Activiteitenbesluit H. Verhoeven
Activiteitenbesluit Activiteitenbesluit i.r.t. landbouw Grondwaterbeschermingsgebieden Maatwerkvoorschriften
Activiteitenbesluit Landbouwactiviteiten Activiteitenbesluit is niet van toepassing op gpbv-installaties (IPPC-bedrijven) 40.000 plaatsen voor pluimvee; 2000 plaatsen voor mestvarkens (>30 kg); 750 plaatsen voor zeugen Activiteitenbesluit wel van toepassing op alle overige landbouwinrichtingen (hoofdstuk 3 en deels hoofdstuk 4), o.a.: - lozen hemelwater niet afkomstig bodembeschermende voorziening (par 3.1.3) - lozen huishoudelijk afvalwater (par 3.1.4); - opslag van propaan (par 3.3.4)
Activiteitenbesluit toekomst Uiteindelijke doel is om te komen tot 1 besluit voor een groot aantal bedrijven, waaronder ook de landbouwinrichtingen. Tussenfase in de vorm van het Besluit landbouwactiviteiten Samenvoegen van: Besluit landbouw milieubeheer; Besluit glastuinbouw; Besluit mestbassins milieubeheer; Lozingenbesluit openteelt en veehouderij; Lozingenbesluit bodembescherming (agrarisch deel)
Besluit landbouwactiviteiten Intensieve veehouderijen tot de IPPC-grens vallen onder het besluit. Uitzondering zeer waarschijnlijk bedrijven waar het Besluit milieueffectrapportage op van toepassing is. Streven is om april 2011 het Besluit landbouwactiviteiten in werking te laten treden (i.v.m. eisen Besluit huisvesting/Actieplan). Medio oktober 2010 evaluatie waarvan alle gemeenten in kennis worden gesteld
Einddoel Één Activiteitenbesluit Besluit lozen buiten inrichtingen; Besluit lozing afvalwater huishoudens;
Vragen?
Grondwater- beschermingsgebieden Voorheen van toepassing het Besluit algemene voorschriften AmvB-inrichtingen in grondwaterbeschermingsgebieden provincie Noord-Brabant 2005. Op 1 maart 2010 is de PMV 2010 in werking getreden. Het voornoemde besluit is daarmee komen te vervallen. Regels voor niet-vergunningplichtige inrichtingen staan nu in hoofdstuk 5 van de PMV 2010. Met name artikel 5.1.3.3, PMV 2010. http://brabant.regelingenbank.eu/regeling/531-provinciale-milieuverordening-noord-brabant-2010/ MAAR……..
Grondwater-beschermingsgebieden Overgangsrecht: artikel 10.6, lid 2: Artikel 5.1.3.3 is pas van toepassing met ingang van de eerste dag van het ELFDE jaar na inwerkingtreding van dat artikel Uitzondering betreft het tussentijds bodemonderzoek dat onmiddellijk in werking treedt Betreffende bedrijven dienen wel binnen 3 jaar na inwerkingtreding van de PMV te worden aangeschreven dat ze moeten gaan voldoen aan artikel 5.1.3.3
PMV 2010 Artikel 5.1.3.3: Bodembedreigende activiteiten altijd een verwaarloosbaar bodemrisico (lid 2). Een aantal gevaarlijke stoffen mogen niet in de inrichting aanwezig zijn (zie tabel bijlage 4 van de PMV 2010) (lid 3). Uitgezonderd (lid 4): (dier)geneesmiddelen; Cosmetische producten; Benzine/diesel; Derivaten van minerale olie bestemd als brandstof; Brandstoffen die in een gesloten systeem worden verkocht; Kunstschilderverven; Asbest, erioniet en vuurvaste vezels; Derivaten van aardolie of minerale olie in wegverhardingen of dakbedekkingen.
PMV 2010 Overige gevaarlijke stoffen (ADR of WMS) stoffen mogen worden opgeslagen tot een bepaalde drempelwaarde (lid 5): Tabel A .1.1. of tabel A.1.2 van de PMV 2010; Tot vloeistof gekoeld gas of een vloeistof: niet meer dan 5 m3 per opslageenheid; Visceuze of vaste stof: niet meer dan 5000 kg per opslageenheid; Onder voorwaarden grotere opslag mogelijk indien de stof conform de beoordelingssystematiek in bijlage 1, schema A2, toelaatbaar is (lid 6). http://www.google.nl/search?hl=nl&rlz=1I7GGLL_nl&&sa=X&ei=-YiQTOOUJo6KOO3NtPYM&ved=0CBUQvwUoAQ&q=provinciaal+blad+Noord-Brabant+30/10&spell=1
PMV 2010 Indien potentieel voor het grondwater schadelijke stoffen aanwezig zijn (lid 7): Verwaarloosbaar bodemrisico waaronder in ieder geval wordt verstaan: Volledig gesloten procesapparatuur of apparatuur met lekdetectie Proces en opslag vrij van de grond boven een vloeistofdichte vloer of een lekbak; Tussentijds bodemonderzoek met een ten minste twee maal hoger frequentie dan o.b.v. de NRB doch ten minste eenmaal per 5 jaar
PMV 2010 Gegevens bij melding Activiteitenbesluit: De potentieel voor het grondwater schadelijke stoffen welke worden opgeslagen; De bodembeschermende voorzieningen Voor type A-inrichtingen is melden niet noodzakelijk!
PMV 2010 Melding: NAW gegevens; Dagtekening; Beschrijving van de activiteit; Kaart zodat duidelijk wordt waar de activiteit plaatsvindt; Op welke wijze aan de voorschriften wordt voldaan;
Melding Melding moet uiterlijk 9 weken voordat de handeling wordt gedaan bij het bevoegd gezag (B&W) worden ingediend Afschrift van de melding onverwijld doorsturen aan het betreffende drinkwaterbedrijf. Binnen 6 weken dient het bevoegd gezag zijn oordeel schriftelijk zijn oordeel te geven Indien niet binnen deze termijn een oordeel wordt gegeven dan wordt geacht dat het bevoegd gezag heeft ingestemd Bedrijf moet 2 weken voor daadwerkelijke aanvang van de activiteit dit schriftelijk of mondeling melden Indien de activiteit niet binnen zes maanden na verzending van de melding is aangevangen moet een nieuwe melding worden gedaan
Vragen
Maatwerkvoorschriften In artikel 8.42 Wm is de mogelijkheid tot het stellen van maatwerk geregeld. Algemene eisen (art. 8.42 Wm): moet een milieuvoorschrift zijn binnen de kaders van de Wm; Mag alleen afwijken van de voorschriften in het besluit indien dat in het besluit is bepaald; Bij beslissen tot het vaststellen van een maatwerkvoorschrift wordt in ieder geval betrokken: Bestaande toestand van het milieu; Gevolgen voor het milieu; Te verwachten ontwikkelingen m.b.t de inrichting en de directe omgeving; Mogelijkheden tot bescherming van het milieu; De geldende milieukwaliteitseisen; Financiele en economische gevolgen van het maatwerkvoorschrift; Toelichting bij het maatwerk dat voornoemde aspecten bij de voorbereiding zijn betrokken; Ten minste toepassen BBT
Basis in Activiteitenbesluit Per onderwerp is aangegeven of maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld. Als vangnet is de zorgplicht in artikel 2.1 opgenomen. In lid 3 is verwoord dat maatwerkvoorschriften kunnen worden gesteld.
Wat kan niet? Indien het aspect uitputtend is geregeld kunnen geen maatwerkvoorschriften worden gesteld! Uitputtend: Indien ten aanzien van een aspect of activiteit een limitatieve opsomming is opgenomen met eisen of voorschriften, en/of Concrete voorschriften zijn uitgewerkt in de vorm van kwantitatieve doelvoorschriften of dat middelen ter bescherming van het milieu moeten worden toegepast of als erkende maatregel kunnen worden toegepast.
Wat kan niet Voorbeelden Norm voor minerale olie in afvalwater is 20 milligram. Deze mag niet d.m.v. maatwerk worden verlaagd. Verlichting bij het beoefenen van sport. Tijden zijn vastgelegd en kunnen niet verder worden beperkt. Geurhinder bij o.a. rioolgemalen, reinigen, coaten en lijmen van hout, kunststof en metaal, aanbrengen van anorganische deklagen op metalen, parkeergarages, zeefdruk, bereiden van voedingsmiddelen. Risico’s bij een vulstation voor het vullen van gasflessen
Wat kan wel Indien ten aanzien van een aspect niets is geregeld en het aspect in artikel 2.1 is genoemd. Indien de zinsnede “ten minste voldaan aan de bij ministeriele regeling te stellen eisen” is opgenomen
Wat kan wel Voorbeelden: Lozen van afvalwater in het riool (afwijken van de algemene bekende bepaling (temperatuur, zuurgraad, sulfaat etc.) Lichthinder (afstellen schijnwerpers, armaturen etc.); Geurhinder bij het repareren van motoren en motorvoertuigen, slachten van dieren. Geluid: indirecte hinder; Risico: natte koeltorens
Vragen