Management en logistiek Hoofdstuk 1 Roel Grit Jan de Geus
Management en logistiek
Hoofdstukken ‘Logistiek’ met overzicht van de totale logistiek keten. ‘Verkoop’ is customer service en tevreden klanten. Plus relatie tussen marketing en logistiek. ‘Productie’ met de logistiek van een productieproces. ‘Inkoop’ van producten en grondstoffen. ‘Voorraad’ is nodig om te kunnen produceren en te kunnen beleveren, maar voorraad kost ook geld. ‘Distributie’ hoe komt een product bij de klant? ‘Transport’ is een onderdeel van distributie.
Wat is logistiek? Logistiek: beheersingsproces van goederen- en informatiestromen. Beter: Logistiek: beheersen van goederenstromen en de daarbij horende informatie- en geldstromen.
Regel van de zeven J’s Integrale logistiek verantwoordelijk voor de levering van het Juiste product in de Juiste hoeveelheid in de Juiste conditie op de Juiste plaats op de Juiste tijd voor de Juiste afnemer en tegen de Juiste prijs
Logistiek management
Logistiek management Inkooplogistiek (physical supply) goederenstroom vanaf de producent van grondstoffen en halffabricaten tot aan het begin van het productieproces Productielogistiek (material management) logistieke activiteiten binnen bedrijf (intern gericht) vanaf magazijn grondstoffen tot aan magazijn eindproducten productielogistiek streeft naar een zo kort mogelijke doorlooptijd en tegelijkertijd zo hoog mogelijke benutting van productieapparaat Distributielogistiek (physical distribution): sluit direct aan op de markt (uiteindelijke afnemer) ook wel marketing logistiek genoemd besturing en beheersing van de goederenstroom gereed product Retourlogistiek (reverse logistics) milieubeheersing hergebruik van producten maatschappelijk verantwoord ondernemen retour afgedankte goederen Physical distribution is het spiegelbeeld van physical supply.
Supply chain
Supply chain management Ketenintegratie Integratie van de logistieke keten op vier niveaus: Fysieke integratie. efficiencyvergroting van de goederenstromen. O.a. standaardisatie van transport(hulp)middelen. Informatie-integratie. Afstemming van informatiestromen tussen leveranciers en afnemers. O.a. barcodes en Electronic Data Interchange. Besturingsintegratie. Systematisch gebruikmaken van informatie uit voorafgaande en volgende schakels in de keten. O.a. just-in-time en co-makership. Grondvormintegratie. Gedeelte van logistieke besturing naar andere partij in de keten. O.a. leverancier beheert voorraad bij afnemer. Supply chain management
Logistiek en ICT Informatie- en communicatietechnologie o.a. Electronic Data Interchange (EDI) Enterprise Resource Planning (ERP) E-commerce via internet
Electronic Data Interchange
Electronic Data Interchange Niet meer via post Direct informatie-uitwisseling tussen computers leverancier en klant. Gestandaardiseerde elektronische berichten o.a. inkooporders vrachtbrieven verkooporders douaneformulieren Voorbeeld EDI: Bestellen voorraad Voorraad volgens computer te laag Inkoopbericht automatisch aanmaken door computer Autorisatie door de inkoper Verzenden naar elektronische postbus van leverancier Autorisatie verkoper van de leverancier Goederen uitleveren
Voordelen EDI Stappen overslaan o.a. Minder werk Minder fouten afdrukken verzenden intikken Minder werk Minder fouten Gaat veel sneller Vandaag besteld, morgen in huis!
Enterprise Resource Planning ERP: Software die alle informatie binnen een onderneming integreert Voorbeelden van ERP-pakketten zijn: SAP, Peoplesoft, Microsoft Dynamics en Baan. Voordeel Geen ‘losse’ informatiesystemen Centrale database met alle informatie Gegevens overal beschikbaar Geen dubbele gegevens Integratie van o.a. financiën, verkoop, inkoop, distributie, planning en personeel EDI vaak in het pakket aanwezig Nadeel Bedrijfsprocessen moeten vaak grondig worden aangepast Volledige invoering van ERP-systeem is ingewikkeld Nieuwe hardware nodig Opleiding van de eindgebruikers
E-commerce op vier niveaus E-commerce: productverkoop via internet. Vier niveaus: Informatieverstrekking aan de klant. ‘Geavanceerd uithangbord’. Interactie met de klant. Klant en leverancier communiceren via e-mail. Bestelling en betaling op traditionele manier. Transactie. Klant bestelt producten via internet. Betaling eveneens via internet. De internetsite levert beperkte omzet. Integratie. Handel volledig via internet. Bestelling via internetsite bestuurt organisatie van leverancier. Informatiesystemen (zoals ERP-software) bij leverancier onmisbaar.
