Nacht van de Economie Rotterdam, 5 juni 2014

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Eeklo aan het werk: verslag van een inhaalrace Werkloosheidscijfers Eeklo Gregory Cremmerye.
Advertisements

Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
SEMINAR ‘Renderend pensioenbestuur’ Edin Mujagic Rotterdam, 19 maart 2012.
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
Van de economische crisis, de dingen die niet voorbij gaan…
“Pensioenen & de Kredietcrisis”
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 PENSIOEN - INFOSESSIES - 7, 15 en 22 november 2011 Pensioen INFOSESSIES en 22 november 2011.
Grafiek 1 BBP-groei Nederland
1 De handel Dominique Michel Gedelegeerd bestuurder.
FAMO voorjaarsbijeenkomst Utrecht De internationale economische crisis en de lokale overheden Wim Suyker Hoofd afdeling overheidsfinanciën CPB.
De Grote Depressie Herman de Jong / Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
Onderwerpen Achtergrond en aanleiding vernieuwing statistiek
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Vergrijzen en verzilveren Antwerpen, 16 november 2012 Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht.
Presentaties 12 juni 10 minuten per presentatie Powerpoint beschikbaar
Stabiel inkomensbeleid Amsterdam okt 2008 Stabiel begrotings- en inkomensbeleid Coen Teulings.
Overheden in de financiële en economische crisis John Crombez.
Overheid beleid.
Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
Keynesiaans model J. Zonjee.
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Overheidsfinanciën Klik om verder te gaan.
Meisjes en wiskunde (Waarom) is wiskunde moeilijk?
Modellen VWO 6.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Goederen- en Financiële Markt: IS-LM Model
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
1 © GfK 2012 | Supermarktkengetallen | GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Hoe ontwikkelt het aantal kassabonnen zich?’ ‘Wat is de omzet van de supermarkten.
1 De Nederlandse economie 1e kwartaal 2009 Michiel Vergeer.
Goede tijden, slechte tijden
Vraag Welke uitgaven zijn in 2012 begroot voor de sector waar jullie casus deel van uitmaakt? Wat is het doel van goede openbare financiën?
Wat nou, pensioencrisis?
Begrippen kennen Collectieve sector = publieke sector
Septembercirculaire en nog meer
Voorlopige overslagcijfers 2009 Hans Smits President-directeur Havenbedrijf Rotterdam 30 december 2009.
Presentatie PhO Wonen december Opleveringen nieuwbouw op korte en middellange termijn Resultaten van de Inventarisatieronde planaanbod 2010.
Trends en discussies op de woningmarkt
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
1 DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week Us$ stijgt en de VS markten en grondstoffen markten+ obligatie markten storten ineen.
Betaalbaarheid en toekomst van de Belgische gezondheidszorg
1 De pensioensector in een turbulente omgeving Olaf Sleijpen De Nederlandsche Bank.
Grafiek 1 – BBP-groei Nederland
1 De Nederlandse economie 2008 Michiel Vergeer. 2 Kernindicatoren – Bbp 1e halfjaar 2009: bijna 5 procent krimp – Werkloosheid loopt op richting 5 procent.
Economische en demografische aspecten van vergrijzing Roel Beetsma MN Chair in Pension Economics Vice-decaan FEB Universiteit van Amsterdam.
Vergrijzing en economie Rekenen aan vergrijzing Malmberg docentenmiddag economie 3 april 2014 Ed Westerhout Universiteit van Amsterdam Centraal Planbureau.
Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens Nibud 12 november
PW Wisselkoersen Vraag 1: De uitvoer van Zwitserland naar de EU steeg, maar minder snel dan de invoer uit de EU-landen (= de uitvoer van de EU naar Zwitserland.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Dollar en Nederlandse economie CPB jan 2007 Betalingsbalansen wereldwijd, de dollar en de Nederlandse economie Klankbordsessie ter voorbereiding.
Bron: DNB. De cijfers %-mutaties DNBCPBDNBCPBDNB Bruto binnenlands product-1,0-0,6-½1,0 Particuliere consumptie-1,5-1½-1,7-1½-1,2 Uitvoer.
De macro-economie van langdurige stagnatie Prof. dr. Bas Jacobs VNO-NCW 16 september, 2016.
Vragen vooraf Hoe staat de Nederlandse economie ervoor? Wat is de oorzaak van de financiële crisis? Zijn er wel eens belastingen afgeschaft? Hoeveel verschillende.
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
CPB doorrekening Regeerakkoord
Welkom Havo 5..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Miljoenennota 2019 Bas Jacobs Erasmus School of Economics
Transcript van de presentatie:

