Agenda Les 29 tm 32 18, 21, 23 en 25 november 2011 hs 8 Personeelsbeleid bestuderen par 8.1 tm 8.7 maken wb vragen 8.1 tm 8.17
8.1 Sociaal beleid Het geheel van maatregelen dat nodig is om mens en arbeid zodanig op elkaar af te stemmen dat de doelen van de organisatie én die van de medewerker gerealiseerd kunnen worden.
Sociaal plan Hierin wordt sociaal beleid uitgwerkt. Bestaat uit deelplannen: Personeelsplan Loopbaanplan Opleidingsplan Promotieplan Gericht op Werving (nieuwe personeel) Begeleiding (behoud personeel) Uitstroom (afscheid van personeel)
Win-win? Welke doelen heeft onderneming/personeel? Ondernemingsdoelstellingen en persoonlijke doelstellingen zodanig afstemmen dat beide partijen er baat bij hebben. Gevolg is beter gebruik van kwaliteiten, bevorderen motivatie en inzet, ontplooingsmogelijkheden personeel: daar profiteert de organisatie van. Ondernemingsdoelen: maken winst, uitbreiden activiteiten, continuïteit, marktbeheersing of –verovering, nieuwe producten Doelen medewerkers: streven naar kennis, verwerven van inkomen, oogsten van waardering, bereiken van status, maken carrière, cociale contacten…
Personeelszaken Uitvoeren vastgestelde personeelsbeleid (alles omtrent mens en arbeid in de organisatie) Registreren beoordelings- en functioneringsgesprekken Registreren loopbaangegeven en personeelsadministratie Coördineren van wervings- en selectieprocedures Coördineren van opleidingsactiviteiten Coördineren van personeelsbeheer Opstellen rapportages en statistieken (verloop, ziekte, enz…) Adviseren en ondersteunen managers omtrent personeelsbeleid (werving, cao, scholing, enz…) Uitwerken sociaal beleid in (deel-)plannen (loopbaanbeleid, beoordelingssystemen, werkgelegenheid, enz…)
8.2 Motivatie? Medewerkers stimuleren? Drijfveren kennen! Waarom is iemand bereid energie te steken in het werk? Bedenk: capaciteiten x motivatie = prestaties! Motivatietheorieën Dit zijn wetenschappelijke theorieën, die verklaren, hoe mensen in hun werksituatie gemotiveerd kunnen worden. Bekende theorieën zijn: Maslow – behoeftenpiramide Herzberg – motivatie-hygiëne-theorie
Soorten motivatie Intrinsieke motivatie Extrinsieke motivatie Dit zijn factoren, gelegen in het werk zelf, die de medewerker motiveren. De medewerker vindt het werk leuk (zijn werk is zijn hobby) of vindt het bedrijf en collega's prettig om mee te werken. Extrinsieke motivatie Door te werken en geld te verdienen kunnen andere behoeften bevredigd worden; zoals dure vakanties of een mooi huis. In dit geval zijn medewerkers gemotiveerd, omdat zij dankzij hun werk andere zaken kunnen realiseren!
Maslow A.H. Maslow ontwikkelde de behoeftepiramide. Daarin zijn de verschillende menselijke behoeften gerangschikt van laag naar hoog. Om medewerkers te motiveren moet de manager inspelen op de laagste, nog niet bevredigde behoefte van zijn medewerkers. Maslow onderscheidt de volgende behoeften: Fysiologische behoeften; zoals huisvesting, eten en drinken. Zekerheidsbehoeften. Mensen willen zekerheid voor de toekomst; vaste baan, pensioen e.d. Sociale behoeften. Mensen willen bij een groep horen (sociale contacten) Waardering en erkenning in het werk. Zelfrealisatie Hierbij heeft een medewerker het idee dat zijn capaciteiten volledig benut worden en dat hij zijn energie kwijt kan in zijn werk.
