Lomoz, 16 maart 2011 Analyse jaarrekeningen in de zorgsector

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bedrijfseconomische analyse
Advertisements

De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen.
Financieel Plan.
Sportservice Zuid-Holland
Hoofdstuk 7 Kasstroomanalyse.
Be.
Financiële risico’s vroegtijdig herkennen
Paul van der CingelPaul van der Cingel, Seniordocent Economie,Opleiding Journalistiek Concrete co-creatie Haal meer uit het jaarverslag.
Bedrijfsadministratie EcoMo 3.1 De Balans Havo 3.
H1 Stichting of vereniging
Balans Een overzicht van je bezittingen en schulden op een bepaald moment. Een balans op zich hoeft niet veel te zeggen; morgen kan de balans er heel anders.
Niet-commerciële organisaties
Agenda  Lessen 34 tm 35  7 en 8 december 2011  hs 31  bestuderen 31.1 tm 31.4 maken 31.1 tm 31.5.
Welkom H3b, Jullie mogen volgens de plattegrond van mevr
Goedemiddag H3b.
Goedemorgen H3b.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE HOOFDSTUK 4
Analyse van de jaarrekening in het licht van de kredietaanvraag
BSN - Financieel Management Executive A 8 april 2009
H 17 Kasstroomoverzicht (Staat van herkomst en besteding van middelen)
H 16. De jaarrekening.
Beoordeling financiële structuur
Jaarverslag 2013 Officieel jaarverslag, 40 pagina’s Bestuursverslag en jaarrekening Controleverklaring accountant Verantwoordingsdocument Ministerie.
Financiering en inkoop
Financiering en kengetallen
Balans Resultatenrekening aankopen en kosten waar is dat geld naartoe
Boekhouden is het op regelmatige basis registreren en rapporteren
Boekhouden H1 De balans Ondernemer detailhandel.
Debet Balans per 31 december 2006 Credit Gebouwen Eigen vermogen Inventaris % hypothecaire lening Debiteuren % banklening
Vereniging Heemkunde Ootmarsum & omstreken
Ondernemen moet je doen
1 CCP Module 1: Theorie H2. Financiële overzichten Introductie Basisbegrippen Bedrijfseconomie & Bedrijfsadministratie Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Bedrijfseconomie H7 Kengetallen Junior accountmanager.
Financiering en inkoop H2 Investeringsbegroting Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap.
H 16. De jaarrekening. Hoofdstuk 16 De jaarrekening (rubricering) 16.1 Hoofdindeling van de balans (volgens de wet) 16.2 Resultatenrekening.
Liquiditeit en solvabiliteit Uitgangspunt is onderstaande (verkorte)balans … Activa Passiva Vaste activaEigen vermogen Vlottende activaLanglopende schulden.
Liquiditeit en solvabiliteit Uitgangspunt is onderstaande balans … ActivaPassiva Gebouwen Eigen vermogen Inventaris Hypothecaire lening.
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Hoofdstuk 16 De jaarrekening (rubricering)
HET JAARVERSLAG BE Heezen – Hoofdstuk 14. Onderdelen verslaggeving HAN - ILS - Ec - KPSW Het Jaarverslag - Bedrijfseconomische analyses Hoofdstuk 14 2.
Jaarrekening H 12.6 t/m Analyse vd financiële structuur.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Opdracht Rob van der Laan En de balans, solvabiliteit en current ratio dan? Uhhhhh, welluk?????
Kengetallen, analyseren en opzet begrotingen. Hoofdstuk 2 Financiering ZekerhedenObjectVerstrekkingsnormMogelijke looptijd HypotheekOnroerende zakenMax.
Stroom- en voorraadgrootheden
H3 Financiering van een bedrijf
Ondernemerschap E43.
Coöperatieve Vereniging BRES U.A.
Touroperator SunShine
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Liquiditeit en solvabiliteit
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Hoe als vennoot de financiële situatie van een coöperatie inschatten?
Begroten & Budgetteren
Opfriscursus kengetallen
Beste havo 4..
Beste ath 4..
liquiditeitsbegroting
Kengetallen Balans Voor een snelle beoordeling van de financiële situatie van een bedrijf berekenen we deze kengetallen.
Rekening courant krediet Crediteuren €
Hfst 31 t/m 36 Externe verslaggeving Activa Passiva Resultatenrekening
Financiering Onderneming
De Eindbalans De prognose eindbalans wordt opgesteld na 1 jaar met als basis de openingsbalans en de prognose resultatenrekening.
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Algemene vergadering van 19 juni 2018
Financiering van de onderneming
Touroperator SunShine
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Jaarrekening IBS - produceren -.
Transcript van de presentatie:

Lomoz, 16 maart 2011 Analyse jaarrekeningen in de zorgsector Paul van der Priem

Analyse jaarrekening Inhoudsopgave Structuur van het document Context: Financiële structuur Rapportagestandaard (WTZi/RJ) Waarderingsgrondslagen Stelselwijzigingen Niet uit balans blijkende verplichtingen Deelnemingen Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector

Geconsolideerde balans Holding Enkelvoudige balans dochter A dochter B dochter C 1 2 12

Niet uit balans blijkende verplichtingen Bijvoorbeeld: huurverplichtingen langer dan een jaar leaseverplichtingen langer dan een jaar waarborgen voor uitstaande schulden van derden hypothecaire zekerheden voor banken erfpacht Aangezien dit verplichtingen zijn die kunnen leiden tot kosten, moeten ze vermeld worden om een compleet financieel beeld van het bedrijf te krijgen.

Jaarrekening beoordelen Vaste activa: redelijk vast (hangt samen met (des)investeringen en afschrijvingen) Immateriële activa Materiële activa Financiële activa Vlottende activa: snelle roulatie (momentopname)

Vaste activa Immateriële activa: niet tastbaar, wel waarde Goodwill Software Projectinvesteringen Waarde van octrooien en patenten

Vaste activa Materiële activa: in tastbare verschijningsvorm aanwezig Terreinen en gronden Bedrijfsgebouwen en verbouwingen Installaties en vaste inrichting Inventaris en Instandhoudingsinvesteringen Bedrijfsmiddelen (automatisering, vervoer) Projecten in uitvoering NB: afschrijvingenregime! NB: investeringen> afschrijvingen?

Vaste activa Financiële activa: als juridisch bewijsstuk aanwezig bezit Vorderingen op deelnemingen Vorderingen op de aandeelhouder Leningen aan afnemers Overige leningen langer dan 1 jaar

Vaste activa Vlottende activa: Voorraden Onderhanden werk Vorderingen Liquide middelen

Passiva: bron van financiering Lang lopende schulden (langer dan 1 jaar) Kortlopende schulden Voorzieningen Financieringsoverschot Eigen Vermogen = BUFFER (bezittingen niet met geleend geld gefinancierd)

Passiva Voorzieningen: bedragen die betaald moeten worden, maar het tijdstip én de hoogte is niet exact te bepalen Reorganisaties en harmonisatievoorzieningen Arbeidsongeschiktheid Jubileumuitkeringen Vutreserve en pensioenverplichtingen Belastingen Verlofrechten Groot onderhoud

Passiva Langlopende verplichtingen: schulden die langer dan een jaar uitstaan Kredietinstellingen Financial leaseverplichtingen Pensioenverplichtingen Latente belastingverplichtingen

Passiva Kortlopende verplichtingen: schulden die binnen een jaar betaald moeten zijn Kredietinstellingen Crediteuren (Schulden aan leveranciers) Betalingsverplichtingen en premies soc. Verzekeringen Overige schulden en overlopende passiva (kosten zijn al gemaakt, maar nog geen facturen ontvangen) Nog te betalen salarissen en vakantiegeld Overige schulden

Passiva Eigen vermogen: buffer om verliezen op te vangen Geplaatst kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen (Resultaat verslagjaar wordt hierin verwerkt!)

Resultatenrekening Kosten (i.v.m. opbrengsten): Opbrengsten: Personeelskosten Afschrijvingen op materiele vaste activa Overige bedrijfskosten Totaal Wettelijk budget (onderverdeeld naar segmenten) Overige bedrijfsopbrengsten Totaal

Resultatenrekening Bedrijfsresultaat = verschil opbrengsten - kosten +/-Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen +/-Belasting uit bedrijfsuitoefening +/-Aandeel in W/V deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen = Netto resultaat Er zijn twee soorten W&V-rekeningopstellingen: categoraal: inzicht in kostensoorten functioneel: inzicht in kosten per bedrijfsfunctie (fabricage, verkoop etc) 2 soorten cijferopstellingen: scronto: naast elkaar staffel: onder elkaar; de meest gebruikelijke voor de winst- en verliesrekening

Kasstroomoverzicht Overzicht van ontvangsten en uitgiften aan geld. Meerdere kasstromen mogelijk uit: operationele activiteiten investeringsactiviteiten financiële activiteiten. Geen wettelijk verplicht document. Dit is een kasstroomoverzicht dat is gebaseerd op de indirecte methode. Bij de directe methode worden rechtstreeks de geldbewegingen in beeld gebracht: kas- en bankboek.

Overige gegevens Resultaatbestemming Directiesalarissen jaarverslag directie verslag jaar rekening overige gegevens balans met toelichting winst - en verlies Jaar- verslag Directie- Jaar- Overige Balans met Winst Resultaatbestemming Directiesalarissen Accountantsverklaring

Beoordelen met kengetallen Solvabiliteit: de betaalkracht van de onderneming op lange termijn; eigen vermogen in % van totale vermogen Weerstands- de mate waarin de organisatie is Vermogen opgewassen tegen schommelingen in de productie (marktwerking) eigen vermogen in % van totale opbrengsten Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector

Beoordelen met kengetallen Winstgevend:de mate waarin activiteiten winstgevend zijn netto winst in % van netto omzet Rentabiliteit:de mate in welke snelheid investeringen in de organisatie worden terugverdiend bedrijfsresultaat in % van gemiddeld geïnvesteerd vermogen Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector

Beoordelen met kengetallen Liquiditeit: voldoende geldmiddelen beschikbaar om korte termijn schulden te kunnen betalen vlottende activa/vlottende passiva Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector

Jaarrekening samenvatting Beoordeling balans: Eigen vermogen: hoogte, ontwikkeling, in % van totaal Ontwikkeling van vaste activa en passiva: zie referenties! Beoordeling resultatenrekening: Ontwikkeling opbrengsten Ontwikkeling kosten in % van de opbrengsten Netto resultaat en in % van de totale opbrengsten Kasstroomoverzicht: Verhouding investeringen en afschrijvingen Toename of afname liquide middelen Investeren uit verdiend geld of met geleend geld Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector

Uw jaarverslag beoordeeld

Analyse van de jaarrekeningen

Beïnvloedingsfactoren Grootte van de organisatie? Zowel grote als kleine organisaties kunnen rendabel zijn. Personele kosten Kostenflexibiliteit en slimme inzet personeel zijn belangrijke indicatoren voor winstgevendheid. Combi-/fusieorganisaties Interne schaalvoordelen? Winstgevendheid is nog onvoldoende zichtbaar! Nieuwbouw: business case! Ontwikkeling extra opbrengsten én schaalvoordelen in kosten? Individuele bedrijven kunnen meer en andere kengetallen hanteren. Bijvoorbeeld: RONA, ROCE, omloopsnelheid eigen vermogen, omloopsnelheid voorraden, etc. Solvabiliteit: - voor non-profit organisaties is de norm: EV – VV= 1 tot 20 – 80 tot 99%; - voor industriële bedrijven: EV – VV= 30 – 70; ivm meer voorraden; - voor bouwbedrijven: EV – VV= 40 – 60; ivm voorfinancieren; - voor zorginstellingen: erkenning door overheid en productieafspra-ken met Zorgkantoor +weerstandsvermogen om enige exploitatieverliezen op te vangen Liquiditeitspositie: Is de organisatie in staat om kortlopende schulden af te lossen? Van belang voor het verkrijgen van leningen. De positie van een organisatie kan als volgt getypeeerd worden (current ratio): - zijn de vlottende activa 2 x de kortlopende schulden: sterke positie; - zijn de vlottende activa 1,5 x de kortlopende schulden: goede positie; - zijn de vlottende activa 1 x de kortlopende schulden: zwakke positie; Rentabiliteit: - winst in % van: - het totale geïnvesteerd vermogen (RTV); moet groter zijn dan het gemiddelde rentepercentage dat betaald wordt op het totaal aan vreemd vermogen; - het totale eigen vermogen (REV); moet hoger zijn dan de rente- vergoeding op risicoloze leningen (staatsobligaties). - alleen in de profit-sector