Jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren Een onderzoek bij werkingen, begeleiding en deelnemende jongeren
Jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren Presentatie: Situering & opzet onderzoek Belangrijkste conclusies Aanbevelingen (beleid en werkingen)
Situering (a) Reeks onderzoeken naar Vlaamse jeugdwerk 2010: jeugdbewegingen 2013: werkingen voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (WMKJ’s) Maatschappelijke kwetsbaarheid? Lagere sociale klasse Kwetsbaar t.a.v. maatschappelijke instellingen Belangenverdediging Eigen oplossingsstrategieën
Situering (b) Variatie in WMKJ’s Qua ontstaansgeschiedenis, methodieken en activiteitenaanbod Qua doelpubliek = armoede, lage scholing & etnisch-culturele minderheid Laagdrempelig, actieve rekrutering Professionele begeleiders Levensdomeinen bijv. school, arbeidsmarkt Decentralisering WMKJ-beleid 1999 Weinig (kwantitatief) onderzoek → weinig zicht op werkingen; nood aan empirische gegevens
Doelstellingen 1. Inzicht werkingen, begeleiding en jongeren 2. Noden en behoeften werkingen 3. Sterktes, knelpunten & groeipaden 4. ‘Goede voorbeelden’
Opzet onderzoek Vergelijkbaarheid jeugdbewegingsonderzoek Specificiteit WMKJ’s Werkingen: financiering, netwerk Begeleiders: beroepskrachten - vrijwilligers Jongeren: relatie begeleiding Beschrijvende, + verklarende analyses Kenmerken werking/begeleiding → jongeren bv. tevredenheid Kwalitatief aftoetsen resultaten Focusgroepen + iets omtrent vgl. Vlaamse jongere
Dataverzameling 4 ≠ gesloten vragenlijsten Representatieve selectie 40 werkingen 1 coördinator: web Alle beroepskrachten/vrijwilligers: web Alle 14-16-jarige jongeren: papier Gerealiseerde steekproef 40 coördinatoren 158 beroepskrachten (35 werkingen) 95 vrijwilligers (23 werkingen) 208 jongeren (32 werkingen)
Conclusies De WMKJ’s: een foto (profiel) Knelpunten 4 luiken: werking/begeleiding -> tevredenheid jongeren
1. De WMKJ’s: een foto
1.1. Foto: samenstelling doelgroep WMKJ Jeugdbeweging Jongens 76% 41% Niet-Belgische afkomst 62% 12% Uit directe buurt/wijk werking 78% 22% Opleiding: ASO 20% 64% TSO 29% BSO 44% 6% BUSO/DBSO 0% Gezin: Laaggeschoold 70% 33% Minstens 1 ouder werkloos 53% Moeilijk rondkomen 25% Gescheiden ouders 16% Geloof: Moslim 42%
1.2. Foto: samenstelling begeleiding Beroepskrachten Vrijwilligers Mannen 54% 45% Leeftijd 32 (23) 23 (18) Niet-Belgisch 39% 65% Buurt/wijk werking 27% 67% Zelf lid geweest 22% 61% Laaggeschoold gezin 58% Gezin moeite rondkomen 34% 23% Moslim 20% 43% + kwart van de begeleiders geeft aan de geloofsovertuigingen niet te kunnen scheiden van hun werk
1.3. Foto: motivatie jongeren (a) Aanzet: vrienden > eigen initiatief > ouders (↔ JB) Motivatie en tevredenheid: goed Wekelijks bezoek (of vaker): 81% Tevredenheid: 8,4/10 Idee stoppen: 23% Echter: Sporten > vrienden ontmoeten > werking Werking in top 3: 24% WMKJ’s: specifieke plaats/betekenis?
1.3. Foto: motivatie jongeren (b) Redenen deelname: ‘Leuk’ (sfeer, activiteiten) Beter dan op straat ‘Mijn ding doen’ Vrienden … Zelfontplooiing Bijleren, aan mezelf werken ↔ JB: Vrienden/sfeer/thuis, zelfontplooiing
1.3. Foto: motivatie jongeren (c) Toch meerwaardezoekers ‘zelfontplooiing’: opgelegd < uit jongere zelf Voordelen werking: (+) Mezelf zijn, ontdekt waar ik goed in ben: expressie zelf (-) Sterker in samenleving, beter op school: aanpassing samenleving Onbewust? Toch voordelen: Jongeren meer tevreden naarmate (+) instrumentele tevredenheid (bijleren, zelfontpl., inspraak) (+) bk: onderwijs- & arbeidsmarktgericht werken (-) enkel vrijetijdsaanbod Samengevat: jongeren halen heel wat uit de werking, zolang het plezierig blijft en niet in een strak kader gegoten wordt. Jongeren centraal stellen, en vertrekken vanuit hun persoon en leefwereld.
1.4. Foto: leefwereld jongeren Zelfbeeld: 16% ‘mislukkeling’ Probleemjongere: 31% Toekomst: 15% negatief Echter: voldoende kansen samenleving: 53% Vrije tijd: meer Risicogedrag: onderwijs Echter: belang diploma: 88% Vooruit geraken door studeren en werken: 67%
1.5. Foto: de werkingen Verscheidenheid werkingen & methodieken Gemeenschappelijk Dagelijkse werking: 42% Vrijwilligers, + beroepskrachten: 72% Openheid: Netwerk van contacten en samenwerkingen Tijd BK extern gerichte taken: 34% Welzijn, bruggen,… Delen van infrastructuur: 61% Vindplaatsgericht werken: 69%
2. Knelpunten
2.1.1. Knelpunten: financiering (a) Veel energie: 47% Niet rondkomen: 33% Financieel tekort: Nu dreiging: 38% Toekomstig gevaar: 43%
2.1.1. Knelpunten: financiering (b) Financieringsbeleid: Geen probleem/ NVT Nu probleem Toekomstig gevaar Beleidsbeslissingen die budget beïnvloeden 22% 24% 54% Versnippering van financieringsbronnen 38% 41% Keuze goedkoopste projectvoorstel 46% 11% 43%
2.1.1. Knelpunten: financiering (b’) ‘Tender’-systeem: opdracht, offerte Vermarkting, concurrentie Prijs, omkadering In theorie: aanvullend (kortlopend) In realiteit: afhankelijkheid Cijfers (C): Lange termijn werking moeilijk: 69% Botst met nastreven kwaliteit: 52% Leidt tot meer kwaliteit: 14% Administratieve overlast: 66% Grootste dreiging: 58%
2.1.2. Knelpunten: meetbaarheid(a) BK: jeugdwerkbeleid overheid: Problemen: 34% Gevaar voor identiteit werking: 37% Onverenigbare doelstellingen?
2.1.2. Knelpunten: meetbaarheid(b) BK: geen inhoudelijke verschillen Wel: focus cijfermatige output Druk van streefcijfers: 40% Personeelstekort: 54% Tijdsgebrek begeleiding jongeren: 25% Teveel tijd administratie: 29% FG: verhaal achter cijfers? Activiteiten, + welzijnswerk (praten, doorverwijzen) Niet ingecalculeerd → meerwaarde niet gegarandeerd Nefast voor aanbod Indicatoren Verschillend, vaag, niet afgestemd Resultaten: aantonen, evaluatie
2.1.2. Knelpunten: meetbaarheid(c) Wel: instrumentalisering Beleidsinstrument overlast (kleine gemeenten) Investering overheid in directe repressie WMKJ: indirect, structureel & lange termijn ! Plaats jongere Overheid: integratie jongere in maatschappij WMKJ: Wisselwerking Jongeren sterker maken, vanuit eigen identiteit Laatste punt: doen ze wel, wat de eisen van de overheid ook mogen zijn. Maar ze vinden het frustrerend dat ze het gedane in een overheidskader moeten wringen om toch maar dat geld te krijgen.
2.2. Knelpunten: personeel (a) C: weinig interne dreigingen, maar: Tekort beroepskrachten: 22% nu, 24% toek. Verloop beroepskrachten: 19% nu, 17% toek. BK: vicieuze cirkel - personeel/jongeren: 54% = reden om te stoppen: 61%
2.2. Knelpunten: personeel (b) Personeelstekort- en verloop Gevolgen: (+) jongeren/begeleider (-) tevredenheid jongeren 1. onderbreken traject 2. verschillen werkingsbeleid 3. verlies expertise Oorzaak? 1. arbeidsvoorwaarden Te grote werkdruk: 38% Te veel flexibiliteit: 41% Loon onvoldoende: 47% Onzekerheid behoud job: 24%
2.2. Knelpunten: personeel (c) 2. doorgroeimogelijkheden BK onvoldoende kansen doorgroei: 22% Hoogopgeleid Demotiverend: geen tweedelijnswerk Kleine werkingen: sowieso weinig kader 3. ‘eenzaamheid’ jeugdwerker Ondersteuning, ontwikkeling, klankbord 4. imagoprobleem a. sérieux: jonge nieuwe gezichten b. resultaten: lang, minder tastbaar Maatschappelijke relevantie - waardering externe actoren
2.2. Knelpunten: personeel (d) Verloop gelinkt aan dreigingen Nadruk op cijfermatige output Gebrek aan ondersteuning Infrastructurele problemen: Ontevreden met lokalen: 23% Onzekerheid behoud: 44% Onvoldoende maatregelen inbraak/vandalisme: 23% Te krap voor aantal jongeren: 31%
