Omgevings- vergunningvrij bouwen 3-4-2017
Mobiele telefoon: uit, of indien noodzakelijk op stil, stoor de medecursisten zo min mogelijk. Aantekeningen: sheets worden na de cursus gemaild. Sheets zijn inclusief toelichting, maar wel verstandig om aantekeningen te maken. Vragen: Vanwege de tijd misschien niet mogelijk om alles plenair te behandelen.
Doel van de training Inzicht in veranderingen: BBLB BOR Nieuwe methodiek van vergunningvrij bouwen in het BOR De training heeft als doel de verandering met betrekking tot het vergunningvrije bouwen over te brengen aan sleutelpersonen van gemeenten. Kennis van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken wordt verondersteld. De veranderingen in het Besluit Omgevingsrecht worden toegelicht. De tijd is waarschijnlijk te kort om alles uitgebreid te behandelen, zodat er in sneltreinvaart doorheen gegaan zal worden.
Opzet / agenda Historie vergunningvrij bouwen Juridisch kader Nieuwe systematiek / definities Artikelgewijze behandeling (nulmeting) Overgangsbepalingen Toezicht en handhaving Tijdens de artikelgewijze behandeling worden vragen behandeld die in de pauze gemaakt kunnen worden (nulmeting).
Historie vergunningvrij bouwen Woningwet 1962: gemeenteraad kan in bouwverordening bouwvergunningvrije bouwwerken van ondergeschikte betekenis en geringe afmetingen aanwijzen 2. Woningwet 1992: in artikel 43 Woningwet komt een landelijk uniforme categorie bouwvergunningvrije bouwwerken 3. Woningwet 2003: ingevolge artikel 43 worden bij AMvB (Bblb) bouwwerken van beperkte betekenis als vergunningvrij aangewezen Op deze sheet een kort overzicht van de geschiedenis van het vergunningvrij bouwen. 1. Diversiteit bij gemeenten. 2. Bouwvergunningvrij opgenomen in de Woningwet. 3. Vanaf 2003 concreter vormgegeven in het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Bouwvergunningvrij bouwen was alleen van toepassing op woningen of woongebouwen.
Uitkomsten evaluatie onderzoek Burenbelang niet onevenredig aangetast Beeldkwaliteit door voor- en achterkantbenadering voldoende beschermd Bblb heeft nauwelijks geleid tot minder bouwaanvragen Zorg over constructieve veiligheid Gebruik de sheets 6 t/m 10 om kort de achtergrond van de huidige wetgeving te schetsen. Ter beoordeling van de docent. Let op besteed er niet teveel aandacht aan! Door VROM is in het kader van bouwvergunningvrij bouwen een evaluatie onderzoek uitgevoerd. Aanleiding van het onderzoek: Wettelijke evaluatieplicht welstandstoezicht (einde van de ‘black box’ en de ongecontroleerde, subjectieve en willekeurige macht van de architectonische fijnproevers?). Toezegging Stas. aan EK tot evaluatie van bouwvergunningvrij bouwen (hoe is het effect op de relatie tussen buren? zijn er knelpunten? Kan de categorie verder worden uitgebreid?). Actieprogramma ruimte en cultuur (welstandspraktijkonderzoek: hoe functioneert welstand in ontwikkelgebieden, wat is de relatie met het bestemmingsplan, hoe werkt het met qualityteams en supervisoren, hoe werkt welstand bij bovenlokale infra-projecten). Reikwijdte: technisch-juridische uitvoerbaarheid: begrippenkader, logica etc. kwalitatieve aspecten: welke randvoorwaarden zijn van belang. kwantitatieve aspecten: een inschatting. effecten op burenrelaties: op basis van ervaringen.
Evaluatie onderzoek - Knelpunten (1) Verschil tussen aanbouw, uitbouw en bijgebouw Uitbouw van 2,5 m diep is te weinig Oorspronkelijke achtergevel leidt soms tot rechtsongelijkheid (meerwerk optie) Vergunningvrij bouwen alleen bij een bestaande woning toegestaan Onduidelijkheid in het onderscheid tussen aanbouw, uitbouw en bijgebouw. De diepte van 2,5 meter rijmt niet met modulair bouwen. Uitbouwen gerealiseerd tijdens de nieuwbouw worden meegenomen in de beoordeling van de oorspronkelijke achtergevel. Realiseren van bouwvergunningvrije bouwwerken pas mogelijk nadat nieuwbouw woning gereed is gemeld. Verder dus alleen toegestaan bij woningen of woongebouwen.
Evaluatie onderzoek - Knelpunten (2) Een uitbouw is vergunningvrij, een geringe kozijnvergroting niet Hoogte dakkapel van 1.5 m te beperkt ivm plafondhoogte Bouwbesluit Verandering van niet ingrijpende aard, gewoon onderhoud Jacuzzi / vijver / reclame / airco / vlonder / dakterras / kunstwerk / rijbak / bouwkeet /…. Verschillen in bouwvergunningvrije bouwwerken zijn moeilijk uit te leggen. Andere zorgen voor veel onduidelijkheid, zoals verandering van niet ingrijpende aard en onderhoud. Verder veel vragen over bouwwerken die niet expliciet genoemd zijn in het Bblb maar die qua omvang wel gelijk zijn aan bouwvergunningvrije bouwwerken. Onduidelijkheid en ongelijkheid m.b.t. tot het vergunnen, veel afhankelijk van jurisprudentie. 9
Evaluatie onderzoek - Knelpunten (3) Woningen versus niet-woningen Begrippen erf en voor- en achterkant soms lastig toepasbaar Peststrook van 1 m. van zijdelingse perceelsgrens frustreert onnodig Bijbouwen bij illegale bestaande woning is ook mogelijk 10
Kabinetsvoornemen Wegnemen van knelpunten Vasthouden aan voor- en achterkant benadering Introductie vergunningvrije bouwwerken die moeten voldoen aan het bestemmingsplan Vergunningvrij bouwen ook bij niet-woningen
Motie Boelhouwer/Wiegman Overwegende dat, ....verzoekt de regering de voorgestelde verruiming van vergunningvrij bouwen mogelijk te maken waarbij de in het bestemmingsplan geboden mogelijkheden qua oppervlakte en maatvoering het maximum zijn, en gaat over tot de orde van de dag. Kabinetsvoornemen was om de reikwijdte van het bouwvergunningvrije bouwen te vergroten. Mede door veel commotie en de angst voor verrommeling van de achtererfgebieden is dit weer teruggedraaid door de motie van Boelhouwer/Wiegman. De motie heeft gezorgd voor een verschuiving van artikel 2, naar artikel 3. De door het kabinet beoogde verruiming is alleen geheel vergunningvrij als het past binnen het ruimtelijk kader. Bblb Verruiming Nieuw deel 12
Nieuwe systematiek /Definities Hier een kort overzicht om het wettelijke kader te schetsen van het bouwvergunningvrij bouwen. Bouwvergunningvrij bouwen is onderdeel van het Besluit Omgevingsrecht en is weergegeven in Bijlage II blz. 50. Omgevingsvergunningvrij bouwen komt voort uit artikel 2.1 van de Wabo eerste lid onder: a. het bouwen van een bouwwerk, c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet, Deze verwijzing zal in het vervolg van de presentatie worden afgekort als 1.a en 1.c. De ministeriële regeling Omgevingsrecht (Mor) bevat onder andere de indieningvereisten (voorheen Biab). Met de komst van de Wabo verdwijnt de Woningwet niet. De woningwet blijft! Eventueel uitleggen wat er overblijft van de woningwet (art. 1-16). Artikel 1b: Bouwbesluit en bouwverordening. Artikel 12: Welstandstoezicht. Artikel 13A: Repressief welstandstoezicht. Wabo BOR MOR
Nieuwe systematiek vergunningvrij bouwen Artikel 1: Begripsbepalingen Artikel 2 (Wabo artikel 2.1 eerste lid onder a en c): Omgevingsvergunningvrij bouwen + RO Geen preventieve toetsing Bouwbesluit 2003 en bouwverordening gelden wel (Ww art. 1b, 7b) Repressief welstandstoezicht mogelijk (Ww art. 13a) Geen toets aan het bestemmingsplan Artikel 2 is de voortzetting van de huidige systematiek van vergunningvrij bouwen.
Nieuwe systematiek vergunningvrij bouwen Artikel 3 (Wabo artikel 2.1 eerste lid onder a ): Omgevingsvergunningvrij bouwen, RO vergunningplichtig, tenzij past in bestemmingsplan Geen preventieve toetsing Bij strijd met bestemmingsplan: omgevingsvergunning vereist Bouwbesluit 2003 en bouwverordening gelden wel (Ww art. 1b, 7b) Repressief welstandstoezicht mogelijk (Ww art. 13a) Artikel 3 is nieuw t.o.v. de systematiek uit het Bblb. Bij artikel 3 altijd toetsen aan regels met betrekking tot het ruimtelijk kader. Als voldoet aan eisen gesteld in het ruimtelijk kader dan vergunningvrij. Als het niet voldoet aan de eisen gesteld in het ruimtelijk kader hoeft alleen een vergunning aangevraagd te worden voor planologisch strijdig gebruik! Indien niet voldoet aan ruimtelijk kader is het wel vergunningvrij voor de activiteit bouwen!!
Nieuwe systematiek vergunningvrij bouwen Artikel 4: Kruimellijst planologische afwijkingen (geen onderdeel van deze cursus) Artikel 5-7: Bijzondere bepalingen Monumenten, beschermd stadsgezicht, risicogebieden Artikel 8: Overgangsrecht Artikel 4 komt alleen in beeld als je omgevingsvergunning nodig hebt voor planologische strijdig gebruik. Past het plan binnen de kaders van artikel 4 dan reguliere procedure. Anders een uitgebreide procedure. Vervangt artikel 4.1.1 van Bro, dit is de nieuwe kruimellijst.
Schematische samenhang tussen artikelen BELANGRIJK: gebruik deze sheet ook tijdens de presentatie om de samenhang steeds weer te laten zien! Dit schema is bedoeld om de samenhang tussen de verschillende artikelen uit te leggen. Belangrijk is om aan te geven dat altijd rekening gehouden dient te worden met alle artikelen. Dus controleer altijd als een bouwvergunningvrij bouwwerk voldoet aan artikel 2/3 of er geen aanvullende bepalingen zijn opgenomen in de artikelen 5 t/m 7. Ook kan hier al gewezen worden op het feit dat indien bouwwerken wel passen binnen artikel 3, maar niet voldoen aan het ruimtelijk kader dan slechts alleen een omgevingsvergunningplicht geldt voor RO (het planologisch gebruik).
Artikel 1 Begripsbepaling Definities Maatvoering
Openbaar toegankelijk gebied = Wegen *, Pleinen, Parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is. Uitzondering: wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer * als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 Dit is een belangrijk begrip. Snippergroen is geen openbaar toegankelijk groen en dus geen openbaar toegankelijk gebied. Brandgang is uitsluitend bedoeld voor ontsluiting van percelen door langzaam verkeer. 19
Achtererfgebied = Voorerfgebied = Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw Rest van het erf = dat deel dat geen achtererf gebied is Voorerfgebied = De definitie zijerf uit het Bblb is hiermee vervallen. In geval een woning grenst aan de weg of openbaar toegankelijk gebied is het achtererf alleen dat deel dat zich recht achter de woning bevindt. 20
Achtererfgebied 21
Oorspronkelijk hoofdgebouw = Gebouw, of gedeelte daarvan Noodzakelijk voor de verwezenlijking van de bestemming Meerdere gebouwen? Planologisch belangrijkste gebouw is hoofdgebouw Oorspronkelijk verleende vergunning is bepalend bij aanbouw of uitbouw die functioneel onderdeel is en waarin gebruik wordt gerealiseerd dat gelet op de bestemming het belangrijkste is (aangebouwde keuken, serre, studeerkamer, slaapkamer). Zie toelichting: Het uitgangspunt is dat zich op een perceel nooit meer dan één hoofdgebouw bevindt. In het BOR wordt uitgegaan van het oorspronkelijk hoofdgebouw. Let hier bij op dat onderdelen van het hoofdgebouw die ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw niet worden gezien als oorspronkelijk hoofdgebouw. Bijvoorbeeld een garage aan een woning Woning is oorspronkelijk hoofdgebouw, garage is bijbehorend bouwwerk. Werkkamer aan een woning woning plus werkkamer is oorspronkelijk hoofdgebouw. Functie genoemd in de vergunning is daarbij bepalend. Zie ook artikel 6 wanneer hoofdgebouw geen woning is maar op perceel wel woning aanwezig is. Benadruk dat niet elk gebouw beslist noodzakelijk hoeft te zijn voor de verwezenlijking van de bestemming. Eventueel aan de hand van de volgende plaatjes.
Wat is het hoofdgebouw? Geef als toelichting dat het hier gaat om agrarische bestemming. In deze situatie is de schuur het hoofdgebouw. Deze is namelijk noodzakelijk voor het realiseren van de bestemming. Een woning heeft als bestemming wonen en is dus niet noodzakelijk voor de verwezenlijking van de agrarische bestemming. Daarom is de woning geen hoofdgebouw. Zie ook artikel 6.
Hoofdgebouw? Wel een hoofdgebouw. Kas is noodzakelijk voor realiseren van de bestemming.
Bijbehorend bouwwerk = uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak Bijbehorend bouwwerk is een verzamelbegrip: uitbreiding hoofdgebouw, aanbouw, uitbouw, bijgebouw, pergola, hondenhik c.a. Deze nieuwe regeling heeft geen gevolgen voor de uitleg van bestemmingsplannen. Tuinhuisje bij een woning is dus een bijbehorend bouwwerk. Zonder hoofdgebouw is er op een perceel geen sprake van een bijbehorend bouwwerk. De eis van bestaande woning of woongebouw is geschrapt: belangrijk voor zogenoemde kopersopties. Functionele planologische verbondenheid: gebruiksfunctie moet in bestemmingsplan c.a. zijn toegestaan. Wel van belang of sprake is van hoofdgebouw (bijv. woning) of overig bijbehorend bouwwerk (bijgebouw). Huisgebonden beroepsuitoefening is volgens vaste jurisprudentie alleen toelaatbaar binnen de woning zelf en niet binnen de woning behorende bijgebouwen. Bijbehorende bouwwerken op grotere afstand dan 2,5 m van hoofdgebouw: gebruik functioneel ondergeschikt aan hoofdgebouw, dus in bijbehorende bouwwerken geen primaire woonfuncties (woonkamer, keuken of slaapkamer), wel bijkeuken, atelier of berging. Bijbehorend bouwwerk moet op de grond staan, dus geen kelder of aanbouw of uitbouw op bovenverdieping. Begane grond vloer moet op normale wijze aansluiten op afgewerkt aansluitend terrein.
Bijbehorend bouwwerk Er zijn hier drie bijbehorende bouwwerken.
Maatvoering Afstanden loodrecht Hoogten vanaf aansluitend terrein Plaatselijke verhoging / verlaging niet meegerekend Aanvullen van grond alleen toegestaan als dit noodzakelijk is voor de bouw Maten buitenwerks: Delen van ondergeschikte aard kleiner dan 0,5 meter niet meerekenen Ondergeschikte aard zijn bijvoorbeeld dakoverstekken, schoorstenen, maar ook schuttingpalen. 27
Nulmeting Wat weten jullie nu al van het nieuwe bouwvergunningvrij bouwen 10 vragen Antwoorden tussen artikelsgewijze behandeling door PAUZE Iedereen krijgt na afloop de vragen inclusief antwoorden en een toelichting, zodat de vragen weer kunnen worden gebruikt voor de verdere overdracht binnen de gemeente.
Artikel 2 Wabo 1.a en 1.c omgevingsvergunningvrij Nieuwe bouwwerken: Bijbehorend bouwwerk Keermuur Vlaggenmast Bouwkeet en andere bouwplaatsinrichting Het gaat hier om nieuwe onderdelen. Die niet in het huidige Bblb genoemd worden. Ze worden hierna puntsgewijs behandeld. Volgorde volgt zoveel mogelijk de volgorde van het BOR. Met 1.a en 1.c worden de onderdelen van artikel 2.1 van de Wabo bedoeld. Formeel: artikel 2.1 lid 1 onder a. respectievelijk onder c.
Artikel 2 Aangepaste bouwwerken: Dakkapellen Dakramen, etc Zonnecollectoren en panelen Kozijnen, etc Zonwering, etc Privacyscherm Tuinmeubilair Sport/speeltoestel Erf/perceelsafscheiding Bouwwerken t.b.v. infrastructuur Magazijnstelling Ander bouwwerk Dit zijn bouwwerken die wel genoemd zijn in het Bblb maar die gewijzigd zijn in het BOR. Alle andere bouwwerken die ongewijzigd zijn gebleven worden niet behandeld.
Bijbehorend bouwwerk (art. 2, onderdeel 3) Tot en met een afstand van 2,5 m van het hoofdgebouw: niet hoger dan 4 m niet hoger dan 0,3 m boven vloer eerste verdieping niet hoger dan het hoofdgebouw Buiten een afstand van 2,5 m van het hoofdgebouw: niet hoger dan 3 m indien binnen een afstand van 1 m van naburig erf: opp. max. 10 m2 opp. totaal alle vergunningvrije bijbehorende bouwwerken 30 m2 functioneel ondergeschikt Zonder dakterras, balkon o.i.d. Achtererfgebied: max. 50% bebouwd Binnen een afstand van 1 meter van de grens met een naburig erf is de oppervlakte van het toegestane bebouwde erf maximaal 10m2 per aangrenzend erf. Zie ook bij hoeksituaties figuur op blz. 142 BOR. BOR
Bijbehorend bouwwerk (2,5 meter zone) Zie artikel 2, sub b, onder 2: de maat van 1 m. t.o.v. en naburig erf. Het gaat hier niet om de totale oppervlakte van het bijbehorend bouwwerk, maar om de oppervlakte die binnen de strook van 1 m van een naburig erf is gelegen. Zie artikel 2, sub c: de maat van 1 m geldt bij openbaar toegankelijk gebied. Bij hoekwoning zonder zijtuin dus 1 m terugliggend, anders vergunningplichtig.
Bijbehorend bouwwerk (buiten 2,5 meter zone)
Bijbehorend bouwwerk De 30 m2 geldt dus alleen buiten de 2,5 meter zone. Alles binnen de 2,5 meter zone hoeft niet meegeteld te worden. Daarnaast geldt ook dat maximaal 50% van het achtererfgebied bebouwd mag zijn. Bij de berekening van de 50% worden wel alle bijbehorende bouwwerken meegeteld, dus inclusief de 2,5 meter zone.
Bijbehorend bouwwerk
Bijbehorend bouwwerk? Vergunningvrij? Wel een bijbehorend bouwwerk, maar door aanwezigheid van dakterras valt het niet onder artikel 2. Wel vergunningvrij onder artikel 3, mits het past binnen het ruimtelijk kader. 36
Vraag 1 Tijdens de bouw van een woning besluit de toekomstige eigenaar om toch de aangeboden optie voor een aanbouw aan de achtergevel te willen realiseren Welke actie moet nu ondernomen worden? Er moet een wijziging op de omgevingsvergunning worden aangevraagd. Vergunningvrij bouwen is alleen toegestaan bij bestaande bouw en de woning is nog in aanbouw. Er hoeft geen wijziging op de omgevingsvergunning aangevraagd te worden, mits de aanbouw aan alle voorwaarden voor vergunningvrij bouwen voldoet. De aanbouw mag dan direct tijdens de bouw worden gebouwd. Ik weet het niet Goede antwoord is B. In tegenstelling tot het Bblb is vergunningvrij bouwen niet alleen toegestaan bij bestaande bouw, maar ook bij nieuwbouw.
Vraag 2 Heeft een slagerij een omgevingsvergunning nodig voor het bouwen van een bijgebouw van 7 meter lang en 4 meter breed (dat verder aan de voorschriften voor omgevingsvergunningvrij bouwen voldoet) op de erfgrens? Nee. Ja, het bijgebouw is groter dan 10 m2. Ja, de slagerij is een bedrijf en bedrijven hebben altijd een omgevingsvergunning nodig voor het bouwen van een bijgebouw.’ Ja, de slagerij is een bedrijf en bedrijven hebben altijd een omgevingsvergunning nodig voor het bouwen van een bijgebouw.’ Bovendien is het bijgebouw groter dan 10 m2. Ik weet het niet. Goede antwoord is A. Het gaat er om dat de oppervlakte van het bijgebouw dat binnen 1 m van de erfgrens staat minder is dan 10m2. De totale oppervlakte van het gebouw is dus niet meer van belang bij deze vereiste. Het gaat hier om 10m2 per aangrenzend erf. In de vraag is er dus maximaal 7m2, van het bijgebouw geplaatst binnen 1 m van de erfgrens van een naastgelegen erf Zie blz. 142 Toelichting.
Vraag 3 Een bewoner wil een carport bouwen aan de zijkant van zijn perceel in het achtererfgebied. Langs het perceel loopt een voetpad dat langs de achtertuinen van de woningen loopt, specifiek bedoeld om de achtertuinen te ontsluiten. De afmetingen van de carport zijn 6 meter lang, 3 meter breed en 3 meter hoog? Moet de bewoner een omgevingsvergunning aanvragen? Nee, de carport mag zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen geplaatst worden. Ja, de carport is meer dan 10m² groot en bevindt zich op minder dan 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied. Ja, de carport bevindt zich op minder dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied Ja, de carport is meer dan 10 m2 groot. Ja, tenzij er geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn Ik weet het niet Goede antwoord is A. Het voetpad (= langzaam verkeer) is een brandgang die alleen de achtererven ontsluit. Het voetpad is daardoor geen openbaar toegankelijk gebied. De zijkant van het perceel is dus niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd en dus valt het onder het achtererfgebied. Een carport van die afmetingen mag in het achtererfgebied zonder omgevingsvergunning gerealiseerd worden.
