Verslag informatiebijeenkomst RZCC Elektronische uitwisseling patiëntgegevens 20 september 2012
Inhoudsopgave Opening en welkomstwoord 3 Landelijke taakgroep 4 Regie bij beroepsgroep 4 Opt-in 6 Lab-gegevensuitwisseling 7 ADEPD-scholing 8 E-zorgcommunicatie 8 Regionale aanpak 10 Vragen en discussie 11 De informatiebijeenkomst is georganiseerd en voorbereid door: Marc van Asten ,apotheker in Helmond en bestuurslid ZiZo Peter Meulesteen, huisarts, Huisartsenkring Zuidoost Brabant Rik de Ruiter, apotheker, Stichting ZiZo Corien Snijder, programmamanager RZCC Carla van Velden, direkteur SHOKO Gerben Welling, managing director huisartsenpost HOV/CHP Verslag : Ebo Aling, senior adviseur inview
Opening en welkomstwoord Peter Meulesteen De avondvoorzitter van de bijeenkomst, Peter Meulesteen, opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom. In het bijzonder de sprekers van de avond: Tosca Noorlander – senior beleidsadviseur ICT KNMP, lid Landelijk taakgroep Paul Habets - vice-voorzitter van de LHV Jaap Dik - apotheker Vianen en lid Gebruikersraad Vereniging van zorgaanbieders Marc van Asten – apotheker en bestuurslid ZiZo Rik de Ruiter – apotheker en voorzitter ZiZo, bestuurslid RZCC Corien Snijder – Programma manager RZCC De avond is mede mogelijk gemaakt met subsidie van de Landelijke taakgroep van de zorgkoepels KNMP, LHV, NHG en de VHN en bijdragen van SHoKo, Zizo, CHP, LHV en het RZCC. Peter Meulesteen is voorzitter van de Huisartsenkring Zuidoost Brabant, bestuurslid van het RZCC en lid van de BAC-ICT commissie van de LHV. RZCC Het RZCC is in 2012 opgericht en ontstaan uit de samenwerking van alle zorgverleners in de regio Zuidoost Brabant en komt voort uit de stichting RHECO (Regio Helmond-Eindhoven Communicatie Ondersteuning) en de stichting Zorgverwijzing. Het doel van het RZCC is het verhogen van de kwaliteit van patiëntenzorg door betere informatie‐uitwisseling tussen zorgverleners onderling én tussen zorgverleners en de patiënt. Programma De avondvoorzitter geeft aan dat het programma voornamelijk gaat over het Medicatiedossier, het uitwisselen van medicatiegegevens en Opt-in, het vragen van toestemming van de patiënt. Er staan zes presentaties op het programma. Het programma wordt afgesloten door ‘vragen en discussie’. Werkgroepen Het RZCC heeft in januari een werkgroep medicatiedossier benoemd. En voor de zomer is een werkgroep opt-in ingesteld. De region gaat voor Opt-in en vraagt om een inspanning van u allen. Het RZCC helpt u met het vragen van toestemming aan de patiënt (opt-in). Zo wordt over het toestemming vragen door het RZCC folders aan u verstrekt. Verslag van de avond Hierna volgt een samenvatting van de presentaties en een weergave van de vragen en antwoorden die na elke presentatie zijn gesteld. De presentaties van de sprekers staan op de website van het RZCC. Deelnemers Aan de informatieavond hebben 133 mensen deelgenomen, 64 huisartsen 32 apothekers en 37 medewerkers van betrokken organisaties. .
