Examenvoorbereideing

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Startbijeenkomst Leren Leren in een professionele oefencultuur
Advertisements

Schrijfvaardigheid en argumentatie
Citeren, verwijzen, voetnoten, paginanummering … GIP
Spotprent Humoristische tekening waarin iemand of een situatie bespot wordt. De tekenaar heeft een boodschap.
Lijden door eigen schuld in het Oude Testament
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
Goochelen met googlen Workshop Taalacademie ITTA 24 januari 2014 Amersfoort Peter den Hollander Docent Nederlands Docent Communicatievaardigheden Directeur.
Spotprenten in het geschiedenisonderwijs
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Een lessenserie van drie lessen
Zakelijk lezen Nederlands.
Historisch redeneren en denken vakdidactiek 21-3
De conquistadores: wereldveroveraars met oogkleppen
Omgaan met geschiedenis
Marketing Werkgroep 6.
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis havo 4 - een introductie
De aanvaardbaarheid van een betoog
Verleden, heden en toekomst
Ruimtevaartquiz De Maan De.
Analyseren van spotprenten
Klik ergens op het witte deel van deze pagina om verder te gaan
Nederlands Gymnasium Centraal examen 2011.
De Vietnam Oorlog De man is de SU president Chroetsjov. Wat wil de tekenaar duidelijk maken?
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Proeftoets periode 1 4 havo.
Omgaan met bronnen over het Midden-Oosten
Lezen Nu Nederlands.
Werkstukken en rapporten
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
17 september MedMec01 les 3 Mail: Wiki: vakgroep: Media.
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Hoe leer je geschiedenis?
Bronnen bekijken.
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Historische Context Duitsland in het nieuwe examen geschiedenis Geert van Besouw Hanneke Tuithof Bjorn Wansink Ik ben Hanneke Tuithof. Vakdidacticus geschiedenis.
Hoofd- en deelvragen sectorwerkstuk 4 mavo.
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Van praktijk naar theorie: de aanpak van Dilemma.
Versie 1: BESCHOUWEN is: met aandacht kijken naar… Deze powerpoint gaat over goed kijken en beschrijven en pas in tweede instantie over weten.
Workshop Starten met je onderzoek Hans de Braal en Gert-Jan de Fijter.
Leesvaardig Examentraining.
De tekstsoorten en hun kenmerken 1. HET BETOOG Doel = publiek overtuigen van een mening of activeren om iets te doen (=overhalen / tot handelen aansporen)
CKO werkdag Halverwege de cyclus Kijken naar eigen werk en werk van anderen Aanpak uitwisselen Werkbladen maken in mixgroepen.
Reformatie als propagandaoorlog KA 21: de protestantse Reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.
Spel Politiek Nederland
Een tijdlijn maken met ICT
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Lezen, schrijven en argumenteren
Leren leren; zaakvakken (ak/gs)
Groep 7 Begrijpend lezen lezen
SET schrijfvaardigheid H5
Albert van der Kaap 4 november 2016
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Ongeschreven en geschreven bronnen
Een beschouwing schrijven
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3
Mika, noortje, wouter, ruben en emma
Literatuur V6 – les
Posters voor in het geschiedenislokaal
Historisch redeneren + taalgericht vakonderwijs (bijeenkomst 3)
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1
Bronnen beoordelen op bruikbaarheid. Stap 1 Wat is de (onderzoeks)vraag? De bron moet passen bij de vraag die je gaat beantwoorden.
EXAMENTEKSTEN 1: SAMENVATTEN
Hoe leer je geschiedenis?
Vaardigheden Bron en vraagstelling.
Transcript van de presentatie:

Examenvoorbereideing

Hoe moet je een aangeboden bron analyseren Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. Uit welke tijd is de bron afkomstig? Vroeger/zelfde tijd/later? Waarvandaan is de bron afkomstig? Boek/krant/overheid? Wat is er bekend over de maker? Wie, wat, waar, waarom? De inhoud: Waarover gaat de info? Voor wie is het bestemd? Wat is het doel? Mening of feit? Wat is de belangrijkste afbeelding? Welke symbolen zijn er? Is er een onderschrift? Hoe bruikbaar is de bron? Wat wil je ermee onderzoeken? Hoe betrouwbaar is de bron? Hangt ook af van het doel waarvoor je de bron gebruikt. Op welke vraag geeft de bron een antwoord?

Vraagtypen Informatiebegripsvraag De juiste kennis op het juiste moment etaleren Informatiebewerkingsvraag Informatie omzetten in een andere structuur (bijv. bij een tabel of schema) Argumentenvraag Argumenteren voor of tegen een standpunt Standpuntvraag Een standpunt innemen Afwegingsvraag Pro en contra argumenten afwegen Probleemstellingvraag Een bewering beoordelen Aanvaardbaarheidsvraag Beoordeel informatie op betrouwbaarheid Doorsnedevraag Hebben betrekking op een groter deel van de stof. Bijv. een vraag over het Cultuurstelsel en de Ethische Politiek Casus Een kwestie waar de meningen nog over verdeeld zijn. Wat vind jij adhv deze bronnen?

Vragen zonder bronnen De vragen die niet met bronnen hebben te maken, beginnen vaak op één van de volgende manieren: a ‘Noem’ (‘drie van deze problemen’, ‘twee redenen’, ‘twee oorzaken’ etc.) b ‘Beredeneer waarom’ c ‘Leg uit waarom …’ d ‘Licht dit toe’ e ‘Geef hiervoor een verklaring’ f ‘Verklaar waarom’ g ‘Toon aan dat ..’ h ‘Leg met een voorbeeld uit’ i ‘Zet de (gegeven) gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde’ Vaak begint een vraag ook met een bewering of stelling die door de leerlingen moet worden uitgelegd of ondersteund.

Vragen met bronnen De vragen met bronnen beginnen vaak op één van de volgende manieren: a ‘Toon aan de hand van de bron/met een element uit de bron aan dat ...’ (volgt iets wat je stelling of bewering zou kunnen noemen) b ‘Geef aan de hand van de bron een verklaring voor ....’(volgen feiten) c ‘Geef de visie van de tekenaar weer’ d ‘Noem aan de hand van de bron twee/drie kenmerken/veranderingen’ e ‘Geef kenmerken van ... en ondersteun die met een beeldelement’ f ‘Beredeneer met een gegeven uit de bron wat/waarom’ (volgt indirecte vraag) g ‘Leg uit’ (volgt een begrip) ‘en hoe dat in de bron tot uiting komt’ h 'Trek uit de bronnen een conclusie over ...'. i ‘Leg uit waarom’ (volgt een element uit de bron) j ‘Ontleen aan de bron een argument’ Het examen van 2008 bevat 28 vragen, waarbij 13 bronnen horen. Vragen met ‘Leg uit’ komen zeer veel voor, in totaal 13 maal (bij vragen zonder en met bronnen samen). In het katern is ruimschoots voldoende werkmateriaal aanwezig om te oefenen met bronnen.

Gebruik bij het beantwoorden van de vraag de 5 stappen voor spotprentanalyse!!!  Stap 1: Lees het bijschrift en let op: Namen van personen op de prent Datum van publicatie Informatie over de standplaats van de tekenaar (welk land, groep, partij) Stap 2: Zeg wat je ziet – en niets meer, dus zonder te interpreteren Lees teksten in de prent zelf Beschrijf de personen/figuren Beschrijf voorwerpen Beschrijf symbolen Stap 3: de gebeurtenis Noem de gebeurtenis/het verschijnsel waarover de prent gaat Stap 4: de boodschap Leg de boodschap van de tekenaar uit Leg uit  hoe de tekenaar de personen/figuren, voorwerpen en symbolen (beeldelementen) gebruikt voor zijn boodschap

Belangrijke symbolen voor Vietnam-cartoons:  Symbool betekenis vredesduif, vredesteken vrede Bommen, vliegtuigen oorlog, bombardementen, Rolling Thunder wapens oorlog, geweld kapotte, gebroken wapens nederlaag hamer, sikkel, rood, sterren communisme doodshoofden, geraamtes, kruisen, bloed dood, verderf, mislukking, nederlaag verband, krukken etc Mislukking, nederlaag spoken het verleden, gevaar Uncle Sam, adelaar, stars and stripes Verenigde Staten: haan, ‘Franse pet’, Marianne Frankrijk Gekreukte, verminkte landsymbolen Nederlaag, mislukking draak, mao, dik figuurtje  met rijsthoed China dunne figuur met rijsthoed, verwoest landschap Vietnam LBJ Johnson JFK Kennedy  

Examenbundel Pagina 8 t/m 11 over de betrouwbaarheid van bronnen Pagina 12 t/m 14 over algemene begrippen

Begrippen bij geschiedenis continuïteit discontinuïteit oorzaak, aanleiding, gevolg interpretatie motief orgaan standplaatsgebondenheid