Hoofdstuk 1: Internationale handel http://www.uvt.nl/diensten/dsz/cwl/debatten/
Internationale handel Uitvoer Het kopen van goederen en diensten door (de mensen en bedrijven in) het buitenland in een bepaald land. Uitvoervolume De hoeveelheid uitgevoerde goederen. Uitvoerwaarde De hoeveelheid uitgevoerde goederen uitgedrukt in de prijs.
Invoer Het kopen van goederen en diensten door mensen en bedrijven van een land in het buitenland. Invoervolume De hoeveelheid ingevoerde goederen. Invoerwaarde De hoeveelheid ingevoerde goederen uitgedrukt in de prijs. Uitvoersaldo Uitvoer - Invoer
Internationale handel, omdat - Bepaalde producten worden en/of kunnen niet gemaakt worden in een land In andere landen kan het product goedkoper gemaakt worden Internationale concurrentiepositie De mate waarin het bedrijfsleven in een land beter of slechter kan concurreren (wedijveren) met het bedrijfsleven in een ander land. Internationale arbeidsverdeling Als verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten.
Internationale concurrentiepositie is afhankelijk van; 1. Natuurlijke omstandigheden - Klimaat - Aanwezigheid grondstoffen Geografische omstandigheden 2. Technische ontwikkeling a. Loonkosten per product . Totale loonkosten . Aantal gemaakte producten - Arbeidsproductiviteit b. Kwaliteit van de producten Innovatie Modernisering Goede scholing van de bevolking
Internationale concurrentiepositie is afhankelijk van; 3. Infrastructuur Aanvoer grondstoffen kan sneller & soepeler tussen bedrijven door betere infrastructuur 4. Stabiliteit Veel stakingen of grote maatschappelijke tegenstellingen zijn onaantrekkelijk.
§1.3 Open of gesloten economie blz. 10 Open economie Gesloten economie Een land dat relatief veel handelt met het buitenland. Een land dat relatief weinig handelt met het buitenland. Hoe hoger de exportquote, hoe opener de economie; Waarde export . Nationaal inkomen x 100% Hoe hoger de importquote, hoe opener de economie; Waarde import . Nationaal inkomen x 100%
Redenen voor een open economie; §1.4 De betalingsbalans blz. 11-12 Redenen voor een open economie; Kleine landen hebben vaak een opener economie dan grote landen; doordat - Maar 1 soort klimaat of bodemgesteldheid - Ontbreken schaalvoordelen Redenen voor een minder open economie; - Slechte vervoersmogelijkheden of ruig landschap - Regering die zoveel mogelijk onafhankelijk wil zijn
De betalingsbalans bestaat uit de volgende deelrekeningen: §1.4 De betalingsbalans blz. 12 Betalingsbalans Een overzicht van alle ontvangsten van en betalingen aan het buitenland gedurende een bepaalde periode. De betalingsbalans bestaat uit de volgende deelrekeningen: Lopende rekening Goederenrekening Dienstenrekening Inkomensrekening - Primaire inkomens - Inkomensoverdrachten Kapitaalrekening Vermogensoverdrachtenrekening Financiële rekening Salderingsrekening
De goederen-, diensten- en inkomensrekening samen. §1.4 De betalingsbalans blz. 12 Lopende rekening De goederen-, diensten- en inkomensrekening samen. 1. Goederenrekening Alle transacties die te maken hebben met de import (=betalingen) & export (=ontvangsten) van (stoffelijke) goederen. 2. Dienstenrekening Alle transacties die te maken hebben met de import (=betalingen) & export (=ontvangsten) van diensten (onstoffelijke goederen). http://www.economielokaal.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=19&Itemid=14
b. Inkomensoverdrachten §1.4 De betalingsbalans blz. 12 3. Inkomensrekening a. Primaire inkomens Beloningen van productiefactoren; loon, huur, rente, winst en dividend. (zie volgende dia) b. Inkomensoverdrachten Het gaat hier om bedragen die betaald worden aan of ontvangen worden uit het buitenland, waarvoor geen directe tegenprestatie hoeft te worden geleverd. - Ontwikkelingshulp verstrekt door de overheid en particulieren voor consumptieve doeleinden - Landbouwsubsidies in het kader van EU - Overboekingen door buitenlandse werknemers naar hun familie in het vaderland - Grensoverschrijdende uitbetalingen van erfenissen en sociale uitkeringen
- Loonbetalingen aan Nederlanders die in het buitenland werken. §1.4 De betalingsbalans blz. 12 a. Primaire inkomens - Loonbetalingen aan Nederlanders die in het buitenland werken. - Loonbetalingen aan in Nederland werkzame buitenlanders. - Overboekingen vanuit het buitenland van interest en dividend als opbrengst van buitenlandse effecten die eigendom zijn van Nederlanders of Nederlandse instellingen. - Betalingen aan buitenlanders die Nederlandse effecten bezitten. - Winstoverboekingen van buitenlandse dochter-ondernemingen naar het moederbedrijf in Nederland. - Winstoverboekingen van in Nederland gevestigde dochterondernemingen in het buitenland. - Bankrente op internationale kredieten - Bankrente op internationale kredieten Geld gaat de grens over!!!
Kapitaalrekening of Vermogensrekening §1.4 De betalingsbalans blz. 12 Kapitaalrekening of Vermogensrekening Financiële transacties met het buitenland & hebben niet direct invloed op het nationaal inkomen. - Effectentransacties vanuit en naar het buitenland - Leningen vanuit en naar het buitenland - Beleggingen vanuit en naar het buitenland - Directe investeringen vanuit en naar het buitenland Kapitaalexport Philips investeert in Amerika en bouwt daar een fabriek. Kapitaalimport Buitenlandse beleginggen in aandelen in Nederland Nederlandse bedrijven in buitenland geld lenen
Materieel saldo betalingsbalans §1.4 De betalingsbalans blz. 12 Materieel saldo betalingsbalans Saldo van de lopende rekening + kapitaalrekening Materieel overschot Ontvangsten > Uitgaven op de betalingsbalans Officiële reserve stijgt. Materieel tekort Ontvangsten < Uitgaven op de betalingsbalans Officiële reserve daalt. Officiële reserve Goud Deviezen Vorderingen op het Internationale Monetaire Fonds
Samenvatting betalingsbalans Lopende rekening Goederen rekening Ontvangsten wegens export van goederen Uitgaven wegens import van goederen Diensten rekening Ontvangsten wegens aan het buitenland verleende diensten Uitgaven wegens door het buitenland bewezen diensten Inkomens rekening Ontvangen primaire inkomens Betaalde primaire inkomens Ontvangen inkomensoverdrachten Betaalde inkomensoverdrachten Kapitaal rekening Buitenlandse investeringen en beleggingen in Nederland Nederlandse investeringen en beleggingen in buitenland Uit het buitenland ontvangen kredieten Aan het buitenland verleende kredieten Materieel saldo Salderingsrekening Afname officiële reserves Toename officiële reserves Formeel evenwicht
Actieve betalingsbalans §1.4 De betalingsbalans blz. 12 Actieve betalingsbalans Betalingsbalans die een overschot vertoont. Passieve betalingsbalans Betalingsbalans die een tekort vertoont.
Oorzaken voor een tekort op de betalingsbalans Extra Oorzaken voor een tekort op de betalingsbalans - Conjuncturele oorzaken Daling van de export door buitenlandse onderbesteding en stijging van de import door binnenlandse overbesteding. Bestedingsinflatie tast de concurrentiepositie aan - Structurele oorzaken Verschuivingen in het wereldhandelsverkeer (andere internationale arbeidsverdeling) en veranderingen in de kosten van de productiefactoren (vooral arbeidskosten). Kosteninflatie tast de concurrentiepositie aan. - Handelspolitieke oorzaken Importbelemmerende en exportbevorderende maatregelen hebben als nadeel dat ze tot tegenacties van andere landen kunnen leiden, waardoor de export daalt en de import stijgt. - Monetaire oorzaken Renteverlaging leidt tot uitvoer van kapitaal, waardoor er een tekort op de kapitaalrekening kan ontstaan.
Oplossingen voor een tekort op de betalingsbalans Extra Oplossingen voor een tekort op de betalingsbalans - Wisselkoersbeleid De import afremmen en de export stimuleren door depreciatie (daling) van de wisselkoers. Maatregelen die tot depreciatie leiden zijn valuta-interventie (steunverkopen van de eigen valuta) en renteverlaging (monetair beleid). - Loonpolitiek Loonmatiging leidt tot lagere loonkosten per product, waardoor de concurrentiepositie verbetert. - Handelspolitiek Import afremmen (importheffingen, non-tarifaire belemmeringen) en export stimuleren (exportsubsidies). - Monetair beleid Verhoging van het rentepeil gaat bestedingsinflatie tegen en leidt tot invoer van kapitaal, waardoor het saldo van de kapitaalrekening verbetert.
Multinationale ondernemingen of multinationals §1.5 Multinationale ondernemingen Blz. 17 Multinationale ondernemingen of multinationals Bedrijven met productievestigingen in verschillende landen. Motief voor internationalisering of globalisering: - Kostenbesparing Schaalvoordelen treden op bij productie in grote hoeveelheden, doordat de constante kosten over meer producten kunnen worden verdeeld. - Risicospreiding Multinationals hebben meestal een breed assortiment aan producten.
Multinationals veroveren nieuwe afzetmarkten door; §1.5 Multinationale ondernemingen Blz. 17 Multinationals veroveren nieuwe afzetmarkten door; - Nieuwe vestiging te openen in een land - Meerderheid van de aandelen worden gekocht door een multinational