De profielen van de bewoners O en A

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Funkties moderne verzorgingsstaat; • -zorgen • -verheffen • -verbinden • -verzekeren.
Advertisements

Ervaringen in samenwerking
Opvattingen en initiatieven t.a.v. schoon, heel en veilig
Samen opvoeden; ouders en pedagogisch medewerkers
BEWONERSVERENIGING GARSTKAMP Toekomst bestendig wonen
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
BEWONERSVERENIGING GARSTKAMP Gezond oud worden KLANKBORDGROEP Donderdag 6 juni 2013 AANVANG 13:30 UUR RECREATIERUIMTE.
Maatschappelijk Aanbesteden
Is de thuiszorg onderontwikkeld in Vlaanderen en België? Studienamiddag VFDT en HIVA – 31 oktober 2008 De uitbouw van een dynamisch woonzorgbeleid in Vlaanderen.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
OCMW’s en Activering Studiedag Lokale Economie en Werkgelegenheid Mechelen 26 november 2009.
Ondersteuning van mantelzorgers Vlaams Patiëntenplatform vzw 27 april 2009 Gent.
Zp3 tweede oproep Huize Ter Walle vzw CIGB
De psychologische gevolgen van detentie voor kinderen
Ouderen aan zet in de samenleving Gemeentelijke senioren raad Mol
O PVOEDINGSONDERSTEUNING Sarah-Lynn Logghe. INHOUDSTAFEL definitie doelstellingen groeiende interesse vanuit het beleid functies van opvoedingsondersteuning.
Werkhervatting van zieke en niet-zieke werklozen. R. Steenbeek en K. Jettinghoff.
Kleinschalige groepswoning: In de groepswoning Schachtstraat in Sittard wonen 2 cliënten vanaf 18 jaar met een verstandelijke beperking, gecombineerd met.
Ontwikkelingen Wmo/AWBZ
Burgerinitiatieven.
Voortijdig schoolverlaten
Als zelfstandig wonen niet meer kan
SAMENWERKING CORPORATIE EN BEWONERS INVLOED EN ZEGGENSCHAP Resultaten van onderzoek onder 6 klantenpanels (3302 deelnemers)
1 MET GEDEELDE KRACHT Symposium Bindkracht / GIPSO.
GroenPlus Woonzorgcentra 7 mei Als inleiding Vergrijzing, verzilvering, verwitting Groeiende zorgnood  Uitdagingen voor: Toegankelijke zorg Betaalbare.
Housing First jarigen.  jarige daklozen  Verslaving / Gewenning  Psychologisch lijden Doelgroep:
Armoede is … Sieg Monten
En wat als het woonzorgcentrum de context wordt
Aandoeningen/ziektes Functies & anatomische eigenschappen Activiteiten en participatie Omgevingsfactoren Persoonlijke factoren InschikkelijkheidIk ben.
Vluchtelingen, de uitdagingen voor Hasselt
MEE Groningen Algemene presentatie. 2  Mensen met een verstandelijke, lichamelijke beperking en/of een chronische ziekte  Anderen die beperkingen in.
Vroegtijdige zorgplanning Waarover maak jij, je zorgen? M. Van de Wiele Ethicus :VZW Rusthuizen Zr. Van Berlaar R.Z. H. Hart Tienen 13 september 2012.
, Sociale veiligheid is cruciaal voor kinderen om te kunnen leren Evt. logo van de school.
Bed Bad brood Laagdrempelige opvang van thuislozen Jasmine Marechal-1Basw AO.
Overheveling begeleiding van AWBZ naar WMO Janny Bakker-Klein Wethouder gemeente Huizen Lid VNG commissie Gezondheid en Welzijn 24 maart 2011.
Dienstverlening aan de burger HOE ERVAREN BURGERS MET EEN CHRONISCHE AANDOENING DE OVERHEIDSDIENSTVERLENING?
Huisvesting Sarah De Baets Julie Cokelaere. Huisvesting 1. Algemene Informatie 2. Rollenspel.
Wat heb jij mantelzorgers te bieden?. Leerdoelen Je onderzoekt en benoemt welke ondersteuningsbehoefte de mantelzorger heeft. Je bespreekt met de mantelzorger.
Vragen & discussie Aan de keukentafel, De rol van de ouderenadviseur bij het aanmelden en/of aanvragen van hulp.
. © BNG Consultancy Services (BCS) 16 januari 2007, gemeente Oirschot De toekomst van het gemeentelijk woningbedrijf.
Resultaten bevraging Broze Ouderen
Huishoudelijke ondersteuning bij de cliënt met dementie.
Nederlanders en de decentralisaties in het sociale domein
Focus op “Ouder worden in je buurt” Feedback
Voor een optimale ontwikkeling van kinderen
LECTORAAT END OF LIFE CARE
Woonvormen voor ouderen
De kost van woonzorgcentra
Nadere uitleg gewenst()
Waarom Multimove in Damme ?
Centrum Inclusieve Kinderopvang Zorgregio Aalst
Centrum Inclusieve Kinderopvang Zorgregio Aalst
Kansarmoede in de kleuterschool
Wat leren de cijfers ons over de ouderen, de rusthuizen & de rusthuisbewoners? Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel Sarah Luyten
Thema 4 Integratie van mensen met een verstandelijke beperking
Doepakket "Kinderopvang voor iedereen"
Dementie Wetgeving WGBO en BOPZ.
Het rusthuis: voor wie? Waar voor?
Het rusthuis : een leef- en zorgomgeving
Thema 4 Integratie van mensen met een verstandelijke beperking
Gelukkiger ouder worden
JOIN JOngvolwassenen met een psychische kwetsbaarheid – INtersectoraal woonondersteunings- en exptertiseteam.
Multiple sclerose en toch niet alleen!!!
Kansen van de Wmo voor de installatiebranche
Project Jongvolwassenen Beschut Wonen
Samen uit, samen thuis?! Ouderparticipatieve opvoedingsondersteuning in de ambulante werking van centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning te Willebroek.
Dak- en thuisloosheid in Leuven Op weg naar een lokale strategie
Aanbod jongvolwassenen
Ouderenmishandeling in migrantenfamilies
Transcript van de presentatie:

De profielen van de bewoners O en A De profielen van de bewoners O en A* in rusthuizen voor bejaarden (ROB) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Trajecten, oriënteringslogica, opvang en alternatieven * Katz-schaal Sylvie Carbonnelle Socio-anthropologe scarbonn@ulb.ac.be Centre de Diffusion de la Culture Sanitaire asbl en ULB

I. INLEIDING Katz-schaal Cat O : De begunstigden die fysiek en psychisch volledig onafhankelijk zijn Cat A : De begunstigden die afhankelijk zijn om zich te wassen en te kleden, of De begunstigden die fysiek onafhankelijk zijn, maar die gedesoriënteerd zijn in de tijd en in de ruimte. ROB bedden : O, A + andere categorieën RVT bedden : B, C, Cd, D (geen O en A)

VRAGEN Inzichten krijgen in de « noden » van de O en A bewoners (om zo hun institutionalisering te begrijpen) Alternatieven toelichten voor het onthaal en de opvang van dit publiek in de ROB Vaststellingen Graad van institutionalisering van personen van 65 jaar en ouder (ROB-RVT) Forfaits RIZIV O + A (ROB) BHG 7,7 % 38,2% Wallonie 6,6 33,5 Vlaanderen 5,3 23,5

Situatie van het aanbod aan residentiële instellingen in het BHG Bron : Infor-Homes, 2015; (actualisering 2017) Horizon : Welke missie(s) voor de ROB? Totaal GGC VG Erkende rusthuizen (ROB en RVT) 156 150 (148) 6 (8) Aantal bedden 16 083 (16535) 15 434 (15661) 649 (874) - Bedden ROB 10 011 (10331) 9428 (9656) 583 (675) - Bedden RVT 6072 (6204) 6006 (6005) 66 (199)

II. METHODOLOGIE 3 complementaire luiken Analyse van de profielen van de personen in de categoriën O en A Opvanglogica van de ROB Oriënteringslogica en de mogelijkheden tot alternatieven Gesprekken met actoren 10 directies van ROB en ROB-RVT MRPA 22 bewoners 10 actoren van de gezondheids-en welzijnssector

III. RESULTATEN 1. De bewoners O en A : een waaier van situaties 1. 1 III. RESULTATEN 1. De bewoners O en A : een waaier van situaties 1.1. Naar de instelling gaan om zijn « zelfstandigheid te behouden» Anticipatie logica Vrijwillig karakter van de beslissing (« keuze » om naar een rusthuis te gaan) Keuze van een specifiek ROB (ermee vertrouwd zijn, of er iemand kennen) De wens om niet af te hangen van zijn naasten, en om geen beroep te doen op zorgversterking aan huis De wens om een goede relatie te behouden met zijn naasten Geleidelijke overgang door zelf zijn goederen te verdelen Mobiele mensen, die weinig hulp nodig hebben, mensen die nog zelf hun zaken beheren De wil om op een onafhankelijke wijze in een RH te wonen is een “ondersteuning” voor het verlengen van de onafhankelijkheid Tevreden over hun leven in een ROB en over het feit dat zij hebben geanticipeerd, hierdoor leiden zij het leven dat zij wensen (activiteiten, uitjes, enz.) Hogere en gemiddelde klassen met een pensioen dat voldoende hoog is of verkoop van hun eigendom om het ROB te kunnen betalen

1.2. Naar het ROB gaan uit voorzorg om beschermd te worden Vrijwillig karakter om naar een ROB te gaan, maar met een aanpassingslogica Mensen die zich zwak, kwetsbaar voelen, ingevolge een voorval (gezondheid, weduwnaarschap, verwarrende gebeurtenis, …), een “subjectieve” dimensie Zij hebben geen zin, goesting of energie meer om de dagelijkse zaken te beheren (vorm van “bevrijding”). Zij willen het leven gemakkelijker maken. Het dagelijks leven begint moeilijk te worden (problemen om alleen naar buiten te gaan, woning moet aangepast worden, er moeten werken ondernomen worden, …) De mobiliteit wordt moeilijk (rollator) Gevoel dat het “genoeg” is, dat men beter zou zijn in een RH (betere oplossing) Mensen die sociaal niet geïsoleerd zijn maar die niet dagdagelijks een beroep kunnen/willen doen op hun omgeving Zij appreciëren alleen te zijn, maar het wordt zwaar voor hen Hun gezondheid die vroeger goed was, begint erop achteruit te gaan Zij zien niet in hoe hulp aan huis een oplossing zou kunnen zijn voor hun situatie, of toch geen betere oplossing dan een overgangsverblijf Zij beginnen er beetje bij beetje een te denken om hun woning te verlaten (niet dringend) en zij wachten tot er een plaats beschikbaar is in het rusthuis van hun keuze. Zij zijn gerustgesteld dat zij in een ROB zitten, en gaan ervan uit dat dit de “goede oplossing” was en zij zouden niet meer elders willen wonen.

1.3. Naar een ROB gaan omdat men zich te kwetsbaar voelt, als gevolg van een gezondheidsprobleem, uit voorzorg omwille van de risico’s thuis. Semi-gedwongen karakter, genoodzaakt zijn om het thuis wonen achter zich te laten Mensen die kwetsbaar worden door ziekte, onvermogen, handicap, hulp die ze nodig hebben (typische gevallen: herhaaldelijk vallen, cognitieve problemen, chronische ziekte), vaak ingevolge een gebeurtenis of een problematische fase (hospitalisatie) “risico-aspect”, gevaar dat het probleem zich opnieuw voordoet Een moeilijk te onderhouden woning Langer thuis wonen wordt ervaren als moeilijk en zelfs onmogelijk, vaak werd er al voor hulp gezorgd. Ze worden sterk aangemoedigd, of het initiatief komt van de kinderen (of van de familieleden), de arts; er is de wil van derden om de persoon te beschermen, en om zichzelf te beschermen en zich gerust te stellen Weinig of ontbrekende entourage (werk, afstand, conflicten, overlijden) of de medebewoners/helpers zijn uitgeput Nood aan veiligheid, of zelfs « toezicht »

1.4. “Plaatsingen” van “sociale” aard Dwingende aard van de institutionalisering Kwetsbare personen qua gezondheid of personen in kansarmoede: samenloop van verschillende factoren op vlak van gezondheid, welzijn, financiën, huisvesting Na het verliezen van de woonst (uit de woning gezet worden omdat de huurovereenkomst ten einde loopt of door naasten, het niet betalen van de huur of onbewoonbare woning) Na een hospitalisatie (vallen, crisissituatie, …) Mensen die sociaal geïsoleerd zijn, die zich “laten gaan” en die niet beschouwd worden als “bekwaam genoeg” om hun lot in eigen handen te nemen, om de dagdagelijkse taken voor hun rekening te nemen (voeding, hygiëne, woonst) Perceptie van een “risico voor de persoon zelf” gecombineerd met een “risico voor anderen” (waarvoor men de personen niet “pro-actief” acht) Komen uit hun woning of een tussentijds verblijf (bij verwanten – broers of zussen, vrienden-, sociale woning) Tal van noden: sociale begeleiding, “geschikte”voeding, verzorgend personeel voor de verzorging en hygiëne, ergotherapie, kinesitherapie, activiteiten, aanwezigheid, aandacht, sociaal leven, grenzen stellen inzake verslavingen, controle van de medicatie, … Noden die als te omvangrijk worden beschouwd om iemand thuis (als er een thuis is) te houden met hulp (zelfs met gecoördineerde zorgverstrekking en diensten aan huis)

1.5. Naar een ROB gaan in het verlengde van een institutioneel parcours “jonge” mensen met mentale gezondheidsproblemen of een handicap Mensen die vroeger in een instelling zaten of die de ouderlijke woning nooit hebben verlaten Het feit dat men naar een rusthuis gaat, valt te verklaren door het feit dat er geen plaats is of te weinig plaats is in andere woonstructuren

Samen naar het rusthuis 1.6. Andere profielen O en A Samen naar het rusthuis . Koppel M/V . Ouder/kind (handicap) De verbetering van de gezondheidstoestand ---- DISCUSSIE . Sterke heterogeniteit binnen O en A . Programmatie moet hiermee rekening houden (schaal van Katz botst op limieten om de noden te evalueren) . Fenomeen van institutionalisering van de A wordt eveneens verklaard door de eigen logica van de sector voor ouderen en gezondheids- en welzijnssector

2. HET INSTITUTIONEEL BELEID VAN DE ROB EN ROB-RVT M. B. T 2. HET INSTITUTIONEEL BELEID VAN DE ROB EN ROB-RVT M.B.T. DE BEWONERS O EN A Vragen Welke strategiën of logica betreffende de opvang? (« quota » of « selectiecriteria » ?) Welke « missies »? Wordt er gezocht naar een « mix » van « afhankelijkheidsprofielen »? . Een kritiek op de afhankelijkheidscategorieën van de schaal van Katz . Het principe van open te staan voor iedereen . Een limiet op het ontvangen van « zware » profielen in ROB, een zoektocht naar een evenwichtige samenstelling van de bewoners (« mix » van profielen) . Terughoudendheid ten aanzien van een massale reconversie . Geval na geval zoeken naar een nieuw evenwicht

Mix – Getuigenis (Dir. ROB-RVT OCMW) « Voor mij is het beter als het publiek gemengd is, maar zo’n gemengd publiek, dat moet wel werken! Iemand begeleiden die een mentale handicap heeft of iemand begeleiden met een psychiatrisch profiel of iemand begeleiden die dement is of iemand die « enkel gezondheidsproblemen » heeft, iemand die « sociaal geïsoleerd » is, dat vergt telkens een andere aanpak. Op zo’n moment moeten dus alle teams in het rusthuis opgeleid worden en in contact kunnen treden met deze verschillende profielen en een evenwicht kunnen vinden. 160 mensen die samen leven, echt rusten is dat niet! Dat leidt zelfs soms tot conflicten, onbegrip. RVT-profielen, dat is misschien niet leuk omdat men vaker geconfronteerd wordt met gezondheidsproblemen en levenseinden, maar het valt gemakkelijker te runnen dan een rusthuis zoals dit! »

3. HET ORIËNTEREN VAN DE O EN A NAAR HET RUSTHUIS Vragen > Welke actoren? > Welke criteria? > Welke alternatieven? . Hospitalisatie als beslissend moment . De rol van de sociale diensten van het ziekenhuis « Het rusthuis is de laatste oplossing. Het zijn dus mensen die hier aankomen (op geriatrie) terwijl er thuis al heel veel werd geprobeerd: de hulp werd systematisch opgedreven. Maar het wordt gevaarlijk voor hen en voor de mensen in de omgeving (…) Verwanten die helpen zijn vaak uitgeput; de thuiszorg staat vaak machteloos. Men heeft dus alles geprobeerd en men is er zich van bewust dat het niet werkt, dat het niet meer werkt. Dus ja. De allerlaatste oplossing is in dat geval een opname ». (Maatschappelijk assistent Ziekenhuis)

3. HET ORIËNTEREN VAN DE O EN A NAAR HET RUSTHUIS . Het ontbreken van een aangepaste structuur . Ouderen die uit hun woning werden gezet . Het « weigeren van hulp » en de tegenkanting van de ouderen « Bij het organiseren van hulp aan huis gebeurt het vaak dat patiënten niet meer antwoorden. Men zorgt voor een verpleegster en zij doen de deur niet open. Of ze zeggen: « Ah neen, neen, ik heb dat niet gevraagd » Het is al gebeurd dat we bellen naar de thuisverzorging om te weten hoe ver ze staan met hun werk en dat zij ons antwoorden: « Maar neen, de patiënt heeft ons gezegd dat hij niet wou geholpen worden ». Maatschappelijk assistent Ziekenhuis . ethiek : evenwicht tussen eigen keuze en bescherming tegen een risico voor de persoon en haar omgeving. . strategie : langetermijn visie en « oplossing » om de continuïteit te waarborgen. . praktisch : belangrijke mobilisatiie, goede terreinkennis discussiie : thuisblijven, de mogelijkheden en de limieten

4. Welke alternatieven voor de O en A ? Profielen 1 en 2 : anticipatie ROB: zelf « gekozen » woonvorm, wordt gezien als een « ondersteuning » van het ouder worden (idee van daar te blijven tot het einde) (?) Thuis ouder worden mits hulp, steun en een sociaal leven, thuis, in de buurt of in een service-flat (kost!) Profiel 3 : fragiliteit ROB : vorm van onderdak die « zich opdringt » (langetermijn ondersteuning van een fragiliteit) (?) Sociale innovatie Profielen 4, 5 en 6 : ROB : geschikt voor de ene, niet voor de andere (erkenning van de « sociale » opdracht) Alternatieve instellingen of woonvormen te ontwikkelen naargelang de specifieke problematiek (niet gelinkt aan het « ouder worden ») Sociale woningen ontwikkelen met begeleiding/dienstverlening Voor allen: buurtaanpak ontwikkelen (preventie, strijd tegen sociaal isolement,…) > « quartiers prévenants »/Zorgzame wijk In afwachting: ROB= onmisbare schakel in de spreiding van het aanbod

Denkpistes voor de toekomst > De ROB zijn een antwoord op een opvang/huisvestingsprobleem in verschillende sectoren De mogelijkheid om « thuis te blijven » ondersteunen De buurtgerichte diensten valoriseren Continuïteit in de institutionele opvang bevorderen « Sociale » service flats ontwikkelen RH : de dimensie « leefplek » behouden Woonvormen diversifiëren De sector reguleren …