Dakkapellen (art. 2, onderdeel 4) Dakkapel in het achterdakvlak of een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, mits: Voorzien van een plat dak Niet hoger dan 1,75 meter Onderzijde tussen 0,5 en 1 meter van dakvoet Bovenzijde meer dan 0,5 meter onder de daknok Zijkanten meer dan 0,5 meter van zijkant van dakvlak Uitgesloten voor woonwagens, tijdelijke bouwwerken en recreatieve bouwwerken Verwijderd: Zijwanden ondoorzichtig, let op: burenrecht en brandveiligheid Afstand tot de voorgevel meer dan 1 meter
Dakkapel
Dakraam/daklicht (art. 2, onderdeel 5) Dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak, mits: Achterdakvlak, of niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak of platdak: Niet meer dan 0,6 meter uitsteken boven dakvlak of plat dak Meer dan 0,5 meter van de randen Overige dakvlakken: Niet uitsteken boven dakvlak, of Indien geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn: Niet meer dan 0,6 meter uitsteken boven dakvlak 42
Dakraam / daklicht
Zonnecolletoren en -panelen (art. 2, onderdeel 6) Collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking op een dak: Verwijderd: Gebruik voor het bouwwerk of een op het perceel gelegen bouwwerk (i.v.m. teruglevering aan het net) Plat dak: hellingshoek ten hoogste 35 graden Let op de toevoeging op een dak. Deze toevoeging is gedaan om dat in onder de oude regeling onwenselijke situaties ontstonden met panelen op een stellage aan de zijkant van een woning gemonteerd. Consequentie: parkeer automaten voorzien van een zonnepaneel is vergunningplichtig omdat er geen sprake is van dak, eventueel omzeilen door het geheel te zien als een bouwwerk t.b.v. wegverkeer. 44
Kozijnen, etc (art. 2, onderdeel 7) Kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel, mits in achtergevel of een niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw, dan wel in een gevel van een bijbehorend bouwwerk. Verwijderd: de bestaande gevelopening wijzigt niet Dus :gevelopeningen maken, dichtmetselen is vergunningvrij, indien voldaan aan overige voorwaarden Maken, vergroten, dichtmaken van gevelopeningen is nu allemaal vergunningvrij. Let op het onderscheid tussen wat mag bij een hoofdgebouw en een bijbehorend bouwwerk. Hoofdgebouw alleen achtergevel of niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel. Bijbehorend bouwwerk in alle gevels. 45
Kozijnen Middelste pand vergunningvrij kozijnen gewijzigd. Zie blz. 148 Toelichting BOR en blz. 140. BOR
Zonwering etc (art. 2, onderdeel 8) Zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw, mits bij een rolhek, luik of rolluik in een voorgevel of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van een ander hoofdgebouw dan een woning of een woongebouw, wordt voldaan aan de volgende eisen: Geplaatst aan binnenzijde van uitwendige scheidingsconstructie 75% voorzien van glasheldere doorkijkopeningen Was in Bblb 90%. Speelt voornamelijk bij winkelcentra en voetgangersgebieden in binnensteden. 47
Tuinmeubilair (art. 2, onderdeel 10) Tuinmeubilair, mits niet hoger dan 2,5 meter Pergola’s of zonnewijzers, e.d. Was in Bblb minder dan 2 m. Overigens niet gewijzigd. 48
Sport- of speeltoestel (art. 2, onderdeel 11) Uitsluitend voor particulier gebruik niet hoger dan 2,5 meter uitsluitend functioneren met behulp van zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens Let op: niet particuliere speeltoestellen in artikel 3 Een speelhuisje kan gezien worden als bijbehorend bouwwerk omdat het voorzien is van een dak. Speelhuisje met glijbaan kan ook worden gezien als speeltoestel en kan daardoor ook in voorerfgebied geplaatst worden. Was in Bblb minder dan 3 meter. 49
Speeltoestel Trampoline in de voortuin, speelhuisje in de achtertuin. Als speelhuisje een hoogte heeft tussen 2,5 en 3 meter dan zou je het mogen beschouwen als bijbehorend bouwwerk.
