Basiskennis maatschappijleer 2 klas 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Filosofie Op HAVO en VWO.
Advertisements

Massamedia en cultuur Normen Specifieke regels in groep / samenleving
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Politieke Besluitvorming
Do’s and Don’ts presentaties
Groep 4, klas 1U De Zwijgspiraal.
Hoofdstuk 5 Consumentengedrag
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Taken, functie en beroep (hfdst.8)
Het socialisme Paragraaf 7..
Parlementaire democratie
Wat is de ideale rechtsstaat?
Presentatie Interculturele Communicatie: theorie
QUIZ Katern Politiek.
Het Politiek Systeem 2 Beleid Politieke Cultuur
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
1.
MVO: ethiek en internationaal ondernemen
EFFECTIEVE MEDEZEGGEN- SCHAP Vereniging voor Pensioenrecht 6 juni 2006 Mr. R.J.G. Veugelers.
Breuklijn tussen laag- en hooggeschoolden
Racisme Dylan Duck 1BaSW C. Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Tegen racisme voor meer democratie 2.1 Tegen superioriteitsdenken, voor meer gelijkwaardigheid.
Paragraaf 5.1 Wie heeft het meeste te zeggen in Nederland?
Politieke besluitvorming De toekomst van de Nederlandse politiek
inzicht op de invloed van veranderingen op het gedrag van medewerkers
Veranderende samenleving studiewijzer
Loopbaan&burgerschap. WAT HEB JE NODIG ?  KENNIS ( THEORIE)  INZICHT (VERSCHILLENDE INVALSHOEKEN)  VAARDIGHEDEN.
Verdringing: Vrijwilligerswerk in veranderende tijden
Politiek.
3.1 Roep om harde rechtsstaat via de media
Cursus Intern Cultuur Coördinator
Inleiding politieke stromingen
Communicatie en relatie
Burgerschap Scholen hebben de opdracht actief burgerschap
Algemene Sociologie PA – B1
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
Analyse maatschappelijk vraagstuk
PTA ED01: Politieke Besluitvorming / weging 40 / H
Politieke stromingen De liberalen
Groepsdynamica.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Maatschappijleer Inleiding Waarom maatschappijleer?
Opgroeien in de stad les 3
§2: politieke stromingen en partijen:
Van praktijk naar theorie: de aanpak van Dilemma.
1 Analyse maatschappelijk vraagstuk. 2 Formele macht: Deze macht is officieel vastgelegd in wetten en regels (gezag) Voorbeeld: de burgemeester verbied.
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
CONFLICT HANTERING MET STIJL
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Burgers, de media en pressiegroepen”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Maatschappelijk vraagstuk
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Politieke besluitvorming.
Denkbeelden van jongeren over democratie
de tijd van burgers en stoommachines
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Nieuw Nederlands 4/5 havo, p
Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 5: Beleidsbeïnvloeding
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
Basics over communicatie
Burgerschap binnen VM2: op weg naar een doorlopende leerlijn
Se AANDACHTSPUNTEN.
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
§3.4 Politieke stromingen
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Communicatie.
Transcript van de presentatie:

Basiskennis maatschappijleer 2 klas 4 Basiskennis heb je nodig voor het vak en voor het maken van een maatschappelijke analyse

Welke niveau? Twee vragen uit oude examens Noem twee argumenten waarmee de Nederlandse regering haar restrictief toelatingsbeleid kan verdedigen. Wat zegt de selectieve perceptietheorie over het effect van Postbus –51 spotjes. (Zie tekst 21)

Wanneer spreken we van een maatschappelijk/politiek vraagstuk? Er moet sprake zijn van een sociaal probleem. Een situatie die in strijd is met bepaalde normen en waarden. Grote of invloedrijke groepen zijn bij het probleem betrokken. Er is veel aandacht van de overheid en publieke opinie voor het probleem. Door collectieve actie moet er iets aan het probleem te veranderen zijn.

Welke politiek juridische, sociaal-economische en sociaal-culturele aspecten zijn met maatschappelijk/politiek vraagstukken verbonden? Politieke juridisch= heeft te maken met wetten en regels Sociaal economische= heeft te maken met geld Sociaal culturele= heeft te maken hoe mensen dingen ervaren, met normen en waarden, culturele achtergronden. Veranderings= hoe keek men in het verleden naar een vraagstuk; welke sociale, culturele, economische en politieke veranderingen zijn van invloed geweest. Vergelijkende= hoe kijkt men in andere samenleving tegen het vraagstuk aan?

