Veranderende ouderen in veranderende dorpen Studiedag Dorpen in verandering 10 oktober 2012 Frank van Dam
Veranderende ouderen in veranderende dorpen Het nieuwe dorp De nieuwe oudere De opgave
Het nieuwe dorp Het woondorp als uitvalsbasis Verspreide sociale relaties Grote actieradius bewoners Steeds minder voorzieningen De auto als noodzaak Sterke vergrijzing: probleem of draagvlak? De oudere 2.0
Enige exemplarische bewijsvoering tussendoor Mijn moeder: 1924, weduwe, steeds krakkemikkiger, steeds kleiner wordend sociaal netwerk, geen rijbewijs, fietst niet meer, geringe actieradius, geen mobiele telefoon, geen internet, huurwoning, galerijflat, bijna altijd thuis, mantelzorg Mijn schoonouders: 1945-1946, vitaal, uitgebreid sociaal netwerk, hoog inkomen, twee auto’s, eigen woning, vrijstaand met grote tuin, afgelost, actief, mobiel, grote actieradius, elektrische fiets, 2-3x per jaar op vakantie, internet, ondanks activiteit veel thuis, mantelzorgers
De oudere 2.0 versus de oudere 1.0: hulpbronnen Inkomen: ouderen van nu welvarender dan de ouderen van gisteren Opleiding: ouderen van nu hoger opgeleid dan de ouderen van gisteren Vrije tijd: tijd zat, maar ook verplichtingen en bindingen Mobiliteit: steeds hoger rijbewijs- en autobezit onder ouderen Gezondheid: ouderen worden steeds ouder en blijven langer vitaal en zelfredzaam
De oudere 2.0 versus de oudere 1.0: gedrag Actief, uithuizig, mobiel, consumptief Maar over 10-15 jaar? De oudere 2.0 wordt ook oud. Nieuwe ouderen (65-75): ruimtelijke effecten Oude ouderen (75+): ruimtelijke opgaven
De (ruimtelijke) opgave Aanpassing verkeersinfrastructuur en openbare ruimte (bereikbaarheid, toegankelijkheid, verkeersveiligheid) Aanpassing bestaande woningvoorraad (van drempels tot domotica) Nieuwe woningvoorraad vergrijzingsbestendig bouwen Aanpassing voorzieningenaanbod (zorgdiensten, bezorgdiensten) Vraag: wat is de rol van overheden? Uitgangspunt Een dorp geschikt voor ouderen is geschikt voor iedereen!