Ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, En in Jezus Christus, zijn enige geboren Zoon, onze Heer Die ontvangen is van de Heilige Geest, Geboren uit de maagd Maria Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is Gekruisigd, gestorven en begraven, De derde dag verrezen uit de doden Die opgestegen is ten hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader Vandaar zal Hij komen oordelen, De levenden en de doden Ik geloof in de Heilige Geest De heilige katholieke (of universele) Kerk, De gemeenschap van de Heiligen De vergeving van de zonden De verrijzenis van het lichaam En het eeuwig leven. Amen. 1. Credo
2. Visioen van Constantijn
3. Geloofsbelijdenis van Nicea
4. Vincentius van Lérins
De canon van Vincentius (Lérins, 434 AD) ut id teneatur quod ubique, quod semper, quod ab omnibus creditum est 5. De Canon van Vincentius
6. Nicea - Latijn
7. Nicea - Grieks
8. Nicea – Oost-Syrisch
9. Utrechtse doopbelofte – einde 8e eeuw
10. Utrechts credo
11. Ireneüs van Lyon
Ireneüs (Adversus Haereses I, 9,4) kenmerkt de christen als “iemand die in zichzelf onveranderlijk vasthoudt aan de canon van de waarheid, die hij door de doop ontvangen heeft”. ὁ τὸν κανόνα τῆς ἀληθείας ἀκλινῆ ἐν ἑαυτῷ κατέχων, ὃν διὰ τοῦ βαπτίσματος εἴληφεν 12. Ireneüs’ definitie van de christen
Ireneüs (Tegen de ketterijen, I, 10,1) ‘De Kerk, die over de hele bewoonde wereld is verspreid tot aan de uitersten van de aarde, heeft van de apostelen en hun leerlingen het geloof ontvangen in één God, de almachtige Vader, die de hemel en de aarde en de zeeën en alles wat daarin is heeft geschapen, en in de ene Christus Jezus, de Zoon van God, die mens is geworden omwille van onze redding, en in de Heilige Geest, door wie de profeten Gods plannen hebben verkondigd, en de eerste komst en de geboorte uit een maagd, en het lijden, en de opstanding uit de doden, en de lichamelijke opneming in de hemel van de geliefde Christus Jezus, onze Heer, en zijn wederkomst uit de hemel in de luister waarmee de Vader Hem had bekleed, om alles onder één hoofd bijeen te brengen en om de gehele mensheid lichamelijk op te wekken.’ 13. Ireneüs’ samenvatting van de geloofsleer
14. Tertullianus van Carthago
Tertullianus (De opstanding van het vlees, 48,11) ‘De ziel wordt niet geheiligd door het doopwater, maar door het antwoord van de dopeling’ anima enim non lavatione sed responsione sancitur 16. Tertullianus over het antwoord van de dopeling
14. Hippolytus van Rome
Hippolytus, De Apostolische Overlevering ‘De dopeling moet afdalen en wie hem doopt moet hem de vraag stellen: “Geloof je in God de almachtige Vader?” De dopeling moet antwoorden: “Ik geloof”. Dan doopt men hem een eerste maal, terwijl men de hand op zijn hoofd houdt. 17. Doopceremonie volgens Hippolytus
Hippolytus, De Apostolische Overlevering Vervolgens moet men zeggen: “Geloof je in Christus Jezus, de Zoon van God, die is geboren door de Heilige Geest uit de maagd Maria, die is gekruisigd onder Pontius Pilatus, die is gestorven en begraven, die op de derde dag levend is opgestaan uit de doden, die opgestegen is naar de hemel en zit aan de rechterhand van de Vader, die terugkomt om levenden en doden te oordelen?” En als hij antwoordt: “Ik geloof”, moet hij opnieuw gedoopt worden. 18. Doopceremonie volgens Hippolytus 18
Hippolytus, De Apostolische Overlevering Dan moet men opnieuw een vraag stellen: “Geloof je in de Heilige Geest, de heilige Kerk en de opstanding van het lichaam?” Dan moet de dopeling antwoorden: “Ik geloof”. En dan moet hij een derde maal gedoopt worden.’ 19. Doopceremonie volgens Hippolytus 19