Behoeftepiramide van Maslow Ego- behoeften Zelf- verwezelijking Erkenning, waardering Sociale behoeften Sociale contacten, liefde Zekerheid, veiligheid Fysieke behoeften Voedsel, drinken
Herzberg F.I. Herzberg ontdekte een belangrijke tweedeling in de motivatiemiddelen die een manager ter beschikking staan; te weten: Hygiënefactoren zijn factoren, die medewerkers niet motiveren wanneer daaraan voldaan is, maar wel demotiveren, wanneer er niet aan voldaan is. Voorbeelden daarvan zijn: werkomstandigheden, salaris, arbeidsvoorwaarden, collegialiteit en beleid van het bedrijf. Hygiënefactoren worden ook wel dissatisfiers genoemd. Motivatoren of satisfiers motiveren medewerkers daadwerkelijk, wanneer de leiding er op inspeelt. Voorbeelden zijn erkenning door de leiding, uitdaging in het werk, uitstraling van prestaties, groei en het mogen dragen van verantwoordelijkheid.
8.3 Werving Prognose van de personeelsbehoefte: hoeveel personen (kwantiteit) van welk niveau (kwaliteit) heeft de organisatie in de toekomst nodig? Behoefte wordt bepaald door de conjunctuur: is er vraag naar producten en dus vraag naar werknemers? Hoe flexibel wil de onderneming zijn? Vaste dienst? Tijdelijk dienst? Flexbanen? Nulurencontract? ZZP’er? Conjunctuur wordt in het boek beschreven als ‘de stand van de economie’. Het gaat daarbij om de vraagzijde van de economie: is er vraag naar goederen en diensten?
Human Resource planning Arbeidsaanbod – het reservoir aan werknemers met de specifieke vaardigheden die een werkgever nodig heeft Arbeidsvraag – Het aantal werknemers dat een organisatie nodig heeft Human resource planning – Het proces dat een organisatie toepast om te zorgen dat zij in de toekomst de juiste hoeveelheid en de juiste soort mensen heeft om een bepaald productieniveau of dienstenniveau te halen Conjunctuur wordt in het boek beschreven als ‘de stand van de economie’. Het gaat daarbij om de vraagzijde van de economie: is er vraag naar goederen en diensten?
Bronnen van werving De juiste persoon op de juiste plaats… de juiste persoon vinden? Huidige werknemers (promotiebeleid) Aanbevelingen van huidige werknemers Oud-werknemers Advertenties in kranten en radio of op internet en carrieresites Werving- en selectiebureaus Uitzendbureaus Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Opleidingsinstituten Klanten Conjunctuur wordt in het boek beschreven als ‘de stand van de economie’. Het gaat daarbij om de vraagzijde van de economie: is er vraag naar goederen en diensten?
Selectie-instrumenten De juiste persoon op de juiste plaats… de juiste persoon kiezen? Sollicitatiebrieven Vaardighedentests Persoonlijkheidstests Psychologische tests Assessment Referenties Medische keuring / Drugstests Handschriftanalyse Eerlijkheidstests Conjunctuur wordt in het boek beschreven als ‘de stand van de economie’. Het gaat daarbij om de vraagzijde van de economie: is er vraag naar goederen en diensten?
Selectie-instrumenten De juiste persoon op de juiste plaats… de juiste persoon kiezen? Sollicitatiebrieven Vaardighedentests Persoonlijkheidstests (eerlijk, vriendelijk, …) Psychologische tests / Assesment (emotioneel stabiel, stressbestendig, openheid) Referenties Medische keuring / Drugstests Handschriftanalyse Eerlijkheidstests Selectie-instrumenten hebben de bedoeling om arbeidsprestaties te voorspellen…
Sollicitiatiegesprek Bedoeling (net als bij andere selectie-instrumenten) om arbeidsprestaties te voorspellen. Aandachtspunten & vragen Kennisvragen omtrent vakkennis, opleiding en ervaring Motivatievragen omtrent opvattingen ten opzichte van de werkzaamheden Situatievragen omtrent persoonlijkheid van de sollicitant (past deze in organisatie? beschikt hij over de juiste gedragskenmerken voor de functie? …) Selectie-instrumenten hebben de bedoeling om arbeidsprestaties te voorspellen…
8.4 Begeleiding INSTROOM DOORSTROOM UITSTROOM Begeleiding & Behoud Werving & Selectie Ontslag & Pensioen INSTROOM DOORSTROOM UITSTROOM 8.3 8.4 inwerkperiode training functioneren beoordelen ontwikkelen scholen 8.4 afscheid out-placement
Functioneren & beoordelen Functioneringsgesprek: Tussen medewerker en direct leidinggevende Tweerichtingsverkeer, ieder kan onderwerpen aandragen Gericht op toekomst Beoordelingsgesprek: Tussen medewerker, direct leidinggevende en evt. personeelsverantwoordelijke Eenrichtingsverkeer, doel is beslissen over promotie, salarisverhoging of ontslag Heeft betrekking op het verleden
Scholen & ontwikkelen Bijscholing: Omscholing: Hetzelfde werk, maar met nieuwe verbeterde technieken (ontwikkeling in het bedrijf) In belang van organisatie en medewerker Bedrijf betaalt en probeert medewerker te binden Omscholing: Opleiding om juist ander werk te gaan doen Vooral in het belang van medewerker, want komt vaak voor wanneer banen verdwijnen Bedrijf betaalt en probeert medewerker productief te houden of elders onder te brengen (outplacement).
8.5 Arbeidsovereenkomst Definitie: de arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt, in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten. 2 partijen: werkgever en werknemer 3 elementen: gezagsverhouding, arbeid verrichten en loonbetaling
Werknemer werknemer is verplicht de overeengekomen arbeid zo goed mogelijk zelf te verrichten de werknemer is verplicht redelijke instructies van de werkgever op te volgen zich gedragen als goed werknemer
Werkgever tijdige loonbetaling werkgever is verplicht maatregelen te treffen die bijdragen aan de bescherming van de werknemers zich gedragen als goed werkgever o.a. getuigschrift uitreiken minderjarigen opleiding laten volgen hoogte loon, afhankelijk van ondermeer: arbeidsovereenkomst CAO Wet minimum loon
Individuele arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst tussen één werkgever & één werknemer. In een individuele arbeidsovereenkomst staan de arbeidsvoorwaarden Bepalingen die van kracht zijn volgens de wet / collectieve arbeidsovereenkomst.
Collectieve arbeidsovereenkomst Overeenkomst tussen vakbonden en werkgeversbonden óf 1 werkgever voor groepen werknemers & werkgevers (bedrijfstak). In een collectieve arbeidsovereenkomst staan de rechten en plichten van de werkgevers en werknemers. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een CAO voor een gehele bedrijfstak geldend verklaren algemeen verbindend verklaren. Zo lang een CAO loopt, geldt er een vredesplicht. Algemeen bindend: status van wet voor alle betrokkenen. Vredesplicht: de werknemers mogen niet staken voor verdere verbetering van de afgesproken arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaarden Secundaire Primaire arbeidsvoorwaarden - Vakantieregelingen Loon Vakantiegeld Toeslagen extra (over/onregelmatig) Normale arbeidstijd - Duur van de middagpauze - Reiskostenvergoedingen - Kinderopvang - Scholing - Auto van de zaak
8.6 Loon & loonstrookje Herhaling van in 3e klas behandelde stof: O.a. een werknemer kost meer dan zijn loon… (werkgeversaandeel in pensioen en werknemersverzekeringen!) O.a. een werknemer krijgt wat hij verdient niet in handen… (belasting en premies worden ingehouden) Nieuw: het loonstrookje…
Totale LoonKosten (TLK) TLK = wat een werknemer kost voor de werkgever TLK bestaan uit het brutoloon (BLn) én de sociale lasten werkGever Je ziet dus, dat een werknemer meer kost dan zijn loon!
