Hoofdstuk 1 Wat is politiek?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente
Advertisements

Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
Parlementaire democratie
Parlementaire democratie
Paragraaf 7. Zijn voor de Tweede Kamer om de 4 jaar. Dan kiezen we volksvertegenwoordigers. Zij nemen beslissingen namens ons. De leden van Eerste kamer.
QUIZ Katern Politiek.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
1. Politici moeten zich zo min mogelijk bemoeien met de rechter.
1/9 2/9 INHOUD Wat is een referendum precies? Wie zijn de kandidaten? Wat zijn de voordelen van zo’n burgemeestersreferendum? En wat de nadelen? Conclusie.
burgemeestersreferendum
2/9 - Hoe werkt een gemeente ? - Voor- en nadelen van een burgemeestersreferendum - René van Diessen - Jan Waaijer - Uit het nieuws.
Parlementaire democratie
Politieke besluitvorming De toekomst van de Nederlandse politiek
Republiek versus Frankrijk
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Politiek.
Introles: Wie ben ik en jullie? 15
Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie en algemene staatsinrichting.
De Nederlanden: van republiek tot parlementaire democratie
Wie heeft het meeste te zeggen?
Staatsinrichting, Paragraaf 2
4.2: De geschiedenis van de NL democratie Nakijken HC Opdracht vorige les afronden Huiswerk.
H ET BELEID VAN DE OVERHEID CRIMINALITEIT Zelfs problemen hebben recht op bestaan, los ze derhalve niet op. Karel Jonckheere: Vlaams schrijver en dichter.
Hoofdstuk 7 paragraaf 1: de regio
Politiek-juridische dimensie
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Staatsinrichting In Nederland.
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
Revoluties in Europa. Les 4 In het Gemeentehuis Doelen van les 4 Je kunt beschrijven welke taken burgemeester, wethouders en raadsleden uitvoeren. Je.
Nukubu / Nimby De rol van de lastige burger en de lokale democratie Een verhaal van uit de basis.
§5: Nederland kiest! Eens per 4 jaar stemmen voor politieke organen: -Tweede kamer -Provinciale Staten -Gemeenteraad Eens per 5 jaar stemmen voor: -Europees.
Op wie kan jij stemmen? Links: Gelijkheid/ gelijkwaardigheid Actieve overheid/ grote rol voor de staat. komen op voor mensen met een zwakke positie in.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de gemeente en de provincie
ProDemos schuift aan: Verkiezingsspecial
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
Wie bestuurt Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
H2 Op wie ga jij stemmen?.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
H1 Wat is politiek?.
1. Politici moeten zich zo min mogelijk bemoeien met de rechter.
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Politiek Paragraaf 1-3.
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 BK Lesweek 3
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3
PowerPointpresentatie Algemene staatsinrichting
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
Film: Nederland is een democratie
Hoofdstuk 1: Waarom werken we?
Film: Nederland is een democratie
Wie bestuurt Nederland?
Het parlement Hoofdstuk 6 ‘Politiek.
Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 2: Verkiezingen en de gemeente
Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat
Politieke Bingo.
Opgepakt.. en dan? Criminaliteit.
Democratie en Dictatuur
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Wijzer! Actueel voor groep 5 t/m 8
Aantekening van: Wie is de baas
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 1 Wat is politiek? Thema Politiek

Wie nemen besluiten? Dagelijks besluiten nemen Taak van de politiek Waar houdt de politiek zich nu mee bezig denk je? Maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden. Namens het volk besluiten nemen = besturen Overheid = alle politici en ambtenaren samen Wat zijn ambtenaren denk je? Personen die werken voor de overheid, bijv. politie, docent, gemeente etc.

Besluiten voor iedereen Bemoeit zich met algemeen belang Wat is algemeen belang? = voor heel veel mensen belangrijk Belastinggeld hiervoor nodig. Waarvoor denk je? Salarissen betalen, wegen aanleggen, uitkeringen betalen.

Democratie = Het volk heeft invloed op politieke besluiten Directe democratie? = als inwoners zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of een lastig politiek probleem. Vb. referendum.

Maar…… Iedereen telkens mee laten beslissen is niet te doen. Waarom zou dat zijn? Niet iedereen kennis en tijd Gevolgen inzien is lastig Dus.. Volksvertegenwoordigers inzetten (2e kamer) Daardoor indirecte democratie. = wij volksvertegenwoordigers kiezen die namens ons de beslissingen nemen.

Hoofdstuk 2: Op wie ga jij stemmen? Thema Politiek

Stemmen Actief kiesrecht = ? Het recht om te mogen stemmen Passief kiesrecht = ? Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen Lid politieke partij Eigen partij oprichten Vanaf 16 jaar. Lijsttrekker = ? Belangrijkste man/vrouw van de partij ‘het gezicht’

Links of rechts? Links: Overheid actief Opkomen voor zwakkeren Rijke meer betalen Bijv. betere uitkeringen, extra geld studie voor lage inkomens Meer doen voor het milieu Rechts: Overheid passief Zelf verantwoordelijk voor werk en inkomen. Vrijheid en veiligheid bewaken Bijv. strenger straffen, immigranten zelf taalcursus betalen.

Midden Niet echt links en ook niet echt rechts Willen van beide kanten wat. Bijv. duurzame energie (links) en min mogelijk regelen voor burgers (rechts). Geholpen door andere mensen/organisaties Overheid ondersteunt. CDA, ChristenUnie, PVV

Samen besturen http://www.schooltv.nl/video/de-tweede-kamer-wat-gebeurt- daar/#q=tweede%20kamer

Zelfstandig werken Hoofdstuk 1 Wat is politiek?: Lezen: blz. 42 en 43 Maken: blz. 34 t/m 35 Niet maken: 1, 2, 4B, 7, 9B Hoofdstuk 2 Op wie ga jij stemmen? Lezen: blz. 44 en 45 Maken: blz. 37 t/m 40 Niet maken: 2, 6, 8DEF, 11, 13