structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het Nederlandse Rode Kruis
Advertisements

‘Ga jij over de rooie’? GGD Hollands Noorden
Sociologie Tweedaagse Sociologie 13 Oktober 2008 Jochem Tolsma.
“IK KRIJG HET NIET UIT MIJN HOOFD”
Hoofdvragen van de Sociologie Inheemsen en uitheemsen
Prima Pleegzorg Op volle kracht vooruit! 12 juni 2012
Hoorde je ook net de bel? Heeft het secretariaat zich vergist? Het is toch nog maar tien voor drie? Toch niet… er is geen vergissing… Vandaag is het 5.
Sociologie, Technologie en Innovatie Deel 1
  Marginalisering van allochtone jongeren en risicofactoren in hun dagelijks leven Marginalisering= verwijst naar een proces van afnemende participatie.
SAMENWONEN HOT or NOT ?? Van Taboe naar Hype
Gemaakt door: Frank, Bart, Ruud en Sem. Analyse Sterke punten Jongeren Ouderen.
Levensvragen Over geluk…..
Levensbeschouwing en Maatschappijleer
Paragraaf 7 over Criminaliteit: gevolgen, oorzaken en bestrijding
Paragraaf 5 Hollandse huisvrede.
Jongeren uit etnische minderheden en hun zelfwaardering
Over het psychoanalytische psychotherapie bij senioren
Voor een lieve vriend of vriendin
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
De pluriforme samenleving
10.1: De pluriforme samenleving Intro statistiek HC Test Onderzoekje.
PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE VANAF ONTZUILING EN VERDERE DEMOCRATISERING - 1 E DEEL Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland.
Tweede Studiedag Brede School – Vlaams Parlement 16 mei 2008 Een brede Kinderopvang REFLECTIES door Jan Van Gils Onderzoekscentrum Kind en Samenleving.
Adolescentie aan het begin van de 21ste eeuw
DE LAMMERS-HYPOTHESE EN DE MAARTEN-POSTMA-HYPOTHESE HEDENDAAGDSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN DOCENT: WOUT ULTEE 8 JANUARI 2009.
Niet-stemmen en sociale integratie
Academische vaardigheden - C1.5
Rondhangen in Antwerpen
Marginalisering van allochtone jongeren en risicofactoren in hun dagelijks leven L. Eldering & E.J. Knorth.
 Minister Vandenbroucke  Voorstellen tegen spijbelen  12-actieplan.
Spijbelen aan het einde van het basisonderwijs en het begin van het voortgezet onderwijs : de invloed van sociale bindingen en zelfcontrole.
Delinquent gedrag bij Vlaamse jongeren.
Hoe maak je schooltaal toegankelijk?
Rook-en alcoholspecifieke opvoeding
Sport in de samenleving
Hoofdvragen van de Sociologie Inheemsen en uitheemsen Jochem Tolsma.
Hirschi’s structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar kleine criminaliteit onder jongeren Wout Ultee.
PESTEN JULIANASCHOOL.
Wat is geschiedenis en wat heb je eraan?
Goed in je vel zitten Talenten ontplooien Omgaan met dagelijkse stress
JEUGDCRIMINALITEIT Filip Plompen. "Oliver" is een verfilming van de wantoestanden in Engeland. Jonge straatrovers werden gedwongen uit stelen te gaan.
Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat
Jeugdcultuur week 6 Specifieke groepen het experimenteer gedrag voorbij.
Jeugdcultuur Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat.
JEUGDBENDES Junger-Tas, J., Steketee, M. & Moll, M. (2008). Achtergronden van jeugddelinquentie en middelengebruik. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut Stefanie.
Sociologie en Diversiteit hoorcollege 4
Jongeren & geld. Zakgeld Hoeveel zakgeld krijgen jongeren? leeftijdzakgeld (per maand) 12€ 19 13€ 23 14€ 25 15€ 30 16€ 31 17€ 36.
Wat vinden jongeren belangrijk? Cliëntenraad GGZ Kinderen en Jeugd.
Niet praten, maar doen De implementatie van een integrale aanpak Matty Crone.
Utrecht, 20 februari Centraal Bureau voor de Statistiek Jaarrapport Integratie 2010 Integratiegeneratie? 25 november 2010 Jan Latten.
Tienerschool Heilige Familie Site Gallaitstraat/Schaarbeek.
Annelore Van der Eecken, Robin Kemper, Ilse Derluyn & Lieve Bradt
Koffieochtend 3 november 2016 REGELS EN GRENZEN IN DE OPVOEDING
Ons beeld van criminaliteit
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Oorzaken van criminaliteit”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk.
Ons beeld van criminaliteit
Denkbeelden van jongeren over democratie
BELEIDSAANBEVELINGEN VOOR MEER VRIJETIJDSKANSEN VOOR JONGE NIEUWKOMERS 10 geleerde lessen uit het project Wereldspelers.
Waarom worden mensen crimineel?
Dit is knap en aardig hoe het werkt, zelfs al
Opvoeden - 24 juni
blok 2 les 2: taal thuis en op school
HET GAMEPROFIEL VAN DE GROEP
Aangeboren of aangeleerd?
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
Aangeboren of aangeleerd?
Wat doe jij?.
Hoe veilig vinden de bewoners Maasniel?
§6.3 Cultuur en samenleving
Vriendschap voor het leven
Transcript van de presentatie:

structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar Hirschi’s structureel-functionalistische antwoord op de vraag naar kleine criminaliteit onder jongeren Wout Ultee

Drie vragen over vormen van cohesie Durkheim: vragen over zelfdoding Merton: vragen over vermogens- criminaliteit onder volwassenen Hirschi, Bruinsma, Baerveldt, Roovers: vragen over kleine criminaliteit onder jongeren

Durkheims integratiehypothese gegeneraliseerd tot Ultee’s integratiehypothese (26) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, leven ze om het even welke norm van deze groepering sterker na. (27) Intermediaire groeperingen hebben een norm over zelfdoding. (18) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, is de kans groter dat zij de norm van deze groepering over zelfdoding naleven.

Ultee’s integratiehypothese geconcretiseerd (26) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in om het even welke intermediaire groepering van een samenleving, leven ze om het even welke norm van deze groepering sterker na. (28) De intermediaire groeperingen van een samenleving hebben normen over het vernielen door jongeren en ouderen van openbare eigendommen, over het stelen van privé‑eigendom in openbare plaatsen en voor publiek toegankelijke ruimten en over meer van dergelijke zaken (kleine criminaliteit). (29) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, leven ze normen van deze groeperingen met betrekking tot het ver-nielen van openbare eigendommen en dergelijke meer na.

Ultee’s integratiehypothese geconcretiseerd tot Hirschi’s integratiehypothese (29) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, leven ze normen van deze groeperingen met betrekking tot het ver-nielen van openbare eigendommen en dergelijke meer na. (30) Alle intermediaire groeperingen van een samenleving delen normen volgens welke vernieling van openbare eigendommen en dergelijke worden afgekeurd. (31) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, vernielen ze in mindere mate openbare eigendommen en dergelijke (begaan ze minder kleine criminaliteit).

Hirschi’s integratiehypothese geconcretiseerd (31) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, vernielen ze in mindere mate openbare eigendommen en dergelijke (begaan ze minder kleine criminaliteit). (32) Jongeren en hun ouders vormen een intermediaire groepering. (33) Naarmate jongeren een hechtere band met hun ouders hebben, plegen ze in mindere mate kleine criminaliteit.