Nacht van de Economie Rotterdam, 5 juni 2014 Factsheets Bas Jacobs Nacht van de Economie Rotterdam, 5 juni 2014

Zg. ‘stimuleringspakketten’ 2009, 2010 Begrotingssaldo 2008: 0,5% bbp 2009: -5,6% bbp 2010: -5,1% bbp Crisispakketten Balkenende-IV 2009: 0,7% bbp 2010: 0,5% bbp 2011: -0,5% bbp Conclusie: grootste stimulans was automatische stabilisatie en ‘noemereffect’ Bron: CPB (2011), Effecten Stimuleringspakket

Bezuinigingen en lastenverzwaringen 2011-2017 Cumulatieve lastenverzwaringen en uitgavenbeperkingen 2011-2017 (miljarden euro) Lastenverzwaring Uitgavenbeperking Totaal Afbouw stimuleringspakket Balkenende-IV 3 Aanvullend beleidsakkoord 2 Kabinet Rutte-Verhagen 7 13 19 Begrotingsakkoord 9 Kabinet Rutte-Asscher 5 10 15 6-miljardpakket 4 6 21 33 54 Aandeel 39% 61% 100% Bron: Wim Suyker (2014), "Tekortreducerende maatregelen 2011-2017 MEV2014-versie"

Bezuinigingen en lastenverzwaringen Bron: Wim Suyker (2014), "Tekortreducerende maatregelen 2011-2017 MEV2014-versie"

ReËle uitgaven en inkomsten overheid Bron: CPB (CEP, 2014)

Austeriteit in nederland sinds 2010 Bron: CPB (CEP, 2014) en OESO (2014)

Overheidsuitgaven nominaal 10% gestegen, Expansief beleid? Overheidsuitgaven nominaal 10% gestegen, Reëel is overheidsaandeel gegroeid met 4% (deflator prijsindex overheidsbestedingen) Overheidsaandeel in bbp 5% gestegen Maar gecorrigeerd voor de output-gap is het bbp-aandeel van overheid gelijk gebleven over de hele periode 2008-2015 aanvankelijke oploop 2009-2010 volledig teniet gedaan door bezuinigingen daarna Conclusie: tot 2010 expansief, daarna restrectief beleid

Kosten bbp verlies 2011-2015 door austeriteit Noot: zeer ruwe indicatie 45 mrd tekorteductie 2011-2015 Multiplier = 0.5 => 23 mrd = 3,8% bbp Multiplier = 0.75 => 34 mrd = 5,6% bbp Multiplier = 1 => 45 mrd = 7,5% bbp 2011-2015: 7,5% bbp aan tekortreducerende maatregelen 2,2% bbp feitelijke (geraamde) reductie begrotingstekort 5,3% bbp weglek => 70% uitverdieneffect als economie alleen door tekortreductie zou vertragen/krimpen

Overheid heeft ook vermogen EMU-schuld 2014: 74,5% bpp (CPB, 2013) Netto overheidsvermogen: +41% bbp (CPB, 2013) Kosten vergrijzing (zorg, AOW) Pensioenvermogen per 1 april 2013 = 960 mld (DNB, Bulletin, 27/8 2013) Belastingclaim voor overheid Bron: CPB (2013) De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld

staatsbalans voor Nederland (2013) Bezittingen Kapitaalgoederenvoorraad: 64% bbp Financiële activa: 27% bbp Gasvoorraad: 22% bbp Totaal activa: 112% bbp PM Belastingclaim pensioen: ca. 63% bbp Schulden Staatsschuld: 74,5% bbp Totaal passiva: 74,5% bbp PM Latente verplichtingen vergrijzing (AOW, zorg) PM garanties Bron: CPB (2013) De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld

Geen probleem meer met houdbaarheid Tijdens grootste crisis sinds 80 jaar realiseert NL houdbaarheidsoverschot AOW-leeftijd, HRA, hervorming zorg Nb. structureel EMU tekort in 2014: ca. -1,7% bbp Vgl. VS structureel begrotingstekort 2014: -1% bbp (CBO, 2013) Twee kanttekeningen bij CPB houdbaarheidssommen: Zorguitgaven groeien sneller Financiële sector Bron: CPB (2013) De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld

Houdbaarheidsoverschot: ca. 1,2% bbp Houdbaarheidsoverschot na Rutte-2: 1,0% bbp Bij geraamd structureel EMU-saldo 2014/2017: -1,4%/-1,4% Dus: houdbaar structureel EMU-saldo 2014/2017 na verwerking Rutte-2: -2,4%/-2,4% bbp (EC-methode) Nb. Aanname geen verandering in rentelasten&baten/gasbaten (verandering robuust EMU-saldo = verandering structureel EMU-saldo) CEP (2014) raamt structureel EMU-saldo 2014 (EC-methode): -1,2% 0,2% bbp verbetering t.o.v. regeerakkoord Conclusie: houdbaarheidsoverschot thans ca. 1,2% bbp Bronnen: CPB (2012), Actualisatie Effecten Financieel Kader Regeerakkoord CPB (2014), Centraal Economisch Plan

Lagere groei slecht voor overheidsfinanciën? Niet correct Klaas Knot e.v.a.: lagere groei, dus nu bezuinigen Lagere groei door vergrijzing al in houdbaarheidssommen Correcte waarde van netto schuld/bezit nemen Nederland heeft positief netto overheidsvermogen, geen netto overheidsschuld Zie ook positief houdbaarheidssaldo! Netto overheidsvermogen positief ondanks uitstaande staatsschuld door claim pensioenen en aardgasvermogen Bij positief overheidsvermogen is lagere groei goed voor de overheidsfinancien Reden: uitgaven dalen bij lagere groei sneller dan de inkomsten Houdbaarheidstekort daalt met ca. 1,2% als groei met 1% daalt Bron: CPB (2010), Vergrijzing Verdeeld

Groei op lange termijn Van Ark en De Jong (1996): gemiddelde groei TFP 1913–1994 = 1,6 procent per jaar CPB (2010): 1,7 procent per jaar productiviteitsgroei

Raming Economische groei Bron: CPB (CEP, 2014)

Economische groei internationale vergelijking

historische vergelijking: Nederland groeit langzamer dan in jaren 30 Bron: CPB (CEP, 2014) en CBS (Statline)

Voorspelfouten economische groei cpb Bron: GeenStijl (2013)

Bezettingsgraden Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Output gaps (% BBP) Bron: OESO (2014)

outputverlies ten opzichte van trend Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Permanent outputverlies 2008-2015 ongeveer 10% bbp Als totaal outputverlies 16,5% is bij trendgroei van 2% en outputgap van 4,5% dan is permanent outputverlies 11% bbp Ball (2014): permanent outputverlies NL 9% bbp Trendmatige groei potentiële productie 2,1%

werkloosheid Bron: CBS Statline (2014)

Renteuitgaven overheidsschuld Bron: CPB (2013), Centraal Economisch Plan, bijlage 9.

Rentevoeten bereiken historische dieptepunten Bron: DNB (2014)

Rentestanden lager dan ooit sinds 1517 Bron: Deutsche Bank (2012)

Overheid geeft 3 mrd per jaar minder uit aan rente staatsschuld sinds 2008 2008: EMU-schuld: 58,5% bbp Rentelasten 2,2% bbp = 13,5 mrd euro 2013: EMU-schuld: 74,3% bbp Rentelasten: 1,8% bbp = 10,4 mrd euro Bron: CBS (2014), CPB (2014, CEP)

Renteuitgaven historisch dieptepunt Bron: CPB (2006)