BrutoLoon (BLn) BLn = wat een werknemer volgens zijn arbeidsovereenkomst verdient BLn bestaat uit inhouding pensioen, spaarloon, levensloop de premies werkNemersverzekeringen (WV) de bijdrage zorgverzekeringswet (ZVW) de premies loonheffing (LH) het nettoloon (NLn)
Inhoudingen PSL Pensioen = het inkomen op de ‘oude dag’. Deze inhouding heet pensioenpremie. Spaarloon = een regeling om geld te sparen, waarbij het tegoed 4 jaar geblokkeerd wordt behalve in enkele speciale gevallen (aankoop eigen woning). Levensloop = een regeling om te sparen voor onbetaald verlof of eerdere pensionering. Belastingvoordeel: over deze inhoudingen geen loonheffing… (verminderen het belastbaar loon)
Premies WV Werknemersverzekeringen (WV) = (verplichte) sociale verzekeringen, die (onverwacht) inkomensverlies opvangen. Wie zijn verzekerd? Alleen werkNemers! WIA = Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen voorziet in uitkering bij verminderde arbeidsgeschiktheid. WW = Werkeloosheidswet voorziet in uitkering bij ontslag (niet eigen schuld)
ZorgVerzekeringsWet (ZVW) Iedereen in Nederland is verplicht om een verzekering af te sluiten voor zorgkosten. De kosten van deze verzekering, de zorgpremie, wordt op 2 manieren betaald: een inkomensafhankelijke zorgbijdrage (wordt ingehouden op het loon) én een nominale premie (wordt door de verzekerde betaald aan de verzekeringsmaatschappij)
Loonheffing (LH) LH bestaat uit Loonbelasting (LB) én Premies Volksverzekeringen (A..) LH is een vóórheffing van de inkomstenbelasting (IB) en wordt aan de bron (dus van het loon) ingehouden.
Volksverzekeringen (A..) Volksverzekeringen (A..) = (verplichte) sociale verzekeringen, die zorgen voor een ‘bestaansminimum’ of bijdrage in kosten. Wie zijn verzekerd? Iedereen in Nederland! AOW = Algemene OuderdomsWet (65+) AKW = Algemene KinderbijslagWet (kids) ANW = Algemene NabestaandenWet (weduwen, weduwnaars, wezen) AWBZ = Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Vergoedingen... Een werkgever kan verplicht (wet of CAO) of vrijwillig de kosten van een werknemer vergoeden. Voorbeelden: vergoeding ZVW bijdrage kinderopvang tegemoetkoming representatiekosten Let op: Vergoedingen verhogen het (netto)loon!
Van bruto naar netto ...en omgekeerd...
8.7 Overheid Ingrijpen van de overheid om werkloosheid te bestrijden/werkgelegenheid te stimuleren. Loonsubsidie verlaagt de loonkosten Doel: Iedereen laten participeren! Wet Gelijke Behandeling (positieve discriminatie) Emancipatie (gelijke rechten en geen achterstelling op grond van geloof, huidskleur, geaardheid, geslacht, leeftijd)
Ondernemingsraad OR / Medenzeggenschapsraad MR Doel: komen tot regelmatig overleg tussen werkgevers en werknemers in bedrijf (OR) en onderwijs (MR) Twee hoofdtaken: Leveren van een bijdrage aan goed functioneren van de organisatie. Behartigen van belangen van de werknemers.
Bijzondere bevoegdheden OR/ MR Informatierecht werkgever is verplciht alle info te verstrekken die OR/MR nodig heeft voor goed vervullen taken Adviesrecht gelegenheid om advies uit te brengen omtrent voorgenomen beslissingen (vb bij fusie) Instemmingsrecht besluiten waarvoor instemming vereist is, mogen niet uitgevoerd worden zonder (soort veto)