommige toeschouwers wel tientallen meters van de acteurs af zaten – maar daardoor was er geen sprake van mimiek bij de acteurs. Op de maskers stond daarom een specifieke gelaatsuitdrukking (boos of verdrietig) zodat acteurs toch konden laten zien wat hun personage op dat moment voelde. Er waren ook maskers die een bepaalde leeftijd (oud/jong) of sociale status (arm/rijk) uitdrukten. Tegenwoordig wordt gefocust op grime en worden maskers niet of nauwelijks gebruikt. (‘3 = totaal 47)

29 Typische maskers die werden gebruikt in het Grieks theater

30 Acteurs met maskers , kothornoi en typische kleding in het Griekse theater
Einde Sarina (45 min) Acteurs

31 Amfitheater Ovaal, open gebouw uit de Romeinse oudheid.
Gebruikt voor gladiatorengevechten en jachtpartijen op wilde dieren (Venationes) Stampt uit oud gebruik van de Etrusken, de ‘Munera’. Lijkfeesten ter ere van de doden. Belangrijke personen zaten vooraan, meer naar achter de gegoede burgerij en bovenaan de gewone bevolking. Jeroen: (Dit volledige deel leg ik uit aan de hand van volgend filmpje: )

32 De Spelen ‘s ochtends: Venationes = bestiarii vs. Wilde (roof)dieren
s’ Middags: openbare executies, publiekelijke onthoofding vd. staatsburgers. Naargelang rijkdom en belangrijkheid matigere executies. ‘s Namiddags: Gladiatorengevechten Tijdens pauzes, voor het publiek, brood, muziek en kleine geschenken als drukmiddel op het volk.

33 Romeins Toneel Poëtisch volksvermaak, Romeinse tragedies en komedies van Seneca, Plautus en Terentius. In tegenstelling tot de Grieken geen spotspraak over personen met hogere functies. Dit druistte niet met de Seneca. Grieken meer persvrijheid, Romeinen niet.

34 Conclusie Veel meer aandacht voor bloedige spelen dan voor tragedies en komedies Dood was een dagelijkse gast in het volksvermaak Spelen als sociaal economisch drukmiddel van de Keizer op het volk

35 Forum Romanum Belangrijkste handelsplein/centrum vanuit de Archaïsche tijd (10de – 8ste eeuw VC.) Gelegen tussen heuvels, Capitool, Velia en Esquilijn Pleisterplaats van redenaars tegen het Keizerrijk, ontstaan van het Cabaret

36 Circus Maximus & de wagenrennen
andere, bloedige, vorm van volkvermaak Slaven vertegenwoordigden de 4 politieke partijen De, Russata, Prasina, Albata en de Veneta Races van 3 kilometer (7rondes) rond de Spina (aarden ophoping) Spina = versierd met heiligdommen zoals obelisken Speciale gelegenheden tot 100 races i.p.v. 24 Slaven konden helden worden => Diokles

37 Het middeleeuwse theater

38 Algemeen Religie, koorzang In de vorm van een vraag –en antwoordspel
Vooral priesters waren de acteurs Buiten de kerk vooral jongleurs en sprooksprekers Aanvankelijk in de kerk, maar werd te groot => pleinen Spektakel Vaak smeden van verhalen aan elkaar => toneelcyclus Elke: Het theater kwam terug in de vorm van religie en koorzang. Het werd ook vaak gespeeld in de vorm van een vraag –en antwoordspel waar ik dadelijk ook een voorbeeld van zal geven. Vooral priesters waren aanvankelijk de acteurs. Buiten de kerk waren het vooral jongleurs en sprooksprekers. Het theater was in de kerk, maar door de grote toeloop moest men verplaatsen naar aanliggende pleinen. Men maakte hier een spektakel van met vuur, rook en prachtige muziek. Vaak werden de verhaal ook aan elkaar gerijgd. Men sprak dan van een toneelcyclus, het opvoeren van toneelstukken enkele dagen na elkaar. (‘2)

39 Voorbeeld vraag –en antwoordspel
Wien zoekt gij in het graf, oveersters van Christus? Antwoord: Jezus van Nazareth die gekruisigd werd, o bewoner van den hemel. Hij is niet hier. Hij verrees zoals Hij voorzegd had, gaat en meldt dat Hij uit het graf verrees. Elke & Jeroen of Sarina: Vraag Elke Antwoord Jeroen of Sarina Maakt het wat leuker en lijviger (‘1)

40 2 soorten theater Religieus theater: Mysteriespel
Heiligen –of mirakelspelen 15de –en 16de-eeuwse moraliteit Passiespel Profaan theater: Kluchten De abele spelen Elke: In de middeleeuwen hebben we eigenlijk 2 soorten theater: het religieus en het profaan theater. Hierin situeren we verschillende soorten theater. Opsommen soorten (‘1)

41 Mysteriespel Elke: Bij het mysteriespel heeft men een dramatisering van geloofsgeheimen. De theaterstukken waren gebaseerd op het mysterie van de wereld en hoe deze geschapen is door God. Sommige stukken worden nu nog steeds opgevoerd, voornamelijk in Spanje. Hier zien jullie een voorbeeld van Elche, een beroemd mysteriespel dat ieder jaar opnieuw gespeeld wordt. (‘5)

42 Andere spelen De heiligen –of mirakelspelen: behandelen heiligen en mirakels. 15de –en 16de-eeuws moraliteit: zedenles Passiespel: lijden van Christus hoofdthema Elke(‘3)

43 Profaan theater Kluchten: spot drijven in samenspel
Abele spelen: ontroerende en verheffende menselijkheid. Behandelen liefde van Esmoriet en Damiët. Theater werd voor het eerst als kunst gezien Elke (‘1)

44 Abele spelen Elke: voorbeeld abele spelen

45 Dramatische structuur
Veel drama Acteur had verschillende rollen Veel heiligen Mysteries Het publiek moest in ‘ontzag zijn’ bv. Maastrichts spel God vraagt zich af of hij Adam en Eva weer het geluk zou geven. Elke (‘2)

46 Personages Round charachters (van vlees en bloed)
Gespleten persoonlijkheid Vaak enkel voor edelen (abele spelen) Hangen af van het soort theater Worden gedreven door menselijke driften Sociale rollen Elke (‘2)

47 Voorstellingsruimte Mansions of huisjes Episode
Geeft een beeld van het stadsleven Verwijzing naar God, want God verbindt hen Wal is een soort gesloten vesting Stad-in-de-stad Hedendaags in het circus Ruimte was belangrijk Abele spelen => hof Elke (‘3)

48 Voorstelling vesting Elke (‘1)


Download ppt "Door Jeroen Desaver, Elke Lemmens & Sarina Wijnen"

Verwante presentaties


Ads door Google