Herkennen/erkennen van problemen, wensen en behoeften Welke 4 fasen kent de politiek bij maatschappelijk/politieke problemen? Herkennen/erkennen van problemen, wensen en behoeften Vergelijken van wensen en behoeften Besluiten nemen Besluiten uitvoeren

Links = sociaal-democratisch of socialistisch. Welke drie politieke stromingen spelen een rol bij politieke problemen? Links = sociaal-democratisch of socialistisch. Links kijkt vanuit de positie van de werknemers, van de ‘gewone’ man. Midden = confessioneel. Het midden kijkt vanuit het geloof naar een probleem. Rechts = liberaal. Rechts kijkt vanuit de positie van de werkgevers, de rijken, de middenstand.

Lid worden van een politieke partij Hoe kunnen burgers invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming? Wat zijn hun machtsmiddelen? Stemrecht Lid worden van een politieke partij Inschakelen politieke partij, de media Oprichten of lid worden van een actie- of belangengroep. Indien van klachten, bezwaarschriften en petities. Actie voeren zoals demonstreren etc.

Kennis/deskundigheid Vaardigheden Geld/bezit Welke groeperingenmensen hebben bij maatschappelijk/politiek vraagstukken meer/minder invloed? Dat ligt aan: De positie Kennis/deskundigheid Vaardigheden Geld/bezit Aantal leden van een groep.

Functies van de massamedia Selectieproces van nieuws Welke rol spelen de massamedia bij politieke/maatschappelijke vraagstukken? Soorten massa media Functies van de massamedia Selectieproces van nieuws Invloed van de massamedia Objectiviteit van de massamedia (Objectief/subjectief)

Soorten massa media Gedrukte massamedia Omroepmedia

Functies van de massamedia Informeren Mening vormen Amuseren Reclame maken Educatie (onderwijs) Socialiseren = Cultuuroverdracht, overbrengen van normen en waarden. Controleren

Selectieproces van nieuws Injectienaaldtheorie: ‘Multiple-step-flow’-theorie’ Selectieve Perceptie theorie De agendatheorie Vooroordeel Stereotypering

Injectienaaldtheorie Het publiek neemt de boodschap van de media klakkeloos over. Hierbij wordt gebruik gemaakt van indoctrinatie en manipulatie.
Manipulatie: het publiek krijgt vervormde informatie over een bepaalde kwestie, omdat met opzet feiten worden weggelaten of verdraaid zonder dat de ‘ontvanger’ dit merkt.
Indoctrinatie: het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek, waardoor het denkpatroon sterk beïnvloed wordt.

‘Multiple-step-flow’-theorie’ Eerst had je de ‘two-step-flow’-theorie. In de eerste stap ontwikkelt de opinieleider een mening over een actuele kwestie. In de tweede stap sluiten andere mensen die minder op de hoogte zijn zich aan bij deze mening. 
In de ‘multiple-step-flow’-theorie worden 4 groepen aangeduid: de vernieuwers, de vroege meerderheid, de late meerderheid en de achterblijvers.

Selectieve Perceptie Mensen selecteren zelf informatie, waarbij zaken als leeftijd, opleidingsniveau en politieke voorkeur een rol spelen. Elke vorm van informatie wordt altijd zodanig geselecteerd dat deze zoveel mogelijk past binnen ons referentiekader. 
Referentiekader: het geheel van persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring.
 Het referentiekader wordt in de kindertijd gevormd en werkt als een soort filter. Volgens deze theorie is het moeilijk om iemand van mening te doen veranderen, maar de media kunnen vooral opvattingen bevestigen.

De agendatheorie Volgens deze theorie bepalen de media niet hoe de mensen denken, maar hooguit waarover. Doordat de media veel aandacht aan iets besteden, beïnvloeden zij de ‘gespreksagenda’ van burgers, maar ook de politieke agenda. Onderwerpen waar door de media veel aandacht aan wordt besteed, zie je vaak terug in politieke discussies.

Wat moet een leerling kunnen om een standpunt te kunnen formuleren ten aanzien van een politiek/maatschappelijk vraagstuk? Het standpunt moet de leerling kunnen relateren aan de kennis en inzichten van de twee exameneenheden. De leerling kan de verschillende visies van groeperingen/politieke partijen kunnen verwoorden. De leerlingen is op de hoogte van de principes van democratie en rechtsstaat