Hirschi’s integratiehypothese nader geconcretiseerd tot een empirische voorspelling (33) Naarmate jongeren een hechtere band met hun ouders hebben, plegen ze in mindere mate kleine criminaliteit. (34) Als jongeren vaker met hun ouders over hun doen en laten praten, hebben ze een hechtere band met hun ouders. (35) Naarmate jongeren vaker met hun ouders over hun doen en laten praten, begaan ze in minder mate kleine criminaliteit.

Hirschi’s integratiehypothese opnieuw geconcretiseerd (31) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, vernielen ze in mindere mate openbare eigendommen en dergelijke (begaan ze minder kleine criminaliteit). (36) De school is een intermediaire groepering. (37) Naarmate de band van jongeren met hun school hechter is, plegen ze in mindere mate kleine criminaliteit.

Hirschi’s integratiehypothese opnieuw nader geconcretiseerd tot een empirische voorspelling (37) Naarmate de band van jongeren met hun school hechter is, plegen ze in mindere mate kleine criminaliteit. (38) Naarmate jongeren vaker een les verzuimen en een dag spijbelen, zijn ze in mindere mate in hun school geïntegreerd. (39) Naarmate jongeren vaker een les verzuimen en een dag spijbelen, plegen ze vaker kleine criminaliteit.

Bruinsma’s concretisering van Hirschi’s integratiehypothese (31) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, vernielen ze in mindere mate openbare eigendommen en dergelijke (begaan ze minder kleine criminaliteit). (40) Vrienden en vriendinnen vormen een intermediaire groepering. (41) Naarmate jongeren hechtere banden met vrienden en vriendinnen hebben, plegen ze minder vaak kleine crimi-naliteit.

Bruinsma’s nadere concretisering van Hirschi’s integratiehypothese tot een empirische voorspelling (41) Naarmate jongeren hechtere banden met vrienden en vriendinnen hebben, plegen ze minder vaak kleine crimi-naliteit. (42) Naarmate jongeren meer hetzelfde denken als hun vrienden en vriendinnen, is de band tussen hen sterker. (43) Naarmate jongeren meer hetzelfde denken als hun vrienden en vriendinnen, plegen ze minder vaak kleine criminaliteit.

Bruinsma’s alternatieve concretisering: integratie in subculturen (29) Naarmate jongeren sterker zijn geïntegreerd in de intermediaire groeperingen van een samenleving, leven ze normen van deze groeperingen met betrekking tot het ver-nielen van openbare eigendommen en dergelijke meer na. (44) Hoewel de meeste intermediaire groeperingen van welke samenleving dan ook kleine criminaliteit afkeuren, zijn er in sommige samenlevingen wel eens intermediaire groeperingen met een norm die kleine criminaliteit goed-keurt. (45) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in inter-mediaire groeperingen die kleine criminaliteit goedkeuren, plegen ze meer kleine criminaliteit.

Bruinsma’s alternatief nader geconcretiseerd (45) Naarmate personen sterker zijn geïntegreerd in inter-mediaire groeperingen die kleine criminaliteit goedkeuren, plegen ze meer kleine criminaliteit. (46) ‘Slechte’ vrienden en vriendinnen vormen een inter-mediaire groepering die kleine criminaliteit goedkeurt. (47) Jongeren die nauwere banden met slechte vrienden en vriendinnen hebben, plegen meer kleine criminaliteit dan jongeren die minder nauwe banden met slechte vrienden en vriendinnen hebben.

Bruinsma’s alternatief nader geconcretiseerd tot een empirische voorspelling (47) Jongeren die nauwere banden met slechte vrienden en vriendinnen hebben, plegen meer kleine criminaliteit dan jongeren die minder nauwe banden met slechte vrienden en vriendinnen hebben. (42) Naarmate jongeren meer hetzelfde denken als hun vrienden en vriendinnen, is de band tussen hen sterker. (48) Jongeren die meer hetzelfde denken als hun slechte vrienden en vriendinnen, plegen meer kleine criminaliteit.

Zeldoding in Nederland aan het begin, tijdens en aan het eind van de Tweede Wereldoorlog Tot de volgende keer!