Hoofd Beleid & Onderzoek De bouw in 2020 Joep Jansen Fundeon Hoofd Beleid & Onderzoek
Inhoud presentatie Typering van de bouw Trends richting 2020 Wat betekent dat voor bouwbedrijven? Wat betekent dat voor werknemers? Hoe kan het VMBO hierop nu al inspelen Stellingen
Nederlandse Bouwsector Daarnaast nog 83.865 eenpersoons-bedrijven (ZZP’ers). Het CBS telt nu ook bedrijven waarin minder dan 15 uur wordt gewerkt mee. Bron: CBS bewerkt door Fundeon De bouw is een bedrijfstak met veel middelgrote, maar vooral veel kleine bedrijven. Mede daarom kent de bouw een uitgebreid stelsel van collectieve voorzieningen, met name op het terrein van scholing en loopbaanbeleid
Nederlandse Bouwsector Aantal bedrijven en werkenden naar sector Bron: CBS/EIB bewerkt door Fundeon ¹ Bedrijven naar grootteklasse 1 januari 2012, CBS ² Werknemers cao bouw, natuursteen, bitumineuze dakdekkers en betonmortel, jaarbestand 2011 Verdeling bedrijven volgens de indeling van Fundeon
Ontwikkeling instroom/aantal leerlingen beroepskolom bouw We zien hier de ontwikkeling van de instroom in alle bouwopleidingen in de beroepskolom van de laatste drie schooljaren (let op, dit betreft alleen de leerlingen in het eerste jaar). De daling is het sterkste in het mbo: hier is de instroom afgelopen schooljaar met een kwart gedaald naar nog maar 6.745 nieuwe deelnemers ten opzichte van vorig schooljaar. Dit terwijl er in schooljaar 2009 – 2012 nog ruim 10.000 deelnemers instroomden. In twee jaar een daling van meer dan 33%. Sinds het begin van de krimp van de bouwproductie in 2009 is er circa vijftien procent van de totale bouwproductie afgegaan. Als gevolg van deze economische crisis concentreert de daling zich voornamelijk in de bbl: de instroom op niveau twee is met 27 procent en op niveau drie met 39 procent gedaald. Niveau drie deelnemers worden in deze economisch zware tijd als (te) duur beschouwd door de leerbedrijven. Binnen de sectoren is het de infra die met kop en schouders erbovenuit steekt: op niveau twee is de instroom hier gedaald met 53 en op niveau drie met 50 procent. Ook de instroom in het VMBO, het HBO en het WO daalt. VMBO bouwbreed + BWI in 2012 nog 5.690.
Ontwikkeling leerlingen VMBO Derde en vierdejaarsleerlingen, bouwbreed/BWI vs Intersectoraal, peildatum 1 oktober, bron DUO
Kenmerken huidige bouwarbeidsmarkt Conjunctuurgevoelige instroom (varkenscyclus) Grotendeels lager geschoold personeel Traditionele arbeidsverhoudingen Nauwelijks deeltijdarbeid Weinig vrouwen en allochtonen Toenemende flexibiliteit arbeid: grote groei ZZP’ers Omvangrijke pendel (plattelandsbedrijfstak) Redelijk permanente vervangingsvraag van 10% Bescheiden ontwikkeling arbeidsproductiviteit
Trends richting 2020 Vier maatschappelijke trends: Individualisering Informalisering Informatisering Internationalisering
Trends richting 2020 Individualisering 1960-2010: huishouden van 4,4 naar 2,2 personen In grote steden is nu al meer dan de helft huishoudens een éénpersoonshuishouden Individuele zelfontplooiing is/wordt norm Collectieve voorzieningen onder druk
Trends richting 2020 Informalisering Ontzuiling (hoe lang nog in het onderwijs?) Minder verenigingswerk, veel meer ad hoc en informele contacten Hiërarchie op werk veel minder Omgangsvormen, kleding veel informeler
Trends richting 2020 Informatisering Revolutie op terrein informatica 95% huishoudens op internet meer mobieltjes dan Nederlanders opkomst social media (Twitter, Facebook) Staan nog maar aan het begin: robots, zelfsturende auto’s etc etc
Trends richting 2020 Internationalisering Enorme toename reizen naar buitenland 50 miljoen reizigers op Schiphol 1960 – 2010: migratie naar Nederland, van 1% naar 11% Nu vooral uit Oost-Europa: 1% van de Nederlanders komt uit Polen, veel werken (als ZZP’er) in de bouw
Trends richting 2020 Sociaal-culturele trends: Veel aandacht voor duurzaamheid: energieneutrale nieuwbouw renovatie bestaande woningbouw Ontgroening en vergrijzing minder jongeren, meer ouderen