E-commerce klant Catalogus op de website van de leverancier Klant bestelt via internet Betaalt via creditcard of acceptgiro Levering thuis binnen twee dagen 24 uur/dag 7 dagen/week Klant hoeft de deur niet uit Status orders op te vragen
E-commerce leverancier Gevolgen leverancier Aantal menselijke handelingen is minimaal Tussenhandel verdwijnt Leversnelheid neemt toe Minder voorraden aan te houden Aankoopgedrag klant bekend Website gekoppeld met ERP-pakket Leveringen automatisch inplannen Voorraad automatisch bijgewerkt en bijbesteld Klantgerichte reclame op website Bedrijfsprocessen leverancier volledig geïntegreerd
Logistieke kosten Vermogenskosten o.a. Exploitatiekosten o.a. rente en afschrijvingen o.a. transportmiddelen rente over investeringen in voorraden rente over waarde van het onderhanden werk Exploitatiekosten o.a. brandstofkosten transport personeelskosten kosten van uitval en afval
Managementniveaus
Managementbeslissingen Strategische beslissingen o.a. koers op langere termijn (drie tot vijf jaar) soort producten dat men wil gaan maken nieuwe markten die men wil veroveren keuze voor ander distributiekanaal opzetten E-commerce of niet invoering nieuwe software Tactische beslissingen o.a. komen voort uit de strategie van de onderneming aankoop nieuwe machines inrichting van de productiehal Operationele beslissingen o.a. concrete activiteiten nodig om de tactische plannen uit te voeren aannemen nieuwe werknemers
Management en logistiek
H2 Verkoop Veel potentiële klanten Veel concurrenten, veel verschillende producten Verkoop Directe contacten met de klant Verkooptransacties: de werkelijke verkoop Marketing: ontwikkelen marketingstrategie. Nodig o.a. Kennis over klantwensen (marktonderzoek) Kennis over de concurrentie (concurrentieanalyse)
H2 Verkoop Customer service: het voldoen aan de wensen van de klant: Centrale doel: een zo hoog mogelijke ‘servicegraad’, tegen zo laag mogelijke kosten. Customer service: het voldoen aan de wensen van de klant: de consument, een ander bedrijf, een andere afdeling binnen het eigen bedrijf (interne klant) De klant bepaalt de gewenste servicegraad: hoe hoger de servicegraad, hoe hoger de prijs. Strategisch: bepalen van de customer service strategie. Deze is bepalend voor het handelen van alle afdelingen.
H3 Productie Bedrijven produceren goederen en diensten om in de behoefte van hun afnemers te voorzien. Grondstoffen (ijzererts, graan of olie) Halffabricaten (computerchips, automotoren of meel) Eindproducten (auto’s, computers of bier)
H3 Productie 2 Strategische beslissing welke goederen of diensten te produceren. Ontwerpen productieproces: Welke gebouwen en machines zijn nodig? Wat maken we zelf, wat kopen we in? Hoe richten we het productieproces in (lay-out)? Hoe wachttijden te voorkomen? Hoeveel personeel is nodig en met welke kennis en vaardigheden? Hoe wordt de productieplanning uitgevoerd?
H4 Inkoop (physical supply) Besturen en beheersen goederenstroom vanaf producent grondstoffen en halffabricaten tot aan het begin van het productieproces, zodat het productieproces ongestoord kan verlopen. o.a. gebouwen machines grondstoffen halffabricaten personeel diensten (onderhoud, advies, catering, schoonmaak) Groothandel koopt eindproducten in.
H5 Voorraden (stock) Voorraad is een ophoping van goederen die niet of nog niet worden gebruikt. Als grondstoffen of goederen sneller worden aangevoerd dan afgevoerd ontstaat voorraad. Voorraad vormt buffer waardoor aanvoer en afvoer van goederen worden ontkoppeld. Binnen een bedrijf kunnen verschillende soorten voorraden ontstaan o.a. grondstoffen, tussenproducten en eindproducten.
H5 Voorraden - Belangen Verkoopmanager wil grote voorraad eindproducten. Magazijnbeheerder wil zo weinig mogelijk voorraad. Inkoopmanager wil grote partijen inkopen. Financieel manager wil weinig kapitaal in voorraad, maar wil geen nee verkopen. Productiemanager wil grote voorraad grondstoffen en groot magazijn voor de tussen- en eindproducten.
H6 Distributie Distributie brengt goederen van producent naar afnemer: Naar consument Business to Consumer B2C Naar ander bedrijf Business to Business B2B Commerciële distributie: distributie als marketinginstrument: Welke distributiespreiding? Welke distributiekanalen? Fysieke distributie: Beheer voorraad gereed product Beheer magazijnen Beheer distributiecentra Organiseren intern en extern transport
H6 Logistieke dienstverlener Bedrijf: terug naar kernactiviteiten distributie uitbesteden aan logistieke dienstverlener. heeft meer expertise, regelt transport, doet opslag en handling, voegt waarde toe (Value Added Logistics) o.a. herverpakken recycling assemblage testen. Afhankelijkheid tussen producent en logistieke dienstverlener neemt toe, maar Supply Chain kan efficiënter worden georganiseerd.
H7 Transport Transport tussen verschillende schakels in de keten. Logistiek is veel meer dan transport Keuze vervoersmodaliteiten: per spoor over het water over de weg door de lucht per pijpleiding Vervoer in eigen beheer uitbesteden aan logistiek dienstverlener
H7 Transport Economie Voor Nederlandse economie is transport belangrijk. Via de Noordzee Via de Rijn naar Duitsland Rotterdamse haven Betuwelijn Schiphol Om meer te kunnen verdienen: Value Added Logistics