3 Landbouwlandschappen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vergelijking van de landbouw in Oostenrijk en Nederland
Advertisements

Planning Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min]
Bedrijfsbezoek in de Polders
1 Landschap en foto 1.1 Aardrijkskunde 1.2 Het landschap
DIA 1 Blanco start KLIK voor DIA 2
P 3.2 Kwetsbaar ecosysteem
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 COVER: Selecteer het grijze vlak hiernaast met rechtsklik & kies ‘change picture’ voor een ander beeld of verwijder deze slide & kies in de menubalk.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
2 Het landelijk landschap
Paragraaf 1.3 Jagers worden boeren.
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
Traditionele akkerbouw in Zwart-Afrika
Opscheppen! Bunschoten
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 1 t/m 5
Landbouw een maatschappelijk gebeuren met onderzoek in steun BVLE 28 februari 2007.
Op welke manier veranderden de landbouw en het landschap op de Nederlandse zandgronden en hoe komt dat?
Landbouw Door Maxine & Leah.
Problemen en wat we eraan moeten doen
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Elke 7 seconden een nieuw getal
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Voedselverliezen & Landbouw
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
2.1 – Kennismaken met het Middellandse Zeegebied
Paragraaf 3.2 Boeren en hun cultuurlandschappen
5 Landbouw in de Condroz.
Klik HIER om de voorstelling te starten !
Paragraaf 14: de inrichting van het Pleistocene zandlandschap
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Ontbossing.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
HOOFDSTUK 6 ECOSYSTEMEN
2.2: Meer kennis, meer voedsel
? _ _ + + _ + _ _ _ _ + +.
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Bs. 132 t/m Bs. 134 Gemaakt door: Daniëla en Rosa
Commerciële landbouw in de VS
Klimaat en landbouw 3.2 Voedselvoorziening in Nigeria
Mens en milieu 5H. Landbouw Bemesten  kan leiden tot uitspoeling – Kunstmest (nitraat/NO3 - en fosfaat/PO4 3-) – Stalmest (reducenten zetten dit om tot.
Bioweek 2015 van 6 tot 14 juni “Met bio investeer ik in de toekomst”
Waar komt ons eten vandaan?
Meet&Match Agrifood - 11 december Agrifood in Wallonië: Setting the scene.
1. Weiland in het najaar.
P1.2 Cultuurlandschappen in Europa
Landbouwlandschappen in Europa op kaart
De ontwikkeling van de landbouw (vanaf 8500 v.C)
MENS EN MILIEU THEMA 3.
Wat betekent bodem voor de landbouw en landbouw voor de bodem?
1 Thema 3 Mens en milieu B1 en B2.
Mijn gemeente Mijn omgeving Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Congo: rijk land maar arme bevolking Congo: rijk land, arme bevolking.
De mens en zijn milieu ZW4 Hoofdstuk 4. §1 De mens en het milieu Milieu: de omgeving waarin een organisme leeft Mens en milieu: de mens en zijn omgeving.
Voedsel verbouwen Thema 2 – blok 2.
Soorten meststoffen test.
(Onderdeel van IBS Onderhouden)
Vraagkaarten Intensieve veeteelt.
Akkerbouw Gefeliciteerd! Je bent een nieuw akkerbouwbedrijf gestart! Je kan verschillende gewassen verzamelen tijdens het spel. Je hebt deze gewassen nodig.
Thema 5: werken 5a: Landbouw 5b: Noord Nederland
Organische meststoffen
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Hoe verdienen de mensen de kost?
Woordenkist De Boerderij.
Organische meststoffen
Thema 4 Mens en Milieu.
Transcript van de presentatie:

3 Landbouwlandschappen

Productie van een bedrijf aard productie, teelten bodemgebruik 3.1 Landbouwtypes 32 Productie van een bedrijf = 1% totale oppervlakte landbouwtype grasland tarwe gerst aardappelen aard productie, teelten bodemgebruik maïs Teeltdiagram suikerbieten groenvoeder

= landbouwtype waarbij gewassen verbouwd worden op akkers 3.1.1 Akkerbouw 32 Grote ondernemingen 3.2 = landbouwtype waarbij gewassen verbouwd worden op akkers Klein personeelsbestand = arbeidsextensief 3.3 Veel machines = kapitaalsintensief

Landschapselementen akkerbouwbedrijf 32 Landschapselementen akkerbouwbedrijf 2 woning 3 1 akker loods 3 3.2 Akkerbouwbedrijf

Teelten 1. 2. tarwe 3. suikerbieten maïs 3.1.1 Akkerbouw tarwe 32 tarwe suikerbieten gras maïs andere Teelten 1. 2. 3. tarwe suikerbieten maïs

wordt door de mens als voedsel gebruikt 3.1.1 Akkerbouw 32 Voedingsgewas: wordt door de mens als voedsel gebruikt Voorbeeld: rogge

wordt door de mens als voedsel gebruikt 3.1.1 Akkerbouw 32 Voedingsgewas: wordt door de mens als voedsel gebruikt Voedergewas: dienst als veevoeder Voorbeeld: gierst