Erf- of perceelafscheiding (art. 2, onderdeel 12) Niet hoger dan 1 meter, of Niet hoger dan 2 meter, en Op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat Achter de voorgevelrooilijn Op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn Verwijderd: Meer dan 1 meter achter de voorgevelrooilijn Besteedt extra aandacht aan kenmerk 2 van lid b. In het Bblb was het 1 meter achter de voorgevelrooilijn. Door de eis van de functionele relatie wordt voorkomen dat weilanden of bosgronden waarop een woning staat zonder vergunning kunnen worden afgeschermd met een 2 m hoge perceelafscheiding. Kenmerk 3 van lid b: via welstandsnota kan gemeente eigen beleid voeren. Zie figuur op blz. 151. BOR 51
Vraag 4 Een eigenaar van een hoekhuis wil rondom zijn woning een erfafscheiding plaatsen op de erfgrens. Naast het erf ligt een openbaar toegankelijk park. Op het perceel zijn geen redelijke eisen voor welstand van toepassing voor erf- en perceelafscheidingen. Hoe hoog mag de erfafscheiding zijn zonder dat de eigenaar een omgevingsvergunning hoeft aan te vragen? Rondom maximaal 2 meter hoog Vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn, 2 meter hoog daarvoor 1 meter hoog Vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn, 2 meter hoog daarvoor 1 meter hoog, Een uitzondering is het deel naast de openbare weg, daar mag de erfafscheiding maximaal 1 meter hoog zijn. Achter de voorgevelrooilijn 2 meter hoog, daarvoor 1 meter hoog Achter de voorgevelrooilijn 2 meter hoog, daarvoor 1 meter hoog. Een uitzondering is het deel naast de openbare weg, daar mag de erfafscheiding maximaal 1 meter hoog zijn. Ik weet het niet Goede antwoord is D. Omdat het hoekhuis gelegen is naast openbaar toegankelijk gebied, moet de erfafscheiding geplaatst worden op een afstand van meer dan 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied, tenzij er geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn. In de vraag is expliciet aangegeven dat er geen redelijke eisen van welstand zijn voor die locatie met betrekking tot erf- en perceelafscheidingen. De eis om 1 meter afstand te bewaren vervalt hiermee. Als enige beperking blijft dus over dat voor de voorgevelrooilijn de hoogte niet meer mag zijn dan 1 meter, en daar achter 2 meter. In tegenstelling tot het Bblb gaat het nu dus om de voorgevelrooilijn in plaats van 1 meter achter de voorgevelrooilijn
Erfafscheidingen
Keermuur (art. 2, onderdeel 13) Constructie voor overbruggen van terreinhoogte verschil Niet meer dan 1 meter Niet hoger dan aansluitend afgewerkte terrein 54
Keermuur
Vlaggenmast (art. 2, onderdeel 14) Op een erf Niet hoger dan 6 meter Maximaal één mast per erf 56
Bouwwerken t.b.v. infrastructuur (art. 2, onderdeel 18) Verzameling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde Voorheen: (Bblb: art. 3.1.g; 3.1.h; 3.3.a en 3.3.c) Bouwwerk (gebouw) Nutsvoorziening, waterhuishouding, meten luchtkwaliteit, telecommunicatieverkeer, openbaar vervoer of weg-, spoorweg-, water-, of luchtverkeer Niet hoger dan 3 meter Oppervlakte maximaal 15 vierkante meter 57
Bouwwerken t.b.v. infrastructuur (art. 2, onderdeel 18) Bouwwerk, geen gebouw zijnde: Ten behoeve van: weren van voorwerpen ivm veiligheid Beveiliging van weg, spoor- of waterweg, of spoorweg- of luchtvaartterrein Verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding, opladen van accu’s t.b.v. electro-voertuigen, verlichting en tolheffing Bovenleidingen incl. draagconstructie, seinpalen Ondergrondse buis- en leidingstelsels Container huishoudelijk afval Elektronische sirene t.b.v. alarmering bevolking Ondergrondse buis- en leidingstelsels niet meer alleen voor perceel aansluiting. ‘voor perceelsaansluiting’ is geschrapt. 58
Bouwkeet, etc. (art. 2, onderdeel 20) Bouwkeet / bouwplaatsinrichting, heistelling, damwand: Functioneel voor bouw, onderhoud of sloop, of Tijdelijke werkzaamheden GWW, of Tijdelijke mijnbouwactiviteiten Mits: Geplaatst op het terrein, of Onmiddellijke nabijheid Na het beëindigen van het werk is het bouwwerk niet langer functioneel te achten en dient het ingevolge artikel 2.3a Wabo te worden verwijderd. 59
Ander bouwwerk (art. 2, onderdeel 21) Ander bouwwerk in voor- of achtererf gebied: Niet hoger dan 1 meter Oppervlakte niet meer dan 2 vierkante meter Niet meer dan 50% van totale erf bebouwd 60
Ander bouwwerk Bij voorbeeld dierenverblijven en tuinkastjes.
Artikel 3: Omgevingsvergunningvrij bouwen Vergunningvrij 1.a, vergunningplichtig 1.c Nieuwe bouwwerken Bijbehorend bouwwerk Zwembad Recreatief nachtverblijf Bouwwerk geen gebouw zijnde t.b.v. agrarische bedrijfsvoering Aangepaste bouwwerken Dakkapel in voordakvlak of naar openbaar toegankelijk gekeerd zijdakvlak Speeltoestel Verandering van een bouwwerk Het gaat hier dus alleen maar om een toets aan RO, een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is niet nodig. Indien past binnen ruimtelijk kader dan vergunningvrij! 62
Artikel 3: Consequenties Omgevingsvergunning vrij voor activiteit bouwen Omgevingsvergunning RO indien strijdig planologisch gebruik Indien plannen passen binnen ruimtelijk kader dan géén omgevingsvergunning nodig! Burger / bedrijf moet zelf toetsen aan RO Zorg voor een goede informatie voorziening met betrekking tot ruimtelijk kader! Goede informatievoorziening over ruimtelijk kader via digitale bestemmingsplannen.
