Bronvermelding Alle schriftgedeelten zijn – tenzij anders vermeld - uit de NBG Bijbelvertaling Alle citaten - tenzij anders vermeld – die worden aangehaald zijn uit de predikingen van William Marrion Branham. De bediening van W.M. Branham ( ) heeft een bijzondere stempel achtergelaten op de hedendaagse Christelijke beweging. De opmerkelijke bevestigingen en bovennatuurlijke gebeurtenissen in zijn bediening hebben mij tot de overtuiging gebracht dat God deze man heeft gestuurd en gebruikt. Dit om de gelovigen aan te sporen terug te keren tot God en Zijn Heilig Woord. Voor wie meer wil weten over de bediening van W.M. Branham kan zich tot ons richten voor meer informatie in boek- of gesproken vorm. Wim Kremer
Jericho innemen
Jozua 5:13 Het gebeurde nu, terwijl Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg. Zie, daar stond een man tegenover hem met een uitgetrokken zwaard in de hand. Jozua trad op hem toe en vroeg hem: Behoort gij tot ons of tot onze tegenstanders? 14 Doch hij antwoordde: Neen, maar ik ben de vorst van het heer des HEREN. Nu ben ik gekomen. Toen wierp Jozua zich op zijn aangezicht ter aarde, boog zich neer en zeide tot hem: Wat heeft mijn heer tot zijn knecht te zeggen? 15 En de vorst van het heer des HEREN zeide tot Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed dit.
He seen a Man standing with His sword drawed. Joshua, the warrior, great general, pulled his sword, run towards Him, and said, 'Are You with us, are You with the enemy?' Hij zag daar een Man staan met een getrokken zwaard. Jozua, de strijder, groot generaal, trok zijn zwaard en rende op Hem toe en zei: “Bent U voor ons of bent U tegen ons?”
And so when he seen this Man, what was it? It was the Captain, in other words, the Leader of the host of Israel. And that leader was none other than Christ Himself. And what was He first seen in? A Pillar of Fire. And now the Pillar of Fire had become a man. En toen hij dus deze Man zag, wat was het? Het was de bevelhebber, met andere woorden de Leider van de legerscharen van Israël. En die leider was niemand anders dan Christus zelf. En hoe was Hij eerst zichtbaar geworden? In een vuurkolom, en nu was de vuurkolom een Man geworden.
Jozua 6: 1 Intussen had Jericho de poort gesloten; het was volkomen gesloten voor de Israelieten; niemand kon daar uit of in gaan. 2 En de HERE sprak tot Jozua: Zie, Ik geef Jericho met zijn koning, de krachtige helden, in uw macht.
God lets disappointments happen, to show victory. God laat teleurstellingen toe, om overwinning te tonen.
Jozua 6: 17 Doch de stad en al wat erin is, zal door de ban de HERE gewijd zijn; alleen de hoer Rachab zal in leven blijven, zij en allen die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgezonden hadden, heeft verborgen
Now, Rahab the harlot, known as a harlot, she was a type of the believer today, the real believer. She didn't say, "Now, I hear that--that Joshua can do signs, because he's the successor of Moses. I'd like to see those signs. And if I could see those signs, then I'll believe it." Well, he didn't absolutely have to show those signs, because she believed it anyhow. Nu, Rachab de hoer, bekend als een hoer, ze is een type van de gelovige vandaag, de ware gelovige. Ze zei niet: “Nu, ik heb gehoord dat Jozua tekenen kan doen, omdat hij de opvolger is van Mozes. Ik wil die tekenen graag zien. Als ik die tekenen zal zien, dan zal ik geloven” Nu, hij hoefde die tekenen absoluut niet te tonen, omdat zij hoe dan ook geloofde.
She said, "I hear that God is with you." She didn't want to see how Joshua wore his hair, or how he wore his clothes. Ze zei: “Ik heb gehoord dat God met jullie is” Ze wou niet zien hoe Jozua zijn haar had zitten of hoe hij zijn kleding droeg.
Jozua 2:9 Ik weet dat de HERE u het land gegeven heeft en dat de schrik voor u op ons gevallen is en dat alle inwoners van het land voor u sidderen. 10 Want wij hebben gehoord, dat de HERE de wateren van de Schelfzee voor uw ogen heeft doen opdrogen, toen gij uittoogt uit Egypte, en wat gij gedaan hebt aan de beide koningen der Amorieten aan de overzijde van de Jordaan, Sichon en Og, die gij met de ban geslagen hebt.
11 Toen wij dat hoorden, versmolt ons hart en vanwege u bleef bij niemand meer enige moed over, want de HERE, uw God, is een God in de hemel boven en op de aarde beneden. 12 Nu dan, zweert mij toch bij de HERE, dat, aangezien ik u een weldaad bewezen heb, gij ook aan mijn familie een weldaad zult bewijzen; en geeft mij een betrouwbaar teken, 13 dat gij mijn vader en moeder, mijn broeders en zusters en al de hunnen in leven zult laten en ons van de dood redden zult.