Weg met de klassieke benadering van werknemersbescherming? Lucy van den Berg 5 maart 2012, Utrecht
jack
Stellingen 1.dat de partijbedoeling thans ook een rol speelt bij de beoordeling van de dienstbetrekking in de werknemersverzekeringen, is uit een oogpunt van solidaritet niet bezwaarlijk. 1.de basis van het debat over een zzp’er is een definitieprobleem: de echt ‘zielige’ zzp’er is (meestal) gewoon werknemer. 1.uitbreiding van de rechtsgevolgen van de VAR (ook geldend voor de ZZP’er en/of ook voor de arbeidsrechtelijke kwalificatie is onwenselijk, sterker nog, de hele VAR in zijn huidige vorm moet worden afgeschaft.
Stelling 1 Klassieke benadering: materiële benadering CRvB 23 oktober 1997, RSV 1998/31: ‘het al dan niet aangaan van een arbeidsovereenkomst vormt geen feit van doorslaggevende betekenis, omdat uit het feitencomplex kan blijken dat aan de elementen van de arbeidsovereenkomst is voldaan’. CRvB 11 maart 2010, LJN BL9457: ‘De intentie van partijen speelt geen rol van betekenis’.
Gouden Kooi arrest HR 25 maart 2011, RSV 2011/166
R.O Daarbij moet acht worden geslagen op alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien, en dienen niet alleen de rechten en verplichtingen in aanmerking te worden genomen die partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stonden, maar dient ook acht te worden geslagen op de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan hun overeenkomst en aldus daaraan inhoud hebben gegeven’
Consequenties? Zwemmer (AR-updates): ‘Het op dezelfde wijze als de civiele arbeidsovereenkomst uitleggen van het begrip privaatrechtelijke dienstbetrekking zou een beperking van de kring van verzekerden kunnen impliceren, welke afbreuk zou doen aan de met het socialezekerheidsrecht beoogde optimale risicospreiding en daarmee aan het draagvlak voor (in dit geval) de WW.’ Loonstra (ArA): ‘Misbruik ligt op de loer als dat element wel wordt meegewogen’. (…)
Terug naar stelling 1 Het meewegen van de partijbedoeling is niet bezwaarlijk als maar de ‘werkelijke bedoeling’ wordt achterhaald en niet uitsluitend wordt gekeken naar het etiket dat partijen op hun arbeidsverhouding hebben geplakt.
Stelling 2 De ‘zelfbewuste’ zzp’er PZO Ondernemersorganisaties eisen duidelijkheid: handtekeningactie van start voor betere positie kleine zelfstandigen. Onder het motto "Het heeft nu lang genoeg geduurd!" hebben het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO), Transport en Logistiek Nederland (TLN) en VNO-NCW vrijdag 31 oktober het startsein gegeven voor een landelijke handtekeningenactie. Met de actie doen de ondernemersorganisaties een dringende oproep aan de politiek om de problemen rond het inhuren van kleine zelfstandigen, ook wel zzp'ers of zelfstandigen zonder personeel genoemd, snel op te lossen. De handtekeningen worden op 2 december aan de Tweede Kamer aangeboden
De zielige zzp’er Telegraaf, 5 december 2011 Nu ook zzp'ers naar Voedselbank Voor het eerst hebben zich dit jaar ook zzp'ers (zelfstandigen zonder personeel) en kleine zelfstandigen gemeld bij de Voedselbanken. Оok zij beginnen het moeilijk te krijgen, aldus woordvoerder Harrie Timmerman van Voedselbanken Nederland. (…)
Reacties PvdA: wettelijk minimumloon van 150% Grapperhaus: verplichte werkloosheidsverzekering Westerveld: verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering
Terug naar stelling 2 Als gevolg van de benadering van de gezagsverhouding (wezenlijke bedrijfsarbeid, economische afhankelijkheid) door de CRvB vallen de meeste ‘zielige zzp’ers’ al onder het beschermingsbereik van de werknemersverzekeringen!
Stelling 3 Artikel Wet IB De belastingplichtige die zekerheid wenst omtrent de vraag of de voordelen die hij in een kalenderjaar geniet of zal gaan genieten uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als winst uit een onderneming, als loon of als resultaat uit overige werkzaamheden, kan een verzoek indienen bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. 2. Zodra de feitelijke omstandigheden afwijken van de door de belastingplichtige gepresenteerde omstandigheden op basis waarvan de beschikking is verleend, meldt de belastingplichtige dit aan de inspecteur. 3. De inspecteur kan de beschikking herzien, indien de melding van de belastingplichtige als bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft of hem uit anderen hoofde bekend is dat de feitelijke omstandigheden daartoe aanleiding geven. Herziening vindt plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking. 4. De beschikking geldt voor een termijn van ten hoogste één kalenderjaar.
Probleem: gebrekkige controle fiscus èn: vraag_VAR_verklaring.pdf
Terug naar stelling 3 De (uitvoeringspraktijk betreffende) de VAR leidt tot keuzevrijheid omtrent het al dan niet verzekerd zijn, hetgeen op gespannen voet staat met het beginsel van een verplichte verzekering van rechtswege
Terug naar stelling 1,2,3 Door het hanteren van een materieel criterium valt de ‘zielige zzp’er’ onder het beschermingsbereik van de sociale regelingen; dat nu gedacht wordt dat dit niet zo is, is te wijten aan de (uitvoeringspraktijk betreffende de) VAR!