Thema 2 Mensen gaan werken

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Advertisements

Hoeveel pensioen krijg ik straks?
IMPIAN ANAK in 12 vragen…veel meer informatie en foto’s vind je op www
SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
Sociale dienst Liliane Moons
Thema 2 4 Andere inkomsten p behoeften arbeid inkomen consumeren sparen.
Thema 2 Mensen gaan werken
Hoofdstuk 3: Geld over en tekort
Hoe is het opgebouwd Een eenvoudige uitleg
5 Mijn inkomen volstaat niet
Nieuwe Wet kinderopvang
De valorisatie van salarissen
H1 wikken en wegen Paragraaf 1+2.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
 (het wordt niet makkelijk…)
Hoeveel pensioen krijg ik straks?
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Laat uw nabestaanden niet in twijfel achter
De verdeling van zorg en arbeid in Nederlandse gezinnen.
Hefboomeffect Stel het volgende: RTV = 9,8% IVV = 6,3 %
Boxenstelsel.
Netto en bruto inkomen, of belasting en sociale premies.
bij juf Ineke en juf Caroline
Boekingen in verband met loonkosten
Salarisberekening Scholengroep Sint-Rembert Maart 2013.
Economie VWO 3 Les 1 – Introductie Datum: Docent:
Lesplanning Binnenkomst
T hema’s in deze quiz: Gezin Zorg Arbeid. Thema 1: Verschillen binnen ‘het Nederlandse gezin’
Thema 2 4 Andere inkomsten p behoeften arbeid inkomen consumeren sparen.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Inkomen les 19a Begrippen & 95 t/m Begrippen AKW Algemene Kinderbijslagwet: wet die regelt dat mensen met kinderen tot 18 jaar een uitkering krijgen.
Boek 2: Kopen & Werken Hoofdstuk 7: Markten
Samenvatting Intro Samenvatting:
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Economische kringloop
Hulp bij vertrek van werknemers
Toepassing 30% regeling TU/e Bert Voets 12 juni 2007.
“Een dure GSM hebben ze wel, maar hun schoolrekening betalen…”
Ons zonnestelsel op schaal
Economie Paragraaf
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Hoe moet ik mijn loonstrookje lezen?
Thema 2: Hoe geld verdienen?
% 0 30 % 40 % 45 % 50 % 2 533, , , ,50.
 Een groot gezin is een voordeel, de kinderen zullen later gegarandeerd voor jou zorgen.  Een groot gezin is een nadeel, want je hebt een grote en.
Welk antwoord is correct? A, b of c?
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
V IDEO 1: VERSCHIL ARBEIDER EN BEDIENDE. 2 soorten werknemers ArbeiderBediende Soort arbeidHandarbeidHoofdarbeid Naam van de vergoeding voor werk LoonWedde.
8e Wereld wonder : Samengestelde Interest
Budg€t Fun.
Economie.
3.1 PRODUCTIE.
Luisteren en begrijpen
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Info-sessie Kantoor Carbofisc
Sociaal statuut student-ondernemer
Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie
Loonkosten.
Economische kringloop
Inflatie en koopkracht
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Thema 2 Mensen gaan werken Economie Thema 2 Mensen gaan werken p105

1.2 Werken levert een inkomen op Opdrachten Welk verhaal wordt hier voorgesteld? Het gezin gaat werken in de bedrijven In ruil voor hun arbeid krijgen de gezinnen een inkomen van de bedrijven De belangrijkste activiteit in dit verhaal is werken arbeid In de economie noem je deze activiteit Hopelijk beleef je later veel plezier aan je arbeid en heb je arbeidsvreugde Met het verdiende geld kun je goederen en diensten kopen om je te bevredigen. behoeften p105 2

p106 Lezen en begrijpen!

Wat betekenen de volgende woorden: Werkgever: Werknemer: Totale loonkost: Patronale bijdrage: Bruto-inkomen: RSZ: Belastbaar inkomen: Bedrijfsvoorheffing: Netto-inkomen: Voordelen in natura: p107

Schema: patronale bijdrage voordelen in natura, bv. ………………….. + voordelen in natura, bv. ………………….. + Bruto-inkomen RSZ - (= 13,07%) belastbaar inkomen Totale loonkost Loonfiche bedrijfsvoorheffing - Netto-inkomen p107 5

Extra legale voordelen Schema: maaltijdcheque kinderopvang computer Extra legale voordelen of voordelen in natura pensioensparen auto gsm hospitalisatieverzekering p108 6

Totale loonkost = (kennen!!!) Inkomensberekening: (kunnen!  oefening op de test) Voordelen in natura of extralegale voordelen Voorbeelden: (zie schema vorig blad) p109 7

1. Laat elke tussenstap zien. Wordt ook gevraagd op de test! Opdrachten Werkwijze Berekeningen in EUR Bruto-inkomen - RSZ Belastbaar inkomen - Bedrijfsvoorheffing Netto-inkomen 951,66 p110 8

2. Laat elke tussenstap zien. Wordt ook gevraagd op de test! Opdrachten Werkwijze Berekeningen in EUR Bruto-inkomen - RSZ Belastbaar inkomen - Bedrijfsvoorheffing Netto-inkomen p110 9

3. Wat is het verschil tussen Opdrachten De totale loonkost en het bruto-inkomen: de en de Het bruto-inkomen en het netto-inkomen: de en de p110 10

4. Welke factoren bepalen het bedrag van de bedrijfsvoorheffinig? Opdrachten Vermindering voor Kinderen ten laste: Vermindering voor ouder in huis EUR 1 EUR 2 EUR Vermindering echtgeno(o)t(e) die < 183,00 EUR/maand inkomen heeft: 3 EUR 4 EUR EUR 5 EUR 6 EUR 7 EUR 8 EUR >8 EUR verhoogt met ……….. € per kind ten laste boven het 8ste Enkel invullen in je schrift! p111 11

Ontleed de tabellen. Wat kun je besluiten uit de tabellen Opdrachten 1. Steeds meer vermindering op je bedrijfsvoorheffing als 2. Vermindering als 3. Vermindering als 4. Het basisbedrag van de bedrijfsvoorheffing hangt af van het feit of je p111 12

5 Opdrachten Bedrijfsvoorheffing Belastbaar inkomen in EUR 1 verdiener 2 verdiener of alleenstaande 1 110,00 1 395,00 1 710,00 2 100,00 2 520,00 3 220,00 3 600,00 4 890,00 6 000,00 Googel “tabel bedrijfsvoorheffing schaal 1” p112 13

6 a b Opdrachten Bedrijfsvoorheffing 2 verdiener: Vermindering 3 kinderen ten laste: Bedrijfsvoorheffing: b Bedrijfsvoorheffing gepensioneerd: Vermindering 2 kinderen ten laste: Bedrijfsvoorheffing: p112 14

6 c d Opdrachten Bedrijfsvoorheffing 1 verdiener: Vermindering 1 echtgenote: Vermindering 4 kinderen ten laste: Bedrijfsvoorheffing: d Bedrijfsvoorheffing alleenstaand: Vermindering 0 kinderen ten laste: Bedrijfsvoorheffing: p112 15

6 e Opdrachten Bedrijfsvoorheffing 2 verdiener: Vermindering 5 kinderen ten laste: Vermindering 1 ouder ten laste: Bedrijfsvoorheffing: p112 16

Omcirkel het bruto- en nettoloon 7 Omcirkel het bruto- en nettoloon Opdrachten p112 17

Hoe groot is de loonkloof? 8 Wat is ‘equal pay day’? Opdrachten Hoe groot is de loonkloof? Je mening (deze tekst wordt verder uitgewerkt bij Nederlands en eentje wordt gepubliceerd op de blog!) p112 18