Amsterdam 21 maart 2013 Maarten Pieters bètaprogramma’s vanaf 2013
uitgangspunten vernieuwingen bètavakken waar gaat het om? (wetenschappelijke) actualiteit en relevantie werken met concepten en contexten afstemming en samenhang tussen bètavakken aansluiting met hoger onderwijs 2
programma’s verschillen van vorige in concepten –deels andere dan in huidige programma –soms in andere domeinen gegroepeerd –anders verdeeld over centraal examen (CE) en schoolexamen (SE) contexten –uit persoonlijk leven, samenleving, beroepen en wetenschap –meer ruimte voor actualiteit en relevantie van de vakken –beter leren van concepten door gebruik in meer contexten vaardigheden –eensluidend deel voor alle bètavakken –vakspecifiek deel voor elk vak samenhang –eensluidende vaardigheden voor alle bètavakken (óók NLT en wiskunde) –gemeenschappelijke aanknopingspunten in concepten en contexten details bi en na in bijlage 4 van syllabi 3
samenhang 4 laten ook interessante verschillen in invalshoeken tussen vakken zien kernconceptendenk/werkwijzenthema’s systeem schaal verandering energie materie ruimte tijd wisselwerking ontwikkeling van kennisbasis modelvorming onderzoeken ontwerpen communicatie duurzaamheid gezondheid materialen transport veiligheid voeding wereldbeeld
samenhang adviezen uit multipilot, vooral aan schoolleiding –inhoudelijk: stel belang in inhoud van het onderwijs –structurerend: zorg voor structuur en overlegtijd, maak een docent verantwoordelijk, steun projectgroep uitdrukkelijk –bied continuïteit 5
nieuwe onderwerpen of accenten biologieprogramma’s havo en vwo –concepten moeten gebruikt kunnen worden in contexten welke contexten dat zijn blijft open soms wordt een type context aangegeven –epigenetica, bio-informatica, biosynthese –nieuwe technieken voor biologie, o.a. nanotechnologie, snelle methoden om DNA te sequensen, f-NMR –meer aandacht voor practicum, ook met de computer –meer aandacht voor ethische discussies 6
nieuwe onderwerpen of accenten natuurkundeprogramma’s havo en vwo –meer aandacht voor onderzoeken, ontwerpen en modelvorming –keuzedomeinen, uit vier van de SE-domeinen kan de docent er twee kiezen –in de meeste domeinen geen specifieke contexten voorgeschreven, voor sommige domeinen is een contextgebied genoemd. havo –technisch ontwerpen, communicatietechnologie, medische beeldvorming, materialen, zonnestelsel & heelal (overgenomen van ANW, met extra natuurkunde) vwo –astrofysica, biofysica, communicatietechnologie, medische beeldvorming, quantumfysica, relativiteitstheorie, “natuurwetten” 7
nieuwe onderwerpen of accenten scheikundeprogramma’s havo en vwo –gebruik van contexten vormgegeven als het koppelen van toepassingen aan de theorieën. –tussen klassieke macro-micro-combinatie nu ook mesoniveau nieuwe materialen, polymeren, coating, supramoleculair –meer nadruk op heen en weer denken tussen macro, meso en micro havo –meer toepassingsgericht, meer nadruk op onderzoek en ontwerp 8
niet langs lijnen oud / nieuw contextgebieden soms deels open invulling SE type toetsing verschilt tussen SE en CE CE- en SE-onderdelen vervlochten –bijv. vaardigheden, let bijv. op i-subdomeinen natuurkunde N.B. CE gaat ook voor natuurkunde voortaan over 60% van de stof 9 verdeling CE/SE
voorbereiding scholen op invoering belangrijk onderscheid tussen wat moet –inhoud examenprogramma’s en CE-syllabi aanbieden –schoolexamen afnemen wat mag –eigen keuze in leermiddelen uitwerking schoolexamen professionalisering wat kan –eigen beleid van scholen 10
bij CE syllabus geeft specificaties bij CE-domeinen verplichte stof geeft voorbeeldopgaven centrale examens 11
bij CE examenvragen 12
bij SE uitwerking vrij, suggesties in handreiking: aansluiting op syllabus verschil havo/vwo getypeerd per subdomein uitwerking –voorbeeld-contextgebieden –mogelijke deelconcepten –handelingswerkwoorden –suggesties voor uitwerking in onderwijs –suggesties voor toetsing –relaties met andere eindtermen –samenhang met andere vakken verschijningsvorm: digitaal, kan groeien 13
bij SE diverse toetsvormen PTA niet langer uniformerend, ruimte om binnen N&G en N&T te kiezen voor profielverdiepende dan wel profielverbredende onderdelen zie verder –handreiking SLO –voorbeeldtoetsen van Cito 14
bij leermiddelen zelf kiezen 15 links naar uitgevers pilotmateriaal checklists bij methodekeuze
bij professionalisering regionale steunpunten inhoudelijke nascholing nieuwe onderwerpen docent-ontwikkelteams voor eigen uitwerking in ca. 10 regio’s school betaalt voor professionalisering hoger onderwijs en overheid betalen mee 16
meer informatie in brochure ook te downloaden van 17