Overschot lopende rekening Bron: CPB (2013), Centraal Economisch Plan

Kosten lage groei groter dan kosten oplopen tekort DeLong en Summers (2012): verhoog tekort 1 jaar Multipliereffect: meer bestedingen jaar 1 Hysterese-effect: outputwinst structureel Hogere rentelasten, leiden mogelijk tot hogere verstorende belastingen Wanneer leidt hoger tekort niet tot hogere staatsschuldquote? rk = g + hmt/(1 – mt) rk kritieke waarde is voor de rente op staatsschuld g langetermijngroeivoet van de economie h hysteresecoëfficient t marginale belastingquote in de economie Wanneer kost hoger tekort samenleving meer dan het oplevert? mk = u/[1 + ut + h(1 + ut)/(r – g)] mk: kritieke begrotingsmultiplier waar beneden een groter tekort maatschappelijk meer kost dan oplevert u welvaartsverlies hogere belastingdruk (u = 40%)

Hoger tekort leidt niet tot hogere staatsschuld en is maatschappelijk gewenst Bron: Jacobs (2013), Nederlands Begrotingsbeleid Kost meer dan het Oplevert

Multipliers nu groter dan in normale tijden Liquiditeitsbeperkingen, huishoudens onder water met hypotheek Nulgrens beleidsrente ECB Synchrone bezuinigingen Niet als overheid ook in problemen zit, zie ook Van der Kwaak en Van Wijnbergen (2013) Hogere rentelasten overheid verhogen kapitaalkosten banken -> minder kredietverlening Relevant voor periferie in Europa, niet Nederland

OVERZICHT MULTIPLIERSTUDIES open economieËn Bron: Jacobs (2013) zie daar ook voor referenties

multiplierstudies Blanchard, Olivier en D. Leigh (2013), “Growth Forecast Errors and Fiscal Multipliers”, IMF Working Paper Series WP/13/1, Washington-DC: IMF. Christiano, L., M. Eichenbaum en S. Rebelo (2011), “When Is the Government Spending Multiplier Large?”, Journal of Political Economy, 119, 78-121. Leeper, E.M., N. Traum en T.B. Walker (2011), “Clearing up the Fiscal Multiplier Morass”, NBER Working Paper No. 17444, Cambridge-MA: NBER. Ramey, Valerie A. (2011),“Can Government Purchases Stimulate the Economy?”, Journal of Economic Literature, 49, (3), 673-85. Romer, C.D., (2011), “What Do We Know about the Effects of Fiscal Policy? Separating Evidence from Ideology”, speech Hamilton College November 7, 2011. Woodford, M., (2011), “Revisiting fiscal multipliers, Simple Analytics of the Government Expenditure Multiplier”, American Economic Journal: Macroeconomics, 3, (1), 1-35. Zie voor veel meer referenties ook het overzicht bij het CPB: http://www.cpb.nl/veelgestelde-vragen-ramingen-cpb#Vragen_over_de_begrotingsmultiplier

Balanced budget multiplier 1e jaars tekstboek, gesloten economie, lump-sum belasting: Bestedingsmultiplier = 1/s, s = spaarquote Belastingmultiplier = -(1- s)/s Balanced-budget multiplier = 1 Intuitie: deel belastingverlaging wordt gespaard, niet zo bij uitgavenverhoging CPB (2011) Varianten Saffier II, Achtergronddocument belastingmultiplier ca -0.4 bestedingsmultiplier ca. 0.9 balanced budget multiplier = ca. 0.5 Wren-Lewis, S. (2012), “One is the magic number”, Mainly Macro. Jacobs. B (2013), “Alles lekt weg naar het buitenland, toch?”, ESB Blog.

Niet alles lekt weg naar het buitenland Hoe opener de economie, hoe groter ‘invoerlek’ NL invoerquote ongeschoond: 74% bbp Hoog door wederuitvoer (‘overslag-effect Rotterdam’) Hoog door invoer van intermediaire goederen in uitvoer Netto invoerquote gemmiddeld = 26% bbp (CPB, 2013) Marginaal = 35-55% (CPB, 2013) Multiplierstudies laten geen grote verschillen zien tussen grote en kleine landen Conclusie: invoerlek is wat groter in kleine landen, maar wordt overdreven door tegenstanders van anti-cyclisch begrotingsbeleid Bron: Jacobs (2013) en CPB (CEP, 2013)

overheid naar 40% bbp? Caveat: zeer ruwe benadering Constante aanbodelasticteit e Marginale druk t Marginaal dood gewicht: MEB = t/(1 – t)e Gemiddeld dood gewicht: AEB = -e(ln(1 – t) + t) NL: t = 54%, e = 0,5 (empirissch hoog): MEB = 58%, AEB = 15% Stel t = 44%: MEB 40% en AEB = 10% Welvaarstwinst lagere belastingen 5% bbp Welvaartsverlies kleinere overheid genegeerd Structurele outputverlies 2x welvaartswinst van lagere belastingen bij verkleining overheid naar 40% bbp Referentie: Jacobs, B. (2008), De Prijs van Gelijkheid, Amsterdam: Bert Bakker

