Werken na pensioen in Europa Kène Henkens Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI)
N I D I Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI-KNAW) Onderdeel van Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW) Geaffilieerd aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG / UMCG-RUG)
Werken na pensioen Pensionering: Abrupte overgang van volledig werken naar volledig pensioen. Steeds vaker ook: Proces waarin ouderen met pensioen gaan en toch nog actief blijven op de arbeidsmarkt. In het wetenschappelijk onderzoek over werken na pensioen bestaan verschillende definities. In mijn onderzoek definieer ik werken na pensioen als betaald werk naast het ontvangen van een pensioeninkomen. Dit kan een pensioen uit de eerste of tweede pijler zijn of een combinatie van beiden. Definitie: Betaald werk naast het ontvangen van pensioeninkomen
Inhoud van deze presentatie: Wie werken er na pensioen? Hoe ziet het werk eruit? Bevordert werken na pensioen het welbevinden? In deze presentatie wil ik naar de volgende aspecten kijken: Allereerst wil ik laten zien hoe vaak werken na pensioen voorkomt en hoe dit varieert tussen verschillende EU landen. Vervolgens wil ik een overzicht geven van wat we weten over wie er werkt na pensioen. Ik presenteer hier resultaten van eerder onderzoek in Nederland en in Europa. Dan wil ik dieper ingaan op hoe dat werk er nu precies uitziet – Dit is de centrale vraag waar ik me momenteel mee bezig houdt en die nog onderbelicht is in de literatuur tot nu toe, zeker in een landenvergelijkend perspectief. De data van de Survey of Health, Ageing & Retirement in Europe maakt het mogelijk om werken na pensioen in Europa te vergelijken.
Data: SHARE Survey of Health, Ageing & Retirement in Europe Dataverzameling onder 50+ers in EU Inmiddels 6 meetmomenten (2004-2015) Informatie over o.a. werk en pensionering, inkomen, en gezondheid en welbevinden SHARELIFE: levensloop data Selectie van cases: Vorm van pensioeninkomen Leeftijd tussen 60 en 75 De ‘Survey of Health, Ageing & Retirement in Europe’ is een uitgebreid dataverzamelingsproject onder 50-plussers in verschillende Europese landen. Er zijn inmiddels 6 meetmomenten beschikbaar en de 7e is onderweg. Het is een unieke bron van informatie over verschillende topics, zoals gezondheid, welbevinden, sociale inbedding, financiële positie, en ook over werk en pensionering is er heel wat informatie verzameld. En dan is er nog de SHARELIFE data, die is verzameld in wave 3 en opnieuw in wave 7, die de levensloop van respondenten gedetailleerd in kaart heeft gebracht. Ik heb vooral gebruikt gemaakt van de reguliere waves 1, 2, 4, 5 en 6. Helaas is er voor wave 6 geen data beschikbaar voor Nederland. Uit de enorme aantallen 50-plussers selecteer ik voor mijn onderzoek de mensen die een pensioeninkomen ontvangen. En omdat de initiële pensioentransitie vaak rond leeftijd 60-65 plaatsvindt en werken na pensioen vaak kort daarop volgt, selecteer ik de mensen in de leeftijd van 60 tot 75. Dan nu de eerste vraag: Hoeveel komt werken na pensioen nu eigenlijk voor?
Percentage werkede gepensioneerden in Europa Nederland bevindt zich een beetje in de middenmoot, met zo’n 7% van de gepensioneerden die nog actief is op de arbeidsmarkt. De vraag is natuurlijk wat er schuil gaat achter deze percentages. Wie werkt er, hoe ziet het werk eruit, en hoe verschilt dat tussen de landen?
Hoeveel uur werkt men? In Nederland werkt de meerderheid in een kleine parttime baan na pensioen. Net zoals in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Nederland staat bekend als kampioen parttime werken en dat zet zich dus voort na pensioen. Het gaat dan om banen van maximaal 2 dagen per week. Maar toch nog zo’n 1 op de 5 doorwerkers in NL is fulltime aan het werk. In de Zuid-Europese landen en Estland werken gepensioneerden veel meer uren. Een ruime meerderheid werkt daar fulltime, met Estland als koploper waar zo’n 70% fulltime werkt na pensioen. Wat opvalt aan de landenvariatie in het aantal uren dat men werkt, is dat het verband houdt met de algemene percentage dat werkt na pensioen.
