Zelfverwonding als bron van ontwrichting Drs. Hanneke Hoekstra, HO-extra Dr. Berno van Meijel, Hogeschool INHolland
Kaartspel
Discussie Leidt zelfverwonding tot ontwrichting binnen behandelrelaties? Wanneer wel en wanneer niet? Wat is het aandeel van de patiënt? Wat is het aandeel van de hulpverlener? Hoe spelen teamopvattingen een rol? Resultaten van de discussie worden in verband gebracht met de beschikbare literatuur hierover.
Verschillende perspectieven Patiënt Hulpverlener ZB is een stap naar herstel ZB is een overlevingsstrategie en een hulpvraag ZB geeft stressvermindering bij de patiënt ZB is ziek gedrag ZB moet worden gestopt ZB levert stress op bij hulpverleners
Van belang in de relatie Helpen bij uiten van emoties Taal is slechts 1 vorm en veelal voor patiënten de moeilijkste vorm Positieve relatie Niet gericht op stoppen van ZB Respectvolle en onvoorwaardelijke zorg
Overzicht
Jenny Kramer
Lisette Verkerk
5 T’s voor effectieve communicatie Tijd Timing Taal Technieken Taboes
Tijd Helderheid over de beschikbaarheid van de hulpverlener Vervanging bij afwezigheid van de vaste hulpverlener Patiënt verwoordt de behoefte aan de hoeveelheid van contact en onderhandelt hierover
Timing Volgen van therapie-onderdelen wordt afgestemd om de mogelijkheden van de patiënt (stress-regulatie) Aard van de therapie wordt afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt (bijvoorbeeld fysiek contact / toenadering) Tempo waarmee de hulpverlener de patiënt benadert wordt afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt.
Taal Hulpverlener heeft kennis van de specifieke woorden en gedragingen van de patiënt die aangeven of het al of niet goed gaat met de patiënt Acceptatie van alle communicatie-uitingen die uitdrukking geven aan stress en emoties (dus ook zelfverwonding) Patiënt wordt ondersteund in de communicatie van gedachten en emoties (al dan niet verbaal) Herdefiniëring en normalisering van zelfverwonding als ‘functioneel’ gedrag Vermijding van ‘pathologiserend jargon’
Technieken ‘Peilen van de onmiddellijke behoeften’ : wat helpt je wel en wat niet als je het moeilijk hebt? Activiteiten in het kader van het signaleringsplan: alledaagse activiteiten die bijdragen aan stress- en emotieregulatie
Taboes Open communicatie over zelfverwonding Waar wil de patiënt wel/niet over praten? (lijst met ‘moeilijke onderwerpen’ ) Levenslijn: gebeurtenissen in je leven waarover je wilt praten.
Vroegsignalering en vroege interventie - Vroegtijdig ingrijpen in het proces van zelfverwonding -
Proces van zelfverwonden stress tijd F0 F2 F3 drempel 10 zelfverwonden F1
Vroegsignalering Uitlokkers Voortekenen Boosheid Machteloosheid Onrust Alleen zijn Conflicten Afgewezen worden Herinneringen en herbelevingen Verveling Aandachttekort Naar bed gaan Bepaalde activiteiten op een dag Beëindiging contact Confrontatie met gedrag van anderen Boosheid Machteloosheid Onrust Leegheid Vervreemding Robotachtige bewegingen ‘ik doe nooit iets goed’ Stil worden Verbreken van contact Oninvoelbaar lachen