Voorbeeld: gerst bierproductie 3.1.1 Akkerbouw 32 Voedingsgewas: wordt door de mens als voedsel gebruikt Voedergewas: dienst als veevoeder Industriegewas: wordt in een fabriek verwerkt Voorbeeld: gerst bierproductie

Bovenste kadertjes: soort gewas, onder foto’s gebruik. 3.1.1 Akkerbouw 32 Bovenste kadertjes: soort gewas, onder foto’s gebruik. voedselgewas voedergewas industriegewas 3.4 aardappelen 3.5 voederbieten 3.6 vlas voeding dierenvoeder textiel voedselgewas voedergewas industriegewas 3.7 tarwe 3.8 maïs 3.9 suikerbiet brood dierenvoeder suikerfabriek

= landbouwtype gericht op de teelt van dieren 3.1.2 Veeteelt 33 = landbouwtype gericht op de teelt van dieren arbeidsintensieve veeteelt = groot aantal dieren / kleine oppervlakte vraagt veel arbeidstijd 3.11

Niet-grondgebonden veeteelt 33 Niet-grondgebonden veeteelt Dieren worden gans jaar op stal gehouden (hokdieren) Bedrijven produceren als een fabriek = Bio-industrie

Landschapselementen? 3.1.2 Veeteelt 33 loods/schuur stal akker weiland 4 3 stal 2 akker 4 1 weiland 3.12

Bodemgebruik? 1. grasland 2. maïs 3. voederbiet 3.1.2 Veeteelt 33 grasland maïs andere voederbiet Bodemgebruik? 1. grasland 2. maïs 3. voederbiet

niet-grondgebonden veeteelt 3.1.2 Vormen van veeteelt 33 Vormen van veeteelt (schapen, slachtvee(runderen), pluimvee, niet-grondgebonden veeteelt, slachtvee(varkens), melkvee) 3.13 3.14 3.15 melkvee pluimvee slachtvee (rund) 3.16 3.17 3.18 slachtvee (varkens) niet-grondgebonden veeteelt schapen

Tuinbouw = landbouwtype waarbij teelten worden geproduceerd in: 34 groententeelt fruitteelt Tuinbouw = landbouwtype waarbij teelten worden geproduceerd in: 3.21 Volle grond Serre sierteelt

= een vorm van landbouw die heel wat arbeid vraagt: = arbeidsintensief 3.1.3 Tuinbouw 34 = een vorm van landbouw die heel wat arbeid vraagt: = arbeidsintensief Bewerken 1 ha tuinbouwgewas = 40 ha graangewas

Glascultuur: productie = modern en efficiënt 3.1.3 Tuinbouw 34 Glascultuur: productie = modern en efficiënt Kapitaalsintensief verwarming verlichting klimaatregeling

1. sla 2. kool 3. komkommer 3.1.3 Tuinbouw Bodemgebruik? 34 sla prei andere komkommer Bodemgebruik? 1. sla 2. kool 3. komkommer

voedings- en voedergewassen 3.1.3 Tuinbouw 34 Onderscheid tussen akkerbouw tuinbouw volle grond aardappelteelt fruitteelt arbeidsextensief arbeidsintensief grote percelen kleine percelen voedings- en voedergewassen groenten (sla, komkommer) fruit, sierteelten tarweteelt groententeelt

tijdelijke tewerkstelling tijdens het oogstseizoen 3.1.3 Tuinbouw 34 fruitoogst Seizoenarbeid= tijdelijke tewerkstelling tijdens het oogstseizoen druivenoogst

Productie tuinbouwbedrijven 34 Productie tuinbouwbedrijven groenteteelt, fruitteelt, serreteelt, sierteelt (bloemen, struiken). 3.24 3.25 3.26 groenteteelt fruitteelt sierteelt (struik) 3.27 3.28 3.29 sierteelt (bloemen) groenteteelt serreteelt

= veeteelt en akkerbouw in 1 bedrijf weide + vee 3.1.4 Gemengde landbouw 35 = veeteelt en akkerbouw in 1 bedrijf weide + vee akker weide + vee = veeteelt en tuinbouw in 1 bedrijf serres

Landschapselementen 1. weide 2. akker 3. stal 4. silo 3.1.4 Gemengde landbouw 35 Landschapselementen 3.33 1 4 3 3 2 2 1. weide 2. akker 3. stal 4. silo

Bodemgebruik akkers en weiden 3.1.4 Gemengde landbouw 35 Bodemgebruik tarwe gerst prei andere maïs grasland aardappelen 3.32 1 tarwe 2 grasland 3 maïs akkers en weiden

Uitzicht landbouwlandschap staat dicht bij de natuur. 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 35 Uitzicht landbouwlandschap staat dicht bij de natuur. De boer zorgt voor het landschap (onderhoud grachten, beemden)