Vergrijzing
Politieke en economische trends Terugtredende overheid, maar meer regels vanuit de EU Onzekere economische ontwikkeling Langere periode van magere groei Meer deelmarkten in bouw, versnippering, bouwplaats complexer
Technologische trends ICT ontwikkeling zet door Bouw Informatie Model (BIM) I pads op de bouwplaats, augmented reality/3d Innovatie/vernieuwing bouwmaterialen (oa door eisen EU inzake duurzaamheid) Verdere standaardisering processen op de bouwplaats (oa door groei prefab)
Wat betekent dit voor de bouwbedrijven in 2020? Minder nieuwbouw, meer renovatie en onderhoud Tekort aan arbeidskrachten stimuleert innovatie Mede door crisis versnelde ontwikkeling van aanbod- naar vraaggestuurd bouwen Meer publiek-private samenwerking Meer buitenlandse bouwbedrijven actief
Wat betekent dit voor de bouwbedrijven in 2020? Ketenintegratie: Horizontaal: van ontwerp tot en met beheer Verticaal: meer samenwerking met installatie- en energiebedrijven Aard bouwbedrijven verandert: Transitie naar ‘full servicebedrijven’ Maakbedrijven in de nieuwbouw Gespecialiseerde bedrijven in onderhoud
Wat betekent dit voor de bouwbedrijven in 2020? Full Service bedrijven: Integratie ontwikkelen, ontwerpen, bouwen, installeren en beheren Levenscyclus gebouwde product is leidraad Hoger opgeleid personeel (MBO+) Maken vrijwel niets meer zelf, zijn opdrachtgever en coördineren
Wat betekent dit voor de bouwbedrijven in 2020? Maakbedrijven in de Nieuwbouw Grootste deel sterk geïndustrialiseerd: product wordt gemaakt in fabriek Op bouwplaats fabricage Goed, maar redelijk smal opgeleid uitvoerend personeel (monteurs, bedieners machines) Deels in dienst maakbedrijven, deels in dienst leveranciers, deels ZZP’er Persoonscertificering (vakinhoudelijk, arbo, milieu)
Wat betekent dit voor de bouwbedrijven in 2020? Gespecialiseerde onderhoudsbedrijven Vakmanschap centraal, veel ZZP-ers Klantgerichtheid, betrouwbaarheid, kwaliteit en veiligheid op hoog niveau sterk regionale markt Goed geschoold (MBO + ervaring)
Wat betekent dit voor de werknemer in 2020 Flexibilisering arbeidsmarkt Groter aanbod arbeidskrachten uit andere delen Europa (of daarbuiten?) Collectiviteit onder druk, minder vaste dienstverbanden, meer ZZP’ers Meer zelf regie nemen voor toekomst Grote verschillen in competenties tussen ‘maakbedrijven’ en ‘onderhoudsbedrijven’
Wat betekent dit voor de competenties van de toekomstige werknemers? Technische vaardigheden blijven belangrijk, ondanks niveauverschillen Door flexibilisering worden ook ondernemersvaardigheden belangrijk Samenwerken op de bouwplaats belangrijk: meer communiceren, teamwork Grotere diversiteit aan initieel en post- initieel onderwijs (niet alleen bol/bbl)
De werknemer van de toekomst Verschillen met nu: Verkiest persoonlijke ontwikkeling boven werkzekerheid Heeft behoefte aan inspiratie en uitdaging Zoekt balans tussen werk en privé Zal voor veel meer werkgevers werken Krijgt veel meer te maken met ICT
Hoe kan het VMBO hierop inspelen? Zelf goed op de hoogte blijven van de praktijk: Docenten meer stage lopen bij bedrijven Vakmensen meer les laten geven op vmbo Meer aandacht in curriculum voor ondernemerschap, communicatie ed VMBO leerlingen ook meer van de praktijk laten zien (verplichte stage bij bedrijven?) Versterken doorlopende leerlijn naar MBO (vakscholen?)
Stellingen Het is niet aan het VMBO om te anticiperen op grote veranderingen in de bouw de komende jaren, dat moeten de roc’s maar doen.
Stellingen De geschetste ontwikkeling van de bouw in de toekomst is een wenkend perspectief voor alle tweedejaars vmbo leerlingen die op het punt staan voor Bouwen Wonen Interieur te kiezen.
Stellingen Als de bouwsector niet snel werk maakt van verbetering van hun imago, dan kiest straks niemand meer op het vmbo voor bouwen, wonen & interieur.
Stellingen Het is niet nodig de samenwerking tussen de bouwsector en het vmbo onderwijs te intensiveren, want ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheden