collegeweek 1 Conversatieanalyse en pragmatiek Taalbeschouwing 2 collegeweek 1 Conversatieanalyse en pragmatiek
Doelen (1/2) 1. Je maakt kennis met de vakgebieden conversatieanalyse en pragmatiek. 2. Je weet wat een opeenvolgend paar is. 3. Je maakt kennis met beurtwisseling. 4. Je maakt kennis met de maximes van Grice.
Doelen (2/2) 5. Je weet wat het verschil tussen een directe en een indirecte taalhandeling is.
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
1. Conversatieanalyse Vraag: Hoe kun je taalgebruik onderzoeken? Hoe kun je patronen herkennen + in kaart brengen? --> snijvlak disciplines, o.a. sociologie
1. Conversatieanalyse Nieuwe benadering: niet prescriptief
1. Conversatieanalyse Maar: descriptief (d.m.v. opnames authentiek taalgebruik)
1. Conversatieanalyse - Organisatie van gesprekken. - Gesprek ≠ losse ketting van uitingen achter elkaar. - Gesprekken vormen 'gebeurtenissen'. - Patronen: niet bewust geleerd, niet bewust toegepast.
1. Conversatieanalyse Conversatieanalyse = discourse analysis. Discourse: abstract begrip. - Feitelijk taalgebruik (met alle imperfecties). - Wie spreekt tot wie en in welke situatie? - Buitentalige factoren (sociale context, institutionele factoren, historische context, etc.) Voorbeeld transcript op hand-out.
1. Conversatieanalyse Begrippen vaak door elkaar gebruikt, snijvlakken: 'conversatieanalyse', 'discourse analysis', 'pragmatiek'.
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse - kader 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
2. Opeenvolgend paar (1/3)
2. Opeenvolgend paar (2/3)
2. Opeenvolgend paar (3/3) Telefoongesprekken start wetenschapsgebied conversatieanalyse. Hello? vs. This is Mrs. Smith. May I help you?
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse - kader 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
3. Beurtwisseling (1/2) Lijkt chaotisch, toch duidelijke patronen. 1. Huidige spreker kan een ander selecteren. 2. Iemand anders kan zichzelf selecteren op een punt dat een beurt (mogelijk) afgerond is. 3. De huidige spreker kan zelf doorgaan.
3. Beurtwisseling (2/2) filmpje beurtwisseling baby's
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse - kader 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling Pragmatiek: 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
4. Maximen/aannames (Grice) (1/7) Maak opdracht 1 + 2 op de hand-out.
4. Maximen/aannames (Grice) (2/7) Op site Henk duidelijk filmpje met gedetailleerde uitleg, nu heel globaal kennismaken. Coöperatieprincipe: stilzwijgende overeenkomst tussen gesprekspartners om bij het communiceren samen te werken. Berust op vier aannames ('maximen').
4. Maximen/aannames (Grice) (3/7) 1. Aanname van relevantie: gespreksbijdrage relevant voor het gesprek (Ook wel 'maxime van relatie' genoemd.)
4. Maximen/aannames (Grice) (4/7) 2. Aanname van kwantiteit: hoorder rekent genoeg informatie (niet te veel, niet te weinig)
4. Maximen/aannames (Grice) (5/7) 3. Aanname van kwaliteit: hoorder rekent erop dat spreker niet liegt
4. Maximen/aannames (Grice) (6/7) 4. Aanname van stijl/wijze: spreker is zo duidelijk, bondig en ordelijk mogelijk = ambiguïteit vermijden
4. Maximen/aannames Grice (7/7) Maak opdr. 3 op de hand-out.
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse - kader 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling Pragmatiek: 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
5. Taalhandeling (1/9) Met taal doe je dingen: vragen, beloven, dreigen, mededelen, etc. = taalhandelingen verrichten Taalhandeling vaak vorm van een andere taalhandeling.
5. Taalhandeling (2/9) Taalhandeling in vraag 1a? Niet letterlijk: tussen de regels doorlezen. = conversationele implicatuur Tussen de regels door lezen/implicatuur toepassen? = indirecte taalhandeling.
5. Taalhandeling (3/9) Communicatie vaak drie lagen: 1. letterlijk 2. onderliggende boodschap 3. beoogd effect
5. Taalhandeling (4/9) 1. letterlijk: - locutie - 'Het wordt hier wel een beetje koud.'
5. Taalhandeling (5/9) 2. onderliggende boodschap: - illocutie - 'Wil je het raam dicht doen?'
5. Taalhandeling (6/9) 3. beoogd effect: - perlocutie - Jeroen heeft het raam voor Tineke dicht gedaan.
5. Taalhandeling (7/9) Soms bijzondere situatie: geen andere illocutie dan de locutie. (= niet tussen de regels door lezen, geen implicatuur toepassen.) Dan: directe taalhandeling.
5. Taalhandeling (8/9) Dus als je zegt 'Hierbij open ik deze vergadering.', dan open je die vergadering. 'Ik wens je een fijne vakantie toe!‘ 'Ik veroordeel u tot drie jaar cel.' 'Ik beloof je dat ik het nooit weer doe.'
5. Taalhandeling (8/9) Dus als je zegt 'Hierbij open ik deze vergadering.', dan open je die vergadering. 'Ik veroordeel u tot drie jaar cel.' 'Ik beloof je dat ik het nooit weer doe.' = performatieve werkwoorden
5. Taalhandeling (9/9) Geslaagdheidsvoorwaarden: - een rechter kan iemand veroordelen - een agent kan iemand arresteren - een belofte bevat iets leuks - een dreigement bevat iets naars *Ik beloof je een ranzig stinkende forel voor je verjaardag! *"Ik arresteer u in naam der wet!", roept mijn neefje van zes.
Wat gaan we vandaag doen? 1. Conversatieanalyse - kader 2. Opeenvolgend paar 3. Beurtwisseling 4. Maximen van Grice 5. Taalhandeling
Doelen (1/2) 1. Je kunt het onderzoeksgebied van de conversatieanalyse in een breder kader plaatsen. 2. Je weet wat een opeenvolgend paar is. 3. Je maakt kennis met beurtwisseling. 4. Je maakt kennis met de maximes van Grice.
Doelen (2/2) 5. Je weet wat het verschil tussen een directe en een indirecte taalhandeling is.