Toenemend ruimtebeslag door: Landbouw- en natuurgronden bedreigd 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 35 Toenemend ruimtebeslag door: 3.35 3.36 aanleg dokken bouw opslagruimte = verlies open ruimte 3.37 Landbouw- en natuurgronden bedreigd verkavelingen

Landbouwbedrijven produceren steeds meer. chemische middelen zoals: 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 36 Landbouwbedrijven produceren steeds meer. akkerbouw chemische middelen zoals: - kunstmeststoffen - herbiciden= onkruidverdelgers - pesticiden= bestrijding van insecten

Chemische beschermingsmiddelen 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 36 Chemische beschermingsmiddelen Gevolgen voor: - de bodem en ondergrond: - het dierlijk leven: Chemische beschermings-middelen komen in voedselketen terecht. Giftige stoffen worden in bodem opgeslagen. Ze dringen door in het grondwater.

Er wordt meer mest verspreid over de akkers. Bodem- en grondwater 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 36 Intensieve veeteelt Mestoverschotten Gevolgen voor milieu: Er wordt meer mest verspreid over de akkers. Bodem- en grondwater verontreinigd (nitraten).

braakliggende gronden 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 36 Akkerbouwgebieden 3.40 Op de hellingen spoelt de grond weg: bodemerosie. Probleem? Tijdens de winter braakliggende gronden De vruchtbare gronden worden weggespoeld.

E.U. en milieuvriendelijke landbouw 3.2 Landbouw, milieu en open ruimte 36 E.U. en milieuvriendelijke landbouw - subsidies voor productievermindering = minder meststoffen = minder chemicaliën - Betekenis bio-landbouw voor: - de landbouwer: leert nieuwe technieken kunstmest  compost biobestrijdingsmiddelen - de consument: betere kwaliteit, wel duurdere producten

Landschappelijke verschillen 7.1.1 Natuurlandschappen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Landschappelijke verschillen 3.42 Polders 3.56 POLDERS 3.43 Kempen 3.44 Zandleemstreek 3.46 Ardennen

Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: 7.1.1 Natuurlandschappen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: het reliëf

Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: 7.1.1 Natuurlandschappen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: de bodem

Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: 7.1.1 Natuurlandschappen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: de aard van de teelten

Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: 7.1.1 Natuurlandschappen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Landschappelijke verschillen in het landbouwlandschap door: uitzicht bedrijven

OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 3.41 LANDBOUWSTREKEN BELGIË

Waar akkerbouw? Belangrijkste teelten? Tarwe Suikerbiet OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Productieomstandigheden en regionale verschillen 3.41 België: Landbouwstreken Waar? Waar akkerbouw? Belangrijkste teelten? 3.52 Oogst suikerbieten 3.51 Tarwe Suikerbiet

Productieomstandigheden en regionale verschillen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Productieomstandigheden en regionale verschillen 3.41 LANDBOUWSTREKEN BELGIË Landbouwtype? weidelandschap

Productieomstandigheden en regionale verschillen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Productieomstandigheden en regionale verschillen 3.53 Droge gronden =akkerbouw 3.41 LANDBOUWSTREKEN BELGIË Vochtige gronden =weiland Gemengde landbouw

Productieomstandigheden en regionale verschillen OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Productieomstandigheden en regionale verschillen 3.41 LANDBOUWSTREKEN BELGIË Teelten? Tuinbouw

Dieren? OPDRACHT 3.1 3.3 Landbouwstreken 37 Productieomstandigheden en regionale verschillen 3.41 LANDBOUWSTREKEN BELGIË Dieren? Gemengde landbouw + niet-grondgebonden veeteelt

Landbouwlandschappen 3 Landbouwlandschappen 1. Elementen en kenmerken van landbouwtypes: - akkerbouw: voedings-, voeder- en nijverheidsgewassen. - veeteelt: intensieve, extensieve. - tuinbouw: sierteelt (bloemen) fruitteelt, groenteteelt. - gemengd: combinatie akkerbouw en veeteelt tuinbouw en veeteelt 2. Landbouw en milieuproblemen: - bodemerosie (afspoelen van vruchtbare gronden). - gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. - mestoverschotten. 43

Landbouwlandschappen 3 Landbouwlandschappen 1. Uit beeldmateriaal en teeltdiagram landbouwtypes afleiden. 2. De belangrijkste landschapskenmerken van elk landbouwtype herkennen, verwoorden. 3. Landbouwgebieden op werkkaarten situeren. 4. Milieueffecten en invloeden op het landschap opnoemen die samenhangen met landbouwactiviteiten. bodemgebruik akkerbouw voedingsgewas veevoedergewas industriegewas intensieve/extensieve veeteelt tuinbouw fruitteelt groententeelt teeltdiagram arbeidsintensief arbeidsextensief kapitaalsintensief kapitaalsextensief 44