Doorwerken in loondienst of als zelfstandige? Nederland zit een beetje in de middenmoot met iets meer dan de helft van de gepensioneerden met een baan in loondienst en zo’n 43% werkend als zelfstandige. Onderzoek met het NIDI Werk en Pensioen Panel door mijn collega Hanna van Solinge laat zien dat Nederlandse gepensioneerden die doorwerken als zelfstandige voornamelijk hoog opgeleid zijn en een goede financiële positie hebben. Ook hebben ze vaak sterke ondernemerszin. Dit duidt erop dat over het algemeen doorwerken na pensioen als zelfstandige een kwestie is van voorkeur en mogelijkheden en niet zo zeer te maken heeft met beperkte kansen op de arbeidsmarkt. Maar ook diegenen die onvrijwillig met pensioen zijn gegaan, zijn vaker werkzaam als zelfstandige na pensioen. Dit sluit aan bij het onderzoek dat laat zien dat deze groep een beperkte toegang heeft tot de arbeidsmarkt. Door middel van zelfstandig ondernemerschap kunnen zij voor zichzelf kansen creëren op de arbeidsmarkt. Europees vergelijkend onderzoek is er bij mijn weten nog niet. Het is dus moeilijk te zeggen of dezelfde mechanismen ook spelen in landen als Italië of Estland.
Wie werken er na pensioen? Vooral: mannen, in goede gezondheid, met hoge socio-economische status, verweduwde en gescheiden personen In landen met: minder ruimhartige pensioenvoorziening een normatief klimaat dat werken na pensioen accepteert
2. Hoe ziet het werk eruit? Kunnen we iets zeggen over de kwaliteit van het werk? Statistische procedure: latente klasse analyse Verkennen of baankenmerken samenhangen Onderliggende vraag: Kunnen we doorstarters onderverdelen o.b.v. kwaliteit van werk Baankenmerken? Harde baankenmerken: werkuren Psychosociale ervaring: zwaarte van werk, controle over werk Om iets te kunnen zeggen over de kwaliteit van werk hebben we een latente klasse analyse uitgevoerd. Dat is een techniek waarmee je kunt verkennen of bepaalde kenmerken, baankenmerken in dit geval, samenhangen. Zijn het bijvoorbeeld de mensen in zware beroepen die ALS ze doorwerken dat wel in kleinere banen doen? De onderliggende vraag van zo’n analyse is of we werkende gepensioneerden kunnen opdelen in afzonderlijke klassen op basis van de kwaliteit van hun werk. Ofwel: kunnen we zeggen dat werkenden in lage kwaliteit banen een heel andere groep is dan werkenden in hoge kwaliteit banen? We hebben verschillende baankenmerken verkend. Bijvoorbeeld harde baankenmerken zoals het aantal uren dat men werkt en het type arbeidscontract. En ook de psychosociale ervaring van het werk, die meer kan zeggen over de condities waaronder men werkt. Is het fysiek en mentaal zwaar werk? Heeft men controle over het indelen van tijd en werkzaamheden? En voelt men zich gesteund?
Hoe ziet het werk eruit? Belangrijke kenmerken t.a.v. doorstarten: Werkuren Controle over het werk Fysiek zwaar werk Mentaal zwaar werk Licht werk: Kleine parttime banen, veel controle en niet zwaar Zwaar werk: Voltijdse banen, weinig controle en fysiek en mentaal zwaar Aan de ene kant hebben we een groep met licht werk: vaak kleine parttime banen met veel controle die zowel fysiek als mentaal niet heel zwaar zijn. Anderzijds is er een groep met zwaar werk: vaak voltijdse banen met weinig controle en fysiek en mentaal zwaar werk. De vraag is nu: verschilt het per land of gepensioneerden in lichte of juist zware banen actief zijn. Het antwoord:
Hoe ziet het werk eruit? Belangrijke kenmerken t.a.v. doorstarten: Werkuren Controle over het werk Fysiek zwaar werk Mentaal zwaar werk Licht werk: Kleine parttime banen, veel controle en niet zwaar Zwaar werk: Voltijdse banen, weinig controle en fysiek en mentaal zwaar JA! De meerderheid van de gepensioneerden in Europa, zo’n 60% werkt in een lichte baan. Maar het aandeel zwaar werk varieert nogal per land. Nederland is met zo’n 80% koploper als het gaat om licht werk. Ook in bijvoorbeeld Denemarken, Duistland en Zwitserland is de kans op licht werk groot. Heel anders is dat in landen zoals Italië, Estland en Oostenrijk. Vooral in Italië werken de meeste gepensioneerden in wat wij hier aanduiden als zwaar werk. [Zoals we eerder zagen is dat dus vaak in de positie als zelfstandige] Estland hebben we eerder al getypeerd als een uitzonderlijk land, omdat er veel mensen doorwerken en ook nog in voltijdse banen. Maar blijkbaar gebeurt dat dus ook relatief vaak onder zware werkcondities. In ons onderzoek hebben we vervolgens gekeken wie er werken in welk type baan. We hebben daarbij vooral socio-economische status onder de loep genomen.
Bevordert werken na pensioen het welbevinden? Niet eenduidige hypothese of pensionering positieve of negatieve effecten heeft op welbevinden. Effecten lijken afhankelijk van randvoorwaarden. Wij kijken naar de volgende randvoorwaarden: Hoogte van pensioenuitkering Huishoudenssituatie Landencontext GDP Aan de ene kant hebben we een groep met licht werk: vaak kleine parttime banen met veel controle die zowel fysiek als mentaal niet heel zwaar zijn. Anderzijds is er een groep met zwaar werk: vaak voltijdse banen met weinig controle en fysiek en mentaal zwaar werk. De vraag is nu: verschilt het per land of gepensioneerden in lichte of juist zware banen actief zijn. Het antwoord:
Bevordert werken na pensioen het welbevinden? Effecten van werken na pensionering op het welbevinden, naar pensioeninkomen en huishoudenssituatie
Bevordert werken na pensioen het welbevinden? Effecten van werken na pensionering op het welbevinden, naar pensioeninkomen en GDP, voor gepensioneerden zonder partner
Samenvatting Doorwerken na pensioen vaak iets van ouderen in gunstige positie… Grote variatie binnen Europa Veelal in deeltijd Relatief vaak als zelfstandige … vaak werk onder gunstige omstandigheden: Weinig fysiek of mentaal zware taken Veel controle over indelen van het werk Doorwerken na pensionering heeft positief effect op welbevinden voor mensen in financieel kwetsbare positie Weinig pensioen In armere landen
Verder lezen? Dingemans, E. & K. Henkens (2019), Working conditions in post‑retirement jobs: A European comparison, Ageing & Society, forthcoming (Netspar Design paper 2019-114) Dingemans, E. & K. Henkens (2019), Working after retirement and life satisfaction: Cross-national comparative research in Europe. Research on Aging, advance access (Netspar DP 06/2018-032) Dingemans, E., Henkens, K., & Van Solinge, H. (2017). Working retirees in Europe: Individual and societal determinants. Work, Employment & Society, 6, 972–991. (Netspar DP 2016-022)
3. Hoe ziet het werk eruit? Licht werk Zwaar werk Licht werk Zwaar werk Verdeling totaal (in percentages) 61 39 Verdeling naar kenmerken: Geslacht Man 67 33 Vrouw 66 34 Opleidingsniveau Laag 59 41 Middelbaar Hoog 73 27 Pensioen inkomen 1e kwartiel 56 44 2e kwartiel 63 37 3e kwartiel 72 28 4e kwartiel 76 24 Huwelijkse staat Getrouwd 65 35 Nooit getrouwd 69 31 Gescheiden 68 32 Weduwe 71 29
Sekse verschillen in werken na pensioen In this figure, percentages of bridge employees among European retirees are shown across countries and by gender. We see that the prevalence of bridge employment is different across the countries. For example, bridge employment is quite exceptional in Slovenia and Spain, but relatively common in Estonia, Sweden and Switzerland. But what we also can conclude is that still, most retirees are fully retired. We also see that in general, bridge employment is more likely among men than among women. Estonia is an exceptional case in this respect. When we look specifically at the Netherlands, we see that it takes a middle position when it concerns the amount of bridge employees. Both if we look among men, and among women, the Netherlands is placed somewhere behind the Scandinavian countries, Switzerland, and Estonia.