Het infrastructuurforfait: VIPA voor personen met een handicap in de persoonsvolgende financiering
Aanleiding 1 : PVF + einde alternatieve financiering Vraagsturing Door persoonsvolgende financiering (PVF) geen vaste capaciteit meer gekoppeld aan erkenning van de zorgaanbieder Zorgaanbieder: vraag en aanbod inschatten Enkel voor volwassenen: oude zorgvormen bestaan niet meer: tehuis werkenden, tehuis niet-werken, dagcentrum => vergunde zorgaanbieders Persoonsvolgend budget Woon- en leefkosten: de persoon met een handicap staat in voor de eigen woon- en leefkost PH kiest voor budget in cash of voucher Afhankelijk van zorgzwaarte krijgt zorgaanbieder middelen + organisatiegebonden kosten Einde alternatieve financiering: overheid moet de 20 gebruikstoelagen van bij de toezegging globaal als schuld boeken De regelgevingen met betrekking tot de voormalige zorgvormen werden opgeheven: begeleid wonen, beschermd wonen, geïntegreerd wonen, zelfstandig wonen, tehuis werkenden en niet-werkenden, dagcentra, thuisbegeleiding
VIPA voor sector PH: 2 systemen “Infrastructuurforfait” => nieuw BVR Volwassenen in PVF Niet-rechtstreeks toegankelijke hulp Rechtstreeks toegankelijke hulp (dagen mogen meegeteld worden voor personen die verblijven) oa kortverblijf Klassieke betoelaging => actualisatie VIPA sectorbesluit Minderjarigen: MFC werking Internaten, semi-internaten voor niet-schoolgaanden, kortverblijf, observatie- en behandelingscentra Revalidatiecentra (CAR) Unit voor observatie, diagnose en behandeling (ODB) Unit voor geïnterneerden Centrum voor ontwikkelingsstoornissen Diensten zelfstandig wonen met erkenning voor 31/12/2016 (ADL centrale)
Basisprincipes VIPA middelen voor mensen met een handicap die nood hebben aan en kiezen voor een aangepaste, collectieve, gespecialiseerde woonvorm en/of dagbesteding. Subsidies voor de “bovengebruikelijke” ruimtes of kostprijs Geen subsidies meer voor de organisatiegebonden ruimten (administratie) Enkel voor personen met bepaalde zorgzwaarte => de zogenaamde “zorggroepen”
Basisprincipes Forfait voor “vergunde zorgaanbieders” + uitzonderingen Instap systeem naar aanleiding van een investering Uitbetaling aan de vergunde zorgaanbieder, maar… als zichtbare korting voor personen met een handicap op hun woon- en leefkosten Kwaliteitsgaranties via VIPA procedure Belang zelfevaluatie
Basisprincipes Forfaitaire tussenkomst per “bezettingsdag” Toch nog koppeling aan functies via de “deelforfaits” (verblijf) Uitbetaling vanaf ingebruikname en gekoppeld aan bezetting => element van risico Actualisatie gebouwnormen Waarborg niet behouden Regels rond staatsteun
Regels rond staatssteun Europese regels inzake staatssteun van toepassing Het infrastructuurforfait mag geen overcompensatie inhouden voor de uitgaven die verband houden met het project, met uitzondering van een redelijke winst Uitgaven en ontvangsten die verband houden met het project moeten in de boekhouding transparant worden afgezonderd Vlaanderen moet hierover kunnen rapporteren naar Europa Meer info over de operationalisering hiervan volgt Art 28
Doelgroepen Wie komt in aanmerking? (persoon met een handicap) Een persoon die woont bij een zorgaanbieder Overeenkomst voor “woon- en dagondersteuning” Een persoon die bij zorgaanbieder aan dagbesteding doet Overeenkomst voor “dagondersteuning” Persoon heeft bepaalde zorgzwaarte ZORGGROEPEN: uitgedrukt in B (begeleiding) en P (permanentie) waarden Regelgeving: Bijlage 2 Een persoon die via RTH verblijft bij zorgaanbieder (ongeacht zorgzwaarte)
Doelgroepen WONEN EN DAG ZORGGROEP 1: intensieve zorg met bijkomende ernstige gedragsstoornis min. B5 én P5, B6 of P6 met bijkomende ernstige gedragsstoornissen ZORGGROEP 2: intensieve zorg of rolstoelafhankelijkheid binnenshuis min. B5 én P5, B6 of P6 en hoger, of rolstoelafhankelijkheid binnenshuis ZORGGROEP 3: min. een combinatie B3 en P3, of minstens één waarde 5 (B5 of P5)
Doelgroepen ZORGGROEP 4 ENKEL DAG ZORGGROEP 4 min. B5 én P5, B6 of P6 en hoger, of rolstoelafhankelijkheid binnenshuis ZORGGROEP 5 min. een combinatie B3 en P3, of minstens één waarde 5 (B5 of P5) + MB in opmaak voor het bepalen van criteria GES en rolstoelafh
Bijlage 2
Bewijzen bezetting zorggroepen Maximaal op basis gegevens bij VAPH gekend Aanwezigheid Op basis van gegevens in de GIR Voor deeltijdse plaatsing: aantal nachten + 1 (voorstel) P- en B-waarden Op basis van gegevens transitie ZIN Of op basis gegevens toeleidingsprocedure Criteria gedragsstoornis en rolstoelafhankelijkheid Wordt op korte termijn vastgelegd in MB GIR zal worden uitgebreid met enkele nieuwe functionaliteiten
Welke organisaties kunnen een beroep doen op VIPA? Vergunde zorgaanbieders die collectieve zorg mogen aanbieden Ouderinitiatieven Erkende WVG organisaties (max. 15p) + de bezetting van personen in rechtstreeks toegankelijke hulp voor verblijf De VIPA-subsidiëring kan enkel uitgekeerd worden aan zorgaanbieders die collectieve zorg mogen aanbieden. Volgens de principes van het BVR vergunnen kan collectieve zorg enkel georganiseerd worden met een vergunning. Uitzonderingen hierop zijn de zogenaamde ’ouderinitiatieven’ en ‘erkende WVG organisaties’. Ook deze organisaties mogen, zonder vergunning, maximaal 15 personen collectief ondersteunen. Om hen toe te laten een gelijkwaardig huisvestingsaanbod uit te bouwen als de vergunde zorgaanbieders, zullen ook zij een VIPA-subsidiëring kunnen bekomen.
Voorwaarden? Geen ongeoorloofde verwantschap Uitz: erkende coöperatieve vennootschap Genotsrecht min 25 jaar beschikken of zal beschikken Financieel in staat zijn om de investering te dragen zonder de continuïteit van de verstrekte dienstverlening in het gedrang te brengen
Voorwaarden? – project Art 5 De algemene bouwfysische, technische en kwalitatieve normen = Gebouwnormen + VIPA criteria duurzaamheid Bouwvergunning vereist of aanzienlijke werken Bijkomende voorwaarden voor aankoop Er is een goedkeuring door de COCO 20 jaar voorheen geen VIPA subsidies voor zelfde project
Procedure Indiening project Goedkeuring project => max. capaciteit Voldoen aan gebouwnormen + eventuele afwijkingen Voldoen aan VIPA criteria duurzaamheid Start met werken (nieuwbouw of grondige verbouwing) Ingebruikname Start forfaitbetaling via aanvraag ‘opstartbeslissing’ Jaarlijks ‘verslag’ van bezetting
Procedure Voorlopig akkoord INFF (optioneel) (Definitief) Akkoord INFF Opstart beslissing Uitbetaling (jaar ingebruikname) Jaar ingebruikname = berekend forfait Jaar IGN +1 = berekend forfait Jaar IGN +2 = op basis van foto van jaar IGN +1 Aanvraag akkoord INFF Evaluatie/ COCO Aanvraag opstartbeslissing (jaar voor ingebruikname) Opstart-evaluatie Jaar IGN +3 =op basis van foto van jaar IGN +2
Procedure Projecten gestart in autofinanciering? Inkanteling voorzien Vereenvoudigde aanvraag (art8) Daarna naar COCO voor “akkoord infrastructuurforfait” Geen retroactieve terugbetaling voorzien
Uitbetaling + bezetting Forfait als korting op de woon- en leefkosten Kosten die afgedekt worden door het forfait mogen niet ook nog doorgerekend worden Verdere operationalisering in onderhandeling met de sector Regelgeving art 21 + 25 Zie slide
Uitbetaling + bezetting (standaard) Vanaf datum ingebruikname (IGN) Jaar IGN + jaar na IGN => betaling forfait veronderstelde bezetting Zorggroep 2 of 5 90% bezetting Ev. correctie jaar nadien: verhoogde groep of bezetting > 90% Eind januari bezorgt de zorgaanbieder een verslag van de reële bezetting van het voorafgaande jaar Jaar IGN+1 ‘verslag’ van bezetting als basis voor uitbetaling jaar IGN+2 Max 220 bezettingsdagen per gebruiker + max. capaciteit *220 dagen per jaar Gebruiksovereenkomst wordt verondersteld 2m door te lopen na uitgebruikname => uitbetaling forfait houdt hier ook rekening mee Zie slide
4 groepen dossiers Groep A: goedkeuring in autofin, met ingebruikname Inkanteling via vereenvoudigde aanvraag Betaling vanaf opstartbeslissing en op veronderstelde of reële bezetting Groep B: goedkeuring in autofin, nog geen ingebruikname Betaling vanaf ingebruikname op veronderstelde bezetting Groep C: wachtende ontvankelijke dossiers, ontvankelijk vóór datum inwerkingtreding besluit Update dossier nodig Advisering nog op te starten Groep D: nog in te dienen dossiers
4 groepen dossiers Op basis van huidige gegevens bij VIPA. Groep A: 13 dossiers Variant 1: ingebruiknames in 2016: uitbetaling op reële bezetting Variant 2: ingebruiknames in 2017: 1 jaar uitbetaling veronderstelde bezetting + supplement mogelijk Variant 3: ingebruiknames 2018: 2 jaar uitbetaling op veronderstelde bezetting + supplement mogelijk Groep B: 17 dossiers Groep C: 20 dossiers Groep D: nog in te dienen dossiers
Betalingsschema (GROEP A – var1 IGN 2016) jaar Betaling op basis van 1 Datum opstartbeslissing = start betaling Reële bezetting in 2017 voor een vergelijkbare periode in dat jaar. Verslag van bezetting 2017 voor periode gelijkaardig als periode na opstartbeslissing 2 Reële bezetting Op basis van verslag Eind jan: verslag van jaar 2 3 Idem Zie slide
Betalingsschema (GROEP A – var2 IGN 2017) jaar Betaling op basis van 1 Veronderstelde bezetting : 90% van max. bezetting aan ZG2 of ZG5 vanaf datum opstartbeslissing => Pro rata kalenderdagen t.o.v. 220 dagen vanaf opstartbeslissing 2 Reële bezetting Op basis van verslag + eventueel supplement op basis van reële bezetting jaar 1 voor periode vanaf de opstartbeslissing Eind jan: verslag van bezettingsjaar 2018 3 Eind jan: verslag van bezettingsjaar 2019 5 Idem Zie slide
Betalingsschema (GROEP A – var2 IGN 2018) jaar Betaling op basis van 1 Veronderstelde bezetting : 90% van max. bezetting aan ZG2 of ZG5 vanaf datum opstartbeslissing* => Pro rata kalenderdagen t.o.v. 220 dagen vanaf opstartbeslissing 2 90% van max. bezetting aan ZG2 of ZG5 + eventueel supplement op basis van reële bezetting jaar 1 voor periode vanaf de opstartbeslissing Eind jan: verslag van bezettingsjaar 2018 3 Reële bezetting Op basis van verslag + eventueel supplement op basis van reële bezetting jaar 2 Eind jan: verslag van bezettingsjaar 2019 4 Eind jan: verslag van bezettingsjaar 2020 Zie slide * Tenzij de ingebruikname NA de opstartbeslissing valt, dan volgend schema
Betalingsschema (GROEP C, D) jaar Betaling op basis van 1 Veronderstelde bezetting : Vanaf datum ingebruikname 90% van max. bezetting aan ZG2 of ZG5 Pro rata kalenderdagen t.o.v. 220 dagen 2 Veronderstelde bezetting + eventueel supplement op basis van reële bezetting jaar 1 Eind jan: verslag van jaar 1 3 Reële bezetting Op basis van verslag + eventueel supplement op basis van reële bezetting jaar 2 Eind jan: verslag van jaar 2 4 Eind jan: verslag van jaar 3 5 Idem Zie slide
Deelforfaits Berekening op basis van bovengebruikelijke kost van de infrastructuur: Op het vlak van oppervlakte Op het vlak van meerkost van het gebouw Zie slide
Deelforfait aangepaste woning Deelforfait zorg en collectief Zorggroep 4: 45m² Zorggroep 5: 30m² Deelforfait dag
Deelforfaits Geen MAXIMALE subsidiabele oppervlakten meer Voor dagcentra: min. bruto-oppervlakte in regelgeving Geen onderscheid bedrag tussen nieuwbouw / verbouwing / aankoop / huur Zie slide
Deelforfaits Basisbedrag ‘woonondersteuning’ Basisbedrag ‘collectieve en ondersteunende zorglokalen’ Basisbedrag ‘dagbesteding’ zorggroep 1 € 9,29 € 7,38 zorggroep 2 € 6,16 € 6,10 zorggroep 3 € 4,96 € 5,67 zorggroep 4 € 9,11 zorggroep 5 € 6,07 Zie slide * 220 = max per jaar dat men kan krijgen
Wanneer welk deelforfait? Project Coll / Zorglokalen Woning => Deelforfait W + Deelforfait Z/C Project = aangepaste zorgwoning Coll / Zorglokalen => Deelforfait W + Deelforfait Z/C Woning => kwalitatieve beoordeling: wordt er een kwaliteitsvolle woon- én zorgomgeving gerealiseerd? Referentie: bruto-oppervlakte 55 à 60m² per gebruiker + functies therapie, dagbesteding, ontmoeten, … kunnen in de woning georganiseerd worden Zwaardere zorgprofielen
Project Coll / Zorglokalen Woning => Deelforfait W
Oppervlakte project (bruto) Aantal gebruikers project Coll / Zorglokalen Woning => Deelforfait Z/C Parameters? Oppervlakte project (bruto) Aantal gebruikers project Zorgzwaarte gebruikers Opstart % van het ZenC forfait is de verhouding tot 16,5m² (bruto) van het project. Voorbeeld: Oppervlakte project = 400m² Aantal gebruikers project = 40 Zorgzwaarte gebruikers = groep 2 => forfait = 6,10 euro 400 / (40*16,5) = 61% => 40 gebruikers krijgen 3,70 euro Woning Woning
(basisbedrag)*(AGI n-1/AGI 2017)+(basisbedragx*30%) Deelforfaits Basisbedragen = tabel bijlage 3 + Interesttoeslag: 30% op basisbedrag van jaar IGN + Aanpassing aan de gezondheidsindex deelforfaitn = (basisbedrag)*(AGI n-1/AGI 2017)+(basisbedragx*30%) n = jaar van betaling AGIx = de afgevlakte gezondheidsindex van de maand december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van ingebruikname x; basisbedragx: basisbedrag in het jaar van ingebruikname x. Dit stemt overeen met basisbedrag x AGIx/AGI2017; jaarlijks variabel vastgeklikt op jaartal ingebruikname Zie slide
Nieuwe gebouwnormen Van toepassing op ontvankelijke dossiers na datum inwerkingtreding Gebaseerd op oude normen, normen WZC + toetsingskader infrastructuur ZI Basisnormen + afwijkingsmogelijkheden ifv zorg / doelgroep Fonds keurt afwijking goed op advies van ZI/VAPH Nieuw: Inschrijven van kleinschaligheid en inclusie als basisprincipe voor woonprojecten Autonomie van woongelegenheden Principes van scheiding wonen en werken Min. 30m² aan verblijfsruimten per gebruiker Kamers min. 16m² + ind. sanitair Normen voor afzonderingsruimte Zie slide
Samenwerking met derden Binnen wetgeving OO: Occasioneel gezamenlijke opdracht Bouwheerschap delegeren Samenwerkingsovereenkomst onontbeerlijk Kan met aanbestedende overheid of private entiteit Verschillende mogelijkheden naar vereffening Elk eigen facturen voor eigen aandeel Huur op lange termijn, op te nemen in de samenwerkingsovereenkomst Eigendomsoverdracht bij oplevering “Promotie-opdracht voor werken” Het in de markt zetten van het laten bouwen van een gebouw Al dan niet met grond Vrijheidsgraden naar vereffening, te regelen in bestek/contract
Vragen? vipa@vlaanderen.be