3. Regie bij beroepsgroep 2. Landelijke taakgroep 3. Regie bij beroepsgroep Presentatie Tosca Noorlander – senior beleidsadviseur ICT KNMP, lid van de Landelijke taakgroep van huisartsen en apotheek koepels (LHV, NHG, KNMP en de VNH) Doel van de taakgroep is het bevorderen van de gegevensuitwisseling. De taakgroep heeft subsidie beschikbaar om kennis tussen regio’s uit te wisselen. Door ervaringen en ‘best practices‘ met elkaar te delen. Verder is onder verantwoordelijkheid van de taakgroep een gedragscode, de richtlijn elektronische gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg (Egiz) opgesteld. Deze moet nog worden vastgesteld en wordt eerst aan het CPB, ter beoordeling, voorgelegd. Verwacht wordt dat de gedragscode voor het einde van het eerste kwartaal van 2013 beschikbaar is. Geïnteresseerden kunnen de gedragscode voordien opvragen bij hun koepel. Een resultaat van de taakgroep is een quick scan van de status van informatiebeveiliging in de applicatie van de ICT-leveranciers. Vragen uit het publiek aan Tosca Noorlander Vraag: Per wanneer wordt de gedragscode ‘richtlijn Egiz’ verplicht? Antwoord: Na vaststelling van de gedragscode, niet eerder. Vraag: Vervalt met de gedragscode de melding bij het CBP van gegevensvastlegging en bewerking? Antwoord: Nee, de gedragscode vervangt geen melding(en) bij het CBP. Presentatie ‘Regie zorg-ICT berust bij de beroepsgroep’ Paul Habets – vice-voorzitter van de LHV en huisarts te Ommen Een terugblik naar 5 tot 6 jaar geleden en een vooruitblik. Uitgangspunt van ICT moet zijn dat de regie ligt bij de beroepsgroep. Het verwerpen van de wet op het EPD in de Eerste Kamer in april 2011 is mede op advies van de LHV gebeurd. De LHV is en was tegen een verplicht gebruik van de Aorta-infrastructuur. Verplicht gebruiken werkt niet, het gebruik moet aan het veld worden overgelaten. Het systeem moet zichzelf bewijzen en als het goed werkt dat gaan de zorgverleners het vanzelf gebruiken. Ook kwam de wet te snel. De wet had achteraan het traject moeten zitten, niet vooraan. Het systeem was amper in gebruik. Eerst moet het veld, de huisartsen en apothekers, tijd hebben om het systeem te gaan gebruiken en adopteren en pas dan is eventuele wetgeving zinvol. Niet andersom met een verplichting om een systeem te gaan gebruiken. Kortom: de regie van de ICT moet bij de beroepsgroep liggen. Het is nu aan het veld om te bepalen wat te doen. Uitgangspunt is dat de zorginfrastructuur er is. De koepels van LHV, VHN, NHG, KNMP en gebruikersvereniging NedHis hebben initiatief namens het veld genomen om de infrastructuur te behouden ten behoeve van het zorgveld. Vier koepels, de LHV, VHN, KNMP en NVZ, hebben daarom de Vereniging van Zorgaanbieders (Vzvz) opgericht. Doel is om eerst twee dossiers, medicatiegegevens en huisartswaarneemgegevens voor de infrastructuur te implementeren. De koepels bepalen wat er met de infrastructuur gebeurt. De politiek niet. Er is tijd nodig om de infrastructuur in gebruik te nemen. Met ingebruikname van systemen kan altijd iets mis gaan. Daar is fine tuning voor nodig en dat kost tijd en verbetering van de ICT-systemen.
Regie bij beroepsgroep (vervolg) Wat moet er gebeuren? Input van ervaring van regio’s, wat leidt tot verbetering van gebruik in andere regio’s. Financiering Met de zorgverzekeraars is er overleg over de financiering van de infrastructuur voor een periode van drie jaar. Zekerheid over de financiering moet een stimulans voor het aansluiten en gebruik van de infrastructuur betekenen. Als iedereen is aangesloten wordt de infrastructuur een beroepsnorm. Toestemming patiënt Vooraf toestemming vragen geldt voor iedereen, ook buiten de zorg. Half november start de publiekscampagne over toestemming patiënt. Dan is er ook een website beschikbaar om het proces te ondersteunen. Patiënten kunnen dan aangeven of ze toestemming verlenen en dan gaat er een mail naar de huisarts of apotheker die het kan registreren. Vragen uit het publiek Vraag: Is de infrastructuur wel veilig. Veiligheid is een reden geweest van de Eerste Kamer om de Wet op het EPD te verwerpen? Hoe kan het dat het systeem in ongewijzigde vorm nu wel veilig is? Antwoord: Het verwerpen van de Wet is gedaan om andere redenen. De zorginfrastructuur is het best beveiligd van alle systemen in de zorg. Er is een logging en patiënten kunnen inzage krijgen in de bevragingen. Veiligheid is geen issue. Vraag: Hoe zit het met de verplichte deelname? Gaan zorgverzekeraars ons straks via contractering verplichten aan te sluiten en de infrastructuur te gebruiken omdat zij de het systeem financieren? Dan verschilt dat niet met de bepaling in de Wet op het EPD? Wat vindt u daarvan? Antwoord: Het is niet de bedoeling dat zorgverzekeraars het gebruik verplicht gaan stellen. Het systeem moet zichzelf bewijzen en als het goed is gaan mensen het vanzelf gebruiken. Een verplichting is niet nodig. Dit zal in het overleg met de zorgverzekeraar worden besproken. Vraag: Over opt-in en het LSP: wat als er veel patiënten nee zeggen? Antwoord: Dat verwachten we niet. Uit ervaring van andere landen is niet gebleken dat veel patiënten nee zeggen. Van belang is dat de zorgverlener, de huisarts of apotheker, om toestemming van de patiënt vraagt. De patiënt vertrouwt zijn zorgverlener. Dat is verschillend met de situatie in 2008 toen de overheid, de minister van VWS, een brief aan de burgers stuurde. Vraag: Waarom is er een deadline van 1-1-2013 voor opt-in van het LSP, dat komt te snel. Er is nog maar weinig tijd. Antwoord: Geldt alleen voor twee regio’s, Nijmegen en Twente. Die hebben veel patiënten in de index en maken er veel gebruik van. Mogelijk wordt er over een verlenging van de deadline met het CBP gesproken. Vraag: Moet we per 1-1-2013 stoppen met OZIS? Antwoord: Nee, OZIS zal in overleg worden uitgefaseerd.
4. Opt-in Het verschil in situatie van de huisarts en de apotheek wordt besproken. Een apotheker ziet patiënten veel minder vaak dan een huisarts. Tip: zet een reminder op het recept als er voor een patiënt nog toestemming gevraagd moet worden. Aan de balie kan dat dan bij een volgend bezoek worden gevraagd. Dit is de zogenaamde ‘tussenvorm’. Vragen uit het publiek Vraag: Is het voor een apotheker en huisarts mogelijk om samen de toestemming te vragen? Antwoord : Een gecoördineerde actie kan. De toestemming wordt dan voor beide zorgverleners gevraagd in 1 vraag aan de patiënt. Vraag: Het retourbericht, kan dat worden uitgezet? Dat is nodig in geval van bezwaar. Antwoord: Ja, dat kan. Dat is in alle AIS’en mogelijk. Vraag: Wat is de juridisch status bij mondeling vragen om toestemming? Levert dat geen discussie op? En moeten beide ouders bevraagd worden voor kinderen? Stel er is een ouder uit de ouderlijke macht gezet en je weet dat niet? Antwoord: Dat zijn allemaal mogelijk problemen. Lastig. Maar je kunt niet alles weten. Je weet niet of een ouder uit de ouderlijk macht gezet is. Vraag: In een Pharmacom cluster waar meerdere zorgverleners het zelfde dossier gebruiken, volstaat daar 1 vinkje voor opt-in? Antwoord: Dat kan als het hetzelfde dossier betreft. Vraag: en bij een gecombineerd HIS en AIS? Geldt het daar ook voor? Antwoord: Ik denk het niet, dat zijn verschillende dossiers. Vraag: Is er voor een retourbericht een machtiging nodig? Antwoord: Een retour bericht is een push bericht, geen pull bericht. Voor een push bericht volstaat opt-out. . Presentatie ‘Opt-in’ Jaap Dik – apotheker Vianen, lid van de gebruikersraad van de Vzvz Ter introductie geeft Jaap Dik aan dat hij samen met een andere apotheker in Vianen al vanaf 2008 op de Aorta-infrastructuur is aangesloten en deze naar tevredenheid gebruikt. 90% van de patiënten is aangemeld. Er zijn 9 bezwaren voor het beschikbaar (kunnen) stellen van gegevens ontvangen. Aorta werkt naast OZIS en dat gaat prima. Jaap Dik geeft de geschiedenis van het informeren van de patiënt in relatie tot het LSP aan. Eerst werden patiënten geïnformeerd middels ‘opt-out’ en nu is het verplicht om patiënten vooraf om toestemming te vragen, het ‘opt-in’ principe. Opt-in, acties en regels Wat moet er gebeuren? Alle patiënten die in de index van het LSP staan moeten heraangemeld worden nadat zij om toestemming gevraagd zijn. Op 1-1-2013 moet de index van het LSP worden opgeschoond voor patiënten waar nog geen toestemming voor gevraagd is. Het vragen om toestemming mag schriftelijk of mondeling. Stel de vraag voor toestemming algemeen. Anders roept dat aanvullende vragen op bij de patiënt. Bijvoorbeeld: ‘Gaat u akkoord met het beschikbaar stellen van medische gegevens in het kader van uw behandeling? Bij patiënten jonger dan 16 jaar dienen ook de ouders om toestemming gevraagd te worden. Als een patiënt de leeftijdgrens van 12 en van 16 passend dient de toestemmingsvraag opnieuw gesteld te worden. Het registreren van de toestemming komt aan de orde en hoe te handelen in het geval een patiënt bezwaar maakt tegen het uitwisselen van gegevens? De communicatie met het LSP kan in batch plaatsvinden en hoeft dus niet telkens na een registratie te gebeuren.
5. Lab gegevensuitwisseling Presentatie ‘Ervaringen project lab uitwisseling ziekenhuis en apotheek in de regio Helmond’ Marc van Asten – apotheker in Helmond en bestuurslid ZiZo In de regio Helmond wordt de status van de nierfunctie vanuit het Elkerliek ziekenhuis aan apotheken beschikbaar gesteld in het kader van de medicatieveiligheid. Aan het project doet het Elkerliek ziekenhuis en 6 apotheken mee. Aanleiding voor het project is het HARM onderzoek. Gebleken is dat het aantal medicatie gerelateerde fouten terug te dringen is met betere informatie-uitwisseling. Medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames zijn te voorkomen. Uitwisseling status nierfunctie De openbare apotheker is de spin in het web. De patiënt gaat naar de huisarts, specialist en naar meerdere ziekenhuizen. De huisarts, specialisten en ziekenhuizen hebben geen totaal beeld van de labwaarden (en daarmee de nierfunctie) van de patiënt. Dat heeft medicatie fouten tot gevolg. Zoals ‘adverse drug reaction’, ongewenste effecten van medicatie door andere medicatie. De lab-waarden nav lab onderzoeken van het Elkerliek ziekenhuis worden aan de apotheken beschikbaar gesteld. Dat gaat via een beveiligd Excel bestand. Eens per week worden de gegevens met een bepaalde onderwaarde worden doorgegeven (anders wordt het te veel). De apothekers moeten de gegevens handmatig in hun AIS verwerken. Het project is in juni 2012 geëvalueerd en heeft wensen voor de huisartsen en de apotheken opgeleverd en hoe verder inhoud aan het project te geven. De wensen van de apotheek zijn: Graag online gegevens ontvangen van de nierfunctie en een aantal andere waarden, zoals kalium en natrium. En deze in het AIS automatisch laten opnemen voor de medicatiebewaking. Opstellen van een werkbaar protocol Gegevensuitwisseling Labresultaten Nierschade. Vragen uit het publiek Vraag: Als de lab waarden ook via het LSP gaan lopen hoe verhoudt zich dat tot de opt-in voor de twee dossiers huisartswaarneemgegevens en medicatiegegevens? Antwoord: Dat sluit aan bij de medicatiegegevens. Uitwisselen van een aantal labwaarden is onderdeel van medicatiegegevens binnen de Aorta-infrastructuur. Paul Habets: ICA en lab-waarden uitwisseling is er nu nog niet. Dat komt in de loop van 2013 beschikbaar. Vraag: Moet er dan weer opt-in gevraagd worden als de ICA en labwaarden via de infrastructuur kunnen worden uitgewisseld? Antwoord: Nee dat is niet nodig, labwaarden zijn onderdeel van de berichten medicatiegegevens. Voor het LSP hoeft maar 1 keer toestemming gevraagd te worden. De avondvoorzitter Peter Meulesteen merkt op dat er buiten de dossiers van het LSP ook andere initiatieven voor gegevensuitwisseling bestaan, zoals beeld uitwisseling etc. Pauze .
6. ADEPD-scholing 7. E-zorgcommunicatie ADEPD-scholing Na de pauze maakt Peter Meulesteen de aanwezige huisartsen attent op de ADEPD-scholing en het belang van een eenduidige registratie waardoor de kwaliteit van dossiervorming toeneemt en dossiers beter geschikt zijn voor uitwisseling in waarneemsituaties. De ADEDP-scholing bestaat uit 3 modules en is geschikt gemaakt voor de verschillende HIS’en die er bestaan. Stichting KOH biedt deze scholing aan. Presentatie ‘E-zorgcommunicatie Zuidoost Brabant’ Rik de Ruiter – apotheker Eindhoven, bestuurslid RZCC en voorzitter ZiZo Stichting Zorg Informatie Zuidoost Brabant (St. ZiZo) is opgezet voor de gegevensuitwisseling tussen apotheken. Er wordt onder meer gecommuniceerd op basis van de OZIS standaard, zorgmail, Pharmacom – Medicom clusters, Pozob – Care2U, Nierfunctieproject DvU en lab-project Helmond. OZIS wordt niet meer ondersteund en wordt uitgefaseerd. Heeft regionale beperking, schotten tussen huisarts en apotheek, uitwisseling met ziekenhuis gaat moeizaam, is minder veilig en verouderd. Medicom-Pharmacom: moeizame communicatie met andere XIS’en, integraal dossier, beperkt op cluster niveau. Recepten worden via zorgmail verzonden. De communicatie met de tweede lijn gaat lastig. De hoop is daarom op de komst van het LSP. In het kader van de ketenzorg worden voor Pozob medicatie reviews gedaan via het systeem van Care2U. De apotheker krijgt daarvoor inzage in een deel van het huisartsendossier, zoals labwaarden en ICPC codes. Belangrijke wensen van artsen en apothekers zijn: Een compleet overzicht van voorschriften en verstrekkingen Elektronisch receptenverkeer Informatie opname en ontslag Relevante lab en meetwaarden beschikbaar Reden van voorschrijven (op recept) van voorschrijver -> verstrekker Allergieën, intoleranties, geneesmiddel gerelateerde ziekenhuis opname. Stroomlijnen workflow weekrollen, herhaalmedicatie. Graag automatiseren. Het is nu een veel werk. .
E-zorgcommunicatie (vervolg) Vraag: Bij medicatie review ketenzorg van Pozob heeft de apotheek inzage in de ICPC van de huisarts. In hoeverre is er dan sprake van een inbreuk op de privacy? Antwoord: De patiënt wordt vooraf om toestemming gevraagd voor het beschikbaar stellen van de gegevens in het kader van de ketenzorg. Dat wordt schriftelijk vastgelegd door de POH. Het gaat hier om polifarmacie bij diabetes patiënten (veelal oudere mensen). Patiënten gebruiken 6 geneesmiddelen of meer. Tot nu toe heeft 1 van de 20 patiënten inzage geweigerd. Vraag: Als er een verwijsbrief uit het ketenzorg systeem van Care2u wordt verzonden? Volstaat dan opt-out? Antwoord: Voor push is opt-in niet nodig, voor pull-berichtenverkeer wel. Voor dit geval moet het antwoord worden uitgezocht. Komen we later op terug. Paul Habets voegt toe: implementatie wordt getoetst door het CBP. Bij behandeling binnen dezelfde groep is toestemming niet nodig. Vraag: Bestaat er een format standaard brief voor het vragen van toestemming patiënt? Antwoord: (Paul Habets) Dat is lastig te maken, het beste kun je gewoon aan je patiënten vragen om toestemming te geven voor de gegevensuitwisseling. Maak het niet te specifiek, want dat is onduidelijk en roept vragen op. Vraag: Er werd zojuist gesteld dat bij een kleine kring geen toestemming patiënt nodig is en bij een grote groep zorgverleners wel. Wat is een kleine kring? Waar ligt de grens? Dat is onduidelijk en een rekbaar begrip. Antwoord: Het gaat om de bij de behandeling betrokken zorgverleners. Zie de zienswijze van het CBP en de KNMG richtlijn. Vraag: maar het uitwisselen van de gegevens valt toch binnen de behandeling van de patiënt? Antwoord: (Paul Habets) Een huisartsenpost met 100 huisartsen is te groot. Een waarneemgroep van 7 huisartsen is prima. . Communicatie doelen zijn: OZIS uitfaseren en vervangen voor de zorginfrastructuur Samenwerkingsprojecten starten die gebruik maken van de infrastrcutuur Transparantie, projectcoördinatie en ondersteuning van gebruikers en duurzaam financieringsmodel (belangrijk!). Tips Bent u in het verleden op de zorginfrastructuur aangesloten geweest en nu niet meer, dan is het vrij eenvoudig om weer aangesloten te worden. Het RZCC kan u daarbij ondersteunen. Vraag zo nodig nu UZI-middelen aan. De UZI-passen kunnen gewoon aangevraagd worden. En het is nu nog vrij van kosten. Dat geldt ook voor vernieuwing van een UZI-pas. Start vroeg met het vragen van toestemming patiënt. De handleidingen van de AIS en HIS’en worden op de site van het RZCC geplaatst. Vragen uit het publiek Vraag: Over de schotten van OZIS. Er komt ook regionalisatie in het LSP. Wat als een patiënt op de grens van een regio woont? Antwoord: Er komt een regio indeling in het LSP. Voor ziekenhuizen geldt dat niet, die kunnen landelijk opvragen via het LSP. De patiënt kan aangeven dat zijn gegevens in meerdere regio’s beschikbaar kunnen zijn. Voor Zuidoost Brabant geldt dat Eindhoven, Helmond en de Kempen een regio zijn.
8. Regionale aanpak en tips Regionale aanpak en praktische tips Corien Snijder – programmamanager van het RZCC Corien laat een voorbeeld medicatieoverzicht zien en geeft aan dat het daar en om het huisartswaarneemdossier te doen is, . En we doen het allemaal voor de patiënt. Het doel is om het medicatieoverzicht en het huisartswaarneemdossier tussen zorgverleners uit te wisselen. De voorgenomen activiteiten voor de komende jaren per zorgverlener worden in een matrix getoond. Wat moet daar allemaal voor gebeuren? Om te beginnen het vragen van toestemming aan de patiënt. Uiteindelijk is het streven dat de patiënt inzage heeft in de eigen medische gegevens en zelf informatie toe kan voegen aan het eigen dossier. Vervolgens worden de verschillende gegevenselementen van het medicatieoverzicht met een planning in een overzicht getoond. Opt-in Er is een eigen folder voor de regio gemaakt. Deze wordt in week 39 aan iedereen geleverd. Deze zal ook beschikbaar zijn op de nieuwe website van het RZCC (Zie bullit hieronder) Nieuwe website RZCC Volgende week (week 39) wordt de nieuwe website van het RZCC gelanceerd. Input en suggesties voor de website zijn welkom. Op de site komt onder meer een checklist en stappenplan voor het aansluiten op het LSP. Vragen kunnen jullie mailen naar helpdesk@rzcc.nl
9. Vragen en discussie 1/2 Vragen en antwoorden De avond wordt afgesloten met een half uur vragen en discussie over de onderwerpen die aan de orde zijn gekomen, zoals het aansluiten en gebruiken van de Aorta-infrastructuur en het vragen van toestemming aan de patiënten voor de gegevensuitwisseling. De discussie wordt geleid door Peter Meulesteen. Vraag: Er komt een website voor de patiënt. Kan daar de keuze voor een huisarts worden aangegeven? Antwoord: (Paul Habets) Vecozo maakt een website voor de patiënt. Daar kan worden ingelogd met DigiD. De patiënt ziet dan wie zijn zorgverlener is en toestemming geven voor de uitwisseling. Via de landelijke publieks- campagne wordt er bekendheid aan de website gegeven. Vraag: Moet de huisarts de patiënt zelf aanschrijven? Of wachten we op de landelijke publiekscampagne? Antwoord: (Peter Meulesteen) Het advies is om nu te starten met het vragen van toestemming aan de patiënten en niet te wachten op de landelijke campagne. Vraag: In 2013 zullen patiënten zonder opt-in moeten worden aangeschreven? Wie doet dat? De huisarts? De apotheker? Antwoord: Ja, het aanschrijven van de patiënten in de loop van 2013 die nog geen opt-in hebben gebeurt door de huisarts en apotheker. Vraag: Is het een inspanningsverplichting om patiënten te vragen voor toestemming? De inspanning komt bij de huisarts te liggen en die heeft het erg druk. Antwoord: Het doel is dat er zoveel mogelijk via het LSP gecommuniceerd kan worden. Dat is een gezamenlijke taak. Vraag: Via ons inschrijfformulier van de huisartsenpraktijk hebben we de vraag al gesteld, met een handtekening van de patiënt. Volstaat dat? Antwoord: Vermoedelijk wel, het kan door de jurist van de KNMG worden gecontroleerd of dat volstaat. U kunt het aan hem voorleggen. Vraag: Wordt er ook rekening gehouden met de financiële gevolgen voor een huisartsenpraktijk? Het kost inzet van personeel om de toestemming te vragen. Antwoord: De kosten van de inzet van personeel is voor eigen rekening. Vraag: Hoe is de situatie juridisch, als er iets fout gaat? Bijvoorbeeld dat de gegevens niet beschikbaar zijn? Antwoord: (Paul Habets) We moeten niet bang zijn, er is geen verschil in de manier van werken met nu of met gegevensuitwisseling via papier. Dat gaat ICT niet oplossen. Vraag: Waarom is er nu haast? Veel is nog niet geregeld, zoals financieel en juridisch. Antwoord: De LSP index wordt per 1-1-2013 voor die patiënten waarvoor geen opt-in is toegepast opgeschoond. Het LSP wordt in de regio Zuidoost Brabant gebruikt, per week zijn er 300 dossier opvragingen bij de CHP. Ook apotheken zijn aangesloten en maken gebruik van de infrastructuur. Vraag: De ADEPD-richtlijn wordt nog niet door iedereen toegepast. Maar we worden nu al wel in een ICT project geduwd. Is dat niet te snel? Antwoord: Waar het om gaat is dat we nu eerst opt-in toepassen. Dat hoeft niet te wachten op ADEPD. Overigens zijn de meeste dossiers voldoende op orde voor uitwisseling. Dus geen reden om te wachten. .
Vragen en discussie 2/2 Vraag: Moeten we niet eerst financiële zekerheid hebben voordat we met de zorginfrastructuur starten? Het kost de huisarts immers veel tijd, 5 minuten voor opt-in 1 minuut voor een recept. Dat is voor mijn gezondheidcentrum met 10000 patiënten omgerekend 1 fte. Antwoord: (Paul Habets) We (de vereniging van de zorgaanbieders en de koepels) zijn met de zorgverzekeraars bezig om de financiering voor de komende 3 jaar af te spreken. De uitkomst zal over een maand (eind oktober) bekend zijn. Peter Meulesteen: Het vragen van opt-in moeten we samen doen. Het kost tijd, maar minder dan 5 minuten per patiënt. Het opvragen van recepten moet sneller dan 1 minuut. Dat gaan we uit (laten) zoeken en oplossen. Vraag: Hoe kijkt de politiek nu tegen het onderwerp aan? Is er draagvlak in de Tweede Kamer? Antwoord: (Paul Habets) Geen idee. Het besluit van de Tweede Kamer is ingewilligd, geen bemoeienis van de politiek bij de zorginfrastructuur. Slot De voorzitter bedankt de aanwezigen en de sprekers voor hun bijdrage. Wijst iedereen op wat er te doen staat. Het RZCC is er om jullie te faciliteren, zo komen er folders over opt-in en kunnen problemen gemeld worden. De voorzitter sluit de bijeenkomst omstreeks 22:00 uur. Vraag: Waarom wordt er niet eerste een pilot uitgevoerd voordat we met z’n allen van de infrastructuur gebruik gaan maken? Bij een pilot kunnen eerst de kinderziektes worden opgelost, goed getest worden en dergelijke. Antwoord: Het moment van een pilot is al geweest. In de regio Zuidoost Brabant zijn 65 huisartsenpraktijken reeds op de infrastructuur aangesloten. Paul Habets vult aan: Twente en Nijmegen gebruiken de zorginfrastructuur al jaren. Een pilot is niet meer nodig. Het is nu tijd om te gaan implementeren. De leveranciers werken daar aan mee. Vraag: Het opvragen van recepten duurt één minuut. Dat is erg lang. Antwoord: Dat is mogelijk een kinderziekte, dat gaan we uitzoeken. Daar is het RCZZ voor om problemen als deze voor jullie op te (laten) lossen. Vraag: Ik heb vernomen dat er jaarlijks 6,6 miljoen in de zorginfrastructuur wordt gestoken. Waar gaat dat geld naartoe? Antwoord: (Paul Habets) Dat geld gaat onder meer naar het Zorgservice Centrum voor het beheer en onderhoud van de zorginfrastructuur. Het gaat overigens om 8 miljoen op jaarbasis. En wordt gefinancierd vanuit de budgetruimte van de huisartsenposten, huisartsenpraktijken en apotheken.