Het probleem: private schulden Bron: CPB (2013) De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld

Het probleem: private schulden Bron: CPB (2013) De naakte feiten over de Nederlandse overheidsschuld

Consumptie daalt tussen 2010-2013 Vrije besparingen altijd negatief Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Investeringen laag, maar herstellen zich Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Wereldhandelsgroei herstelt zich geleidelijk… Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

… Maar wereldhandelsgroei valt terug Bron: CPB (2014)

Leverage ratio NL banken laag Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Kredietvoorwaarden mkb scherp Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Kredietverlening NL banken krimpt Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Herkapitalisaties: VS vs. eurogebied “De ervaring met het Amerikaanse Supervisory Capital Assessment Program (SCAP), dat in 2009 door de Amerikaanse toezichthouder werd uitgevoerd om de soliditeit van de bankensector te testen, leert dat kapitaalemissies ook mogelijk zijn in moeilijke marktomstandigheden (grafiek 4). De hieraan deelnemende banken vulden vrijwel het gehele kapitaaltekort dat was vastgesteld met private middelen op (USD 179 miljard, ofwel 97 procent van het totaal).” DNB Bron: DNB (2013)

Waarom Banken veel meer eigen vermogen moeten hebben Admati, Anat and Martin Hellwig (2013), The Banker’s New Clothes, Princeton University Press. Admati, Anat and Martin Hellwig (2013), “The Parade of the Banker’s New Clothes Continues”, mimeo.

Netto pensioenbesparingen (% totale consumptie) Bron: CPB (2013), Centraal Economisch Plan

Summers: seculaire stagnatie In NL? Besparingen hoog Vergrijzing: groot aanbod pensioenbesparingen? Ja Balansherstel na financiële crisis? Ja Vermogensongelijkheid sterk toegenomen? Nee Voorzorgsbesparingen gestegen? Onduidelijk, waarschijnlijk Deflatiegevaar? Ja Investeringen laag Vergrijzing: krimpende vraag investeringsgoederen? ja Prijzen investeringsgoederen gedaald? Ja Kosten krediet hoog? Ja Overcapaciteit? Ja

Ontsnapping seculaire stagnatie niet goed mogelijk Begrotingsbeleid in de klem door Brusselse afspraken geen anti-cyclisch begrotingsbeleid geen overheidsinvesteringen (ondanks recordlage rentes) Standaard monetair beleid niet langer effectief beleidsrente nul Onconventioneel monetair beleid afgewezen kwantitatieve verruiming nu niet mogelijk forward guidance via hogere inflatiedoelstelling Zie ook speech Draghi 5 juni Monetaire transmissiekanaal stuk banken zwak

Referenties economie liquiditeitsval Christiano, L., M. Eichenbaum en S. Rebelo (2011), “When Is the Government Spending Multiplier Large?”, Journal of Political Economy, 119, 78-121. Eggertsson, G. (2010), “What Fiscal Policy Is Effective at Zero Interest Rates?” NBER Macroeconomics Annuals, 25, 59-112. Eggertsson, Gauti, and Paul Krugman (2012), “Debt, Deleveraging and the Liquidity Trap: A Fisher-Minsky-Koo Approach”, Quarterly Journal of Economics, 127, 1469–1513. Eggertson, G. en M. Woodford (2006), “Optimal Monetary and Fiscal Policy in a Liquidity Trap”, in Richard H. Clarida, Jeffrey Frankel, Francesco Giavazzi en Kenneth D. West (eds) NBER International Seminar on Macroeconomics 2004, Cambridge-MA: MIT Press, 75 – 144. Krugman, Paul (1998), “It’s Baaack: Japan’s Slump and the Return of the Liquidity Trap”, Brookings Papers on Economic Activity, 2, 137-205. Svensson, L. (2003), “Escaping from a Liquidity Trap and Deflation: The Foolproof Way and Others”, Journal of Economic Perspectives, 17, (4), 145-166. Woodford, M. (2012), “Methods of Policy Accomodation at the Interest-Rate Lower Bound”, presented at Jackson Hole Symposium, August 2012. Werning, I. (2012), “Managing a Liquidity Trap: Monetary and Fiscal Policy”, mimeo, MIT.

Groei geldhoeveelheid Eurozone daalt Bron: ECB (2014)

Sterke Desinflatie, deflatie op de loer Bron: ECB (2014)

Japanse toestanden? Bron: Financial Times (2014)

Inkomensongelijkheid huishoudens Bron: CBS (2014)

Inkomensverschillen (GINI) Bron: CBS (2014)

Topinkomens in Nederland 1977-2010 Bron: Jacobs, Zoutman en Jongen (2013)

Inkomensongelijkheid: top 1% Bron: Jacobs, Zoutman en Jongen (2013)

Inkomensgrenzen topinkomens 2010 Individueel inkomen Top 10%: 71.000 euro Top 5% 90.000 euro Top 1% 162.000 euro Top 0,5% 212.000 euro Top 0,1% 375.000 euro Huishoudinkomen: Top 10%: 116.000 euro Top 5%: 144.000 euro Top 1%: 238.000 euro Top 0,5%: 300.000 euro Top 0,1%: 533.000 euro Bron: Jacobs, Zoutman en Jongen (2013)

Geen Relatie tussen toptarief en inkomensaandeel top 1% Bron: Jacobs (2013)

Inkomensconcentratie aan de top Internationale vergelijking met pareto parameter Bron: Jacobs, Zoutman en Jongen (2013)

Vermogensongelijkheid Nederland

Vergelijking Nederland vs Top 1% inkomen: NL, 2012: 6,3% VS, 2012: 19,3% (incl. kapitaalwinsten 22,5%) Top 10% inkomen: NL, 2012: 30,9% VS, 2012: 48,2% (incl. kapitaalwinsten 50,4%) Bron: World Top Incomes Database (2014)

Huizenprijzen 28% reëel gedaald 2008-2013 Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Huizentransacties 2005-2013 Bron: CPB (2014), Centraal Economisch Plan 2014

Dekkingsgraden (2007K1-2013K2) Bron: DNB (2013)

Pensioenpremies stijgen Bron: CPB MEV 2013

Reinhart en Rogoff: This time is different R&R: Financiële crisis lossen alleen op door herverdeling van vermogen inflatie wanbetaling financiële repressie (devaluatie, niet mogelijk bij euro) Crediteuren moeten onvermijdelijke verliezen nemen banken (sanering/herkapitalisatie) overheden (Griekenland) Spaarders gaan betalen voor leners Rendementen pensioenfondsen onder druk

Reinhart and rogoff – growth in a time of debt Reinhart, C. M., and K. S. Rogoff (2010), “Growth in a Time of Debt”, American Economic Review: Papers & Proceedings, 100, 573–578. Reinhart, Carmen M., Vincent R. Reinhart, and Kenneth S. Rogoff (2012). “Public Debt Overhangs: Advanced-Economy Episodes since 1800”, Journal of Economic Perspectives, 26 (3), 69-86. Probleem: 90% schuldgrens bestaat toch niet Herndon T, M. Ash and R. Pollin (2013), “Does High Public Debt Consistently Stiffle Economic Growth? A Critique of Reinhart and Rogoff”

R&R’s 90% schuldgrens bestaat niet Bron: Dube (2013)

Causaliteit van groei naar schuld Reinhart en Rogoff: hoge schuld -> minder groei? Hoge schuld = hoge toekomstige belastingen, inflatie, devaluatie en financiële repressie Maar minder groei -> hoge schuld Minder groei = minder belastinginkomsten, hogere uitgaven uitkeringen Empirie: causaliteit loopt van groei naar schuld Dube (2013), “Reinhart/Rogoff and Growth in a Time Before Debt”, New Next Deal, Blog. Lof and Malinen (2014), “Does sovereign debt weaken economic growth? A Panel VAR analysis”, Economics Letters, 122/3, 403-407.

Vergelijking Nederland en VS Bron: IMF (2014) World Economic Outlook Database