رَبَّنَا أَفْرِغْ عَلَيْنَا صَبْرًا وَثَبِّتْ أَقْدَامَنَا وَانصُرْنَا عَلَى الْقَوْمِ الْكَافِرِينَ Rabbana afrigh 3alaina sabran wa thabbit aqdaamana wa-nsoerna 3ala alaqawm al-kafirien. Onze Heer, schenk ons geduld en maak onze voeten standvastig en sta ons bij tegen het ongelovige volk (Surah 2 : Ayah 250)

رَبَّنَا وَلَا تَحْمِلْ عَلَيْنَا إِصْرًا كَمَا حَمَلْتَهُ عَلَى الَّذِينَ مِن قَبْلِنَا Rabbana wa la ta7mil 3alaina isran kama 7amaltahoe 3ala-llathiena min qablina Onze heer, belast ons niet zoals degenen voor ons belast heeft (Surah 2 : Ayah 286)

رَبَّنَا وَلَا تُحَمِّلْنَا مَا لَا طَاقَةَ لَنَا بِهِ وَاعْفُ عَنَّا وَاغْفِرْ لَنَا وَارْحَمْنَا أَنتَ مَوْلَانَا فَانصُرْنَا عَلَى الْقَوْمِ الْكَافِرِينَ Rabbana wa la to7ammilna ma la taaqata lana bih. Wa3foe 3anna. Waghfir lana. War7amna. Anta mawlana fansorna 3ala-lqawmi-lkafierien Onze heer, belast ons niet met wat wij niet kunnen dragen en scheld ons kwijt en vergeef ons en wees ons genadig. U bent onze Meester en help ons tegen het ongelovige volk (Surah 2 : Ayah 286)

رَبَّنَا لَا تُزِغْ قُلُوبَنَا بَعْدَ إِذْ هَدَيْتَنَا وَهَبْ لَنَا مِن لَّدُنكَ رَحْمَةً  إِنَّكَ أَنتَ الْوَهَّابُ Rabbana la tozigh qoloebana ba3da ith hadaitana. wa hab lana min ladonka ra7mah. Innaka anta-lwahhaab Onze heer, laat onze harten niet afwijken nadat U ons geleid heeft en schenk ons van uw kant Barmhartigheid. Voorwaar, U bent de Schenker. (Surah 3 : Ayah 8)

رَبَّنَا اغْفِرْ لَنَا ذُنُوبَنَا وَإِسْرَافَنَا فِي أَمْرِنَا وَثَبِّتْ أَقْدَامَنَا وَانصُرْنَا عَلَى الْقَوْمِ الْكَافِرِينَ Rabbana-ghfir lana thonoebana wa israfana fi amrina. Wa thabbit aqdaamana. Wansorna 3ala-lqawmi-lkafirien Onze Heer, vergeef ons onze zonden en onze overdrijvingen met betrekking tot onze zaak en maak ons standvastig en help ons tegen het ongelovige volk (Surah 3 : Ayah 147)

ربَّنَا فَاغْفِرْ لَنَا ذُنُوبَنَا وَكَفِّرْ عَنَّا سَيِّئَاتِنَا وَتَوَفَّنَا مَعَ الْأَبْرَارِ Rabbana-ghfir lana thonoebana. Wa kaffir 3anna sayyi'atina. Wa tawaffana ma3a-labraar Onze heer, vergeef ons onze zonden en wis onze fouten uit en neem ons leven met (dat van)de vromen (Surah 3 : Ayah 193)

رَبَّنَا وَآتِنَا مَا وَعَدتَّنَا عَلَىٰ رُسُلِكَ وَلَا تُخْزِنَا يَوْمَ الْقِيَامَةِ إِنَّكَ لَا تُخْلِفُ الْمِيعَادَ Rabbana wa aatina ma wa3adtana 3ala rosolik. Wa la togzina yawma-lqiyamah. Innaka la toglifo-lmie3aad Onze Heer, schenk ons wat U aan Uw boodschappers belooft hebt en verneder ons niet de op de Dag der Opstanding. Voorwaar, U verbreekt de belofte niet (Surah 3 : Ayah 194)

رَبَّنَا ظَلَمْنَا أَنفُسَنَا وَإِن لَّمْ تَغْفِرْ لَنَا وَتَرْحَمْنَا لَنَكُونَنَّ مِنَ الْخَاسِرِينَ Rabbana thalamna anfosana. Wa il-lam taghfir lana wa tar7amna lanakoenanna mina-lgasirien Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan en wanneer U ons niet vergeeft en ons geen genade schenkt, dan zullen wij zeker tot de verliezers behoren (Surah 7 : Ayah 23)

رَبَّنَا لَا تَجْعَلْنَا مَعَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ Rabbana la tadj3alna ma3a-lqawmi-thalimien Onze Heer, plaats ons niet bij het onrechtplegende volk (Surah 7 : Ayah 47)

رَبَّنَا افْتَحْ بَيْنَنَا وَبَيْنَ قَوْمِنَا بِالْحَقِّ وَأَنتَ خَيْرُ الْفَاتِحِينَ Rabbana-fta7 baynana wabayna qawmina bil7aq. Wa'anta gairo-lfati7ien Onze Heer, doe een uitspraak tussen ons en ons volk, naar de waarheid en U bent de Beste van de Oordelaars (Surah 7 : Ayah 89)

رَبَّنَا أَفْرِغْ عَلَيْنَا صَبْرًا وَتَوَفَّنَا مُسْلِمِينَ Rabbana afrigh 3alaina sabran wa tawaffana moslimien. Onze Heer, schenk ons geduld en doe ons sterven als mensen die zich hebben overgegeven (Surah 7 : Ayah 126)

رَبَّنَا لَا تَجْعَلْنَا فِتْنَةً لِّلْقَوْمِ الظَّالِمِينَ ﴿٨٥﴾ وَنَجِّنَا بِرَحْمَتِكَ مِنَ الْقَوْمِ الْكَافِرِينَ Rabbana la tadj3alna fitnatan lilqawmi-ththalimien. Wa nadjina bira7matika mina-lqawmi-lkafirien. Onze Heer, maak ons geen voorwerp van vervolging door het onrechtlegende volk. En red ons door Uw Barmhartigheid van het ongelovige volk (Surah 10 : Ayah 85-86)

رَبَّنَا إِنَّكَ تَعْلَمُ مَا نُخْفِي وَمَا نُعْلِنُ وَمَا يَخْفَىٰ عَلَى اللَّـهِ مِن شَيْءٍ فِي الْأَرْضِ وَلَا فِي السَّمَاءِ Rabbana innaka ta3lamo ma nogfie wa ma no3lin. Wa ma yagfa 3ala-llahi min shay'in fil-ardi wa la fi-ssama' Onze Heer, Voorwaar, U weet wat wij verbergen en wat wij openlijk doen en er is voor Allah niets verborgen op de aarde en in de hemel (Surah 14 : Ayah 38)

رَبَّنَا آتِنَا مِن لَّدُنكَ رَحْمَةً وَهَيِّئْ لَنَا مِنْ أَمْرِنَا رَشَدًا Rabbana aatina mil-ladonka rahmah. Wa hayyi' lana min amrina rashada. Onze Heer, schenk ons van uw zijde barmhartigheid en bereid ons een rechte weg voor onze zaak (Surah 18 : Ayah 10)

رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ أَزْوَاجِنَا وَذُرِّيَّاتِنَا قُرَّةَ أَعْيُنٍ وَاجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِينَ إِمَامًا Rabbana hab lana min azwaadjina wa thorriyyatina qorrata a3yon. Wa-dj3alna lilmottaqiena imama Onze Heer, maak voor ons onze echtgenotes en onze nakomelingen een verkoeling voor de ogen en maak ons leiders voor de Moetaqqoen (Surah 25 : Ayah 74)

رَبَّنَا وَسِعْتَ كُلَّ شَيْءٍ رَّحْمَةً وَعِلْمًا فَاغْفِرْ لِلَّذِينَ تَابُوا وَاتَّبَعُوا سَبِيلَكَ وَقِهِمْ عَذَابَ الْجَحِيمِ Rabbana wasi3ta kolla sjay'ir-ra7mataw-wa 3ilama. Faghfir lillathien taaboe wattaba3oe sabielak. Wa qihim 3athaaba-ldja7iem Onze Heer, Uw Barmhartigheid en Kennis omvatten alle zaken, vergeef daarom degenen die berouw tonen en die uw Weg volgen en bescherm hen tegen de bestraffing van de Hel (Surah 40 : Ayah 7)

رَّبَّنَا اكْشِفْ عَنَّا الْعَذَابَ إِنَّا مُؤْمِنُونَ Rabbana-ksjif 3anna-l3athaaba inna mo'minoen Onze Heer, neem de bestraffing van ons weg : Ayah voorwaar wij zijn gelovigen (Surah 44 : Ayah 12)

رَّبَّنَا عَلَيْكَ تَوَكَّلْنَا وَإِلَيْكَ أَنَبْنَا وَإِلَيْكَ الْمَصِيرُ Rabbana 3alaika tawakkalana. Wa ilayka anabna wa ilayka-lmasier Onze Heer, op U vertrouwen wij en tot U wenden wij ons in berouw en tot U is de tergkeer (Surah 60:Ayah 4)

رَبَّنَا أَتْمِمْ لَنَا نُورَنَا وَاغْفِرْ لَنَا إِنَّكَ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ Rabbana atmim lana noerana. Waghfir lana innaka 3ala kolli sjay'in qadier Onze Heer, vervolmaak voor ons licht en vergeef ons : Ayah voorwaar, U bent Almachtig over alle zaken (Surah 66 : Ayah 8)

رَبَّنَا آتِنَا فِي الدُّنْيَا حَسَنَةً وَفِي الْآخِرَةِ حَسَنَةً وَقِنَا عَذَابَ النَّارِ Rabbana atina fi-ddonya 7asanah. Wa fi-laagirati 7asanah. Wa qina 3athab-annaar Onze Heer, geef ons in de wereld het goede en in het Hiernamaals het goede en bescherm ons tegen de bestraffing van de Hel (Surah 2 : Ayah 201)

سُبْحَانَ رَبِّكَ رَبِّ الْعِزَّةِ عَمَّا يَصِفُونَ ﴿١٨٠﴾ وَسَلَامٌ عَلَى الْمُرْسَلِينَ﴿١٨١﴾وَالْحَمْدُ لِلَّـهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ﴿١٨٢﴾ Sob7ana rabbika rabbi-l3izzati 3amma yasifoen. Wasalamon 3ala-lmorsalien. wal-7amdolillahi rabbi-l3aalamien Geprezen zij jouw Heer, de Heer van de macht, verheven als Hij is boven wat zij toeschrijven. (180) En vrede zij met de gezondenen.(181) En lof zij God, de Heer van de wereldbewoners.(182) (Surah 37)