HET PEDAGOGISCH IDEAAL Een visie voor GroenLinks Siebren Miedema
ASPECTEN VAN HET IDEAAL I • Het pedagogische doel van het onderwijs • Weg met de verderflijke marktideologie! • Vragers en primaire dragers m.b.t. de school • Scholen in context met relatieve autonomie • Verantwoording afleggen over het totaal & de rol van de Inspectie voor het Onderwijs • De kwaliteit van de leer-krachten, het opleidingsonderwijs (scholing, en na- en bijscholing), de kwantiteit, status
ASPECTEN VAN HET IDEAAL II • Onderwijsstructuur in een post-verzuilde samenleving (duaal stelsel of alle onderwijs bijzonder?) • Coöperaties van scholen (b.v. DE Brede School) • Gevulde burgerschapsvorming, dus inclusief levensbeschouwelijke vorming • De rol van de overheid: politiek-pedagogisch verantwoordelijk als facilitator
HET DOEL • Het doel van het algemeen vormend onderwijs is bij te dragen aan de identiteitsontwikkeling of persoonvorming van kinderen en jongeren in brede zin (holistisch/integratief). • Meerdere vormingsgebieden: cognitief, moreel, expressief, manueel, praktisch, levensbeschouwelijk, sociaal-emotioneel, burgerschap. • Het individuele & het sociale aspect bijeen • Ze zo ook voorbereiden op een plaats in de maatschappij
DE MARKTIDEOLOGIE • Spreken in termen van onderwijs als markt en de school als bedrijf (start in de jaren 90; eerst de VVD en alras ook de PvdA – Netelenbos - en andere partijen; dat is funest omdat zo het eigene van het onderwijs, en van de school als gemeenschap zoek raakt • Geen pedagogische doelstelling, maar louter aansluiting op de arbeidsmarkt; in overheids- en schoolbeleid zien we noties als: consument, produkt, in de markt zetten, outputkwantifikatie, et cetera.
KERNVAKKEN VERSUS VORMING? In het huidige beleid van Minister Van Bijsterveldt staat de kenniseconomie centraal: • Nadruk op toetsen op meten • Actieplan: Beter presteren; meer nadruk in p.o. en v.o. op de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en science • Geen 4 maar 2 profielen in de bovenbouw van havo/vwo (alfa en bèta weer terug) • Meer aandacht en gerichte ondersteuning top 20% leerlingen met excellente leerprestaties • PISA [vgl. van onderwijsprestaties in het v.o. van 15 jarigen]: cijfers voor leesvaardigheid {10}, wiskunde {11}, natuurwetenschappen {11}
VRAGERS EN DRAGERS • Ouders en/of leerlingen: schoolkeuze op basis van een duidelijk beeld van de (brede) identiteit van de school (organisatie, pedagogisch-didactische-, maatschappelijke -en levensbeschouwelijke visie) • Primaire inhoudelijke dragers en verantwoordelijken van een school zijn de pedagogische professionals, het team leerkrachten met de schoolleider (de deskundigen) • Besturen, deel- of gemeenteraden, koepelorganisaties faciliterend hierbij versus eigen (machts)belangen
SCHOLEN IN CONTEXT • Alle scholen zijn in die zin bijzonder: eigen nis (wijk, dorp/stad, regio), eigen biografie, dit docententeam • Relatief-autonome status tussen gezin en overheid (in de interferentiezone, het sociale domein) • Binnen het overheidskader zelfstandige vormgeving van deze en gene school als pedagogisch instituut en en als vormingsgemeenschap
VERANTWOORDING AFLEGGEN • Maatschappelijke verantwoordingsplicht (immers bekostiging door de samenleving) • Over alles wat er in de school plaatsvindt, ook op facultatieve basis • Dus: inclusief de godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming, en ook indien deze buiten de directe pedagogische verantwoordelijkheid van de school en de leerkrachten valt, zoals in het openbaar onderwijs (spanningspunt) • Bekostiging primair naar het primaire OW-proces!
DE INSPECTIE • En kritisch-constructief tegenover met als oogmerk de gelegitimeerde keuzes van de school/het team te versterken, te verbeteren of – op basis van deskundige kind -, zaak - en samenlevingskennis ter zake van het betreffende onderwijstype - suggesties te doen voor verdere reflectie, methodenkeuze of praktijkvormgeving binnen de school/het team (spiegelfunctie en blikverruiming)
LEERKRACHTEN:KWALI EN KWANTI • Empirisch aangetoond: de kwaliteit doet er zeer toe bij leer- en ontwikkelingsprocessen van leerlingen • De hoogste eisen stellen aan de opleiding (vgl. Finland, de Universitaire Pabo’s) • Geen onbekwamen, maar vooral ook geen onbevoegden meer voor de klas • Genoeg professionele leerkrachten en de bijpassende maatschappelijke waardering en betaling voor het beroep
ONDERWIJSSTRUCTUUR EN -INHOUD • Postverzuilde samenleving • Nieuwe eisen aan het stelsel stellen? Sinds 1848 is dat duaal: openbaar en bijzonder. Nationaal, of alle onderwijs bijzonder? • Coöperaties van scholen stimuleren (niet de term ‘samenwerkingsscholen’ hanteren, is besmet geraakt in het verleden; vgl; DE Brede School in A’dam Z-O) • Brede invulling van burgerschapsvorming (incl. levensbeschouwelijke vorming in het curriculum als vak- en/of vormingsgebied)
DE ROL VAN DE OVERHEID • Niet volstrekt weg gedereguleerd of louter neo-liberale marktideologie • Politiek-pedagogische facilitator met een visie op onderwijs in onze liberaal-democratische samenleving in de 21 ste eeuw • Inderdaad (cie Dijsselbloem) dienen overheid en politiek zich uitsluitend te richten op het ’wat’, en dan alleen op (onderwijs-)politieke hoofdlijnen, en niet op het ‘hoe’; daar zijn de scholen/de professionals zelf voor verantwoordelijk • Geen ondoordachte en theoretisch en empirisch niet onderbouwde nationale innovatieplannen lanceren • Niet ‘elke 4-jaar weer een geheel anders’-beleid: continuïteit en gerichte/doordachte veranderingen