Bijbehorende bouwwerken (art. 3, onderdeel 1) In achtererfgebied Niet hoger dan 5 meter Verwijderd: Onderscheid tussen aan- en bijgebouwen Voorheen: Lichte bouwvergunning 64
Vraag 5 Een ondernemer wil bij zijn bestaande bedrijfspand een aanbouw realiseren, over de gehele breedte van zijn pand, van 50 meter diep en 4 meter hoog. De aanbouw wordt zodanig gebouwd dat het platte dak één geheel wordt. Op grond van het bestemmingsplan is een dergelijke uitbreiding toegestaan. Mag de ondernemer deze aanbouw bouwen zonder omgevingsvergunning? Ja Nee Ik weet het niet Goede antwoord is A. Artikel 3 gaat over de categorie bouwwerken waar geen omgevingsvergunning nodig is voor de activiteit bouwen. De eisen die gesteld worden aan bijbehorende bouwwerken in artikel 3 zijn: het moet gesitueerd zijn in het achtererfgebied en de hoogte is maximaal 5 meter. Er van uitgaand dat de aanbouw gerealiseerd wordt in het achtererfgebied is deze aanbouw vergunningvrij voor de activiteit bouwen omdat de hoogte 4 meter is. Omdat in de vraag aangegeven is dat dit bijbehorende bouwwerk past binnen het bestemmingsplan hoeft er dus ook geen omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor planologisch strijdig gebruik. De ondernemer kan deze aanbouw dus bouwen zonder omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en planologisch strijdig gebruik
Recreatief nachtverblijf (art. 3, onderdeel 2) Niet hoger dan 5 meter Oppervlakte niet meer dan 70 vierkante meter Bij recreatieve nachtverblijven mogen niet vergunningvrij, bijbehorende bouwwerken worden geplaatst op basis van artikel 2 onderdeel 3`, onder f, sub 3. 66
Dakkapel op voordakvlak of naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak (art. 3, onderdeel 3) Er zijn geen welstandseisen van toepassing Zelfde eisen als artikel 2, onderdeel 4 Wat bedoeld wordt is dat er in de Welstandsnota in het geheel geen redelijke eisen van welstand gelden voor dakkapellen op het betreffende bouwwerk. 67
Vraag 6 Een dakkapel (die verder aan alle voorschriften voldoet) met een hoogte van 1,75 meter geplaatst op het voordakvlak van een woning… is altijd omgevingsvergunningplichtig voor de activiteit bouwen; is altijd omgevingsvergunningvrij voor de activiteit bouwen; is omgevingsvergunningvrij voor de activiteit bouwen als er geen welstandseisen van toepassing zijn. Ik weet het niet Goede antwoord is C. Dakkapellen in het voordakvlak en naar openbaar toegankelijk gekeerde zijdakvlakken hebben geen omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen als er geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn. Indien deze eisen wel van toepassing zijn moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden voor de activiteit bouwen. Daarnaast moet gekeken worden of het past binnen het bestemmingsplan. Als dit niet het geval is moet ook een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik aangevraagd worden.
Sport- en speeltoestel (art. 3, onderdeel 4) Sport- of speeltoestel: Niet voor particulier gebruik Niet hoger dan 4 meter Uitsluitend functioneren met behulp van zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens 69
Vraag 7 Een vestiging van een fastfood-keten wil op eigen grond een klimrek voor de jeugd plaatsen. De klimmast is 3,0 meter hoog. Op grond van het bestemmingsplan zijn speeltoestellen niet toegestaan. Moet de fastfood-keten een vergunning aanvragen en zo ja, wat voor vergunning? Dit mag zonder omgevingsvergunning Er is geen omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen, maar wel voor planologisch strijdig gebruik Er is een omgevingsvergunning nodig voor zowel de activiteit bouwen als voor planologisch strijdig gebruik Ik weet het niet Goede antwoord is b. Bij niet particulier gebruik is de maximale hoogte 4 meter. Het klimrek is 3 meter is dus vergunningvrij voor de activiteit bouwen. Omdat het klimrek niet past binnen het bestemmingsplan zal de fastfood-keten een omgevingsvergunning moeten aanvragen voor planologisch strijdig gebruik.
Zwembad, e.d. (art. 3, onderdeel 5) Zwembad, whirlpool, jacuzzi of vijver, mits: Op het erf bij woning of woongebouw Niet voorzien van overkapping 71
Vraag 8 Bij een woning wordt een zwembad met een omvang van 60 m2 gebouwd. Is een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen? Nee, het zwembad mag zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gebouwd worden Ja, er is een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen van het zwembad Er is alleen een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen als het zwembad past binnen het ruimtelijk kader. Ik weet het niet Goede antwoord is A (er is eventueel wel een omgevingsvergunning nodig voor planologisch strijdig gebruik). Artikel 3 gaat over de situaties waarin geen omgevingsvergunning nodig is voor de activiteit bouwen. Voor een zwembad (artikel 3 onderdeel 5) geldt dus dat er voor de activiteit bouwen NOOIT een vergunning nodig is als deze wordt gebouwd op het erf bij een woning of woongebouw en niet voorzien is van een dak. Er zijn verder geen beperkingen opgenomen qua afmetingen. Uiteraard geldt wel, zoals bij alle onderdelen van artikel 3, dat er mogelijk wel een omgevingsvergunning nodig is voor planologisch strijdig gebruik als het zwembad niet past binnen het bestemmingsplan. Als het zwembad niet zou passen binnen het bestemmingsplan hoeft dus alleen een vergunning voor planologisch strijdig gebruik aangevraagd te worden. Een vergunning voor de activiteit bouwen is niet nodig.