2.3. Knelpunten: jongeren Noden en behoeften Meer uitstappen: 56% Meer materiaal: 38% Knelpunt? → ‘Nee’ Consumptie-activiteiten Kostprijs Heersende groep vs. nieuwkomers: 62% Etniciteit Negatieve percepties/vooroordelen: overbruggen
3. Tevredenheid jongeren
3. Tevredenheid jongeren (a) > beschrijvende analyses Verbanden data Werking Beroepskrachten Vrijwilligers Jongeren
3. Tevredenheid jongeren (b) Effecten van werkings- en begeleidingskenmerken op uitkomsten jongeren Meest proximaal Die sterkst variëren tussen de werkingen Namelijk: Algemene tevredenheid (1-10) Socio-emotionele tevredenheid (thuisgevoel, plezier) Instrumentele tevredenheid (bijleren, zelfontplooiing) ! multivariate analyses: controle andere organisatiekenmerken achtergrondkenmerken jongeren
3.1. + ‘open’ werkingen ‘Open’ werkingen: tevredenheid hoger (+) Aantal samenwerkingen Organisaties welzijn, onderwijs & arbeidsmarkt BK: welzijnsgericht werken > groepsgericht/vrijetijdsaanbod (+) Vindplaatsgericht werken
3.2. + voldoende & prof. begeleiding Tevredenheid lager: + jongeren/begeleider enkel vrijwilligers → ‘professionaliseren’
3.3. + aansluiting (a) (+) aansluiting leefwereld! Identificatie begeleiding (+) begeleiders als voorbeeld (-) hooggeschoolde beroepskrachten Socioculturele → relationele afstand De jongere centraal stellen (+) doel werking: eigen plaats + stem jongere (/) maatschappelijke doelstellingen (bijv. overlast)
3.3. + aansluiting (b) Opmerkelijk: tevredenheid lager pos. organisatiecultuur = uitdaging/innovatie, band collega’s/leidinggevenden Behoeften/noden begeleiders centraal Grotere afstand jongeren: - vriend, noden Uitdaging: evenwicht
3.4. + jongeren: evenwicht m/v (a) (+) jongens: (+) instrumentele tevredenheid (-) socio-emotionele tevredenheid Evenwicht: binnen groep/contact tussen gescheiden groepen Echter: 76% jongens 1) Cultureel-religieuze factoren 2) Mannelijk aanbod: oorzaak of gevolg? Makkelijk Vs. meisjes: specifieke noden Cijfers, tijds- en personeelsgebrek Beoogde doelgroep is mannelijk
4. Aanbevelingen
4.1. Aanbevelingen: knelpunten (a) 1. ‘tender’-systeem: Aanvullend, onafhankelijk Concurrentie ↔ ‘openheid’ 2. Subsidiecriteria a) Indicatoren: helder, gelijk, in samenspraak b) Directe dialoog: verhaal achter cijfers Uniform visitatiesysteem: jaarlijks bezoek, cijfers in context - erkenning welzijn
4.1. Aanbevelingen: knelpunten (b) 3. Begeleiding: a. Voldoende Oorzaken personeelsverloop en -tekort: budget, + Arbeidsvoorwaarden Imagoprobleem Verticale doorgroeimogelijkheden Grote werkingen: 2de lijn Basiswerk niet in gedrang b. Professionalisering Vrijwilligers: + activiteiten, vertrouwen jongeren - pedagogische/welzijnsgerichte kennis 4. Infrastructuur: Onzekerheid behoud, ruimte, inbraak/vandalisme
4.2. Aanbevelingen: goede voorbeelden (a) 1. Stimuleer ‘open houding’: Personeel: welzijnsgericht werken Voorwaarde: erkenning bij evaluatie 2. Plaats de jongere centraal Werking vormen vanuit jongere zelf Vs. verwachtingen werkingen, overheid of samenleving Evenwicht aandacht noden personeel - jongeren
4.2. Aanbevelingen: goede voorbeelden (b) 3. Bewaak samenstelling werking a. Vermijd exclusieve rekrutering Identificatie jongeren met begeleiding ‘Ervaringsdeskundigen’ ter plaatse opleiden b. Bewaak diversiteit jongeren Dominante groepen vs. nieuwkomers Diversiteitsprojecten Maar: teveel diversiteit → herkenning c. Aanbod voor meisjes Meer personeel (groter budget) Afzonderlijke meisjeswerkingen Structureel i.p.v. project → continuïteit
Dank aan: De werkingen, de begeleiding en de jongeren Afdeling Jeugd & stuurgroep Minister Pascal Smet
Zijn er nog vragen?