Zekerheidsrechten op schuldvorderingen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
18. Vermogen, verhaal en faillissement
Advertisements

van verdragsbepalingen
Internationaal privaatrecht, het EVO-verdrag en Rome II
relevante wetgeving en achtergrondinformatie
Besturen van de eredienst: wijzigingen in de regelgeving.
Nathalie Ragheno Adviseur bij het Juridisch departement van het VBO
2. Onderneming, eenmanszaak maatschap en vof
Vrij verkeer van goederen: non-tarifaire belemmeringen
FAQ Activering – Nieuws. WINWIN Is WINWIN Activaplan ook van toepassing op OCMW- gerechtigden?
Het delcrederebeding ACIS-symposium, Amsterdam 4 maart 2011
SUBROGATIE Aon Risk Services.
KOOP-VERKOOP DEFINITIE EIGENDOMSOVERDRACHT RISICO-OVERDRACHT
Outsourcing 21 augustus 2008 Download op:
Business Economics Handels –en financiële technieken
De uitwinning van pandrechten en het retentierecht na de hervorming
Rechtshandelingen van de Unie
Contract, AV, incoterms, E-commerce en Weens koopverdrag
CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMINGEN Cao 102 en Advies 1779 van de NAR: toelichtingen inzake de rechten van de werknemers 19 januari 2012 Annick Hellebuyck.
De security agent Drs. Sander Van Loock IWT-Bursaal
Boek III: Administratief goederenrecht
Verbintenissenrecht versus goederenrecht
Verpanding roerende goederen Algemene beginselen
DE NOTARIS EN BEMIDDELING: 10 jaar later 20 mei 2009.
verbintenisrechtelijke alternatieven voor pand
IPR Belangrijkste vragen van IPR
Twee vragen Gebondenheid van de verzender De ontvanger beroept zich op een handeling van de verzender De verzender betwist de handeling Vb. Handtekening.
Rechten van schuldeisers bij faillissement
Roerende zekerheden en bescherming van de consument Reinhard Steennot Hoofddocent UGent Instituut Financieel Recht.
Zekerheden- en insolventierecht Prof. M.E. Storme
Prof. dr. E. DIRIX Studiedag - Leuven 29 mei 2013
Eigendomsvoorbehoud onder het nieuwe regime
KINDERBIJSLAG-REGLEMENTERING theoretische aspecten
Het betaalverkeer De overschrijving Opdracht Opdracht Debiteren en crediteren van een rekening Debiteren en crediteren van een rekening Vorm van de opdracht.
PROEFEXAMEN Wat is het onderscheid tussen een rechtsfeit en een rechtshandeling? Is iemand opzettelijk van de trap duwen een rechtsfeit of een rechtshandeling?
ELEKTRONISCHE FACTUUR
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Vrijheid van vestiging
Het ondernemingsbegrip
Onderhandelingen en l.o.i.
Onafhankelijkheid en Loyauteit Deontologie E. Boydens en E. Nieuwdorp.
Hoofdstuk 8 Btw-reglementering.
Basisopleiding sociale wetgeving januari 2014 Dag 1 Eenheidsstatuut: Nieuwe opzeggingstermijnen.
Standard Business Contracts
Pand-, retentie- en beslagrecht Marijn van Tuijl 11 oktober 2012
13 juni 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 7:1 1. 1Korinthe 7 1 Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet.
Opvolgend vervoer: een nuttig instrument
Communicatietrainer & Advocaat
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
Eigendomsoverdracht 1. Levering 2. Krachtens geldige titel 3. Door beschikkingsbevoegde Eigenaar Vertegenwoordiger.
E-invoicing – Juridische spelregels Korneel Decroix/Wouter Claes Advocaten Algemene titel/welkomslide.
FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat Antwerpen T F E W De eventuele matiging.
Begrippen privaatrecht
BESTUURSRECHTELIJKE GELDSCHULDEN
1 CCC & CCM – Mod2 JACM Juridische Aspecten Credit Management H6. Beperkte rechten H7. De verbintenis in het algemeen H8. Nakoming en niet-nakoming.
1 CCC & CCM – Mod2 JACM Juridische Aspecten Credit Management H4. Pand & Hypotheek. H5. Eigendom.
1 CCC & CCM – Mod2 JACM Juridische Aspecten Credit Management H23 Faillissement.
28/02/20162 Wet rond voorlopig bewindvoerder dateert van 17 maart 2013 Gepubliceerd in Belgisch staatsblad op 14 juni 2013 In werking getreden op 1 juni.
Nieuwe regelgeving inzake de (electronische) meldingsplicht van werken Patrick Princen RSZ/0NSS.
Tips en trucs om je te beschermen tegen het faillissement van je debiteur! Weert, 21 maart
Naar een Vlaams privaat huurrecht? Contractuele aspecten en woningkwaliteit Maarten Dambre Vlaams Parlement, 18 maart 2014.
Actualiteiten beslag en executierecht
Zekerheden en rangbepaling bij faillissement
Het eigendomsvoorbehoud in de Pandwet
31 mei Wet bescherming bedrijfsgeheimen verandert de procespraktijk?
Insolventierecht m.i.v. zekerheden en executierecht Prof. M.E. Storme
De ERFOVEREENKOMST EEN OVEREENKOMST IN HET KADER VAN UW TOEKOMSTIGE NALATENSCHAP PLANNINGSTECHNIEK – IN DE RIJ VAN TESTAMENT = VANGNET HUWELIJKSCONTRACT.
Pand op financiële instrumenten
Zekerheden op intellectuele eigendom
Wft vakbekwaamheidsbouwwerk
Zekerheden en rangbepaling bij faillissement
Transcript van de presentatie:

Zekerheidsrechten op schuldvorderingen Matthias E. Storme Gewoon hoogleraar - advocaat Instituut voor handels-en insolventierecht, KU Leuven Kortrijk 29 augustus 2013

Overzicht zekerheidsrechten (Conventioneel) Pand Zekerheidscessie Eigendomsvoorbehoud Rechtstreekse vorderingen en voorrechten, inhoudingsplichten Zakelijke subrogatie Supervoorrecht alimentatievorderingen Schuldvergelijking (3 soorten) Rangconflicten en derdenbescherming Verbintenisrechtelijke constructies (w.o. delegatie)

Algemene bemerkingen Wet kiest in beginsel voor functionele aanpak Slechts beperkt doorgetrokken naar schuldvorderingen: zekerheidscessie wel gelijkgesteld met pand geen integratie van rechtstreekse vorderingen en voorrechten met wettelijke pandrechten, noch inhoudelijke stroomlijning geen algemene regels inzake conflicten en derdenbescherming – fragmenatir art. 1690 BW Geen integratie van WFZ met BW

(Conventioneel) pand op schuldvorderingen Wet verwart vaak pandovereenkomst en pandrecht Pand = (beperkt) zakelijk recht. Voor de “vestiging” in beginsel zelfde vereisten als voor cessie (“overdracht” van een schuldvordering): geldige titel (pandverbintenis < pandovereenkomst) bestaande overdraagbare bepaalde schuldvordering vestigingshandeling beschikkingsbevoegdheid pandgever (behoudens bescherming derde-verkrijger) Daarbovenop: vereisten voor tegenwerpelijkheid als beperkt zakelijk recht (niet bij echte cessie)

De pandovereenkomst (titel voor vestiging pandrecht) Geen zakelijke overeenkomst (art. 2) > onderscheid tussen pandovereenkomst en pandbelofte zinloos Voorwerp overeenkomst: verbintenis tot inpandgeving. Gemeen contractenrecht vereist bepaalbaarheid van zowel de schuldvorderingen-onderpand als de verzekerde schuldvorderingen Pandwet legt in alle gevallen een geschrift op ad probationem met meer specifieke aanduiding van 3 elementen (vlg. slide) Ook bij consumenten enkel ad probationem voor pand op schuldvorderingen (art. 60 en 61 ≠ art. 4 II Pandwet), wel bijkomend toepassing van 1325/1326 BW Behoud bijzondere wetten bv. strengere regels in Loonbeschermingswet (art. 27) soepeler regels in WFZ

De pandovereenkomst (titel voor vestiging pandrecht) In het geschrift vereiste specificaties (art. 61): 1° aanduiding onderpand (créance-objet); mag vlg. art. 7 Pandwet door middel van de omschrijving ‘handelszaak’ of ‘landbouwexploitatie’ of ander geheel > interpretatieprobleem iz. schuldvorderingen 2° aanduiding verzekerde schuldvorderingen (créance- cause) 3° aanduiding plafond van de dekking. Moet consumentenovereenkomst ook waarde onderpand geven ? Neen, art. 4 III ≠ 61 (ook niet bij vuistpand)

De pandovereenkomst - nietigheden Regels van gemeen recht inzake wilsgebreken WCK In consumentenovereenkomsten: art. 7 IV bij oververpanding. Sanctie: nietigheid ? M.i. veeleer vrijgaveplicht Overeenkomst tot verpanding niet overdraagbare inkomsten = nietig Beschikkingsbevoegdheid ? Géén nietigheid Art. 17, 3° FaillW: consensuele pandovereenkomst niet meer getroffen, loutere volmacht voor pandovereenkomst wel nog

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht Goederenrechtelijke eisen aan de schuldvordering: 1° Overdraagbaarheid: a) Wettelijke beperkingen, o.m. 1409 v. GerW en 59 II LVO b) Conventionele beperkingen ? gemeen recht: externe werking van interne modaliteiten afwijkende regel in art. 64 Pandwet: terzijdestelling beperking indien zolang er geen derde-medeplichtigheid is. terzijdestelling beding énkel bij inpandgeving enkel bedingen die cessie of inpandgeving uitsluiten andere bedingen mits contractueel geldig en te GT gesloten behouden externe werking: i.h.b. nettingovereenkomst

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht Goederenrechtelijke eisen aan de schuldvordering: 2° Specialiteitsbeginsel: pandrecht niet gevestigd op de algemeenheid maar op de schuldvorderingen ut singuli 3° Bepaaldheidsbeginsel: het onderpand moet voldoende nauwkeurig bepaald zijn 4° Eenheidsbeginsel: geen apart pandrecht op accessoire schuldvorderingen (art. 65 Pandwet). Bijzondere regel voor huurvorderingen in 1576 GerW. 5° Bestaan (art. 8 en 63 misleidend), vlg. slide

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht Toekomstige schuldvorderingen: Pandrecht onstaat maar als het onderpand bestaat Men kan op voorhand de inpandgeving bedingen Ook de vestigingshandeling (overeenkomst) kan bij voorbaat Rechtsgevolg pas bij het ontstaan (ook bij HZ: geen floating charge meer !) Meerdere beschikkingen op voorhand – rang Niét tegenwerpelijk indien samenloop (verlies BB) voor ze ontstaat Geen schuldvgl. na samenloopindien niet voordien ontstaan Op termijn of voorwaarde ≠ toekomstig. Bv. ‘toekomstige’ huurtermijnen

Ontstaan pandrecht als zakelijk recht Vestigingshandeling: voor zover al aan de vormvereisten voor de titel is voldaan kan de vestiging consensueel art. 1138 BW: vermoeden van vestiging constituto possesorio Beschikkingsbevoegdheid pandgever: Moet nog aanwezig zijn bij onstaan van toek. schuldv. behoudens bescherming derde-verkrijger (zie verder) Zolang niet voldaan aan vereisten voor tegenwerpelijkheid blijft het slechts een zwak stil pandrecht

Tegenwerpelijkheid pandrecht Draagwijdte stil pandrecht: zwak (≠ echte cessie) contractuele rechten inter partes (inning, uitwinning) niet tegenwerpelijk bij samenloop noch aan jongere verkrijgers zelfs te KT (behoudens derde-medeplichtigheid) Methoden van tegenwerpelijkheid (60 II Pandwet) ‘Controle’. Is onthoudingsplicht een onbevoegdheid ? Kennisgeving. Is louter kunnen een bevoegdheid ? Registratie in pandregister (15 i° 29 Pandwet) Bij loon: registratie in beslagberichtenbestand (1390 ter III GerW) Betekenis van ‘tegenwerpelijkheid’: tegenwerpelijk bij samenloop (tenzij SV nog toekomstig !) ranginname, o.v.v. regels bescherming jongere verkrijger te GT

Behoud en tenietgaan pandrecht In beginsel volgrecht Pand gaat teniet (o.v.v. zakelijke subrogatie) bij: vervreemding (cessie) met instemming pandhouder (art. 24) vervreemding cessie) in OCB (normale bedrijfsvoering) (art. 21 i° 24) Maar heeft niet-tegenwerpelijk pandrecht volgrecht jegens derde- verkrijger te KT ? Wellicht niet. Zeker niet jegens derde-verkrijger te GT Zelfs een tegenwerpelijk pandrecht kan nog steeds tenietgaan door de bescherming van derde-verkrijger te GT (art. 1690 BW, zie verder) Gaat teniet door afstand, vrijgave, … Gaat teniet wanneer er geen enkele verzekerde schuldvordering (bestaand eof toekoimstige) meer is (accessoir karakter zekerheid)

Gevolgen pandrecht - dekking Nadere bepaling dekking: zoals bij pand op zaken Ook toekomstige schulden kunnen gedekt zijn (welke ? kwestie van interpretatie pandovereenkomst) Dekking van onbepaalde duur: dwingend opzegbaar (11 Pandwet, misleidend geformuleerd) Accessoria van de schuld zijn gedekt (art. 12 Pandwet), zij het enkel binnen het plafond van de dekking 12 II Pandwet: accessoria gedekt voor max. 50 % bij consumentenovereenkomst: zinloos behalve bij pandgever zakelijke borg fo voor art. 7.

Gevolgen pandrecht - interne verhouding met ‘cessus’ Geen toestemming nodig debitor cessus (supra art. 64) Tegenwerpelijk vanaf kennisgeving of erkenning (60 II) (uitg. vormvereisten in enkele bijzondere wetten: loon, overheidsopdrachten) Voordien kan cessus nog alle handelingen stellen jegens pandgever, tenzij te KT (= weten of moeten weten dat de pandgever niet meer mag innen) (registratie ≠ KT) Nadien bevrijdende betaling enkel aan pandhouder. Pandhouder inningsbevoegd conform art. 67 Pandwet. Uitzonderingen in bijzondere wetten: voor ‘geblokkeerde’ borgsommen, bv. huurwaarborg loon: enkel uitbetalen aan gerechtsdeurwaarder Tegenwerpelijkheid excepties : volgende slide

Gevolgen pandrecht - interne verhouding met ‘cessus’

Gevolgen pandrecht - interne verhouding met ‘cessus’ Tegenwerpelijkheid excepties Beginsel: alle excepties uit dekkingsverhouding ontstaan voor de kennisgeving Inbegrepen schuldvergelijking ingetreden voor de kennisgeving Uitz.1: toerekenbare schijn (vertrouwensbeginsel) Uitz.2: effectisering bankvorderingen en bankdienstenvorderingen (art. 6 W. 3-8-2012). Grondwettigheid ?? Niet-inroepbaarheid excepties uit valutaverhouding

Gevolgen pandrecht – rechten pandhouder Inningsrecht (art. 67 Pandwet) Recht op uitwinning (art. 46 v. Pandwet) Zakelijk recht > indien tegenwerpelijk voorrang op opbrengst van dit afzonderlijk goed Behoudens voorrang “boedelschulden” van dit goed (niét van de algemene boedel): - kosten van uitwinning latere kosten tot behoud (gemaakt na inpandgeving) voorrecht zaakverzekeraar (60 LVO) In beginsel separatist bij samenloop Opgeschort bij faillissement (26 FaillW). Niet: innigsrecht ? Niet opgeschort bij gerechtelijke reorganisatie (art. 32 WCO)

Eigendomsvoorbehoud Ook mogelijk bij vervreemding van schuldvorderingen Ongeacht de kwalificatie van de cessie-overeenkomst (verkoop, inbreng, ruil, ….) Voor tegenwerpelijkheid dezelfde vormvereisten als bij zaken (art. 69 BW) “Voorbehouden” zekerheidsrecht van de cedent per definitie anterieur aan rechten toegekend door de cessionaris > “supervoorrang”. Bevestigd in 58 II Pandwet.

Zekerheidscessie Art. 62 Pandwet: zekerheidscessie verleent enkel een pandrecht Uitg. WFZ, doch verschil in gevolgen zeer beperkt Quid vereisten voor de totstandkoming en geldigheid onderliggende overeenkomst ? M.i. Van toepassing

Rechtstreekse vorderingen: We bespreken enkel de RV die een zekerheidsrecht op een SV inhouden: binnen de perken van beide SV.

Rechtstreekse vorderingen - overzicht RV onderaannemers en werknemers (1798 BW) RV bij overheidsopdrachten RV houder wisselbrief of cheque (81 Wisselbriefw) RV hoofdverhuurder op onderhuurder (1753 BW) Inkomstendelegatie voor alimentatieschulden RV bij niet-verplichte aansprakelijkheidsverzekering (LVO) en voorrecht transportverzekeringen (20,9° HypW) Voorrecht registratierechten (184bis W.Reg.) Inningsrecht fiscus en SZ (400 WIB, 30bis RSZ-Wet)

Rechtstreekse vorderingen - vragen Geen volledige bespreking – vooral mogelijke interferentie met pand op schuldvordering. Relevante vragen zijn daarvoor: 1° Algemeen: - Wat is het onderpand (créance-objet) ? Wat zijn de verzekerde schuldvorderingen (créance-cause) ? 2° Verbintenisrechtelijk (interne verhouding): Hoe wordt het tegenwerpelijk aan de schuldenaar ? Welke excepties kan schuldenaar inroepen ? 3° Goederenrechtelijk (externe verhouding): - “Wanneer” ontstaat het zekerheidsrecht en welke rang heeft het: ab initio (overspringend), door consensuele vestiging, door kennisgeving ? (volgende slide)

Rechtstreekse vorderingen - rang Pand op schuldvorderingen ontstaat door consensuele vestiging; neemt rang in door controle (consensueel), kennisgeving of registratie Overspringende zekerheidsrechten zijn: RV bij overheidsopdrachten (Overheidsoprdrachtenwet) Voorrecht onderaannemer (20, 12° HypW en 58 II Pandwet) RV houder wisselbrief of cheque (81 Wisselbriefw) Inkomstendelegatie voor alimentatieschulden RV bij niet-verplichte aansprakelijkheidsverzekering (86 LVO) en voorrecht transportverzekeringen (20,9° HypW) Voorrecht registratierechten (184bis W.Reg.) Inningsrecht fiscus en SZ (400 WIB, 30bis RSZ-Wet) Ontstaat slechts door kennisgeving: RV hoofdverhuurder (1753 BW) Betwist: RV onderaannemer (doctrine verwart verbintenisrechtelijke en goederenrechtelijke vragen)

RV en voorrecht onderaannemer Geen samensmelting van RV en voorrecht, wel onderlinge harmonisatie: voorrecht nu ook voor roerende aanneming ipv enkel onroerende (art. 20, 12° HypW gewijzigd door art. 91 wetsontwerp) Onderpand: ook OOA op SV van OA op HA. Heeft OOA ook zekerheid op SV van HA op OG ? Verzekerd: SV wegens zelfde bouwplaats, inb. accessoria. Tegenwerpelijk aan HA door loutere kennisgeving (geen vormvereiste) (vgl. pand) HA heeft excepties ontstaan voor de kennisgeving (vgl. pand) Voorrecht springt over: voorrang op pand gevestigd door de HA (58 II Pandwet, voorheen Cass. 25 maart 2005) Maar RV zou pas ontstaan door kennisgeving ??? (anders pand: ranginname door ‘controle’, geen kennisgeving vereist) Geen separatist bij samenloop (Cass. 2004, nu nieuw 20,12 III HypW) Nieuw in 1798 BW: indien HA de RV betwist: blokkering op rekening

Zakelijke subrogatie in een SV Geen algemene regeling van zakelijke subrogatie Wel algemene regel wanneer het vervangingsgoed een SV is: art. 9 Pandwet (ongeacht aard van het vervangen goed) Vb.: doorverkoop zaak onder EVB > verlengd in de prijsvordering Beperking: niet in een rekeningtegoed (giraal tegoed), uitg. Kwaliteitsrekening (verbintenisrechtelijke constructie) Rang: neemt rang in van het recht op het vervangen goed > dus ‘overspringend’ Schuldenaar van de vervangende schuldvordering betaalt wel bevrijdend aan schijnschuldeiser

Retentierecht op schuldvorderingen: schuldvergelijking bij samenhang Drie soorten schuldvergelijking: Ingetreden voor de samenloop of kennisgeving van de cessie/verpanding van de passieve schuldvordering (wederpartij nog inningsbevoegd): voorrang Niet ingetreden vooraleer de wederpartij zijn inningsbevoegdheid verliest: enkel bij samenhangende schuldvorderingen (connexiteit) (Cass. 5 okt 2012 ook na cessie) – soort retentierecht. Conventionele schuldvergelijking : m.i. een zuiver verbintenisrechtelijke mechanisme.

Delegatio solvendi Alternatief voor een zakelijk recht op de schuldvordering is een beschikking door middel van een delegatie (opdracht aan de schuldenaar zich jegens derde te verbinden) Opdracht alleen schept in sommige gevallen (trekken wisselbrief, cheque) al zekerheidsrecht voor begunstigde Aanvaarding delegatie wijzigt de schuldvordering intern met externe werking, voor zover de schuldenaar te GT handelt (art. 1690 § 1 III en 1691 BW) Toepassingen: onder meer minnelijk kantonnement. Vergelijkbaar: conventionele schuldvergelijking (mits te GT gesloten, Cass. 5 oktober 2012).

Conflicten op een SV en derdenbescherming Betreft volgende vragen: 1° Anterioriteit (welk recht op die specifieke schuldvordering is het oudste ?) 2° Was de verlener (pandgever) desondanks bevoegd tot nieuwe beschikking c.q. Heeft oudere rang afgestaan ? 3° Wordt jongere gerechtigde beschermd als derde-verkrijger (derdenbescherming) ? NB. Geen bescherming als derde-verkrijger voor de beslaglegger (van een derdenbeslag) of samenlopende schuldeisers (tenzij er voor de zekerheid tegenwerpelijkheidsvereisten zijn die niet vervuld zijn). Beslaglegger kan zich bv. niet beroepen op gebrek aan kennisgeving (tenzij de kennisgeving constitutief is)

Conflicten op een SV en derdenbescherming Anterioriteit (allen reeds besproken behalve derdenbeslag): Pand: door controle (consensueel), kennisgeving of registratie Overspringende zekerheidsrechten (meeste RV, supervoorrang alimentatievorderingen, inhoudingsplicht jegens fiscus en SZ), zakelijke subrogatie Voorbehouden rechten (EVB) gaan voor (67 II Pandwet) Soms echter eerst vanaf een kennisgeving (RV hoofdverhuurder, derdenbeslag) Voorrang van alle interne bepalingen van de schuldvordering, inbegrepen onbeschikbaarheid door de aanvaarding van een delegatie indien te GT gesloten (d.i. zonder kennis ouder recht) of de ondeelbraaheid door het sluiten van een nettingovereenkomst (indien te GT gesloten)

Conflicten op een SV en derdenbescherming Algemene vereisten: 1° Wettige titel (meestal pand- of cessie-overeenkomst) 2° Publiciteit : Kennisgeving of erkenning (controle of registratie volstaat niet !) Bij loonvorderingen daarentegen: enkel CBB, 1390 ter III GerW 3° Op dat tijdstip nog te goeder trouw (t.a.b. BB) Maar een niet-tegenwerpelijk ouder pandrecht mag men negeren behoudens derde-medeplichtigheid Wordt ook professionele verkrijger van een recht op een SV geacht pandregister te raadplegenvoor zover hij toegang heeft (geldt art. 25 enkel voor goederen voorwerp van 2279 BW of ook voor SV ?)

Conflicten op een SV en derdenbescherming Toepassingsgebied van de regel van art. 1690 § 1 lid 3 BW Letter spreekt enkel over dubbele cessie en/of verpanding. M.i. ruime toepassing geven, d.w.z.: tegen elk niet-gepubliceerd recht afgeleid van dezelfde rechtsvoorganger dat men niet kende of behoorde te kennen Casus: pandhouder van hoofdaannemer brengt pandrecht ter kennis gebracht vooraleer onderaannemer kennisgeving doet. Maar kan de pandhouder wel te GT zijn ? tegen elk niet-gepubliceerd recht afgeleid van de delegant waarvan men de begunstigde is (delegatie-overeenkomst) Wellicht niét tegen overspringende zakelijke subrogatie M.i. Niet tegen onbetaalde verkoper van de schuldvordering (art. 23 HypW geldt enkel voor vuistpand, “ontvangstvereiste”)