MOGELIJKE BEZWAREN TEGEN HET REFERENDUM

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zelfbeschikkingsrecht van vrouwen
Advertisements

Het bestuur van België Wereldoriëntatie les 3
Filosofie Op HAVO en VWO.
Universiteit Antwerpen Karel de Grote-Hogeschool
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Risico’s en gevaren van techniek
Hoe belangrijk zijn verkiezingen? Een historische terugblik E. Gerard Lerarendag Vlaams Parlement 28 februari 2014.
Deel C: Participatie (p ) Participatie = inspraak = luistert men naar mijn mening?  in het gezin?  op school?  in België?
Do’s and Don’ts presentaties
Levensvragen Over geluk…..
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Het socialisme Paragraaf 7..
Staatshervorming Wijzigingen in de kieswetgeving.
DIRECTE DEMOCRATIE STAATSHERVORMING volgens ZWITSERS MODEL v
DEMO-EX BELGIE HET DIRECT DEMOCRATISCH EXPERIMENT in BELGIE v
DIRECTE DEMOCRATIE naar ZWITSERS MODEL Aangevuld met aanbevelingen Initiative & Referendum Institute Europe IRI* v230308b.
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Er zijn vele goede redenen om niet, blanco of ongeldig te stemmen.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Het invoeren van de contractsvrijheid eindversie
Het Debat Opbouw en inhoud.
Staatsinrichting van Nederland
§1 Nederland verzuilt.
Vrijheidsrechten en politieke rechten in Nederland
Participeren doe je niet ‘achter de geraniums’. Wat betekent participeren? De deur uit!
Omzetten van input naar beslissing
1/9 2/9 INHOUD Wat is een referendum precies? Wie zijn de kandidaten? Wat zijn de voordelen van zo’n burgemeestersreferendum? En wat de nadelen? Conclusie.
Presentatie Viresh & Arthur Burgemeestersreferendum Zoetermeer 2003.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning Januari Achtergronden (1) Vermaatschappelijking van de zorg. Mensen met veel zorgbehoeften willen in de maatschappij.
Parlementaire democratie Welk soort parlementaire democratie vind je nu in Nederland het beste?
Save Our Water Resources uit het “ Initiative & Referendum Institute Europe - Guidebook to Direct Democracy” - Zwitserland Het initiatief, dat voornamelijk.
Politieke besluitvorming De toekomst van de Nederlandse politiek
DEMO-EX BELGIE HET DIRECT DEMOCRATISCH EXPERIMENT in BELGIE v
Politiek.
Politiek jargon Bingo.
NICOLE, BINTOU, MARYSIA. VWO 3
Atelier: ‘Vrij en bekwaam om te kiezen’ Nadia Hadad – Tim Claerhout – deelnemers aan het atelier – Geert Van Hove.
Slot 4Hc.
Deel 3: Politiek in de Griekse stadstaten
Staatsinrichting, Paragraaf 2
De liberale revolutie in 1848
: de media & Europa Nakijken Lang HC Debatspel / begrotingsspel Huiswerk.
Schokland 3.0 Politiek-juridische dimensie
Op weg naar een eerlijker bestuur
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Conculegaruzie: de strijd om de peilingen Maurice de Hond Versus NOVA / Interview-NSS.
Les 9 Wat gaan we doen? 1.Werkblad bespreken. 2.Film over de oude Grieken. 3.Schema bespreken. 4.Afsluiting.
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
Democratie in Nederland Ja, het werkt, maar zou het (nog) beter kunnen? 6 april 2016, Outger Baron.
De Koude Oorlog
Rapport commissie De Vries B&W-presentatie 27 januari 2009.
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Burgers, de media en pressiegroepen”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Democratie in Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Denkbeelden van jongeren over democratie
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
H1 Wat is politiek?.
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Hoofdstuk 1 Wat is politiek?
Democratie of dictator
Democratie en Dictatuur
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

MOGELIJKE BEZWAREN TEGEN HET REFERENDUM uit “Het verdiepen van de democratie” (Auteur naslagwerk: Jos Verhulst)‏

Mogelijke bezwaren Het onbekwaamheidsargument Het gevaarargument Verantwoordelijkheidszin – kennis Het gevaarargument Mensenrechten, vrijheden en minderheden Het macht-van-het-geld argument

Gebrek aan nuanceringsmogelijkheid JA of NEE Discreditering van het parlement Gevaar voor het land bv: Bedreiging eenheid van België Overbelasting van de kiezer Lage opkomst, burgers willen geen referenda Manipulatie van de vraagstelling

Opmerkingen Men dient directe democratie te vergelijken met representatieve democratie en niet met een abstracte ideaal toestand. Men dient de bezwaren te toetsen aan ervaringen, voornamelijk Zwitserland en enkele Amerikaanse deelstaten (USA)‏ In veel gevallen zijn de argumenten tegen de directe democratie ook argumenten tegen de representatieve democratie of particratie.

Het onbekwaamheids- argument Kiezers zouden niet tot een weloverwogen oordeel in staat zijn.

TEGENARGUMENTEN Het onbekwaamheid argument werd ook gebruikt tegen het algemeen enkelvoudig stemrecht en het stemrecht voor vrouwen en kleurlingen enz.. De kern van een politieke keuze is altijd moreel en persoonlijk. Iedereen die toerekeningsvatbaar is kan een morele keuze maken. Een gedetailleerde kennis over het voorwerp ter stemming is niet noodzakelijk, de keuze is fundamenteler. In die zin zijn politici eigenlijk ongeschikt om te oordelen (gebrek aan gedetailleerde kennis is een argument tegen democratie in het algemeen)‏ De mensen kunnen zich ook oriënteren op ‘natuurlijke autoriteiten’ waarin ze vertrouwen hebben zoals bekende verenigingen, integere personen, .. Wat politici ook doen.

De burgers zijn wel bekwaam om tussen politieke partijen te kiezen, dus waarom zouden zij niet over een voorstel bij referendum kunnen oordelen? Budgettair beleid: de bevolking, en niet de politieke bewindvoerders, moet de gevolgen van het budgettair beleid dragen, dus is het logisch dat deze het laatste woord krijgt over het beleid België: schuldenopbouw: toonbeeld van de bekwaamheid van politici? Een vergelijking tussen Zwitserse kantons toont aan dat de schuldgraad omgekeerd evenredig is met de uitbouw van de Directe Democratie (*). (*) Kirchgässner, Feld en Savioz “Die Direkte Demokratie: Modern, erfolgreich, entwicklungs- und exportfähig.” , 1999

Het gevaarargument Het referendum wordt volgens dit argument een wapen in handen van de meerderheden om minderheden te onderdrukken en de dictatuur in te stellen

TEGENARGUMENTEN Van discriminatie van minderheden door referenda zijn geen voorbeelden in de praktijk. Het gevaar argument is zeker geldig voor een particratie (De dictatuur werd in 1933 in Duitsland door het parlement ingevoerd)‏ De lijst van ingestelde beknottingen van vrijheden door de particratie is ondertussen indrukwekkend (censuur, wetten tegen de evolutieleer, vakbonden, informatie over contraceptie, informatie over aids, verbod op vrije scholen, discriminatie vrije scholing,….)‏

Een veel gebruikt argument is de late invoering van het vrouwen stemrecht in Zwitserland (1971) tegenover bv. Belgie (1948). Andere staten met referendum democratie hadden echter al veel vroeger beslist om het stemrecht voor vrouwen in te voeren bv Oregon en Colorado (begin 19e eeuw) en in 1920 werd de Federale wetgeving van de US in die zin aangepast. Uit een studie van “Butler en Ranney 1994” blijkt dat, als de minderheden beter beschermd zouden zijn door verkozenen dan door volksmeerderheden, het verschil hoogstens marginaal kan zijn.

Het macht-van-het-geld argument De personen die over veel geld beschikken, zullen een grote mediacampagne kunnen opstarten, hierdoor het publiek debat beheersen en hun slag thuishalen

TEGENARGUMENTEN Bij representatieve democratie blijft de financiering van de beinvloeding der politici verborgen. Het systeem van de particratie is dus veel gevoeliger voor manipulatie door grote financiële machten dan Directe Democratie. Bij een referendum is de financiële inzet duidelijker en bij een goede reglementering zelfs verplicht.

De financiële inzet is zeker niet bepalend voor het slagen van het initiatief. Zo beschikten bv de initiatiefnemers in Montana bij een initiatief tegen kernenergie over 10.000$ en de energiesector sponsorde de voorstanders met 260.000$. Toch behaalden de tegenstanders 65% der stemmen. Wat meer succes heeft is financiering van het afblokken van een initiatief door twijfel te zaaien, misinformatie edm.. Het is in dit verband belangrijk om te zorgen voor gelijk spreekrecht (fairness doctrine) en een duidelijke financiële regelgeving (beperking van budget, openbaarheid van budgetten en sponsors,..)

Het gebrek aan nuanceringsmogelijkheid “Er zijn weinig problemen die je met ja of nee kunt oplossen” De initiatiefnemers van een referendum komen met een uitgewerkt voorstel opzetten, waarna een publieke discussie ontstaat Het voorstel kan tijdens de discussie niet meer worden veranderd

TEGENARGUMENTEN Het ganse project van referendum moet vergeleken worden met het representatief systeem. Ook de representatieve democratie eindigt uiteindelijk in “ja” of “neen”. Bovendien is de ervaring over ontwikkelingen in de representatieve democratie ook niet zo positief. (bv het sekte rapport, de Nieuwe Politieke Cultuur, …). Uiteindelijk heeft “de partij” het beslissingsrecht, wat de mogelijkheden van de “volksvertegenwoodigers” teniet doet.

Buiten het Indirect Tegenvoorstel van het parlement, dat ook aan het parlement een rol geeft in de directe Democratie, zijn er enkele experimenten aan de gang in Zwitserland zoals bv de meerkeuzestemming en de ammendering. Deze experimenten zijn voorlopig enkel op kantonaal vlak, wat niet belet dat ook op Federaal vlak de Directe Democratie evolueert (recent het dubbel ja, initiatie van het facultatief referendum door kantons,.. ). In elk geval zijn de wijzigingen aan de Directe Democratie door de burgers per referendum goed te keuren. Daardoor is er ook in Zwitserland een grote verscheidenheid in de Directe Democratie op lokaal vlak.

Discreditering van het parlement De autoriteit van het parlement zal worden ondermijnd wanneer het volk rechtstreeks wetten kan maken

TEGENARGUMENTEN Dit argument is niet ter zake. Het parlement is geen doel op zichzelf, ware democratie is het streefdoel. Precies omdat volksinitiatieven en facultatieve referenda bestaan (*) zal het parlement zich beter richten tot de volkswil (* wetgevende evolutie in Zwitserland) Bovendien kan het huidige politieke systeem in België moeilijk nog verder gediscrediteerd worden.

Gevaar voor het land Via directe democratie zou de eenheid van België worden bedreigd

TEGENARGUMENTEN Ook hier dient opgemerkt te worden dat het land er is voor de mensen en niet omgekeerd. Men dient ook onderscheid te maken tussen plebiscieten (Koningskwestie), georganiseerd door de politieke klasse, en een referendum op volksinitiatief waar de burger de agenda bepaald.

In Zwitseland, met zijn vier taalgemeenschappen, wordt aangetoond dat de Federale eenheid niet geschaad wordt door stemmingsresultaten die verschillen per taalgroep. Wat wél kan is dat gemeenschappen, gemeenten en kantons zich vrij kunnen organiseren volgens de resultaten van referenda. Dit in tegenstelling met door politici opgelegde beslissingen (Voeren, Komen en Moeskroen, gemeenten met taalfaciliteiten, ..)‏

Overbelasting en kiesmoeheid Referenda zouden te veel vragen van de kiezers, hierdoor worden ze overvraagd en zijn ze minder geneigd om aan verkiezingen deel te nemen

TEGENARGUMENTEN Volgens de tegenstanders van de Directe Democratie is de relatief lage opkomst bij referenda (in Zwitserland gemiddeld 40% van de kiesgerechtigden bij Federale referenda) te wijten aan kiesmoeheid en overbelasting. Nochtans speelt hier het mandateringsprincipe zoals in de representatieve democratie. Zij die niet aan de stemming deelnemen geven vrijwillig mandaat aan hen die wél aan de stemming deelnemen.

Zelfs als maar 10% van de kiesgerechtigden gaat stemmen dan is dit nog altijd een véél groter aantal dan de 0,0005% bij een parlementaire stemming. Niemand, buiten de burger zelf, oordeelt wie bekwaam is, en wie niet, om aan de beslissing deel te nemen. Een ander element is dat tegenover de afbraak van sociaal kapitaal in onze samenleving de positieve invloed geplaatst kan worden van de noodzaak tot samenwerken in volksinitiatieven.

Manipulatie van de vraagstelling De vraag zou bij een referendum op een misleidende wijze kunnen gesteld worden, hierdoor zouden kiezers tegen hun eigenlijke overtuiging kunnen stemmen

TEGENARGUMENTEN In landen en staten waar volksinitiatieven regelmatig voorkomen (Zwitserland, Oregon, Californie, Washington,..) is deze mogelijke manipulatie geen punt. Daar zijn neutrale openbare diensten die scrupuleus toezien op de rechten der burgers en deze laatsten bijstaan met de vraagstelling. Dit in tegenstelling met de wetgeving voor het gemeentelijk referendum in Belgie waar het gemeentebestuur de vraagstelling volledig beheerst en kan misbruiken (Gent)‏

Negatieve vraagstelling (waar men “ja” moet stemmen om het voorstel te verwerpen) en ineengeschoven vraagstelling (USSR) zijn uiteraard te vermijden. Zelfs als er al eens problemen voorkomen met de vraagstelling dan is in elk geval de situatie bij Directe Democratie en referenda véél duidelijker dan bij de representatieve democratie waar het uiteindelijk “de partij” is die beslist en waar men nooit weet waarvoor men kiest. Een Europese grondwet die door volksreferenda werd afgewezen wordt door de zogenaamde “volksvertegenwoordigers” goedgekeurd onder een andere vorm (verdrag van Lissabon).

EINDE