20. Attila de Hun
21. Het rijk van Attila
22. 4 concilies
Apostolische constituties, 7,41 – De Vader ‘De dopeling dan, om afstand te doen, moet verklaren: “Ik doe afstand van Satan, van zijn werken, van zijn vertoon, van zijn dienst, van zijn engelen, van zijn uitvindingen en van al wat onder zijn gezag staat.” En na afstand te hebben gedaan, moet hij toetreden met de woorden: “En ik treed toe tot Christus. Ik geloof en laat me dopen in één onverwekte enig-ware almachtige God, de Vader van Christus, schepper en maker van alles, uit wie alles bestaat. 23. Doopceremonie in de Apostolische Constituties – De Vader
Apostolische constituties, 7,41 – De Zoon Eveneens in de Heer Jezus, de Christus, zijn enige Zoon, de eerstgeborene van de hele schepping, die door het welgevallen van de Vader voor de eeuwen is geboren, niet geschapen, en door wie alles is alles ontstaan wat in de hemel en wat op de aarde is, het zichtbare zowel als het onzichtbare. In de laatste dagen is hij uit de hemel afgedaald, heeft mens-zijn aangenomen en is geboren uit de heilige maagd Maria. Hij heeft heilig geleefd volgens de wetten van zijn God en Vader, is gekruisigd onder Pontius Pilatus en is voor ons gestorven. Hij is op de derde dag na zijn lijden uit de doden opgestaan. Hij is opgestegen naar de hemel en heeft zich gezet aan de rechterhand van de Vader. Hij komt terug met luister bij de voltooiing van deze periode om levenden en doden te oordelen, en aan zijn rijk komt geen einde. 24. Apostolische Constituties – De Zoon
Apostolische constituties, 7,41 – De Geest Ik laat me ook dopen in de heilige Geest, de Pleitbezorger, die aan het werk is geweest in alle heiligen van vroegere tijden, die later door de Vader ook tot de apostelen is gezonden naar de belofte van onze Redder en Heer, Jezus Christus, en na de apostelen ook tot al de gelovigen in de heilige, katholieke en apostolische kerk; in de opstanding van het lichaam, in de vergeving van zonden, in het hemels koninkrijk en in het leven van de komende periode.”’ 25. Apostolische Constituties – de Geest
26. Ambrosius van Milaan
Ambrosius van Milaan, Over de geheimen 2.7 ‘Men heeft u ondervraagd: “Gelooft gij in God, de almachtige Vader?” Gij hebt gezegd: “Ik geloof”, en gij zijt ondergedompeld, dat wil zeggen: gij zijt begraven. Opnieuw heeft men u ondervraagd: “Gelooft gij in onze Heer Jezus Christus en in zijn kruis?” Gij hebt gezegd: “Ik geloof”, en gij zijt ondergedompeld. Zodoende zijt gij ook met Christus samen begraven. Want wie samen met Christus begraven wordt, verrijst met Christus. Voor de derde maal heeft men u ondervraagd: “Gelooft gij ook in de Heilige Geest?” Gij hebt gezegd: “Ik geloof”; voor de derde maal zijt gij ondergedompeld opdat de drievoudige geloofsbelijdenis uw veelvuldig vallen in uw vroeger leven zou vergeven.’ 27. Doopceremonie volgens Ambrosius
Ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, En in Jezus Christus, zijn enige geboren Zoon, onze Heer Die ontvangen is van de Heilige Geest, Geboren uit de maagd Maria Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is Gekruisigd, gestorven en begraven, De derde dag verrezen uit de doden Die opgestegen is ten hemel, en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader Vandaar zal Hij komen oordelen, De levenden en de doden Ik geloof in de Heilige Geest De heilige katholieke (of universele) Kerk, De gemeenschap van de Heiligen De vergeving van de zonden De verrijzenis van het lichaam En het eeuwig leven. Amen. 28. Drie strofen van het credo