Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 1 De watertoets bij RUP’s en BPA’s Wijziging besluit adviesinstanties in functie van het watersysteem Johan Vandewalle Afdeling Ruimtelijke Planning
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 2 Wanneer moet de watertoets uitgevoerd worden? Principe –Bij elke beslissing over een RUP (of BPA) –dus 2 x voor gewestelijke RUPs Voorlopige vaststelling Definitieve vaststelling –dus 3 x bij provinciale en gemeentelijke RUPs Voorlopige vaststelling Definitieve vaststelling Goedkeuring hogere overheid (MB of deputatie)
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 3 Wanneer moet de watertoets uitgevoerd worden? Beste moment: ter voorbereiding van de plenaire vergadering (opnemen in toelichtingsnota en/of plan-MER als bijlage bij de toelichtingsnota) Advies van de waterbeheerders op de plenaire vergadering zal de watertoets aanvullen of goedkeuren Voorlopige vaststelling: verwijzen naar de watertoets en de adviezen van de plenaire vergadering en waterparagraaf opnemen in besluit Definitieve vaststelling: verwijzen naar de watertoets bij de voorlopige vaststelling en de wijzigingen ten gevolge van de adviezen en opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek en waterparagraaf opnemen in besluit Goedkeuringsbesluit: nakijken of de watertoets gebeurd is –JA: naar de watertoets en de waterparagraaf in het vaststellingsbesluit verwijzen en de waterparagraaf opnemen in het goedkeuringsbesluit –NEE: ofwel de watertoets zelf uitvoeren als er geen negatieve effecten verwacht worden, ofwel in het goedkeuringsbesluit opnemen dat geen watertoets is gebeurd en de goedkeuring weigeren
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 4 Plaats van de watertoets in de RUP-procedure Gekoppeld aan de plan-MER procedure –Watertoets moet geïntegreerd zijn in de plan-MER- procedure –Ofwel ontheffing van plan-MER: indien bestaand plan- MER of andere onderzoek alle effecten beschreven heeft –Ofwel verzoek tot raadpleging (met publieke consultatie): watertoets moet hierin opgenomen worden, en nadien blijkt of een plan-MER al dan niet nodig is –Ofwel opmaak van plan-MER noodzakelijk –Indien plan-MER noodzakelijk: watertoets opgenomen in plan-MER
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 5 Waterparagraaf Er moet een waterparagraaf opgenomen worden in de beslissingen die de conclusies van de watertoets overneemt –BVR voorlopige vaststelling –BVR definitieve vaststelling –MB goedkeuring provinciale RUPs –MB goedkeuring BPAs. –Besluit deputatie goedkeuring gemeentelijke RUPs
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 6 Besluiten adviesinstanties RUPs en BPA’s Oud besluiten: adviesinstanties “water” bij RUPs en BPAs niet gelijk Adviesverlenende instantiesRUPBPA Bestaande of aan te leggen waterweg en ermee verbonden reservatie en erfdienstbaarheidsgebieden –De Scheepvaart W&Z AMDK Dep. MOW Waterwinningsgebieden–VMW Nieuwe infrastructuur voor behandeling of collectorisering en zuivering van afvalwaters of indien er onbevaarbare waterlopen gelegen zijn binnen het plan –VMM Bevaarbare waterlopen of er mee verbonden overstromingsgebieden binnen het plan Het plan omvat of grenst aan een deel van het strand De Scheepvaart W&Z AMDK Dep. MOW –
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 7 Besluiten adviesinstanties RUPs en BPA’s Adviesverlenende instantiesRUPBPA Onbevaarbare waterlopen of er mee verbonden overstromingsgebieden binnen het plan Plan gelegen binnen de perimeter van een bekkenbeheerplan Beschermingszones type I, II of II van grondwaterwinningen of oppervlaktewaterwinning bestemd voor drinkwaterproductie –VMM Onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie of er mee verbonden overstromingsgebieden –Provinciale dienst Waterbeleid
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 8 Principes wijzigingsbesluit (3 juli 2009) Gelijke adviesinstanties “water” voor RUPs en BPAs Advies vanuit bekkenbeheerplannen valt weg (alle betrokken binnen de bekkenstructuren zijn reeds adviesinstanties en een gezamenlijk bekkenadvies is niet haalbaar op 21 dagen) Bevaarbare of onbevaarbare waterloop in of grenzend aan plan: advies van waterbeheerders Overstromingsgebieden: enkel in effectief overstromingsgevoelige gebieden advies van waterbeheerders van zowel bevaarbare als onbevaarbare waterlopen waarheen het gebied afwatert Grondwaterstromingsgevoelige gebieden: enkel in zeer grondwaterstromingsgevoelige gebieden en indien meer dan 1 ha een “harde bestemming” wordt advies van VMM Bescherming grondwaterwinning: –In beschermingszones type I en II advies van VMM én de grondwaterexploitant –In beschermingszones type III enkel advies van VMM Infrastructuur voor afvalwaterzuivering of collectorisering: VMM
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 9 Lokale waterbeheerders Beheer: –Onbevaarbare waterlopen 2 de categorie: provinciale dienst waterbeleid –Onbevaarbare waterlopen 3 de categorie: gemeentebestuur –Binnen ambtsgebied van polder of watering: nemen beheer van 2 de en 3 de categorie over van gemeentebestuur en provinciale dienst waterbeleid –Buiten categorie: aangelanden Adviesverlening –Onbevaarbare waterlopen 2 de categorie: provinciale dienst waterbeleid –Onbevaarbare waterlopen 2 de categorie binnen polder of watering: provinciale dienst waterbeleid én polderbestuur of bestuur watering –Onbevaarbare waterlopen 3 de categorie: college (is decretaal al geregeld dus niet in besluit) –Onbevaarbare waterlopen 3 de categorie binnen polder of watering: college én polderbestuur of bestuur watering –Buiten categorie: geen advies
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 10 Hoe bepalen welke adviesverleners? (1) Deel van het plan volgens het gewestplan bestemd als bestaande of aan te leggen waterweg en de aan deze infrastructuur verbonden reservatie- en erfdienstbaarheidgebieden Ligging van bevaarbare waterlopen in of grenzend aan plan Ligging van met die bevaarbare waterlopen verbonden overstromingsgebieden aangegeven op RUPs of plannen van aanleg in het plan Het plan grenst aan of omvat het strand Binnen het plan ligt effectief overstrominsgevoelig gebied dat afwatert naar bevaarbare waterlopen Welke beheerder wordt adviesinstantie: –Grenzend aan het strand: AMDK –Bevaarbaar Zeeschelde, Kanaal Gent Terneuzen en haventoegangen Zeebrugge en Oostende: Departement MOW (Afdeling Maritieme Toegang) –Bevaarbaar Maas, Albertkanaal, Kempische kanalen en Schelde Rijn-kanaal: NV De Scheepvaart –Bevaarbaar anderen: Waterwegen en Zeekanaal NV
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 11 Hoe bepalen welke adviesverleners? (2) Ligging van onbevaarbare waterlopen in of grenzend aan plan –Onbevaarbaar 1 ste categorie = VMM –Onbevaarbaar 2 de categorie = provinciale dienst waterbeleid (+ polderbestuur of bestuur watering indien binnen ambtsgebied) –Onbevaarbaar 3 de categorie = college (+ polderbestuur of bestuur watering indien binnen ambtsgebied)
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 12 Hoe bepalen welke adviesverleners? (3) Effectief overstromingsgevoelig gebied in het plan –De beheerders van de waterlopen waarheen dat effectief overstromingsgevoelig gebied afstroomt (idem als ligging van die waterlopen in of grenzend aan het plan) –We beschikken sinds kort over een shape met de afstroomgebieden
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 13 Hoe bepalen welke adviesverleners? (4) Advies vragen aan VMM indien: –Onbevaarbare waterlopen 1 ste categorie –Op RUPs of plannen van aanleg aangeduide overstromingsgebieden verbonden met waterlopen van 1 ste categorie –Effectief overstromingsgevoelig gebied dat afwatert naar onbevaarbare waterlopen 1 ste categorie –Plan is gelegen in waterwingebied of beschermingszones type I, II of III –Plan heeft betrekking op nieuwe infrastructuren voor behandeling, collectivering of zuivering van afvalwaters –Binnen het plan ligt effectief overstromingsgevoelig gebied dat afwatert naar onbevaarbare waterlopen van 1 ste categorie
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 14 Hoe bepalen welke adviesverleners? (5) Advies vragen aan VMM indien: –Binnen het plan ligt zeer grondwaterstromingsgevoelig gebied én binnen het plan wordt 1 ha of meer bestemd als woongebied, industriegebied, bedrijventerrein, recreatiegebied, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, gebied voor wegeninfrastructuur of gebied voor spoorwegeninfra- structuur in afwijking van de bestaande plannen van aanleg of RUPs
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 15 Hoe bepalen welke adviesverleners? (6) VMM én de exploitant van de grondwaterwinning Plan indien in het RUP beschermingszones type I of II gelegen zijn VMM indien in het RUP beschermingszones type III gelegen is
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 16 Handleiding adviesverleners De CIW zorgt voor een handleiding voor de adviesverleners. Die wordt naar alle adviesinstanties verstuurd vóór de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit.
Departement Ruimtelijke Ordening Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 17 Meer info : achtergrond infohttp:// : watertoetsinstrument (bedoeld voor vergunningen maar met de aan een geoloket gekoppelde kaarten kunnen de afstroomgebieden bepaald worden) : geoloket bekkenwerking (waarop de acties uit de bekkenbeheerplannen kunnen gelocaliseerd worden) Contacteer uw contactpersoon bij het Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen