RPL(G): Nu en in de nabije toekomst Jan L de Jong Commissie Instructie en Veiligheid Conferentie van Chef-Instructeurs en LCO’s Nationaal Sport Centrum Papendal, 15 maart 2003
Open discussie Hoe zouden de regels voor een RPL(G) (of GPL) volgens ons als zweefvliegers er uit moeten zien ? als info voor het RPL-team
Het RPL(G): Nu en in de nabije toekomst Onderwerpen I. Criteria voor een goede zweefvliegregelgeving II. ICAO eisen voor een Glider Pilot License (GPL) III. Het RPL(G) van dit moment IV. Bezwaren tegen de RPL-voorstellen uit 1998 V. Probleempunten in de RPL-voorstellen VI. Te beantwoorden vragen VII. Een theoriepakket voor zweefvliegen VIII. Een theoriepakket voor motorzweefvliegen IX. Conclusie
I. Criteria voor een goede zweefvliegregelgeving RPL(G): Nu en in de nabije toekomst I. Criteria voor een goede zweefvliegregelgeving Een goede regelgeving voor zweefvliegen moet: u Ervaren worden als logisch en veiligheid bevorderend u Passen bij de cultuur binnen het zweefvliegen u Recht doen aan de eigen verantwoordelijkheid van de beoefenaren van het zweefvliegen u Niet onnodig bureaucratisch zijn u Niet gepaard gaan met onnodig hoge kosten
II. ICAO eisen voor een Glider Pilot License (GPL) RPL(G): Nu en in de nabije toekomst II. ICAO eisen voor een Glider Pilot License (GPL) u Age: not less than 16 year u Knowledge of: a.Air law and regulations b.Aircraft general knowledge c.Flight performance and planning d. Human performance and limitations e.Meteorology f.Navigation g.Operational procedures h.Principles of flight u Experience: not less than 6 hours including 2 hours solo flight during which 20 launches and landings are made u Operational experience, under appropriate supervision, with: a.preflight operations b.launching procedures c.traffic pattern operations d.control of glider e.flight throughout flight envelope f.recognition and recovery of stalls g.crosswind operations h.cross-countryflying, and i.emergency procedures.
RPL(G): Nu en in de nabije toekomst III Het RPL(G) van nu (zie presentatie 2002) A. Reden van uitgifte RPL(G) en RFI(G) B. Geen ‘RPL’(=‘Recreational Pilot Licence’) C. Overeenkomst met het ZVB D. Overeenkomst met het RPL E. Vliegen met zweefvliegtuigen met hulpmotor F. Vliegen in het buitenland G. Instructie geven in het buitenland H. Hulpmotoren in het buitenland I. Conclusies en aanbeveling
III-C Overeenkomst met het ZVB RPL(G): Nu en in de nabije toekomst III-C Overeenkomst met het ZVB Overeenkomend voor het RPL(G) en het ZVB : u Bevoegdverklaringen ‘lieren’, ‘slepen’, RT en instructie: RFI(G)A, RFI(G)B en RFI(G)C u Eisen voor afgifte, verlenging en hernieuwde afgifte van de bevoegdverklaringen op het RPL(G) u Inhoud en uitvoering van de theorie en praktijkexamens (Examinering via de ‘Examencie voor zweefvliegen‘) u Eisen voor het vliegen met passagiers: 10 uur ervaring
Het III-D Overeenkomst met het RPL Het RPL(G): Nu en in de nabije toekomst III-D Overeenkomst met het RPL Overeenkomend voor het RPL(G) en het RPL: u Naast het RPL(G) is geldige medische verklaring vereist u Document (tot 1 januari 2005) onbeperkt geldig, maar … u Bevoegdverklaringen ‘lieren’ en ‘slepen’ 2 jaar geldig u Instructiebevoegdverklaringen 3 jaar geldig
IV-1 Bezwaren tegen de RPL-plannen uit 1998 RPL(G): Nu en in de nabije toekomst IV-1 Bezwaren tegen de RPL-plannen uit 1998 A: Categorie-indeling recreatieve luchtvaartuigen: 6 verschillende JAR-FCL categorieën onterecht samen gevoegd tot 2 verschillende Nederlandse categorieën (met JAR-FCL-namen!): Aeroplanes + TMG’s + MLA’s Aeroplanes Gliders + Hanggliders + Parasails Gliders PROBLEMATIEK : Verwarrende regelgeving voor niet-ingewijden (o.a. buitenlanders) Regels voor naamgevende JAR-FCL categorie ook toegepast op beide andere categorieën
IV-2 Bezwaren tegen de RPL-plannen uit 1998 RPL(G): Nu en in de nabije toekomst IV-2 Bezwaren tegen de RPL-plannen uit 1998 B. Toepassing JAR-FCL-regels op zweefvliegen niet correct 1.Ontkenning cultuurverschillen tussen beroeps- en recreatieve luchtvaart: u continu opererende beroepsmensen <> seizoen recreanten, u vliegend binnen economische units <> vliegend binnen verenigingen, u proceduregericht <> gericht op het vliegen, u betaald voor vliegen <> betalend voor vliegen. 2.Ontkenning verschillen tussen motorvliegen en zweefvliegen u individueel vliegend <> samen met anderen vliegend u vliegend van A naar B <> vliegend omwille van het vliegen zelf u onder alle weersomstandigheden <> bij goede weersomstandigheden u contact met de verkeersleiding <> contact met andere vliegers,
V-1 Probleempunten voor zweefvliegen in de voorgestelde RPL-regelgeving RPL(G): Nu en in de nabije toekomst V-1 Probleempunten voor zweefvliegen in de voorgestelde RPL-regelgeving 1. Overlandvliegen: Bij overlandvliegen met zweefvliegtuigen moet er altijd rekening mee gehouden worden dat er een buitenlanding moet worden gemaakt. In Nederland is dit geen simpele zaak. Dit is de reden dat de ‘echte’ opleiding voor het overlandvliegen - de VVO-2 – op dit moment eerst plaats heeft na het behalen van het zweefvliegbewijs of RPL(G). PROBLEMATIEK: a. Solo overlandvliegen voor het RPL(G) met schriftelijke opdracht van instructeur zoals bij motorvliegen niet bevorderlijk voor veiligheid. b. Gedegen opleiding voor het RPL(G) verlengt de opleiding aanzienlijk voor die zweefvliegers die niet (meer) van plan zijn overland te vliegen vanwege de complicaties en de organisatie die dat vereist.
V-2 Probleempunten voor zweefvliegen in de voorgestelde RPL-regelgeving RPL(G): Nu en in de nabije toekomst V-2 Probleempunten voor zweefvliegen in de voorgestelde RPL-regelgeving Hetzelfde voor het RPL(G) en het ZVB: u Bevoegdverklaringen ‘lieren’, ‘slepen’, RT en instructie: RFI(G)A, RFI(G)B en RFI(G)C u Eisen voor afgifte, verlenging en hernieuwde afgifte van de bevoegdverklaringen op het RPL(G) u Inhoud en uitvoering van de theorie en praktijkexamens (Examinering via de ‘Examencommissie voor RPL(G)‘) u Eisen voor het vliegen met passagiers: 10 uur ervaring 2. Instructie : Zweefvlieg-instructeurs moeten – anders dan motorvlieginstructeurs - meer tijd en effort staken in grondinstructie dan in vlieginstructie. Het aantal instructeurs is daarom bij veel verenigingen relatief groot. Voor goede leiding van het vliegbedrijf is ervaring met het vliegen, c.q. het aantal uren en starts niet het goede criterium. PROBLEMATIEK: a. Regels voor opleiding, afgifte en verlenging van bevoegdheden voor motorvlieginstructie niet optimaal voor overeenkomende bevoegdheden voor zweefvlieginstructie b. I.v.m.noodzaak tot leiding geven in een recreatief vliegbedrijf moet een vraagteken worden geplaatst bij een minimum leeftijd van 18 jaar.
VI Open vragen RPL(G): Nu en in de nabije toekomst VI Open vragen A. Moet de opleiding voor het overlandvliegen (VVO-2) vanwege de regelgeving een plaats krijgen in de opleiding voor het RPL(G) of GPL? B. Moet - bij een negatief antwoord op voorgaande vraag - de theorie van overlandoptimalisatie, vluchtcomputers, gps-en en transponders een plaats krijgen in het theorie pakket voor het RPL(G) of GPL? C. Moeten - bij een positief antwoord - de eisen voor afgifte verlenging en van de bevoegd-verklaringen op het RPL(G) of GPL worden aangepast?
VII Voorgesteld theoriepakket zweefvliegen RPL(G): Nu en in de nabije toekomst VII Voorgesteld theoriepakket zweefvliegen A. Menselijke prestaties en beperkingen: B. a.Ademhaling en bloedcirculatie, b.Extreme hoogten, c.Zintuiglijke informatie verwerking. C. Wettelijke voorschriften D. a.Opbouw luchtvaartwetgeving, b.Luchtvaartpublicaties, c.Bewijzen van bevoegdheid, d.Luchtverkeersreglement, e.Luchtruimtestructuur. E. Meteorologie: F. a.Opbouw atmosfeer, drukmetingen, b.Druk- en frontensystemen, horizontale luchtverplaatsingen, …..
VII Voorgesteld theoriepakket zweefvliegen RPL(G): Nu en in de nabije toekomst VII Voorgesteld theoriepakket zweefvliegen c. Verticale luchtverplaatsingen,d.Bewolking en neerslag e.Gevaren voor de luchtvaart van meteorologische fenomenen, f.Weersvoorspelling voor de luchtvaart. u Vliegtuigen: u a.Twee- en driedimensionale aërodynamica, b.Vlieg- eigenschappen, stabiliteit en besturing, c.Vliegtuig-prestaties, u d. Vliegtuigconstructies, e.Start en landing. Navigatie, instrumenten en operationele procedures: u a.Kaarten en navigatie methoden, b.Navigatiehulp-middelen, c.Vlieginstrumenten, d.Procedures bij vertrek, aankomst en onderweg.
VIII Voorgesteld theoriepakket TMG-vliegen RPL(G): Nu en in de nabije toekomst VIII Voorgesteld theoriepakket TMG-vliegen Voorgesteld theoriepakket voor zweefvliegen + Vliegtuigvoortstuwingsinstallaties: a.Vliegtuigmotoren b. Propellers c. Motorinstrumenten d. Vliegeigenschappen met motor e. Vliegtuigprestaties met motor
IX Conclusie RPL(G): Nu en in de nabije toekomst IX Conclusie Veel en gedegen overleg zal nog nodig zijn voor een definitieve zweefvliegregelgeving! De tijd daarvoor is uiterst kort: Aan het einde van dit jaar (2003) moet alles rond zijn als de nieuwe regelgeving op 1 october 2004 in moet kunnen gaan. De mening van zweefvliegend Nederland is daarbij van veel belang. Laat van U horen.
Dank U voor Uw aandacht
Graag Uw mening, Uw opmerkingen of Uw vragen Ga Uw gang !