Bouwwerk t.b.v. agrarische bedrijfsvoering (art. 3, onderdeel 6) Bouwwerk geen gebouw zijnde In achtererfgebied T.b.v. agrarische bedrijfsvoering Voeder- of mestsilo Ander bouwwerk, niet hoger dan 2 meter Hoogte voeder- of mestsilo’s wordt veelal geregeld in het bestemmingsplan. 73
Verandering van een bouwwerk (1) (art. 3, onderdeel 7) Geen verandering van draagconstructie Geen verandering van (sub)brandcompartimentering Geen uitbreiding van bebouwde oppervlakte Geen uitbreiding van bouwvolume Verwijderd: Bestaande gebruik wordt gehandhaafd Vervangt: “verandering van niet ingrijpende aard” 74
Verandering van een bouwwerk (2) Vervangt artikel 3, eerste lid, onderdeel k van het Bblb: “verandering van niet ingrijpende aard” Eisen m.b.t. substantiële en ingrijpende invloed op de directe omgeving en beperkte planologische invloed ‘vervallen’ Wordt gedekt doordat het moet voldoen aan ruimtelijk kader
Vraag 9 Een hotel wil een aantal hotelkamers vergroten door van 2 kamers 1 kamer te maken. Hiertoe wordt de niet-constructieve scheidingswand tussen 2 kamers verwijderd. Is dit toegestaan zonder omgevingsvergunning? Ja dit mag zonder omgevingsvergunning Nee, dit mag niet zonder omgevingsvergunning, dit is namelijk geen “verandering van niet ingrijpende aard”. Nee dit mag niet zonder omgevingsvergunning. Er vinden wijzigingen plaats aan de subbrandcompartimentering. Ik weet het niet Goede antwoord is C. Een verandering aan de (sub)brandcompartimentering is niet vergunningvrij
Artikel 5: Bijzondere bepalingen (1) Aantal woningen blijft gelijk Niet geldig bij bouwwerk in strijd met de wet Artikel 2 (m.u.v. onderhoud en dwangbepalingen) en artikel 3 niet van toepassing op (Voorbeschermde) monumenten Rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht Inpandige verbouwingen toegestaan Niet aan buitenkant zichtbaar
Artikel 5: Bijzondere bepalingen (2) Bijbehorend bouwwerk niet van toepassing, indien: Veiligheidszone (A/B), munitieopslag, e.d. Gebied met plaatsgebonden risico 10-6, of belemmeringenstrook tbv onderhoud buisleidingen Bijbehorende bouwwerk (<5 m) / recreatief nachtverblijf niet van toepassing, indien: Voorschriften m.b.t. archeologische monumentenzorg in bestemmingsplan, én Oppervlakte is 50 vierkante meter of meer
Artikel 5: Bijzondere bepalingen (3) Artikel 3, onderdeel 7 (veranderingen aan een bouwwerk) niet van toepassing op Veranderingen tgv vergunningvrije activiteiten Bijvoorbeeld: Veranderen van dakconstructie voor het plaatsen van een dakkapel
Artikel 6: Bijz. bepalingen achtererfgebied Bijzondere bepalingen met betrekking tot definiëren van achtererf gebied, indien: Hoofdgebouw is geen woning, én Wel een of meer woningen aanwezig op perceel Achtererf bepaald door gebouw dat dichtst is gelegen bij openbaar toegankelijk gebied Woning op perceel als hoofdgebouw aangemerkt
Achtererfgebied, woning aangemerkt als hoofdgebouw De woning wordt alleen aangemerkt als hoofdgebouw. Het werkelijke hoofdgebouw blijft de schuur, uitgaande van de agrarische bestemming.
Achtererfgebied, woning aangemerkt als hoofdgebouw De woning wordt alleen aangemerkt als hoofdgebouw. Het werkelijke hoofdgebouw blijft de schuur, uitgaande van de agrarische bestemming.
Artikel 7 Bijbehorend bouwwerk: Deel op minder dan 2,5 meter, én Deel op meer dan 2,5 meter Geen inwendige scheidingsconstructie Dan: Hele deel functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw
Vraag 10 Wanneer is een uitbouw aan de achterzijde van een woning van 4 meter diep omgevingsvergunningvrij?. De uitbouw voldoet aan alle overige voorwaarden voor vergunningvrij bouwen. Nooit, voor een uitbouw met een diepte van 4 m is altijd een omgevingsvergunning nodig. De uitbouw is vergunningvrij indien het gebruik van de uitbouw functioneel ondergeschikt is aan de woning. De uitbouw hoeft niet fysiek gescheiden te zijn van de woning De uitbouw is vergunningvrij indien het gebruik van de uitbouw functioneel ondergeschikt is aan de woning en er een scheidingswand is aangebracht tussen de uitbouw en de woning. In de scheidingswand mag een deur aanwezig zijn. De uitbouw is altijd omgevingsvergunningvrij Ik weet het niet Goede antwoord is C. Bij vraag 10 gaat het om de speciale situatie die beschreven is in artikel 7. De uitbouw is binnen en buiten de 2,5 meter zone. Alle bijbehorende bouwwerken buiten de 2,5 meter zone moeten ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw volgens artikel 2, onderdeel 3, onder b, onder 4 Als een deel van het bijbehorend bouwwerk binnen de 2,5 meter zone valt en een deel erbuiten, moet het deel van het bijbehorend bouwwerk dat één geheel vormt met het deel buiten de 2,5 meter zone in zijn geheel ondergeschikt zijn.
Functioneel ondergeschikt
Artikel 8 Belangrijkste overgangsbepalingen: Niet van toepassing op: Bouwwerken waarvan bouw al begonnen, én Volgens de woningwet vergunningvrij Dan: Bouwvergunningvrij
Toezicht en handhaving Vergunningvrij betekent niet regelvrij!
Toezicht en handhaving Artikel 2: Geen preventieve toetsing Voldoen aan Bouwbesluit 2003 (artikel 1b Woningwet) Voldoen aan bouwverordening (artikel 7b Woningwet) Repressief welstandstoezicht mogelijk (artikel 13a Woningwet) Artikel 3: Bij strijd met bestemmingsplan is omgevingsvergunning vereist Bouwbesluit 2003 en bouwverordening gelden wel Repressief welstandstoezicht mogelijk Op grond van artikel 1a van de Woningwet geldt ook de zorgplicht voor de eigenaar van een bouwwerk. Het bouwwerk mag geen gevaar vormen voor gezondheid of veiligheid.
Vergunningencheck Onderdeel van omgevingsloket Gebruik: Particulier / zakelijk Keuze tussen vergunningcheck en aanvraag Locatie opgeven Werkzaamheden opgeven Check uitvoeren m.b.v. vragenboom Uitkomst
90 3-4-2017 90
91 3-4-2017
92 3-4-2017 92